Zolang alles goed gaat met je hart, sta je er niet bij stil. Maar problemen beginnen vaak bij de vier hartkleppen. In dit artikel legt de Maastrichtse cardio thoracaal chirurg Peyman Sardari Nia uit waar we allemaal mee geconfronteerd kunnen worden, als het mis gaat.
“Het hart telt vier kleppen: twee inlaat- en twee uitlaatkleppen. Het gaat dus om twee afzonderlijke pompen in één behuizing: het hart. Elke pomp heeft een boezem en een kamer. De kamer heeft een inlaatklep en een uitlaatklep. Links heb je de mitralis inlaat en de aorta uitlaat. Rechts de tricuspidalisklep (inlaat) en pulmonadisklep (uitlaat). Bij elke hartslag openen en sluiten de drie flapjes (slippen of cuspides) van de aortaklep zich. Heeft deze klep een aandoening dan kan de klep vernauwd zijn (aortaklepstenose), of lekken (aortaklepinsufficiëntie). De linker pomp verzorgt het hele lichaam van bloed, de rechter de longen. De linkerkant van het hart is sterker dan de rechterkant, de druk is er hoger. Met als consequentie dat de kleppen aan linker kant sneller verslijten. Problemen rechts zijn vaak een gevolg van problemen links, als die zich doorzetten.”
Wat kun je vertellen over soorten klepproblemen?
“Er zijn verschillende soorten kleplijden. Op de eerste plaats vernauwing (stenose). Kleppen zijn heel dun, bijna doorzichtige vliezen. Dun, want ze moeten geen weerstand bieden aan de doorstroming van het bloed, die soepel moet gaan. Bij klepstenose zijn de dunne bladen verdikt en verkalkt, groeien naar elkaar zodat de opening kleiner wordt. Meestal zie je dat gebeuren in de aortaklep. De tweede oorzaak is lekkage (insufficiëntie), waarbij de flappen niet goed meer aansluiten, en daardoor kan het bloed niet meer één kant op stromen. Een deel ervan stroomt terug. Dat wordt vooral veroorzaakt door verslijting waarbij kleppen beschadigd raken, zodat ze niet meer goed kunnen functioneren. Bij een lekkage wordt het hart groter om alsnog het bloed te kunnen rondpompen, het hart past zich dus aan.”
Wanneer merk je er iets van?
“Het gaat hier om een progressief proces, dat jaren duurt, voordat het tot symptomen leidt. Alleen als het hart door een bacteriële infectie beschadigd raakt, ontwikkelen de problemen zich razendsnel, in weken. Het hart heeft dan geen tijd om zich aan te passen. Klachten doen zich dan opeens en snel voor zoals kortademigheid en vocht op de longen. Klepstenose kan jarenlang ongemerkt blijven omdat het hart compenseert, totdat het op een gegeven moment faalt. Wat je dan ziet is dat er te weinig toevoer van bloed en zuurstof is naar bijvoorbeeld de hersenen. Mensen vallen dan opeens flauw, wat een eerste signaal is dat er hartproblemen zijn.”
Wat zijn de oorzaken van hartklepproblemen?
“Allereerst veroudering. Het komt vooral voor bij mensen vanaf 75 jaar. De kleppen raken versleten. Daarnaast kan er een genetische aanleg zijn. Bijvoorbeeld bij de aortaklep, sommige mensen worden met twee in plaats van drie flappen (klepbladeren) geboren. Zulke kleppen zijn meer vatbaar voor slijtage en vernauwing. Klepproblemen worden vaak verergerd door hoge bloeddruk.”
Lopen sommige families meer risico’s?
“Jazeker. Als klepproblemen in je familie voorkomen vergroot dat het risico dat jij er ook last van kunt krijgen. Maar die kans is zeker niet 100 procent, hoor. Het risico ligt een paar procentjes boven het normale risico. Het kan ook afhankelijk zijn van de leeftijd. Als veel mensen in je familie op jonge leeftijd al klepproblemen hebben bijvoorbeeld, dan is de kans groter dat je bij eerstegraads verwanten dezelfde problemen tegenkomt. Doet binnen je familie het probleem zich voornamelijk bij oudere mensen voor, dan is de kans die je loopt kleiner.”
