Van SCAD tot gebroken hart
Sinds enkele jaren wordt er, met name in de media, expliciet aandacht gevraagd voor het ‘vrouwenhart’. Maar wat is dat, het vrouwenhart? Tijdens mijn opleiding tot basisarts, in de studieboeken en tijdens de colleges cardiologie, werden voor de meeste organen, waaronder het hart van de man of de vrouw die verschillen echt wel benoemd: mannen zijn bijvoorbeeld gemiddeld groter van postuur, en zo ook hun harten en de diameters van hun bloedvaten. Maar verder zijn mannen- en vrouwenharten anatomisch identiek.
In de praktijk zijn er echter wel verschillen in hart- en vaatziekten tussen mannen en vrouwen. Die hebben echter weinig tot niets te maken met verschillen in hun harten, maar alles met wat tegelijkertijd mannen van vrouwen onderscheidt: zoals hun gemiddelde lengte, gewicht, persoonlijkheid en hun hormoonhuishouding. Zo hebben de vrouwelijke hormonen bijvoorbeeld invloed op het cholesterol, waardoor het risico op hart- en vaatziekten voor vrouwen vóór de overgang aanzienlijk lager is dan voor mannen, maar nadien tenminste net zo hoog wordt. Vanuit dit oogpunt (het cardiovasculaire) wordt een vrouw na de menopauze in feite een soort man.
Verder is bekend dat diezelfde geslachtshormonen van invloed zijn op de ‘sterkte’ van de bloedvatwand, waardoor vrouwen rondom de menstruatie, rondom de bevalling en rondom de overgang, wanneer de bloedspiegels van die hormonen sterk fluctueren, een grotere kans hebben op zogenaamde niet-atherosclerotische hartinfarcten. Ofwel, hartinfarcten die niet veroorzaakt worden door aderverkalking, maar hartinfarcten die het gevolg zijn van bijvoorbeeld het spontaan loslaten van de ‘binnenband’ uit de ‘buitenband’ van een bloedvat. Dit heet in medische termen een ‘SCAD’, een spontane coronaire arterie dissectie. Een SCAD is daarmee een vrij typische ‘vrouwenhart-ziekte’ maar niet exclusief: ongeveer driekwart van de patiënten met een SCAD is vrouw. En dus 25% man.
Uit onderzoek blijkt verder dat rondom diezelfde hormoonfluctuatie-momenten bij vrouwen een verhoogde kans bestaat op zogenaamde spasmen van de kransslagvaten. Dit ziektebeeld werd vroeger wel Prinz Metal angina genoemd, maar tegenwoordig vaker simpelweg ‘coronairspasmen’. Ook dit ziektebeeld is echter niet exclusief voor vrouwen. Sterker, wetenschappelijk onderzoek toont aan dat coronairspasmen bij mannen (vrijwel) evenveel voorkomen als bij vrouwen, waarbij roken de meest voorkomende en drugs, zoals cocaïne en marihuana, de meest potente risicofactoren zijn.
In het kader van het vrouwenhart wordt ook vaak gesproken over problemen met de zogenaamde ‘kleine vaatjes.’ In cardiologisch jargon: microvasculaire dysfunctie of microvascular disease (MVD). Hierbij is de gedachte dat de ‘vernauwing’ van de bloedvaatjes niet in de grote ‘stam’ van een bloedvat zit, maar in de kleine zijtakjes. Patiënten met MVD hebben vaak typische klachten en reageren ook goed op behandeling met bloedvatverwijdende medicijnen, zoals nitraten en calciumblokkers. Bij dit probleem is er echter een berucht addertje onder het gras. Microvasculaire dysfunctie betekent dat er in feite een mismatch is in vraag en aanbod tussen de hoeveelheid bloed die door een klein bloedvaatje moet en kan. In sommige gevallen kunnen de klachten verklaard worden doordat die kleine bloedvaatjes daadwerkelijk vernauwd zijn, bijvoorbeeld door aderverkalking of het dikker worden van de bloedvatwand door een hoge bloeddruk. Maar misschien wel vaker is er sprake van een ‘patiënt-bloedvat mismatch’, waarbij niet de vaatjes te klein zijn, maar de patiënt te ‘groot’ en/of te passief. Je zou welicht denken dat bloedvaten zich qua diameter zullen aanpassen aan de hoeveelheid bloed die erdoorheen moet. Hoe groter en/of zwaarder je bent, des te groter/zwaarder de ‘arbeid’ die je hart moet leveren en dus des te ‘groter’ of ‘dikker’ je hart zou moeten zijn om die arbeid te leveren en dus ook des te groter/meer de kransslagvaten. En dat klopt, tot op zekere hoogte tenminste. Wetenschappers hebben aangetoond dat onder invloed van de doorstroomsnelheid (de flow) in een bloedvat die ontstaat tijdens lichamelijke inspanning (lees: sporten) zowel de diameter van als het aantal kransslagvaten toeneemt. Bij iemand die steeds zwaarder wordt zónder te sporten zal noch de diameter, noch het aantal kransslagvaten toenemen. Met als gevolg die patiënt-bloedvat mismatch. De MVD die in dit geval het gevolg is, is dus in principe niet het gevolg van ‘te kleine’ vaten, maar van een te ‘zware’ en/of een te passieve patiënt. Je zou het probleem kunnen vergelijken met een Fiat 500 motorblok in een vrachtwagen: dat die niet lekker rijdt is immers moeilijk te wijten aan het ‘te kleine’ motorblok. Voor mensen met overgewicht en/of voor mensen die onvoldoende bewegen geldt dan ook dat afvallen en/of sporten veel relevantere interventies voor hun klachten zijn dan medicijnen.
Tenslotte is er nog het zogenaamde ‘stress-hart’ of de Tako-Tsubo cardiomyopathie. Ook hierbij lijkt atherosclerose geen belangrijke rol te spelen en is 80-90% van de patiënten vrouw. Waarschijnlijk spelen de vrouwelijke hormonen, danwel bepaalde vrouwelijke gevoeligheden, hierin opnieuw een centrale rol.
Samengevat zijn er zeker bepaalde cardiovasculaire ziekten die vaker bij vrouwen dan bij mannen voorkomen, maar is er vooral heel veel overlap. De belangrijkste voorwaarde voor het komen tot een diagnose is niet het erkennen van een mannen- of vrouwenhart, maar het erkennen, herkennen en respecteren van elkaars manier van communiceren. In die communicatie ligt de uitdaging, voor zowel de ‘ongehoorde’ patiënt, als de ‘dove’ cardioloog.
Tekst: Remko Kuipers
Foto: Remko Kuipers
Dit artikel verscheen eerder in het Hartbrug Magazine.
Geef een reactie