Sleutelrol voor huisartsen en specialisten
‘Het vrouwenhart moet op de agenda’
Dankzij wetenschappelijk onderzoek wordt de laatste jaren steeds duidelijker dat het vrouwenhart een andere aanpak beoogt dan het mannenhart. Volgens cardioloog dr. Harriëtte Verwey, gespecialiseerd in hartfalen en hartziekten bij vrouwen, moet deze nieuw verworven kennis in de praktijk nog beter worden toegepast.
dr. Harriëtte Verwey
Hart- en vaatziekten worden nog steeds vaak gezien als een typische mannenkwaal, ook al weten we inmiddels beter: hart- en vaatziekten zijn doodsoorzaak nummer 1 onder vrouwen. Van de 100 mensen die overlijden zijn er 27 vrouwen tegenover 26 mannen, die sterven ten gevolge van hart- en vaatziekten.
Toch is wetenschappelijk onderzoek tot nog toe vrijwel alleen gedaan op mannen, waardoor de uitkomsten hiervan automatisch ook toegepast worden op vrouwen. Dat dit onterecht is, wordt dankzij internationaal onderzoek de laatste jaren steeds meer duidelijk.
In grote lijnen verschilt het vrouwenhart niet eens zo heel erg van het mannelijk exemplaar, al zijn de vrouwelijke kransslagaders net iets fijner gebouwd. Ook de risicofactoren voor hart- en vaatziekten, zoals hoge bloeddruk, overgewicht, hoog cholesterol, roken en diabetes, zijn voor beide seksen gelijk. De grootste verschillen zitten in uiting van symptomen en de herkenning van signalen. Doordat die lange tijd niet goed in kaart zijn gebracht, blijven hartklachten bij vrouwen vaak langer onopgemerkt.
Overgang
Op latere leeftijd manifesteren hart- en vaatziekten zich bij vrouwen grotendeels op dezelfde manier als bij mannen, waardoor de diagnose dan vaak wel snel wordt gesteld. Vóór de overgang zijn er echter veel duidelijkere verschillen in het lichaam. Zo weten we inmiddels dat het proces van aderverkalking bij vrouwen anders verloopt dan bij mannen: bij die laatste groep gaat het vaak om een plaatselijke vernauwing, bij vrouwen is de verkalking meer verspreid. Ook stijgt het cholesterolniveau en de bloeddruk van vrouwen vaak pas na de overgang, bij mannen gebeurt dit al eerder. Aangezien de symptomen van hart- en vaatziekten bij vrouwen sterk overeenkomen met overgangsklachten, worden die twee vaak met elkaar verward. En ook bij jongere vrouwen, bij wie de overgang nog niet speelt, worden de eerste signalen van hartfalen niet altijd op tijd herkend. Dat pijn op de borst en uitstraling naar de arm onmiddellijke actie vereist, is algemeen bekend. Vrouwen hebben bij een infarct echter vaker dan mannen andere klachten, zoals rug- en schouderpijn, vermoeidheid, hartkloppingen en duizeligheid. Klachten die niet altijd direct alarmbellen doen rinkelen, maar die door menig huisarts – en door vrouwen zelf – vaak worden weggezet als stress.
Huisarts is sleutelpersoon
Volgens dr. Harriëtte Verwey, die gespecialiseerd is in hartziekten en hartfalen bij vrouwen, zijn huisartsen zich hier steeds meer van bewust. De nieuw verworven kennis heeft geleid tot een aanpassing van de richtlijnen en er wordt veel gedaan aan bijscholing. Toch is dat nog niet genoeg, meent ze. ‘Huisartsen zijn sleutelpersonen, aangezien zij hun patiënten vaak het beste kennen. Niet alleen moeten zij extra alert zijn, ik ben er ook voorstander van dat zij patiënten die in een risicogroep vallen vaker preventief controleren, bijvoorbeeld om de paar jaar.’
Met risicogroepen doelt ze op vrouwen die tijdens de zwangerschap een gecompliceerde zwangerschap hebben gehad, diabetespatiënten of vrouwen die vervroegd in de overgang zijn gekomen.
Verwey vindt echter dat de huisartsen niet de enige beroepsgroep is waar winst valt te behalen, ook voor medisch specialisten is een belangrijke taak weggelegd. ‘En dan bedoel ik niet de cardiologen, maar juist andere specialisten waar veel vrouwen komen, zoals de gynaecoloog. Het is bekend dat vrouwen die een gecompliceerde zwangerschap hebben gehad meer risico lopen, dus het zou logisch zijn als de gynaecoloog bij een patiënt die tot die groep behoort ook de hoogte van het cholesterol, de bloeddruk en de suikerspiegel controleert. Hetzelfde geldt voor dermatologen die mensen met hirsutisme, oftewel overbeharing, behandelen. Vaak is die aandoening het gevolg van een hormonale disbalans, wat ook weer een teken van hart- en vaatziekten kan zijn. En neurologen die te maken krijgen met migrainepatiënten zouden ook extra alert kunnen zijn, aangezien migraine een vaataandoening is.’
Uitdaging
Dat deze extra handelingen voor specialisten gepaard gaan met hogere medische kosten, hoeft volgens Verwey geen obstakel te zijn. ‘De specialist kan ook de huisarts opdracht geven om vervolgonderzoek te doen. Dit gebeurt nu nog te weinig. Als geen ander weet ik wat een uitdaging het is om te ontdekken of symptomen wijzen op een hartaandoening of toch op iets heel anders. Daarom is er ook nog veel wetenschappelijk onderzoek nodig naar de dwarsverbanden tussen veel voorkomende klachten en hart- en vaatziekten bij vrouwen. Ik denk dat we over tien jaar al een heel eind zijn, maar hoe sneller het gaat, hoe meer mensen we op tijd kunnen helpen. Daarvoor is het nodig dat de beroepsgroepen van huisartsen en specialisten dit onderwerp permanent op de agenda zetten.’
Geef een reactie