default-header
HomeNieuwsMedicinaal

Medicinaal

Columns

zondag 12 augustus 2012, door Hartpatiënten Nederland

Het begon allemaal best wel vrolijk. Met het woord ‘snevel’, dat in het dialect van mijn woonplaats Tilburg, al sinds mensenheugenis gebruikt wordt voor ‘jenever’. Ik las het in een oude cartoon waarop een nog ouder heerschap zijn gezondheidstoestand als volgt samenvat: ‘Vroeger zag ik blauw van de snevel, tegenwoordig van de medicijnen.’ Een cynische maar toch ook wel vrolijke manier om te zeggen dat je er in de loop der jaren niet echt op vooruit bent gegaan. Ik sloeg er enige dialectwoordenboeken op na en merkte hoezeer ‘snevel’ ooit ingeburgerd was: snevelneus voor een dronkelap, dronkemanstaal wordt sneveltaal, en een snevelboer in plaats van een slijter. Stoere uitdrukkingen als ‘Ik heb liever slechte snevel dan goed werk’. En omdat Tilburg ook een zeer katholieke stad was, werd jenever ‘gedoopt’, verdund met water. Je kon er ook naar snevel stinken als een frater naar de snuiftabak.

 

Maar woordenboeken vertellen nooit het hele verhaal. De andere helft las ik in een studie over het volksleven in het Tilburg van voor de oorlog. Dan zijn er plotseling andere woorden. ‘Halfafschaffers’ streefden ernaar om ten minste in de fabriek geen alcohol te drinken. Kroegen zonder vergunning hadden in achterkamertjes een ‘foezelmand’, waarin de kruiken verstopt werden. Het omzeilen van ons rookverbod verbleekt bij de vindingrijkheid van het clandestiene snevelcircuit. Illegaal gestookte jenever werd gesmokkeld in varkensblazen. Dan valt ook het woord ‘methylalcohol’, een chemisch bijproduct als de jenever onzorgvuldig gestookt werd. Tegenwoordig heet het methanol. Als je geluk had met je foezel, werd je er alleen maar blind van.

 

En toch begreep ik die snevelneuzen van vroeger beter dan de comazuipers van nu. Twaalfurige werkdag, zesdaagse werkweek, beroerd loon, grote katholieke gezinnen. Dan snap ik de vermoeide ‘proever’, die bij wijze van toost tegen zijn borrel zegt: ‘Kom aan m’n hart, want je ruikt naar snevel’. En zelfs de ‘pierenverneuker’, het eerste borreltje van de dag, ingenomen op nuchtere maag. Als een soort medicijn tegen dat chronisch ongemak dat ‘werkelijkheid’ heet.

Column door: Ed Schilders


Geef een reactie