Maar dokter, waarom…
Het valt mij regelmatig op, met name als ik patiënten van jonge collega’s en cardiologen in opleiding zie: het probleem waar de patiënt mee kwam is keurig beschreven en opgelost, maar de onderliggende oorzaken soms niet. Een hartinfarct of een hartritmestoornis komt namelijk in heel veel gevallen niet uit de lucht vallen. Vrijwel altijd is een probleem van het hart het gevolg van een onderliggende oorzaak. Toch eindigt, als ik ze niet verder aanmoedig, de gemiddelde brief van mijn (jonge) collega’s soms met: ‘een xx-jaar oude patiënt opgenomen met een hartinfarct op basis van een vernauwing in dit of dat bloedvat waarvoor een succesvolle dotterprocedure werd uitgevoerd met een blabla-stent.’
Op zich is hier natuurlijk precies beschreven wat er gebeurd is. Maar, denk ik dan, weten we ook waarom het gebeurd is? Deze verschillende manieren van denken, dat wil zeggen het onderscheid maken tussen de manier ‘hoe’ iets gebeurt en de manier ‘waarom’ iets gebeurt, werden precies 50 jaar geleden nog beloond met een Nobelprijs. De Nederlander Niko Tinbergen ontving in 1973, samen met de Oostenrijkers Konrad Lorenz en Karl von Frisch, de Nobelprijs voor de Geneeskunde vanwege zijn (hun) baanbrekende werk op het gebied van de ethologie of gedragsleer. Tinbergen pleitte er in zijn onderzoek naar het gedrag van de dieren die hij met zijn studenten onderzocht voor om dit gedrag op twee manieren te verklaren: proximaal en evolutionair/ultiem.
De proximale verklaring, zo zei Tinbergen, is de manier waarop of ‘hoe’ iets gebeurt. Bijvoorbeeld, een mannelijke grutto gaat met zijn snavel in de grond pikken als hij een mannelijke soortgenoot ziet. In feite kan iedereen elk probleem proximaal beschrijven. Dat vergt immers weinig meer inzicht dan netjes te beschrijven ‘wat’ je precies ziet. ‘De grutto pikt in de grond bij het zien van een soortgenoot’ of ‘er werd een stent in een bloedvat geplaats want dat zat dicht’. Een veelal veel ingewikkelder vraag is de vraag ‘waarom’ iets gebeurt of gebeurd is. Waarom pikt die grutto in de grond. Of, in het geval van de cardioloog, waarom zit het bloedvat dicht.
Zelfs als ik die vraag stel krijg ik vaak alsnog een, weliswaar volledig correct, proximaal antwoord, namelijk: omdat er een plaqueruptuur heeft plaatsgevonden, waardoor de inhoud van deze plaque ín het bloedvat (het kransslagvat of de coronair) terecht is gekomen, waardoor de stollingscascade is geactiveerd en er een stolsel is gevormd dat het kransslagvat heeft afgesloten met een hartinfarct als gevolg.
Opnieuw een antwoord op de vraag ‘hoe’ maar nog steeds niet op de vraag ‘waarom’… waarom zat die plaque daar?
Remko Kuipers
Opzoek naar lotgenotencontact? Check ons forum of onze besloten FB-groep.
Dit artikel verscheen eerder in het HPNLmagazine.
Geef een reactie