default-header
HomeNieuwsNog even… en het is alweer Wintertijd!

Nog even… en het is alweer Wintertijd!

Geen onderdeel van een categorie

zaterdag 12 oktober 2013, door Hartpatiënten Nederland

Nog even… en het is alweer Wintertijd!

De seizoenen in ons hart

ROERMOND – Dít wordt weer de maand van De Grote Omschakeling. De periode die ons van zomer naar herfst voert en die uiteindelijk de opmaat is naar de winter.

 

Op zondag 27 oktober, week 43 alweer, is de zomertijd voorbij en worden we bijna plompverloren voor vijf lange maanden op ‘wintertijd’ gezet. Daarbij gaat de klok in de nacht van zaterdag op zondag van drie uur ’s nachts naar twee uur, een uur achteruit dus. Waarmee we feitelijk weer zijn terechtgekomen in de tijd zoals hij eigenlijk behoort te zijn, althans de tijd volgens de gangbare tijdmeting die we hanteren.

 

Want de zomertijd is een bedenksel van onszelf. Om iets langer te kunnen genieten van het daglicht in de maanden met gemiddeld meer zon. Trouwens geen nieuw idee: hoewel het onderscheid tussen zomer- en wintertijd in 1977 werd ingevoerd, was feitelijk sprake van een herinvoering. Ook begin vorige eeuw (in de jaren 1916 – 1945) was namelijk sprake van een zomertijd.

 

Tot ver in de negentiende eeuw kende vrijwel elke streek of plaats in ons land overigens nog z’n eigen tijd, die uitging van de hoogste stand van de zon boven het eigen gebied. Dit had zo zijn gevolgen voor het dagelijkse leven: niet alleen konden de boeren op het land een uur  langer werken, maar er bestond ook een tijdsverschil van zeker een kwartier tussen het oosten en het westen van Nederland. Logisch, want de zon komt nu eenmaal op in het oosten en gaat onder in het westen. De hoogste zonnestand werd dan ook het eerst in het oostelijk deel van Nederland bereikt. Overal beierden de klokken dan op een ander moment 12 uur. In het westen dus een kwartiertje later dan in het oosten.

 

Toch gaf dat ook in die voor onze begrippen minder gejaagde tijd al groeiende verwarring. In het bijzonder bij de opkomst van het toen snelst denkbare vervoermiddel: de trein. Een landelijke standaardtijd voor het snel uitdijende spoorwegnet met steeds meer vertrek- en aankomsttijden werd daardoor nodig. Die ‘algemene’ tijd werd inderdaad vastgesteld en de ‘Amsterdamse tijd’ genoemd. Tijd die uitging van een soort landelijk gemiddelde tijdwaarneming, alhoewel het nog niet de tijd was zoals wij die thans kennen. Die Amsterdamse klok liep overigens zo’n 20 minuten voor op de ‘Midden-Europese Tijd’ die we uiteindelijk hebben overgehouden aan de Duitsers, die daartoe in mei 1940 bevolen…

 

Hoe het ook zij: bij de overgang van zomer- naar wintertijd schuift de daglichtperiode een uur op waardoor het ’s ochtends eerder licht is en ’s avonds de duisternis eerder intreedt. Deze toestand – verschuiving van het licht, daling van temperatuur, verandering van luchtdruk en een toename van vochtige weersomstandigheden – bepaalt ontegenzeggelijk mede hoe wij ons voelen. Veel mensen ervaren de warmte van de zon als weldadig, voor anderen is het puur afzien – zoals heel veel ouderen in hun zorg- en verpleeghuizen zonder airco. Anderen gedijen beter bij koelte… of juist niet.

 

In hoeverre het weer menselijk welzijn en gedrag bepaalt, is een vraag die volgens het NRC-Handelsblad van 28 augustus 1997 van alle tijden is. ‘Die vraag stelde de Griekse wijsgeer Hippocrates zich al omstreeks 400 voor Christus’, schrijft redactrice Aranka Klomp. ‘Zijn advies aan de heren medici luidde: ‘Niet opereren aan de buik tijdens seizoenswisselingen, dat zou fataal aflopen, maar wachten tot ten minste tien dagen erna’. Hoewel zijn veronderstellingen nauwelijks wetenschappelijk waren, staat vast dat sommige ziektebeelden kunnen verergeren onder invloed van luchtvochtigheid, luchtdruk of zonlicht.’

 

De meest stabiele en veilige temperatuur voor de mens is 17-18 graden. Zodra het kouder of warmer wordt, neemt het aantal sterfgevallen evenredig toe, zo bleek al eerder via onderzoek door de Erasmus Universiteit in Rotterdam. ‘Een strenge winter en een kille herfst zorgen tezamen voor een sterfte van zes- tot achtduizend mensen meer dan in de rest van het jaar,’ stelt de NRC. Maar ook elke tropische periode maakt slachtoffers.

 

Tweederde van de seizoensgebonden sterfte is toe te schrijven aan een slechte reactie van het hart en de bloedvaten bij extreme temperaturen. Blijkbaar worden de bloedvaten minder elastisch, terwijl de bloeddruk toeneemt. Toch moeten dan al wel klachten aanwezig zijn, of moeten hart en bloedvaten door ouderdom zijn versleten. Overigens lijkt ons cholesterol ook seizoensafhankelijk. Dit kan volgens nieuw Braziliaans onderzoek betekenen dat mensen met een cholesterolwaarde die op de grens ligt, in de wintermaanden een verhoogd risico lopen op hart- en vaatziekten.


Geef een reactie