Nieuwe behandeling boezemfibrilleren vaak eenvoudiger
GRONINGEN – De behandeling van patiënten met boezemfibrilleren is niet langer gericht op het terug brengen van de hartslag tot onder de tachtig slagen per minuut. Naar aanleiding van onderzoek onder leiding van prof. Dr. Isabelle van Gelder wordt
vanaf september volstaan met een mildere behandeling. Daarbij wordt de hartslag teruggebracht naar minder dan 110 slagen per minuut. Deze behandeling levert even goede resultaten op, is minder belastend voor patiënten, kost de behandelaar veel minder tijd en is bovendien vele malen goedkoper.
De patiënt hoeft door de nieuwe richtlijn minder vaak bij huisarts of cardioloog terug te komen, en ook het aantal testen is minder. De internationale richtlijn werd aangepast nadat onder leiding van prof. Van Gelder, hoogleraar Cardiologie van het Universitair Medisch Centrum Groningen, onderzoek was gedaan in 33 ziekenhuizen. De resultaten van het onderzoek werden in maart gepubliceerd in het toonaangevende wetenschappelijke magazine New England Journal of Medicine.
Voor hartgenoten.nl alle reden om Dr. Van Gelder enkele vragen voor te leggen.
Isabelle van Gelder is gespecialiseerd in ritmestoornissen en elektrofysiologie. Zij doet al jaren onderzoek naar boezemfibrilleren en is lid van de internationale commissie die richtlijnen voor boezemfibrilleren opstelt. Onder haar leiding werden tijdens de zogeheten RACE II studie meer dan 600 patiënten in 33 Nederlandse ziekenhuizen onderzocht.
Wat is boezemfibrilleren precies?
,,Boezemfibrilleren is een ritmestoornis die voorkomt in de hartboezems. Het komt met name voor bij oudere patiënten als ze littekens hebben in de hartboezems, bijvoorbeeld door hoge bloeddruk of hartfalen. Daardoor kunnen er in de hartboezems snelle onregelmatige elektrische activatiecircuits ontstaan waardoor de hartboezems 400-600 slagen per minuut geactiveerd worden. Hierdoor verliezen de boezems het vermogen bloed naar de hartkamers te pompen. Gelukkig gaat in de hartkamers het ritme niet zo snel door de beschermende werking van de boezemkamerknoop die het hartkamerritme drie tot vier maal vertraagt. Desalniettemin is het hartritme in de hartkamers ook te snel en bovendien onregelmatig, meestal onbehandeld zo ongeveer 150 slagen per minuut. De ritmestoornis komt ook bij jongere patiënten voor, vaak op basis van een te hoge bloeddruk, maar soms ook zonder dat er iets aan de hand is. Bovendien kan het familiair voorkomen en zien we het ook geregeld bij duursporters.
Belangrijkste risico’s van boezemfibrilleren zijn het risico op een herseninfarct en het ontstaan van hartfalen. Daarnaast wordt natuurlijk de kwaliteit van leven door de klachten, hartkloppingen, duizeligheid en moeheid, verminderd’’.
Hoeveel mensen lijden in Nederland aan boezemfibrilleren?
,,Dit is onduidelijk, omdat boezemfibrilleren bij een deel van de patiënten ook zonder klachten kan optreden, met name bij de ouderen. We denken dat ongeveer 300.000 mensen in Nederland boezemfibrilleren hebben’’.
Neemt dit aantal door de vergrijzing toe?
,,Dit neemt inderdaad sterk toe. Hoe ouder hoe meer boezemfibrilleren er voorkomt en natuurlijk ook hoe meer onderliggende hartziekten er zijn en hoe langer die onderliggende hartziekten al bestaan. Ook de huidige levensstijl heeft daarmee te maken. Een hoger gewicht is geassocieerd met meer boezemfibrilleren’’.
Maar merkt iemand altijd iets van boezemfibrilleren?
