Geen wonder
Een aantal columns geleden vertelde ik u een anekdote over mijn tante Sjaan zaliger en haar onvoorwaardelijke vertrouwen in de geneeskracht van water uit de bron van Lourdes, het bedevaartsoord in de Franse Pyreneeën waar de moeder Gods aan Bernadette Soubirou verschenen zou zijn. Tegenwoordig kun je dat water online bestellen, maar wat niet veranderd is, is de verpakking: de witte fles stelt de gestalte van Maria voor, het blauwe dopje heeft de vorm van een kroon. Er kon geen verjaardag van tante Sjaan voorbijgaan of wij, neefjes en nichtjes, werden gecontroleerd op bultjes, schrammen, wratjes of padscheten, en elk ongerief werd door tante Sjaan vroom besprenkeld met het wonderlijke water. Wij lieten het ons welgevallen, zij het niet zonder scepsis. Ik herinner me nog een paar Lourdesgrappen die we elkaar vertelden. Over de man die ‘Ik kan lopen!’ riep. Was er een wonder geschied? Nee, zijn fiets was gestolen! En die andere man, die in een rolstoel zat en riep ‘Een wonder! Een wonder!’ Of hij kon lopen? Nee, maar hij had wel nieuwe banden gekregen.
Het geloof in wonderen had zijn beste tijd toen al gehad, dat moge duidelijk zijn. Maar toch. Toen ik laatst het verhaal van Sjaan en haar wonderwater aan een bevriend stel vertelde, wilde de vrouw er toch ook iets over zeggen. Hoe ze, een jaar of vijftien geleden tijdens een vakantie, een dagtochtje naar Lourdes maakten. Uit nieuwsgierigheid naar katholiek massatoerisme. Ze had de jongste, een meisje, op de arm. Naar de bron met het beroemde water wilden ze eigenlijk niet, maar een van de suppoosten wenkte hen en hield het hek open. Alsof ze verwacht werden. Ze gingen binnen. Sceptisch, maar zich op dat moment wel bewust dat het kind een soort eczeem had waarmee de artsen geen raad wisten. Sindsdien zijn ze minder sceptisch, want kort daarna was de huidaandoening van het kind geheel verdwenen.
Is er toen een wonder geschiedt?, vroeg ik. Nee, zei ze, maar wel een groot geluk.
Column door: Ed Schilders
Geef een reactie