Hartpatiënten op de Camino de Santiago
Hartpatiënten die zich niet uit het veld laten slaan door hun medische dossiers en gewoon lekker de camino of andere langeafstandspaden gaan lopen. Ze bestaan. Waar halen ze de fysieke én mentale kracht vandaan? Hartpatiënten Nederland sprak met Nico, grotendeels solo onderweg, en Lilliane, die regelmatig met een groep op pad gaat.
NICO SLUTTER (67)
“Toegegeven, ik heb mijn hele leven veel gedaan aan mijn fysieke conditie. Ik bekleedde diverse leidinggevende functies bij de Nationale Politie dus dat moest ook wel. Rond de vijftig jaar, zat ik met een hectische baan nog midden in de rat race. Thuis was er een opgroeiend gezin. In 2005 moest ik na hartfalen gedotterd worden. Het drukte me met de neus op de feiten. Dat een mens niet te veel moet uitstellen. Ik nam meer tijd voor mijn gezin én voor de Camino de Santiago. Het zat al in mijn hoofd om die ooit eens te gaan doen. Met het ouder worden, wil je je wat meer bezinnen. Tijdens het dagenlange wandelen ben je alleen met basale dingen bezig: je oriëntatie, fysieke gesteldheid, eten en slapen. Dat geeft ruimte om over het leven na te denken. Wat doe ik? Is dit het? Na die eerste camino, de Francés, ben ik er meerdere gaan doen: de Del Norte en de Primitivo. Ik was eraan verslaafd geraakt.”
----