Snel dik worden op jonge leeftijd voorspeller voor toekomst
hebben grotere kans op volwassen leeftijd ook te zwaar te zijn, concludeert Marlou de Kroon, jeugdarts-epidemioloog van VU medisch centrum, in een gezamenlijke studie met TNO. In het Terneuzen Onderzoek naar Preventie, zijn 762 kinderen van geboorte tot volwassenheid gevolgd. De toename van de Body Mass Index (BMI) tussen het tweede en zesde levensjaar blijkt cruciaal in het voorspellen van overgewicht op volwassen leeftijd.
Primaire preventie gericht op deze periode tijdens de groei, zal naar verwachting, meer winst opleveren dan preventie die zich op andere periodes richt. Niet alleen de BMI op 6-jarige leeftijd is een risicofactor, maar juist de (snelle) groei van de BMI in de voorliggende jaren blijkt te voorspellen welke kinderen een grotere kans hebben om overgewicht op volwassen leeftijd te ontwikkelen.
De Kroon: ‘We vermoeden dat de leef- en opvoedingsstijl van de ouders een belangrijke rol spelen. Uit eerder onderzoek weten we bijvoorbeeld dat kinderen van ouders met overgewicht zelf ook een verhoogd risico hebben op overgewicht.
Volgens de onderzoekster laat het Terneuzen onderzoek zien dat ingrijpen op jonge leeftijd beter is dan wachten tot kinderen in de lagere schoolleeftijd komen. ‘We moeten eerder aan de bel te trekken,’ stelt De Kroon. ‘Op dit moment wordt er pas actie ondernomen als kinderen al te dik zijn. We moeten alerter zijn op een toename in het gewicht in de gevoelige periode van peuter tot basisschoolleerling, juist bij kinderen die al een verhoogd risico hebben. Door tijdige actie kan het ontwikkelen van overgewicht en gerelateerde aandoeningen zoals diabetes en hart- en vaatziekten bij deze groep wellicht voorkomen worden. Deze nieuwe kennis over voorspellers van het ontwikkelen van overgewicht maakt het mogelijk vroeg in te grijpen.’
Dit onderzoek past in het onderzoeksprogramma van EMGO+ Lifestyle, overgewicht en diabetes, en is op 11 februari gepubliceerd in het toonaangevende tijdschrift PLoS ONE. Het is onderdeel van het promotieonderzoek van Marlou L.A. de Kroon onder begeleiding van Prof dr Remy A HiraSing (VUmc) en Prof dr Stef van Buuren (TNO)
Bron: VUMC
Geef een reactie