Leven in het moment
‘Ongelooflijk!’, roept een vriendin uit. ‘Hij ging gewoon op de bank tv zitten kijken, midden tussen de verhuisdozen!’
‘Ongelooflijk!’, roept een vriendin uit. ‘Hij ging gewoon op de bank tv zitten kijken, midden tussen de verhuisdozen!’ In haar toon klinkt zowel afschuw als verbazing, alsof haar vriend zojuist zijn sokken heeft opgegeten. Het is een van de ergernissen die het vaakst de ronde doet in gesprekken waarin vrouwen klagen over hun mannen. Dat hij wél de krant kan lezen terwijl de keuken nog niet is opgeruimd. Of omdat hij wél een dutje kan doen terwijl de koffers voor de vakantie nog gepakt moeten worden.
We zien het graag als een teken dat het hen geen barst interesseert dat wij vervolgens die keuken moeten opruimen en de vakantiekoffers inpakken: wij ploeteren, hij relaxen.
Maar waarom kunnen die dingen eigenlijk niet wachten tot manlief klaar is met zijn ‘kleine onderbreking’? Mijn vriendin had tenslotte ook gewoon even naast haar vriend op de bank kunnen ploffen. Hij relaxen, zij óók relaxen. Maar nee, daar had ze geen rust voor.
Persoonlijk denk ik dat de karaktertrekjes die we het meest irritant vinden aan anderen, eigenschappen zijn die we zelf ook best zouden willen hebben. Erger je je aan zijn slordigheid? Of zou je stiekem zelf ook weleens alles uit je handen willen laten vallen, zonder schuldgevoel over wasgoed in de droogtrommel?
Zelf heb ik ook de stellige overtuiging dat ik pas kan genieten van een moment rust als er geen andere dingen meer rondspoken in mijn hoofd. Had ik vroeger al: na school ging ik altijd meteen aan mijn huiswerk, zodat ik daarna met een leeg hoofd televisie kon kijken. Dat mijn zus het andersom deed, vond ik onbegrijpelijk. Dan dacht je toch de hele tijd aan die boeken in je tas? Zij niet dus. En dat leek me stiekem best fijn.
Uitzonderingen (zoals mijn zus) daargelaten, denk ik dat mannen in vergelijking tot vrouwen veel beter kunnen leven in het moment. Als ze de krant lezen, hebben ze ondertussen niet een scheef oog gericht op de vieze borden op het aanrechtblad. Ze hebben hun gedachten bij de krant, alléén bij de krant. En natuurlijk is het bloedirritant dat ze vervolgens ook de deurbel niet horen of verstoord opkijken als je ze herinnert aan de ziekenhuisafspraak van overmorgen. Maar eigenlijk is het juist een teken dat zij de principes van mindfulness perfect beheersen.
Marion van Es
Deze column verscheen eerder in Hartbrug-Magazine 2017-5
Geef een reactie