Stilstand is achteruitgang, vooruitgang vergt beweging
Oratie prof. dr. Matthijs Hesselink
Mensen die regelmatig lichamelijk actief zijn hebben een verlaagde kans op de ontwikkeling van moderne welvaartsziekten en zijn minder vatbaar
Oratie prof. dr. Matthijs Hesselink
Mensen die regelmatig lichamelijk actief zijn hebben een verlaagde kans op de ontwikkeling van moderne welvaartsziekten en zijn minder vatbaar
voor depressies. Het is dan ook van belang om tot op hoge leeftijd een zekere mate van mobiliteit te behouden. Voor het behoud of verbetering van de gezondheid is het niet per se nodig om intensief te gaan sporten. Door regelmatige lichamelijk inspanning in het dagelijks leven valt er vaak al veel gezondheidswinst te behalen. Het stimuleren van dagelijkse lichamelijke activiteit moet nog prominenter dan voorheen als therapeutisch doel worden gezien, stelt Matthijs Hesselink in zijn oratie bij het aanvaarden van het ambt als hoogleraar op de leerstoel ‘Bewegingswetenschappen’ aan de Universiteit Maastricht op 28 april aanstaande.
“In de huidige westerse wereld hebben we ons een leefstijl aan kunnen meten waarbij er nog maar weinig lichamelijke activiteit nodig is om de dag ‘weldoorvoed’ door te komen. Vaak zien we dat deze leefstijl zich uit in een verminderd lichamelijk of geestelijk functioneren. Dit lijkt vooral door gebrek aan lichamelijke inspanning te worden veroorzaakt”, legt Hesselink uit.
“We hebben gevonden dat bij sommige patiëntengroepen herintroductie van lichamelijke activiteit bij uitstek geschikt om hun ziekteverschijnselen in te dammen en soms zelfs te doen verdwijnen. Zo heeft recent onderzoek aangetoond dat het bij patiënten met overgewicht en type 2 diabetes mogelijk is om middels een inspanningsprogramma van 12 weken het vermogen van deze patiënten om suikers op te nemen en te verbranden te herstellen. Dit herstel ging opvallend genoeg gepaard met een afname van het gebruik van medicijnen terwijl er geen sprake was van verlies van lichaamsgewicht. Momenteel proberen we door analyses in stukjes spier van deze mensen de moleculaire mechanismen die ten grondslag liggen aan deze verbeteringen in kaart te brengen. Toekomstig bewegingswetenschappelijk onderzoek zou zich niet alleen moeten richten op de manier waarop beweging leidt tot deze gunstige aanpassingen, maar zeker ook hoe niet bewegen bijdraagt aan de ontwikkeling van ziekte”, aldus Hesselink
Geef een reactie