default-header
HomeNieuwsStel je droom niet uit tot later

Stel je droom niet uit tot later

Aandoening

vrijdag 21 februari 2025, door Hartpatiënten Nederland


Dat het op haar vijftigste niet goed met haar ging, besefte Pamela Smirnoff (61) wel. Maar dat het haar hart betrof, daar had ze geen idee van. Haar hartproblemen bleken ook nog eens ernstig te zijn: ze viel binnen de zwaarste categorie. Een operatie was daarom onvermijdelijk.

Pamela: “Als ik ’s ochtends ontbijt en de zon door de bomen zie schijnen, kan ik dat nu echt zien. Hiervoor zag ik het, maar ik merkte het niet op. Ik geniet nu veel meer van de kleine dingen. Dat komt beter binnen dan voorheen. Ik ben sinds mijn operatie veranderd, heb meer inzicht gekregen in de dingen die ik wél heb en kijk minder naar de dingen die ik níet heb. Dat vind ik een enorme verrijking.”

Vermoeid

“Op mijn vijftigste merkte ik dat ik fysiek minder werd. In eerste instantie dacht ik dat ik meer moest sporten en dat ik er, doordat ik die leeftijd had bereikt, iets meer moeite voor moest doen. Maar op een gegeven moment merkte ik dat het niet een vermoeidheid was van weinig doen, maar dat het ergens anders vandaan kwam. Het ging gepaard met veel hoofdpijn en pijn onder in mijn keel. Hoe meer ik me inspande, hoe meer last ik ervan kreeg. Dat waren al de eerste symptomen, maar ik herkende ze niet als hartproblemen. Ik dacht dat het vanzelf over zou gaan.”

Toenemende pijn

“Een paar maanden later ging ik met mijn man naar New York, waar het winter en dus koud was. Daar had ik veel last. Soms moest ik echt even stilstaan om bij te komen. Een paar weken na thuiskomst ging ik met mijn moeder op pad. Zij was toen negenenzeventig en liep flink door. Ik kon haar niet meer bijhouden en vroeg haar of ze wat langzamer kon lopen, omdat ik die pijn voelde. Ze vroeg me hoe lang ik dat al had, en ik biechtte op dat dat al een paar maanden het geval was. Je moet morgen meteen naar de huisarts, zei ze. Zij heeft mij het laatste zetje gegeven.”

Verstopte aorta

“De huisarts zag niets geks. Toch bleef ik het gevoel houden dat het niet goed was. Daarom stuurde hij me door naar een cardioloog, waar ik een fietstest moest doen. Die heb ik moeten afbreken, want ik kon niet meer. Aan de hand van die uitslag zijn er alarmbellen gaan rinkelen. Enkele dagen later kreeg ik een hartkatheterisatie. Daaruit bleek dat mijn aorta verstopt was en dat mijn hartklep niet goed was. Ik werd naar huis gestuurd met veel medicatie. Twee dagen later kreeg ik een echo. Tijdens die echo stelden ze me allerlei vragen. Vervolgens moest ik op de gang gaan zitten en afwachten. Toen voelde ik het al aan. En inderdaad, de arts kwam terug met een rolstoel. Ik mocht niet meer naar huis. Ik was best emotioneel, doordat ik wist dat ik iets aan mijn hart had. Dat kwam echt even binnen. Vervolgens kwam de dienstdoende cardioloog naar me toe en zei: je hebt mensen die last hebben van hun hart, mensen die erg veel last hebben van hun hart en mensen die verschrikkelijk veel last hebben van hun hart, en jij behoort tot de ergste categorie. Meteen werd ik op de wachtlijst gezet. Ik moest zo snel mogelijk worden geopereerd. Een bypass en een nieuwe hartklep. ’s Avonds ben ik opgenomen. Vanaf dat moment besefte ik pas hoe verschrikkelijk moe ik was. Ruim twee weken moest ik wachten voordat ik in Utrecht kon worden geopereerd. Tijdens de operatie ontdekten ze dat ik ook nog een lekkende mitralisklep had. Die hebben ze meteen gerepareerd. Na zeven uur waren ze uiteindelijk klaar met de operatie. Alles is gelukkig goed gegaan.”

Geen conditie

“Na één nacht op de IC ging ik naar de Medium Care. Al snel bungelden mijn benen buiten het bed. De volgende dag moest ik al lopen, om te kijken of dat goed ging. Dat vond ik spannend. Ik had een grote wond in mijn borstkas, dus ik was heel voorzichtig. Ook was mijn uithoudingsvermogen door de operatie teruggebracht naar nul. Er was niets meer, ik moest helemaal opnieuw beginnen. Dat was heel vermoeiend, maar ik had gelukkig fantastische begeleiding. Ruim vier weken later werd ik ontslagen uit het ziekenhuis. Thuis kwam ik mezelf hard tegen. Ik moest het echt opbouwen. Na zes weken begon de revalidatie, waar ik flink aan de bak moest. De lat werd steeds hoger gelegd. In eerste instantie durfde ik niet, was ik bang om dingen te doen. Toch merkte ik gaandeweg dat ik het kon, dat ik weer meer vertrouwen in mijn lichaam kreeg. Het was zowel fysiek als mentaal heel zwaar, maar drie maanden na de operatie voelde ik me weer oké. Inmiddels doe ik alles weer en heb ik nergens last meer van. Het beste bewijs is dat ik af en toe zelfs vergeet wat me is overkomen.”

Littekens

“Wat ik in het begin confronterend vond, waren de littekens. Je komt er in zekere zin niet meer los van, maar leert ermee leven. De littekens zijn dan ook een onderdeel van mezelf geworden. Niet traumatisch, maar het hoort nu wel bij mij. Ik heb er hulp voor gezocht om het een plekje te kunnen geven. Hierdoor heb ik geleerd om mezelf in de spiegel aan te kijken en te omarmen. Dit is wie ik nu ben, mét littekens. Ik zeg vaak: ik ben blij dat ik ze heb, want anders was ik er niet meer geweest. Daar ben ik dankbaar voor. Dankbaar dat ik er nog ben en dat we in Nederland zulke goede medische voorzieningen hebben. Samen met mijn man geniet ik veel meer, gaan we bijvoorbeeld vaker naar Frankrijk. Het is niet vanzelfsprekend dat we oud worden, dus als we iets willen doen, gaan we ervoor. Dat is mijn grootste advies aan iedereen. Als je iets wilt, doe het dan nu. Stel je droom niet uit tot later. En wees dankbaar.”

Tekst: Laura van Horik
Foto: Pamela Smirnoff

Dit artikel verscheen eerder in het Hartbrug Magazine


Geef een reactie