Minder is soms/vaak beter
De ontwikkelingen in de geneeskunde gaan maar door, mede gedreven door het ‘monster’ marktwerking. Als dokter zouden wij als prioriteit moeten hebben om mensen te behandelen en te helpen, maar helaas is de praktijk anders. Marktwerking genereert perverse prikkels om vooral meer, meer en nog eens meer te produceren. In de zorg is het zelfs zo dat ziekenhuizen failliet dreigen te gaan, als ze teveel praten en te weinig opereren. Een enorme prikkel dus om steeds maar meer te doen: of dat nou nuttig is of niet… En daar knelt de schoen uiteraard.
Als dokter zouden wij alleen moeten doen wat goed is voor de patiënt en dat betekent heel vaak: niks doen, of een goed gesprek, of aandacht geven. (Aandacht, wat is dat ook alweer: dat is toch naar je beeldscherm staren terwijl een patiënt tegen je praat?) Bovendien: niemand controleert of wat wij doen nuttig is? Natuurlijk, we hebben richtlijnen, maar daarin staat soms dat iets ‘moet’ maar meestal ‘dat het overwogen zou kunnen worden’… Daar gaat het natuurlijk mis.
Was er geen marktwerking in de zorg (en geen beeldscherm voor je neus) dan zou je de patiënt aankijken en een gesprek aangaan over of het wel écht nuttig is om een zoveelste medicijn te starten of onderzoek te doen. Maar er is wél marktwerking, en je weet dat de kans groter is dat je ziekenhuis niet failliet gaat, dat er geen collega hoeft te worden ontslagen, of dat zelfs een jonge, inspirerende collega kan worden aangenomen als je méér doet. Sterker nog, als specialist word je hier continu mee geconfronteerd: als de afdelingsmanager weer komt melden dat de Raad van Bestuur weer heeft benadrukt dat er ‘meer productie gedraaid moet worden.’
En bovendien… sommige dokters vinden het ook nog eens veel leuker om een technisch gezien moeilijke, uitdagende operatie te doen, dan een patiënt (nog maar weer eens) uit te leggen dat hij/zij moet stoppen met roken en/of moet afvallen… Ja, dan kan het dus zomaar gebeuren dat je als patiënt allerlei pillen, onderzoeken of (kijk)operaties aangesmeerd krijgt en frequent (onnodig) moet terugkomen. Want als specialist op je eigen gebied kun je het verhaal natuurlijk altijd zo aan je patiënt (de leek) vertellen, dat hij/zij wel in het nut van de voorgestelde interventie (pil/onderzoek/operatie) moet geloven. Maar, hoeveel (procent) beter wordt de patiënt daar nou echt van? En tegen welke kosten en risico’s?
Opzoek naar lotgenotencontact? Check ons forum of onze besloten FB-groep.
Dit artikel verscheen eerder in het HPNLmagazine.
Geef een reactie