Vasten: dat kan een goed idee zijn

In de geschiedenis van de mens was er niet elke dag een ontbijt, lunch en diner. Er zijn altijd periodes geweest dat er weinig of zelfs geen voedsel beschikbaar was. Ons lichaam is daarop ingesteld: dan kunnen we de vetvoorraad aanspreken. 

Vasten lijkt zelfs gezond te zijn. Door het energietekort gaan de lichaamscellen zich minder richten op groei en juist meer op bescherming. Ook ruimen de cellen op: ze gebruiken het afval in de cel als energiebron. Onderzoek bij dieren laat zien dat langdurige vasten leidt tot een langer leven, maar bij mensen is dat lastig aan te tonen (want wie wil er meedoen aan zo’n onderzoek?). Toch zeggen steeds meer artsen dat af en toe niet eten een prima gewoonte is, die bovendien gunstig lijkt voor het cholesterolgehalte en het gehalte aan triglyceriden in het bloed. 

Ook kan vasten natuurlijk helpen om af te vallen. Maar hoe doe je dat dan? Bijvoorbeeld door 2 dagen per week heel weinig te eten, en de rest van de week normaal. Deze methode is ontwikkeld door de Britse arts en BBC-presentator dr. Michael Mosley, die er onder meer het boek “Het vastendieet” over schreef.

Je kunt ook besluiten om langere periodes van de dag niet te eten. Dan eet je bijvoorbeeld na het avondeten niets meer tot 12 uur de volgende dag. In die vastenperiode gaat je lichaam dan ook de reserves aanspreken. Je kunt deze manier van vasten in principe zo lang en zo vaak doen als je wilt, maar het is best goed om af te wisselen met dagen dat je wél gewoon eet, om zo je stofwisseling te blijven prikkelen. En hou ook je inname in de gaten: ook al eet je minder vaak, je moet wel alle voedingsstoffen binnen krijgen.