default-header
HomeNieuwsRevalideren vóór een hartoperatie. Nieuw onderzoek toont positieve resultaten

Revalideren vóór een hartoperatie. Nieuw onderzoek toont positieve resultaten

Sporten en bewegen

woensdag 22 januari 2025, door Hartpatiënten Nederland

Hartpatiënten die in afwachting zijn van een openhartoperatie zijn erbij gebaat al vóór hun ziekenhuisopname aan hun (p)revalidatie te beginnen. Dat bepleit bewegingswetenschapper Johanneke Hartog. Met de Heart-ROCQ-studie onderzoekt ze de effecten van training en voedingsadvies vóór en direct na een operatie.

De aanloop naar een openhartoperatie kenmerkt zich voor de meeste patiënten door grote onzekerheid. Het hartpatiënt-zijn brengt natuurlijk al stress en angsten met zich mee, en dan moeten patiënten ook nog eens wekenlang afwachten totdat ze eindelijk te horen krijgen wanneer ze geopereerd kunnen worden. Het is voor velen een beetje een niemandsland waarin ze zich dan begeven. Want wat doe je? Zet je zo goed en zo kwaad als het kan je normale dagelijks leven voort? Eet je alleen nog maar verschrikkelijk gezond? Probeer je op korte termijn een nieuwe wandelroutine op te zetten of houd je je juist uit voorzichtigheid even rustig?

Multidisciplinair

Het beste advies is volgens Johanneke Hartog: aan de slag. Binnen het UMCG doet zij onderzoek naar revalidatie vóór en na een hartoperatie. Voor deze Heart-ROCQ-studie monitort ze 350 patiënten van wie de helft een standaard revalidatietraject volgt en de andere helft het programma ‘revalideren voor en na de hartoperatie’ volgt. Die laatste groep start minimaal drie weken vóór de operatie met een intensief programma. De wachttijd tot de operatie is hiermee niet langer passief, maar wordt gebruikt als onderdeel van de behandeling. “We willen mensen alvast fysiek en mentaal voorbereiden op de operatie en op het traject daarna”, vertelt Hartog. “Het programma bevat drie componenten: fysieke training met een fysiotherapeut, voedingsadviezen van een diëtist en gesprekken met een psycholoog of maatschappelijk werker.”

Groepstrainingen

Voordat het traject begint vindt eerst een intake plaats met de fysiotherapeut, diëtist en psycholoog of maatschappelijk werker. Hierbij worden ook allerlei fysieke tests uitgevoerd om de fysieke gesteldheid van de patiënt in kaart te brengen, maar ook om een soort nulmeting uit te voeren op mentaal vlak en van het voedingspatroon. Op basis daarvan wordt een programma samengesteld dat individueel is toegespitst op de patiënt. De fysieke trainingen – fietsen en krachtoefeningen – vinden grotendeels in groepsverband plaats, de gesprekken met de diëtist en psycholoog zijn individueel. Eventueel wordt wel, waar mogelijk, de partner betrokken bij gesprekken. Na hun uiteindelijke ziekenhuisopname beginnen patiënten al na één week weer met hun revalidatieprogramma, waar een standaardrevalidatie pas vier tot zes weken na de operatie start.

Effecten

Met dit programma willen onderzoeker Hartog en haar collega’s analyseren of ze de kans op complicaties na de operatie verkleinen, of er minder her-operaties uitgevoerd worden dan bij patiënten met een standaardrevalidatie en of het programma ervoor zorgt dat patiënten een betere conditie en kwaliteit van leven krijgen. De resultaten van een pilotstudie, die Hartog uitvoerde om te toetsen of het programma veilig is, zijn positief. “We houden continu de hartslag in de gaten met ECG-plakkers en hebben aangetoond dat het volledig veilig is om een week na de operatie al te beginnen met de revalidatie. Voorafgaand aan de operatie zagen we ook goede resultaten: mensen met een lagere conditie bouwden die heel snel op en alle patiënten uitten zich enorm dankbaar dat ze aan de pilot mochten deelnemen. De ervaringen waren heel positief.”

Gemotiveerd

Gedurende het Heart-ROCQ-programma leren patiënten ook alvast over het hersteltraject na de operatie, legt Hartog uit. “Doordat de wond en het borstbeen na een operatie pijnlijk zijn, is het voor patiënten vaak pijnlijk om te hoesten, niezen en diep adem te halen. Je ziet daardoor dat patiënten oppervlakkig ademhalen en hoesten en niezen vermijden, wat de kans op longcomplicaties weer groter maakt. Door ze vooraf te informeren, de ademhalingsspieren te trainen en hen verschillende ademhalingstechnieken te leren, hopen we dat te voorkomen.” Hartog ziet dat patiënten vóór een operatie veel gemotiveerder zijn om hun leefstijl aan te passen dan erna. “Een operatie komt toch vaak als een klap, waarna het lastiger is om veranderingen door te voeren. Vóór een operatie zijn mensen gemotiveerd om goed de operatiekamer uit te komen. Bovendien is het prettig om handvatten te krijgen en iets van de controle te kunnen terugpakken in een onzekere situatie waar je vaak weinig grip op hebt.”

Minder druk op zorg

Het post-operatieve revalidatietraject duurt minimaal zeven weken. “De eerste drie weken zijn heel intensief; patiënten zijn dan opgenomen in revalidatiecentrum Beatrixoord. We zien dat de deelnemers aan de studie zich heel veilig voelen en veel meer doen dan wanneer ze thuis zouden zitten. Ook is het heel goed dat ze dus al na één week rust na de operatie de draad weer oppakken. De oude opvatting over patiënten met een hartaandoening die het vooral rustig aan moeten doen, klopt in de meeste gevallen echt niet meer. De patiënten die deelnemen aan onze studie volgen we intensief, we meten hun fysieke conditie en monitoren hun mentale status tot een jaar na de operatie. Daarin nemen we ook hun kwaliteit van leven mee en gegevens over eventuele heropnames. We verwachten dat de resultaten van de studie uiteindelijk zullen aantonen dat mensen meer vertrouwen in het eigen lichaam hebben na een hartoperatie en daardoor minder snel zullen aankloppen bij de spoedeisende hulp. We verwachten ook dat dat ook minder vaak daadwerkelijk nodig zal zijn. Op de langere termijn kan revalidatie voor en na een hartoperatie dan ook resulteren in minder zorg.” En dat zou financieel weer interessant zijn voor dit programma, want waar artsen steeds enthousiaster raken over prevalidatie, is het nog de vraag hoe een dergelijk traject bekostigd kan worden. Voor Hartog is het duidelijk: “Een hartrevalidatietraject is hoe dan ook nodig, dus als je dat efficiënter inricht en zorg achteraf kunt verminderen, lijkt het me logisch daarin te investeren.”

Tekst: Yara Hooglugt
Foto: Johanneke Hartog

Dit artikel verscheen eerder in het Hartbrug Magazine


Geef een reactie