Nellie
Als mijn vrouw zegt dat ze dan en dan weer naar de reanimatiecursus moet, dan weet ik dat het weer zo ver is: na de cursus een dag lang geen zoenen noch kusjes. Maar het is goed werk, dus ook als echtgenoot moet je er iets voor over hebben.
Als mijn vrouw zegt dat ze dan en dan weer naar de reanimatiecursus moet, dan weet ik dat het weer zo ver is: na de cursus een dag lang geen zoenen noch kusjes. Maar het is goed werk, dus ook als echtgenoot moet je er iets voor over hebben.
Bovendien is het verplicht, want ze werkt als verpleegkundige, dus een keer per jaar worden de levensreddende handelingen opgefrist. Misschien zou ik zelf ook eens zo’n cursus moeten doen. Ik weet er dankzij mijn vrouw wel een en ander van – bijvoorbeeld dat het 30 keer masseren is en dan 2 keer beademen – maar het blijft toch droogzwemmen.
Hoe dan ook. Eén keer per jaar hoor ik het: ‘We eten woensdagavond wat vroeger, want om zeven uur moet ik naar kale Nellie’.
Verder weet ik ondertussen dat Nellie een trainingspak draagt en op de grond ligt. Naast de massage en het bedienen van het AED-apparaat, blijft het ‘blazen’ belangrijk, en om dat te oefenen hebben ze Nellie uitgevonden. Als Nellies borstkas zwelt, doe je het goed. ‘The kiss of life’, heet dat zo mooi in het Engels. In ziekenhuizen wordt die niet meer gegeven zonder voorzorg, zegt mijn vrouw. Daar hebben ze kapjes die over mond en neus van de patiënt gaan voordat de lucht wordt ingeblazen. En ook bij Nellie wordt aan de hygiëne gedacht. Nadat een cursist met goed resultaat de levenskus heeft beoefend, wordt Nellies mond keurig gereinigd en ontsmet.
Toch blijft er, wat mij betreft, een klein probleempje. Niks bijzonders hoor. Ik kan er best mee leven. Mijn vrouw blijkt allergisch te zijn voor Nellies lippen. Die zijn zoals heel Nellie van kunststof. Eén keer per jaar komt mijn vrouw dus thuis met onderhuidse blauwe en rode kleurtjes rond haar mond, en met dikke lippen. Van die lippen die om een kus vragen. Maar dat is dan juist weer de bedoeling niet. Na een dag is het weg. Ik heb het er voor over. Op de wang mag ondertussen wel. Maar dat blijft toch een beetje, zeg maar: droogkussen.
Hoe dan ook. Eén keer per jaar hoor ik het: ‘We eten woensdagavond wat vroeger, want om zeven uur moet ik naar kale Nellie’.
Verder weet ik ondertussen dat Nellie een trainingspak draagt en op de grond ligt. Naast de massage en het bedienen van het AED-apparaat, blijft het ‘blazen’ belangrijk, en om dat te oefenen hebben ze Nellie uitgevonden. Als Nellies borstkas zwelt, doe je het goed. ‘The kiss of life’, heet dat zo mooi in het Engels. In ziekenhuizen wordt die niet meer gegeven zonder voorzorg, zegt mijn vrouw. Daar hebben ze kapjes die over mond en neus van de patiënt gaan voordat de lucht wordt ingeblazen. En ook bij Nellie wordt aan de hygiëne gedacht. Nadat een cursist met goed resultaat de levenskus heeft beoefend, wordt Nellies mond keurig gereinigd en ontsmet.
Toch blijft er, wat mij betreft, een klein probleempje. Niks bijzonders hoor. Ik kan er best mee leven. Mijn vrouw blijkt allergisch te zijn voor Nellies lippen. Die zijn zoals heel Nellie van kunststof. Eén keer per jaar komt mijn vrouw dus thuis met onderhuidse blauwe en rode kleurtjes rond haar mond, en met dikke lippen. Van die lippen die om een kus vragen. Maar dat is dan juist weer de bedoeling niet. Na een dag is het weg. Ik heb het er voor over. Op de wang mag ondertussen wel. Maar dat blijft toch een beetje, zeg maar: droogkussen.
Ed Schilders
Deze column verscheen eerder in het Hartbrug-Magazine
Geschreven door onze Gastredactie.
Geef een reactie