Heeft het kunsthart toekomst?
Hartonderzoekers dromen er al van zolang als het menselijk hart hun wetenschappelijke passie beheerst: het permanente kunsthart. Een ultieme prothese om het onherstelbaar zieke mensenhart geheel te vervangen.
Het is echter duidelijk niet bij fantaseren gebleven. De afgelopen tientallen jaren is een groot aantal prototypes van zeer uiteenlopende kunstmatige hartpompen vervaardigd. Bedoeld voor plaatsing ín het lichaam.
Maar de technische nadelen blijken nog altijd groter dan de voordelen. Het ultieme kunsthart, dat bij wijze van spreken kant en klaar van de plank kan worden gepakt om langdurig een mensenleven te redden, is dan ook nog altijd niet beschikbaar voor grote groepen patiënten.
Dat blijft wél het streven van wetenschap en industrie, die hierin onvermijdelijk samenwerken. De ontwikkeling gaat onverdroten door en de speurtocht moet vandaag of morgen – het kan bijna niet anders – tot een gelijkwaardige vervanger van het mensenhart leiden.
Want niet alleen uit humaan maar ook uit commercieel oogpunt is een ‘artificieel’, ofwel een kunsthart, namelijk een uiterst aantrekkelijke gedachte. Wereldwijd kampen vele miljoenen mensen met een zwakke hartspier, bijvoorbeeld na te zijn getroffen door een hartinfarct. En dat niet alleen: hét grote probleem in de meeste landen is het welhaast onbeschrijflijk grote tekort aan menselijke donorharten. Bovendien betekent het ontvangen van een menselijk donorhart een levenslange afhankelijkheid van middelen, nodig om de afstotingsreacties door het lichaam te onderdrukken – met alle bijwerkingen van dien. Het was de Nederlandse internist dr. Willem Kolff die in de Verenigde Staten in de jaren vijftig en zestig van de vorige eeuw experimenteerde met complete kunstharten met een linker- en een rechterhelft van het type Jarvik bij enkele kalveren en een stier.
Na vele jaren van experimenteren was het de gepensioneerde Amerikaanse tandarts Barney Clark die in 1982 als eerste mens ter wereld een kunsthart kreeg: de Jarvik 7. Dat verlengde zijn leven met slechts 112 dagen. Dit type kunsthart werd kort daarop verboden voor permanent gebruik, omdat de patiënten er hooguit een half jaar mee leefden. In het jaar 2000 kreeg een Britse man een sterk verbeterde uitvoering van het Jarvik-kunsthart en leefde er uiteindelijk ruim zeven jaar mee.
Sindsdien zijn er talrijke kunstharten ontworpen, met merknamen zoals AbioCor, CardioWest en InCor. Eind 2010 implanteerden Italiaanse artsen tijdens een tien uur durende operatie bij een 15-jarige jongen een permanent kunsthart. Tijd om te wachten op een passend donorhart was er niet meer.
In aflevering-2: Willem Kolff, geestelijk vader van kunstorganen.
Geef een reactie