,,Nee, zoals gezegd zijn met name ouderen vaak zonder klachten. Bovendien kunnen de klachten inderdaad sterk variëren. Belangrijkste klacht is hartkloppingen, met name bij jongeren. Kortademigheid en moeheid bij de wat oudere patiënten’’.
Hoe werd tot voor kort omgegaan met boezemfibrilleren?
,,Als de patiënt sterk symptomatisch is proberen we het boezemfibrilleren weg te halen en het goede hartiritme, sinusritme, te herstellen. Dit zal met name dus bij de jongere patiënt zijn. In eerste instantie doen we dit met medicijnen maar deze zijn vaak niet effectief. Blijven patiënten symptomatisch, dan kunnen patiënten in aanmerking komen voor een ablatie. Dit gebeurt d.m.v. een hartcatheterisatie onderzoek waarbij met behulp van catheters littekens met (meestal) radiofrequente energie in de hartboezems worden gemaakt zodat het boezemfibrilleren niet meer kan voortgaan. Tegenwoordig gebeurt het ook d.m.v. minimaal invasieve chirurgie.
Mochten de patiënten weinig symptomen hebben of lukt het niet meer het boezemfibrilleren weg te halen, dan accepteren we de ritmestoornis en is de therapie gericht op het voorkomen van herseninfarcten en het voorkomen van hartfalen’’.
U heeft onderzoek gedaan naar de praktijk in 33 ziekenhuizen bij 600 patiënten. Wat was de aanleiding voor dat onderzoek?
,,Tevoren hadden wij (RACE-I studie) tezamen met enkele andere groepen onderzocht of bij iedereen wel het boezemfibrilleren weggehaald dient te worden. Het bleek dat wat betreft overleving en complicaties zoals herseninfarcten en het optreden van hartfalen dat niet nodig is. Echter de vraag was hoe dan geaccepteerd boezemfibrilleren behandeld dient te worden. Moet de hartslag net zo laag zijn als tijdens het gewone sinusritme, of kan het ook wat hoger zijn. Onze hypothese was dat het ook wat hoger zou kunnen zijn’’.
Wat zijn de voornaamste conclusies?
,,Inderdaad bleek onze hypothese bewaarheid te worden. Een hartslag onder de 110 is niet slechter dan een hartslag onder de 80 in rust tijdens continu boezemfibrilleren. Dit geldt voor de meeste patiënten maar uiteraard niet voor patiënten die sterk symptomatisch zijn. Deze werden niet ingesloten. Tevens geldt het niet voor patiënten die hartfalen tijdens boezemfibrilleren ontwikkelen, dan dient ook vaker de hartslag toch wat verder verlaagd te worden. Dit wordt dan individueel bekeken. Een andere belangrijke conclusie is dat een hartslag onder de 110 veel gemakkelijker te bereiken is, zowel voor de patiënt als ook voor de arts. Minder bezoeken naar het ziekenhuis zijn noodzakelijk en minder medicamenten’’.
Hoe wordt de hartslag teruggebracht?
,,Dit gebeurt met medicamenten, bètablokkers, calciumkanaalblokkers en Digoxine. Alleen of in combinatie en in wisselende dosering, afhankelijk van wat de individuele patiënt nodig heeft. Lukt dit helemaal niet of heeft patiënt veel bijwerkingen dan kan overgegaan worden tot het doorbranden van de geleiding tussen de boezem en de kamer, een boezem-kamerknoopablatie’’.
Wat is de reden waarom ziekenhuizen en artsen de hartslag tot nog toe terugbrengen naar minder dan 80/minuut, terwijl onder de 110 ook goed is?
