Kunnen data voorspellen wie na een infarct hartritmestoornissen ontwikkelt?
Welke hartpatiënten ontwikkelen in de jaren na hun infarct hartritmestoornissen? Op deze vraag proberen onderzoekers van het Catharina Hart- en Vaatcentrum een antwoord te vinden met behulp van artificiële intelligentie (AI) ofwel kunstmatige intelligentie. Er is nog veel onduidelijkheid over ventriculaire tachycardieën (VT’s), die levensbedreigend kunnen zijn.
In het COMBAT-VT-project wordt aan de hand van big data en kunstmatige intelligentie een patiënt specifiek model ontwikkeld. Dit model moet de cardioloog helpen om te bepalen hoeveel kans een patiënt heeft op de ontwikkeling van hartritmestoornissen en welke behandeling, zoals een implanteerbare defibrillator (ICD) of katheter-ablatie, het beste aansluit. Big data gaat een belangrijke rol spelen in de medische wereld. Het COMBAT-VT project zet de eerste stappen in deze nieuwe manier van onderzoek doen in het Catharina Ziekenhuis.
Geen specifieke dataset
Uniek aan het project is dat er geen specifieke dataset wordt samengesteld. Er wordt per patiënt gekeken naar beschikbare data waarmee modellen kunnen worden ontwikkeld. Denk aan radiologische beelden, ECG’s en metingen en gegevens uit het patiëntdossier. Het vinden van nieuwe combinaties van factoren moet onderzoekers uiteindelijk een beter beeld van de patiënt geven, waardoor per patiënt de beste behandeling geadviseerd kan worden.
De onderzoekers vinden het van groot belang dat de AI-algoritmes uitlegbaar werken en dus kunnen aangeven waarom een patiënt een verhoogde kans heeft op deze potentieel levensbedreigende ritmestoornissen. Dit is essentieel voor het vertrouwen van patiënt en arts in het model.
Nieuwe eisen aan privacy
Omdat het COMBAT-VT project zo omvangrijk is, is begonnen met een pilot waar de onderzoekers antwoorden proberen te vinden op een aantal belangrijke vragen. Om te beginnen, hoe komen we op een juiste manier aan zoveel data? Dit stelt namelijk nieuwe eisen in het kader van privacy en de regelgeving.
Data donorschap
Zulke grote aantallen patiënten betekent in de ogen van de onderzoekers dan ook dat er een nieuwe manier van patiënt-inclusie moet komen. Het includeren van de eerste 50 patiënten in deze pilot kost ondertussen al meer dan 100 dagen. Daarom maken de onderzoekers zich sterk voor een ‘data donorschap’. Dat houdt in dat patiënten aan het begin van hun behandeling om toestemming wordt gevraagd om al hun data gedurende het hele proces te delen.
De huidige data-infrastructuur van ziekenhuizen is niet ingericht op dit soort zeer modern onderzoek, waarbij grote aantallen data opgespoord, geordend en voor onderzoek bewaard worden. We hebben inmiddels al veel geleerd hoe we dit zo goed mogelijk kunnen doen. Deze nieuwe inzichten gaan ons helpen om in de toekomst big data onderzoek sneller te kunnen uitvoeren.
Het onderzoek staat onder leiding van cardioloog prof. dr. Lukas Dekker van het Catharina Ziekenhuis en onderzoeker prof. dr. Frans van de Vosse van de Technische Universiteit Eindhoven (TU/e). Het Catharina hart- en vaatcentrum is het grootste hartcentrum van Nederland en tevens gespecialiseerd in de behandeling van hartritmestoornissen.
Het COMBAT-VT project valt onder de paraplu van het Eindhoven MedTech Innovation Center (e/MTIC), een groot regionaal samenwerkingsverband op het gebied van medische technologie tussen TU/e, Philips en het Catharina Ziekenhuis, Maxima Medisch Centrum en Kempenhaeghe. Een cruciale samenwerking voor dit onderzoek waardoor input vanuit de zorg gecombineerd wordt met technologische ontwikkelingen.
Rol van de QME’er
Als trainee van de post-master opleiding Qualified Medical Engineer (QME) speelt Melissa Niemantsverdriet een cruciale rol in het ontwikkelen van de klinische workflow voor het COMBAT-VT project. Als een spin in het web verbindt ze de juiste mensen en elementen aan elkaar met als doel uiteindelijk de patiëntdata te verzamelen, te structureren, analyseren en verwerken voor de modellen.
Dit is essentieel voor een grote data-studie als deze. QME’ers worden in de breedte van het ziekenhuis opgeleid, van informatica tot patiënt monitoring, maar ook management en wet- en regelgeving komen aan bod. Er is tijdens de opleiding ook veel aandacht voor het gestructureerd aanpakken van projecten. Deze basis, samen met een passie voor nieuwe medische innovaties, is waarom de QME’er goed past bij een vooruitstrevend project als het COMBAT-VT project.
Meer informatie is te vinden op combatvt.nl.
Geef een reactie