Ken je ritme, controleer je pols
Als boezemfibrilleren op tijd herkend wordt, kan dat naar schatting 5.000 herseninfarcten per jaar voorkomen. In Nederland kampen ongeveer 550.000 mensen met boezemfibrilleren, waarvan een vijfde zich niet bewust is. Toch kan bewustwording er volgens cardioloog Martin Hemels voor zorgen dat boezemfibrilleren niet leidt tot een beroerte.
Hemels is onderdeel van de Werkgroep Beroertepreventie. Deze groep wil mensen alerter maken op klachten en daarmee herseninfarcten – ook wel beroerte genoemd – voorkomen. Daarom is de campagne ‘Ken je ritme, controleer je pols voor hart en hoofd’ in het leven geroepen. “De werkgroep is ontstaan doordat wij vinden dat voorlichting op het gebied van beroertepreventie multidisciplinair moet zijn”, zegt Hemels. “Verschillende specialisten en zorgverleners zouden hierbij betrokken moeten zijn. De werkgroep bestaat dan ook uit allerlei mensen die direct of indirect betrokken zijn bij patiëntenzorg voor mensen met boezemfibrilleren of een herseninfarct, denk aan iemand van de patiëntvertegenwoordiging, een neuroloog, apotheker of trombose-expert. Met elkaar willen we het risico op een beroerte en de nare gevolgen van dien, voor zijn.”
Oudere leeftijd
Jaarlijks krijgen zo’n 40.000 mensen een herseninfarct, waarvan ruim een vierde ontstaat door boezemfibrilleren. Dat wordt niet altijd geconstateerd: soms kunnen mensen met weinig tot geen klachten wel jaren met boezemfibrilleren rondlopen, zegt Hemels. “We weten dat er veel mensen zijn die een hartritmestoornis hebben zonder dat zij dit weten. Of en wanneer dit leidt tot een beroerte, is bij iedereen anders. Het kan jaren duren voor het tot uiting komt en hoeft niet van het ene op het andere moment mis te zijn. Maar als je er jaren mee rondloopt en onbehandeld blijft, kan de eerste presentatie ervan een herseninfarct zijn. Zowel mannen als vrouwen kunnen kampen met deze hartritmestoornis. De presentatie van de klachten is vrijwel hetzelfde. Boezemfibrilleren komt vaak voor op oudere leeftijd, vanaf een jaar of vijfenzestig. Hoe ouder iemand is, hoe minder typisch het zich vaak presenteert. Daarom is het van groot belang dat een huisarts, zeker bij mensen die vijfenzestig jaar of ouder zijn en vage klachten hebben, op depols let.”
Risicofactoren
Er zijn verschillende risicofactoren die de kans op een herseninfarct vergroten: een hoge bloeddruk, overgewicht en suikerziekte. “Het gaat vaak om factoren die de bloeddruk omhoog brengen en op die manier overbelasting kunnen geven aan het hart- en vaatstelsel”, legt Hemels uit. “Daar moet je dan ook op letten met betrekking tot hartritmestoornissen. Ook moet je waakzaam zijn op bepaalde klachten. Mensen die bijvoorbeeld vermoeid zijn, zich minder fit voelen dan anders, een onregelmatige hartslag hebben of duizelig zijn, moeten opletten. Dit zijn klachten waarbij je vaak niet meteen denkt aan een hartritmestoornis, maar het is, zeker bij oudere mensen, wel iets waar rekening mee moet worden gehouden.”
Stolselvorming
Boezemfibrilleren leidt tot een tragere bloedstroom in de linker hartboezem. Dit kan aanleiding geven tot stolselvorming en zo kan uiteindelijk dan ook een herseninfarct ontstaan. “Tijdens boezemfibrilleren komen stofjes vrij die stolling aanwakkeren. Daardoor kan zich een bloedstolsel vormen, dat ergens anders in het lichaam een bloedvat kan afsluiten. Dit is een mogelijke oorzaak van een herseninfarct.” Volgens Hemels is boezemfibrilleren vaak al een uiting van een overbelast hart- en vaatstelsel. “Het is meestal een soort alarmsymptoom. Let op: het gaat in het vaatstelsel niet helemaal lekker. Er kan bijvoorbeeld sprake zijn van atherosclerose, oftewel aderverkalking. Dan is boezemfibrilleren dus niet direct de oorzaak, maar wel een teken dat het in het lichaam niet goed gaat en er sprake is van onderliggende problematiek.”
Pols checken
Boezemfibrilleren moet je volgens Hemels dan ook als waarschuwing zien. “Het hoeft niet meteen gevaarlijk te zijn, maar is wel een indicatie dat je het moet laten onderzoeken. Met de campagne hopen we dan ook te bereiken dat mensen oplettend zijn en eventuele verstoringen op het spoor komen, waardoor ze tijdig behandeld kunnen worden. Wat we ook wel adviseren is dat mensen zelf de camera van hun telefoon gebruiken om hun hartslag te meten. Daarnaast kun je zelf je pols checken ter preventie. Voel je polsslagader en tel je hartslag dertig seconden lang. Doe dit dan keer twee, zodat je het aantal slagen per minuut hebt. Zo kun je voelen of je hartslag onregelmatig of misschien versneld is. Merk je dit op? Dan is het verstandig om je huisarts te consulteren.”
Tekst: Laura van Horik
Foto: Martin Hemels
Dit artikel verscheen eerder in het Hartbrug Magazine.
Geef een reactie
De popup van de virtuele assistent bedekt een deel van de tekst hinderlijk.