default-header
HomeNieuwsZiekenhuis

Ziekenhuis

Columns

zaterdag 12 augustus 2017, door Hartpatiënten Nederland

Mijn vrouw Kitty liep al dagenlang rond met hevige buikpijn. Het begon vrijdagavond. Geen hond die dan de huisartsenpost, kortweg HAP, belt. Niet alleen zit je daar urenlang te wachten, bovendien wordt je er nogal eens met een kluitje in het riet gestuurd. Althans dat is onze ervaring. En dus wacht je tot maandagochtend acht uur. Om dan snel de telefoon te grijpen en een afspraak te maken. Zoals al die andere tientallen patiënten, die de HAP mijden als de pest en nu met gezwinde spoed naar de dokter moeten. Gelukkig had de huisarts nog een gaatje vrij. Hij stuurde Kitty gelijk door naar de eerste hulp. Daar aangekomen moesten we achteraan aansluiten in de rij voor het loket. Er werden blijkbaar meer HAP-mijdende patiënten doorgestuurd door huisartsen. Allerlei formaliteiten werden afgehandeld, de rij schoof langzaam naar voren, mijn vrouw leunde zwaar op mij van de pijn.

Eindelijk konden we de wachtkamer in, waar het lange wachten begon, slechts onderbroken door een bloedafname, een gesprekje met twee artsen, en een scan. We waren er om tien uur, ergens rond half vier kregen we het bericht dat zij werd opgenomen en direct moest gaan liggen. Ze mocht niet meer zitten. Nou kon ze dat ook al bijna niet meer, ze had naast me in de wachtkamer haar hoofd zoveel mogelijk op mijn schouder gelegd en zich tegen me aan gevleid, omdat ze teveel pijn had en in slaap viel. Pas als de dokter dat beslist, mag – móet je gaan liggen. Bezuinigingen in de zorg of technologisch denken? Kies maar…

Nog afgezien van de pijn is zo’n urenlang verblijf in een volgestouwde wachtkamer geen genoeglijke herinnering. Zo’n wachtkamer zonder ramen, zonder zicht op de blije buitenwereld en de vrijheid en op het gewone leven. In pasteltinten geschilderd, omdat die rustgevend zouden zijn. Helaas was niet iedereen in die kamer net zo rustgevend. En je kon je blik niet richten op bomen of gebeurtenissen buiten. Want dat buiten was weg. Ver weg. Weggestopt achter dikke muren. Alsof je in de bak zat. Wordt nog maar eens ziek in zo’n situatie. Je kijkt wel tien keer uit voor je nog eens naar de dokter gaat. Hij zal je maar doorsturen…

Column door: Henri Haenen


Geef een reactie