default-header
HomeNieuwsOndervoeding bij ouderen voorkomen: “Goede taakverdeling in monitoring en behandeling is noodzakelijk”

Ondervoeding bij ouderen voorkomen: “Goede taakverdeling in monitoring en behandeling is noodzakelijk”

zondag 21 februari 2016, door Hartpatiënten Nederland

Ondervoeding bij ouderen wordt vaak niet of te laat gesignaleerd.

Ondervoeding bij ouderen wordt vaak niet of te laat gesignaleerd. De gezondheid van mensen gaat hierdoor onnodig achteruit. Dat stellen Wageningse onderzoekers na interviews met 22 voedings- en zorgprofessionals. Zij publiceerden erover in het internationale wetenschappelijke tijdschrift BMC Nutrition. De onderzoekers pleiten voor een duidelijke taakverdeling rond de monitoring en behandeling van ondergewicht, en voor goede voorlichting aan ouderen, mantelzorgers én zorgprofessionals.

“Nederland beschikt over uitstekende richtlijnen voor de monitoring en behandeling van ondervoeding. Ze worden alleen niet nageleefd”, zegt ir. Canan Ziylan, promovenda bij Wageningen UR Food & Biobased Research. Ouderen trekken zelf ook niet aan de bel als ze afvallen of geen eetlust hebben; ze beseffen vaak niet eens dat ze ondervoed raken. Veel ondervoede mensen komen daardoor pas in een laat stadium bij de diëtist terecht. “In sommige gevallen is zelfs drinkvoeding niet genoeg en helpt alleen sondevoeding nog – een dure oplossing, en onaangenaam voor de patiënt”, aldus de onderzoekster.

Weinig aandacht

Huisartsen en thuiszorg spelen een sleutelrol in de monitoring, omdat zij als eerste in contact komen met de patiënt. Maar juist bij deze groepen heeft voeding geen prioriteit, zo kwam uit de interviews met professionals naar voren. “Artsen leren tijdens hun opleiding nauwelijks iets over het onderwerp”, aldus de onderzoekster. “En thuiszorgmedewerkers geven aan te weinig tijd te hebben om mensen te vragen naar hun eetlust of gewicht.”

Beleid

“Monitoring en follow-up na doorverwijzing naar de diëtist moeten deel gaan uitmaken van het beleid van zorgorganisaties”, benadrukt Ziylan. Dat kan al op een eenvoudige manier. “Laat mensen bijvoorbeeld een voedingsvragenlijst invullen als ze naar de huisartsenpost komen voor een griepvaccinatie, of bouw in het protocol van thuiszorgmedewerkers een screeningsmoment in tijdens het aankleden”, illustreert ze. Diëtisten doen er goed aan vervolgconsulten in te plannen met patiënten om erachter te komen of een behandeling aanslaat.

Bewustwording

Sowieso is het belangrijk dat ouderen, mantelzorgers, en zorgprofessionals zich meer bewust worden van het probleem van ondervoeding. “Dat kan bijvoorbeeld door senioren voorlichting te geven over hoe ze ervoor zorgen dat ze genoeg en gezond eten, zelfs bij gebrek aan eetlust of moeite met kauwen en slikken”, aldus Ziylan. “Mensen moeten ook leren wat ondervoeding inhoudt en waaraan je het herkent.” Gemeentes, ouderenbonden en welzijnsorganisaties kunnen in deze voorlichting een voortrekkersrol vervullen.

Ondervoeding in Nederland

Zo’n een op de drie ouderen met thuiszorg en ruim een op de tien ouderen zonder thuiszorg in Nederland is ondervoed, aldus onderzoek (Schilp et al., High Prevalence of undernutrition in Dutch-community dwelling older individuals, doi 10.1016/j.nutr.2012.02.016). Ondervoeding zorgt voor een snel verlies aan spiermassa. Daarmee is er meer risico op vallen, botbreuken en overlijden. Slechte eetlust en moeite met traplopen zijn signalen voor (dreigende) ondervoeding bij ouderen. Met de toename van het aantal senioren – het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) verwacht dat het aantal 65-plussers tot 2040 bijna verdubbelt naar zo’n 4,7 miljoen – neemt de omvang van het probleem de komende jaren naar verwachting verder toe.

De interviews

Ziylan en haar collega’s spraken in totaal (telefonisch) 22 voedings- en zorgprofessionals: huisartsen, diëtisten, bezorgers van thuismaaltijden, praktijkondersteuners, wijkverpleegkundigen, thuiszorgmedewerkers, een geriater en een ouderenzorgconsulent. De professionals beantwoordden open vragen over het bewustzijn ten aanzien van, en de monitoring en behandeling van ondervoeding. De antwoorden werden op band opgenomen, gecodeerd en met behulp van MAXQDA-software geanalyseerd. Vergelijkbare studies werden uitgevoerd in Australië, Canada en het Verenigd Koninkrijk, met vergelijkbare uitkomsten.

Bron: WUR

Geschreven door onze redactie.

 


Geef een reactie