Wat komt er zoal bij een hartoperatie kijken?
Een hartoperatie is een chirurgische ingreep noodzakelijk om een defect in of rond het hart te herstellen, of om erger te voorkomen.
Een hartoperatie is een chirurgische ingreep noodzakelijk om een defect in of rond het hart te herstellen, of om erger te voorkomen. Het kan bijvoorbeeld gaan om een bypassoperatie, of om een klepoperatie. Een bypass- of omleidingsoperatie is een behandeling bij ernstige vernauwingen in de kransslagaders van het hart. De kransslagaders zijn de bloedvaten die de hartspier van bloed voorzien. Als deze ernstig vernauwd zijn, krijgt het hart niet genoeg zuurstof en voedingsstoffen.
Een bypassoperatie is het maken van een omleiding (bypass) langs een vernauwing in de kransslagader. Daartoe wordt vaak een (slag)ader uit het been van de patiënt gebruikt. Door de omleiding kan er weer genoeg zuurstof het hart bereiken. De zware operatie duurt meestal rond de vier uur. De patiënt blijft daarna zo’n week in het ziekenhuis, waarna revalidatie volgt.
Een hartklepoperatie is het repareren of vervangen van een lekkende of vernauwde hartklep, meestal via een openhartoperatie. In sommige gevallen lukt het ook middels een katheterbehandeling via de liesslagader of de slagader onder het sleutelbeen, of een kleinere opening. Hartchirurgen repareren de hartklep waar mogelijk. Dat heeft de voorkeur boven het vervangen ervan, en verkleint het risico’s op complicaties.
Elke hartoperatie vindt onder volledige narcose plaats. Voor de operatie krijgt de patiënt pijnstillers en spierontspannende middelen. De anesthesist is tijdens de operatie aanwezig om eventueel bij te sturen. De anesthesist zorgt ervoor dat hart en longen op de juiste manier blijven werken. Daarnaast zorgt de anesthesist ervoor dat de patiënt onder narcose blijft gedurende de operatie. Tijdens de ingreep worden hartslag, ademhaling, de bloedsomloop, temperatuur en suikergehalte nauwkeurig gecontroleerd.
Een hartoperatie wordt vooraf gegaan door een aantal voorbereidende onderzoeken. Zo wordt er onder meer een röntgenfoto van de borstkas gemaakt, een ECG (elektrocardiogram) oftewel een ,,filmpje’’ van het hart, en worden bloed en urine gecontroleerd. Een verpleegkundige legt aan de patiënt vooraf een aantal vragen voor, met name over eerdere ziekenhuisopnames, de bloedgroep, eventuele medicatie, allergieën en bovendien kan hij of zij de telefoonnummers noteren van familieleden. Het kan zijn dat een afdelingsarts nog enkele onderzoeken doet en vragen in dezelfde trant stelt.
Na afloop van de operatie gaat de patiënt naar de hartrecovery of intensive care, waar hij/zij na enkele uren ontwaakt. In het begin is het zicht mogelijk nog enigszins wazig en klinken de stemmen verward. Maar dat trekt langzaam bij. Meestal kan de patiënt een dag later weer terug naar de verpleegafdeling. Al die tijd staat de patiënt onder controle, waarbij naar een scala van zaken wordt gekeken. Denk bijvoorbeeld aan de nierfunctie, is die nog steeds naar behoren. Hetzelfde geldt uiteraard voor de hartfunctie, maar ook voor het functioneren van de maag. Hoe staat het met het wondvocht, en het bloed wordt constant gecontroleerd via een infuus. Enkele dagen na de operatie kan de patiënt, afhankelijk van het genezingsproces, weer naar huis. Daarna volgt revalidatie.
Geef een reactie