Wat als ik me zorgen maak?
“Maak je je daar zorgen over, ga dan naar je huisarts. Die kan met een stethoscoop naar je hart luisteren. Neemt de arts geruis waar, dan kan dat wijzen op lekkage of vernauwing, maar het hoeft niet ernstig te zijn. Eventueel doorverwezen naar het ziekenhuis kan met echografie worden vastgesteld of er al dan niet sprake is van kleplijden. Vaak hebben patiënten geen klachten. Als er dan toch geruis hoorbaar is, zijn er wel degelijk hartklepproblemen.”
Wat zijn de symptomen dat de kleppen haperen?
“Die symptomen kunnen bestaan uit kortademigheid, pijn op de borst, vermoeidheid en hartkloppingen. Bijvoorbeeld: bij aortaklepstenose wordt de hartspier dikker. Maar de bloedvaten groeien niet mee. Dat geeft bij inspanning pijn op de borst. Problemen in de mitralisklep leiden vaak tot vocht op de longen. Als het hart zich vergroot, kan dat tot hartritmestoornissen leiden. Let wel: meestal gaat het hierbij om een lang proces over vele, vele jaren. Als er dan klachten ontstaan, is men al ver in het proces. Komen die klachten vaker voor, ga dan naar de huisarts. Merk je bijvoorbeeld dat je snel buiten adem bent bij het traplopen dan is een afspraak maken met de huisarts wat je moet doen. Het gaat dus niet om soms eens buiten adem zijn, maar om systematisch buiten adem zijn bij kleine krachtsinspanningen.”
Wat zijn ernstige klachten?
“Ernstige klachten zijn als je niet meer kunt platliggen. Of als je pijn op de borst krijgt bij inspanningen die niet overgaat. Dat zijn echte alarmsignalen. Dan moet je gelijk naar de dokter. Let wel, het kan jaren duren voor je iets merkt, behalve bij infecties.”
Hoe ontstaat een infectie?
“Een bacterie komt altijd ergens het lichaam binnen. Dat kan een klein wondje zijn aan je voeten, tenen of tandvlees. Als het lichaam verzwakt is en je weinig weerstand hebt, of als de patiënt al een afwijkende klep heeft, of vlak na een klepoperatie, dan kan de bacterie huishouden in je hart. Wat je ziet is dat mensen infecties vaak niet laten behandelen, bijvoorbeeld omdat ze bang zijn voor de tandarts. Dan kan dat overslaan op je hart. Een infectie moet je snel en goed verzorgen, en al helemaal als je toch al klepproblemen hebt!”
Wanneer is een operatie nodig?
“Daarvoor kunnen twee redenen een rol spelen. Allereerst kan zo’n operatie nodig zijn om je klachten te verlichten. Op de tweede plaats om een proces van verslechtering te doorbreken. Anders zou het kunnen leiden tot hartfalen en overlijden. Hoe vroeger je ingrijpt, des te zekerder weet je dat je dezelfde levenskwaliteit terug kunt krijgen die je had, met name bij het aanpakken van een lekkage in de mitraliskleppen. Die kun je vervangen, maar vaak ook repareren. Dat is vaak beter dan vervangen, omdat er dan geen bloedverdunners nodig zijn en de klep weer zo’n 20 jaar meegaat. Het is van belang de patiënt goed te informeren, want de keuze die gemaakt wordt heeft impact op het verdere leven van de patiënt.”
Wat moet je doen om gezond te blijven?
“Blijf actief, let op je voeding, rook niet, zorg dat je bloeddruk onder controle is. Wil je meer weten of twijfel je, kijk dan op de websites van ziekenhuizen. Daar vind je meestal alle benodigde informatie, die betrouwbaar is.”