,,Zoals boven genoemd werd er altijd gedacht dat je een net zo’n lage hartslag moet hebben in boezemfibrilleren als in sinusritme. Echter onderzoek daarnaar was nooit gedaan. In de praktijk bleek het heel moeilijk bij patiënten met boezemfibrilleren een rusthartslag onder de 80 slagen per minuut te krijgen. Bij veel mensen lukte het wel om onder de 80 te komen maar waren er dan ook perioden met een te trage hartslag of kregen patiënten bijwerkingen. Derhalve werd bovengenoemd onderzoek, de RACE-II studie in Nederland uitgevoerd’’.
Wat maakt het voor de behandelaar uit en wat merkt patiënt van de nieuwe methode?
,,Het is gemakkelijker voor beiden, minder bezoeken en minder medicatie’’.
Is de nieuwe methode goedkoper?
,,Dat verwachten wij wel, gezien minder bezoeken aan het ziekenhuis en minder medicatiegebruik. Echter wij moeten dit nog analyseren’’.
Wordt de internationale standaard aangepast, en zo ja wanneer?
,,Inderdaad is dit gebeurd. In de nieuwe Europese richtlijnen zijn de resultaten van de RACE-II studie opgenomen. Deze zijn begin september gepubliceerd’’.
U bent lid van een internationale commissie die richtlijnen voor boezemfibrilleren opstelt. Kunt u daar iets meer over vertellen?
,,Inderdaad zit ik met andere deskundigen in een de boezemfibrilleren richtlijnen commissie. Om de vier tot zes jaar, afhankelijk van de nieuwe mogelijkheden, wordt een richtlijn aangepast. Daarin wordt gekeken hoe de patiënten het beste behandeld kunnen worden. Met name worden adviezen gegeven die gebaseerd zijn op goed uitgevoerd gerandomiseerd onderzoek’’.
Wat betekent dit al bij al?
,,Concluderend wil ik stellen dat boezemfibrilleren op zich geen levensbedreigende ritmestoornis is, maar wel aanleiding kan geven tot ernstige complicaties zoals een herseninfarct en hartfalen, maar ook bloedingen als tegelijkertijd antistollingsmiddelen worden gebuikt. Daarnaast is het voor de patiënt heel vervelend, en levert veel klachten op.
Bij veel patiënten kan het boezemfibrilleren geaccpeteerd worden, heeft ons o.a. de RACE studie geleerd. Dit betreffen m.n. oudere patiënten. De hartfrequentie kan dan gereguleerd worden met alleen in een ECG. Belangrijk is dat jongere patiënten vroeg behandeld worden met veelal als doel het goede sinusritme blijvend te herstellen. Voor veel van hen is een ablatie therapie van keuze op dit moment, als zij sterk symptomatisch zijn en medicamenten onvoldoende werken.
In de toekomst willen we ons onderzoek ook richten op het voorkomen van boezemfibrilleren bij risicogroepen, zoals bij patiënten met een hoge bloeddruk.
Momenteel verrichten wij in Nederland de RACE-III studie waarbij we proberen het goede sinusritme te behouden en waar we naast medicatie ook aandacht geven aan levensstijl, dieet, gewicht en bewegen. Wat mij betreft een heel interessante en belangrijke studie. ’’.
Laatst aangepast op woensdag 6 oktober 2010 13:08
Geef een reactie
Bij mij, 79 en intensief sportman, is onlangs zowel boezemfibileren als bradycardie vastgesteld. Mijn hartslag is rond de 40 en daalt ’s nachts soms wel tot flink onder 30. Holterapparatuur heeft dit uitgewezen. De cardioloog was enigszins gerustgesteld door het feit dat tijdens de inspanningstest mijn hartslag weer opliep tot normale waarden. Ik kan ook nog steeds moeiteloos 1,5 uur squashen. Ik voel me dan zelfs beter dan ’s nachts wanneer ik soms benauwd wakker word. Men weet niet goed wat men met mij aan moet. Pacemaker? Een slaapapneu masker (CPAP) hielp ook niet, omdat ik bij de minderheid hoor die geen obstructief maar een centraal apneu heb (dus vanuit het ademhalingscentrum). Wat is wijsheid??