Wie denk je wel niet dat je bent?
Dit is een bekende uitspraak, waaruit blijkt dat degene die dat zegt zich persoonlijk gekwetst voelt, door iets wat tegen hem/haar gezegd is. Meestal moet er dan ook wel echt iets heftigs gebeurd zijn, voordat iemand dit zegt. Maar hoe dan ook, hier is een strijd tussen twee ego’s gaande en deze uitroep gooit dan meestal extra olie op het vuur. Toch zouden we deze vraag ten gunste van onze spirituele ontwikkeling kunnen gebruiken. Het is dan wel belangrijk om voldoende lang te pauzeren, voordat we een antwoord geven. Als je hierop al een antwoord moet geven. Het antwoord na de pauze is namelijk alleen voor jezelf bestemd.
Ik gaf al aan dat hier meestal een egostrijd gaande is, en inmiddels weten we, meestal ook door ervaring, dat dit niets dan ellende oplevert. Het is een strijd tussen twee of meer mensen, die in de illusie leven dat ze afgescheiden individuen zijn. Die strijd is, net als welke strijd dan ook, niet volledig te winnen, omdat die winst op zichzelf, net als de strijd en de vermeende afscheiding, een illusie is. Hoe kun je nou een strijd hebben met iemand die, in wezen, dezelfde is als jij bent.
Als we de titel van zijn negatieve lading ontdoen, door de woorden “wel niet” eruit te verwijderen, komen we tot de volgende belangrijke vraag: “wie denk je dat je bent”, of nog beter, “wie denk ik dat ik ben”. Daar denken we meestal niet bij na. “Ja hallo, dat is toch duidelijk?”, Ik ben Jan, ik ben arts, ik ben een echtgenoot, vader, pleegvader… en zo kunnen we nog wel een tijdje door gaan. Maar pauzeer weer even, nadat je deze vraag aan jezelf gesteld hebt. Wellicht kom je tot de ontdekking dat het slechts etiketten zijn, die jijzelf of anderen op je geplakt hebben. Ik ben geen Jan, dat is de naam die mijn ouders gebruikten om mij iets te vertellen of om over mij te kunnen praten. Verder heb ik gestudeerd voor het beroep arts, maar ik ben het niet. Het zijn allemaal concepten, die het leven gemakkelijker kunnen maken. “Het beestje moet een naam hebben”. Als je wilt dat iemand naar je luistert, is het handig dat je zijn/haar naam weet. Als je een arts nodig hebt, is het prettig dat je weet dat deze bevoegd is. Zo kunnen we nog wel meer voordelen noemen. Het wordt pas een probleem als je jezelf gaat identificeren met de verschillende rollen en benamingen die je in het leven hebt vergaard. Al deze concepten zijn veranderlijk. Op een gegeven moment verlies je de bevoegdheid om je beroep als arts nog te mogen uitvoeren. Als je kinderen het huis verlaten, verandert je functie als vader of moeder. Hierdoor kan er een ware identiteitscrisis ontstaan.
Daarom is het belangrijk om erachter te komen wie je werkelijk bent, want dat is onveranderlijk. Om mijzelf als voorbeeld te nemen, ik heb in mijn leven allerlei variaties op de geboortenaam Johan gehad, mijn beroep heeft de nodige wijzigingen ondergaan. Maar de ik, waarmee ik mijzelf aanduid, is in essentie onveranderd gebleven gedurende mijn huidige leven. Als ik het over ik heb, verwijs ik naar dat onbeschrijflijke, dat ik werkelijk ben. Als ik het wil beschrijven, dan kan ik alleen zeggen wat ik niet ben. In de Advaita Vedanta noemt men dat “Neti Neti” oftewel: niet dit! Hier mee wordt bedoeld: ik ben niet mijn lichaam, gedachten, emoties etc.
Het is nu de kunst om het, vaak zo misleidende, denken te gebruiken in ons voordeel. Oude spirituele wegen willen het denken uitschakelen, met als doel het ego uit te schakelen en uiteindelijk, na een lang en moeizaam proces van “zuiveren” verlichting te bereiken. Hierdoor is de mythe, alweer een gedachte, ontstaan dat verlichting alleen voor hele speciale mensen te bereiken is. Verlichting wordt daardoor een zeer lange weg, waar vele reïncarnaties voor nodig zijn.
De “directe weg” zoals bekend gemaakt door Ramana Maharshi, Nisargadatta Maharaj en Atmananda Krishna Menon, maakt in eerste instantie gebruik van het denken. Het gaat erom dat we gaan onderzoeken wie die “ik” is, die wij steeds benoemen. Via dit Zelf-onderzoek komen we uiteindelijk bij het onbeschrijfbare Zelf, namelijk “Oneindig Bewustzijn”, uit.
We nodigen onszelf steeds uit om ons denkvermogen te gebruiken om het onderscheid te maken tussen wie we wel en niet zijn.
Een huidige leraar die dit, in mijn ogen, heel goed uitlegt is Rupert Spira, van wie er veel te vinden is op YouTube. Hij wijst ons er onder andere op dat we niet alleen Neti Neti moeten gebruiken, maar daarbij ook denken wat we wel zijn. Bij voorbeeld: “ik ben niet mijn lichaam, ik ben Dat wat zich bewust is van mijn lichaam”, “Ik ben niet mijn gedachten, ik ben Dat wat zich bewust is van de gedachten” etc. Uiteindelijk lost dit denken aan wie je werkelijk bent, op in de bewustwording van het onbeschrijfelijke Oneindige Bewustzijn.
Hartegroet,
Jan Chin
Opzoek naar lotgenotencontact? Check ons forum of onze besloten FB-groep.
Dit artikel verscheen eerder in het HPNLmagazine.
Geef een reactie