
Ik kan mezelf zijn bij HartbrugReizen
Rina van der Linden (80) gaat al sinds 2012 op vakantie met HartbrugReizen. Eerdaags maakt ze aan de Côte d’Azur de vijfentwintigste reis vol. Wat maakt dat ze zo verknocht is aan onze reizen? Ze vertelt best spannende verhalen.
“Ja”, knikt Rina, “in maart ga ik naar de Bloemenrivièra. Dat wordt inderdaad de zoveelste reis met HartbrugReizen. Ik was daar al vaker, maar vind het nog steeds fijn. Ik ben zeker niet op alle bestemmingen van HartbrugReizen geweest hoor. De grote steden hoeven van mij niet meer.”
“Hoe ik bij de club kom? Zelf ben ik geen hartpatiënt. Mijn vrouw Hannie was hartpatiënt. Daar begon het mee. Bij de cardioloog hadden we een folder van Hartpatiënten Nederland zien liggen, over HartbrugReizen. Ik heb toen naar Roermond gebeld, want Hannie zou tijdens de reis wel hulp nodig hebben, ze zat toen bijna in een rolstoel. Dat was allemaal geen probleem, integendeel. Sindsdien zijn ze we twee keer per jaar samen met HartbrugReizen meegeweest, tot 2015. Toen was de laatste keer voor Hannie. Tot die tijd had ze veelal voor in de bus gezeten, bij een vaste chauffeur. Daarna besloot ze niet meer mee te gaan. Ze was te hulpbehoevend geworden en zou voor te veel oponthoud zorgen. Dat was haar idee. We hebben nog wel korte vakanties in Nederland gehouden, in een huisje. In 2018 is mijn vrouw overleden. Ik ben vijftien jaar mantelzorger geweest. De laatste jaren was dat zwaar. Hannie was ernstig ziek, ze kon niets meer zelf. Ze had dag en nacht zorg nodig.”
Alleen reizen
“Een jaar na het overlijden ben ik weer op vakantie gegaan met HartbrugReizen, in mijn eentje, naar Slovenië. Toen Hannie nog goed was, zijn we daar samen vaak geweest. Ik ben toen zo ontzettend goed opgevangen, door reisleidster Marly, medisch begeleidster Marja en chauffeur Yvon, en ook door de andere gasten. Het was echt hartverwarmend. Ik kon mezelf zijn, zo’n openbaring. Na die reis ben ik elk jaar zo’n twee tot vier keer met HartbrugReizen op stap geweest. Af en toe haken bekenden aan. Zo werd een nichtje van mij twee jaar geleden weduwe. Ze zei toen: ‘Ik ga met je mee.’ De reis beviel haar zo goed dat ze sindsdien ook regelmatig meegaat. Mijn broer is ook een keer meegeweest, naar Barcelona. Ken je dat verhaal over de buspech en dat we toen in het Ibis Hotel moesten wachten op nieuw transport? Er was een gitaar in het hotel en mijn broer speelt dat. Om de spanning wat weg te nemen ging hij spelen, zo leuk.”
Wolkbreuk
“Het warme gevoel dat ik bij HartbrugReizen heb, is niet te beschrijven. Waar dat precies aan ligt? Ik denk, omdat je een soort van lotgenoten bent. Dat is bepalend voor de sfeer. De wereld blijkt soms ook klein. Zo trof ik een man wiens overgrootvader onderwijzer in Puttershoek was geweest. Mijn moeder heeft nog les van hem gehad. Zodra je vaker meegaat, tref je vaak dezelfde mensen. Tijdens de Rijnreis – de kerstreis – hoorde ik plots mensen roepen: ‘Rina!’ Ze kenden me van de coronaperiode. Je wordt familie, je voelt je onderling verbonden, maar niet met iedereen hoor. Dat kan ook niet met een grote groep.”
“Ken je trouwens het verhaal over onze eerste reis naar Kopenhagen? Het begon meteen spannend. Daar beleefden we een wolkbreuk die zo heftig was dat hij zelfs internationaal in het nieuws is geweest. Juli 2011 was dat. Het water liep zo de eetzaal van ons hotel binnen. Er knalde een muur uit. Er lagen contactdozen op de grond. ‘Wegwezen!’, riep onze chauffeur, ‘anders lopen we het risico dat we onder stroom komen te staan.’ We moesten een trap op, Hannie is daarbij nog geholpen. Toch was het een heel fijne reis. We maakten een boottocht en gingen nog de lange brug naar Malmö over. Hannie genoot, dat was voor mij het belangrijkste.”
IJsgrot
“De indrukwekkendste reis vond ik de reis naar Noorwegen. De overweldigende schoonheid van de natuur daar emotioneerde me. We reden door een lange tunnel, met het blauwe licht leek het net een ijsgrot. Onze chauffeur zette de Peer Gynt Suite van een Noorse componist op. Dat paste goed en was zo inspirerend.”
“Albanië vond ik zo anders dan verwacht. In de grote plaatsen is veel modern, maar dan heb je het platteland. Daar lopen nog kalkoenhoedsters, alsof je honderd jaar terug in de tijd gaat. Paard en wagens met hooi ken ik van de verhalen van mijn vader. Het is zo authentiek. In Albanië schoppen mensen straatkatten ook niet weg, maar geven ze brokjes en water. Da’s toch mooi, in zo’n arm land.”
Tekst: Mariëtte van Beek
Dit artikel verscheen eerder in het Hartbrug Magazine
Geef een reactie