(TOP)sporten zonder TOS
Als je aan topsport doet, wil je altijd het beste uit jezelf halen.
Als je aan topsport doet, wil je altijd het beste uit jezelf halen. En dat kan niet als je last hebt van een vorm van het Thoracic Outlet Syndroom (TOS). Atlete Fenna Klapwijk (18) en oud-judoka Tim Rentzing (34) kunnen dankzij de behandeling door de vaatchirurgen van het Catharina Hart- en Vaatcentrum weer pijnvrij sporten.
Ineens was het er: de pijn in de arm van Fenna Klapwijk uit Krimpen aan de Lek. “Ik had net ’s middags een powernap gedaan en kreeg ineens last. In eerste instantie deed het vooral pijn tijdens het sporten. Later ook na het sporten. ’s Nachts lag ik er soms van te huilen”, vertelt de sprintster op de 200 en 400 meter.
Schuttingpalen
Tim kwam in 2013 tijdens een judowedstrijd ‘vast te zitten’. “Ik had moeten aftikken maar daar wachtte ik te lang mee. Toen maakte ik een verkeerde beweging met mijn nek. Daarna werd mijn arm dik”, vertelt de Nijmegenaar. In juni 2017 neemt bij het bouwen van zijn nieuwbouwwoning de druk op zijn arm steeds meer toe. “En na het plaatsen van schuttingpalen kreeg ik ook ineens last van opgezette aderen bij mijn borst en schouder.”
Fenna: “Ik ging met mijn klachten naar een fysiotherapeut in de buurt en die vermoedde al snel dat het ging om een vorm van het Thoracic Outlet Syndroom (TOS).” Tim zoekt in juli 2017 medische hulp: “Ik meldde me in eerste instantie bij het CWZ in Nijmegen maar die verwezen me snel door naar het Catharina Ziekenhuis in Eindhoven.”
Met deur in huis
In het Catharina Ziekenhuis doorliep Fenna binnen een paar dagen alle noodzakelijke onderzoeken. De diagnose: TOS. Al snel werd duidelijk dat een operatie de enige optie was. “Op de derde dag was ik net naar een vriendin aan het appen dat ik blij zou zijn als ik naar huis mocht, toen vaatchirurg prof. dr. Joep Teijink met de deur in huis viel: hij wilde me direct in het ziekenhuis houden zodat ik zo snel mogelijk geopereerd kon worden. Mijn slagader was namelijk helemaal afgekneld.”
Fenna kreeg een trombolyse (met een katheter wordt medicatie gegeven die de vernauwing op moet heffen) en werd een paar dagen later behandeld met een ribresectie. Daarbij werd haar extra halsrib en eerste rib verwijderd waardoor vaten en zenuwen vrij worden gelegd.
Op 4 juli 2017 stapt Tim met een ongerust gevoel het ziekenhuis binnen voor een gesprek met dr. Teijink. “Na het gesprek was ik wat gerustgesteld. Voor de operatie was ik natuurlijk zenuwachtig maar het gaf mij een goed gevoel dat dr. Teijink zoveel zelfvertrouwen uitstraalde.” Op 4 en 5 juli kreeg hij een trombolyse, op 10 juli werd hij behandeld met een ribresectie.
Hoge pijngrens
Tim stond een dag na de operatie weer buiten. “Uiteraard was ik niet pijnvrij, dus ik moest even doorbijten. Toen kwam mijn ervaring als topsporter van pas, ik denk dat je dan toch een hogere pijngrens hebt.” Ook begon hij direct met hersteloefeningen. “Het advies was om vooral veel te blijven bewegen. Drie maanden na de operatie ben ik weer gaan sporten.”
Voluit sporten
Fenna: “Na de operatie heb ik uiteraard eerst rustig aan gedaan. Na twee maanden ben ik weer gaan sporten. Dat is al vrij snel maar ik voelde dat het kon. Soms heb ik nog wat kleine ongemakken van de hele operatie, maar de pijn is weg en ik kan weer voluit sporten. Dit jaar heb ik me gekwalificeerd voor een estafetteloop met mijn team voor de Europacup. Volgend jaar wil ik op dit onderdeel met mijn team meedoen aan het NK.”
Tim: “Na een jaar was ook het verdoofde gevoel in mijn arm weg. Ik doe nu nog sporadisch aan judo, op wedstrijdniveau meedoen vraagt meer. Bijvoorbeeld vaker en intensiever trainen. Inmiddels heb ik twee kinderen en heb ik ook andere prioriteiten, maar ik ben wel ontzettend blij dat ik alles weer kan. Dr. Teijink is echt mijn held. Als ik nu ga sporten, heb ik geen angst meer.”
bron: Catharina ziekenhuis
Geef een reactie