Eten meten
Als het goed is, heeft de ontwikkeling van de voedingsleer gelijke tred gehouden met die van de medische wetenschap. Ze zijn immers nauw verwant.
Als het goed is, heeft de ontwikkeling van de voedingsleer gelijke tred gehouden met die van de medische wetenschap. Ze zijn immers nauw verwant.
Toch valt het bijvoorbeeld tegen wat aan de ene kant een arts over voedingsleer weet en aan de andere kant wat een diëtist(e) aan medische kennis meetorst. Voor een consument/patiënt met een voedingsbeperking kan dat strijdige informatie opleveren. Vaak ben je zelfs helemaal aan de wolven overgelaten, omdat de informatie die je nodig hebt om goed te kunnen kiezen, als die al te vinden is, vaak tegenstrijdig is.
Zo is er het geval van het kalium: de industrie wil ons producten in de maag splitsen waar extra kalium aan is toegevoegd ter bestrijding van hoge bloeddruk. Maar aangezien veel bloeddrukpatiënten ook nierproblemen ontwikkelen en een hoog kaliumgehalte in hun voedsel juist schadelijk is (door de industrie verzwegen!), is zo’n patiënt in eerste instantie overgeleverd aan wat arts en of diëtist er over loslaat. Aardappelen, tomaten, bananen en kiwi’s moeten dan gemeden worden, is soms alles wat ze zeggen. Maar in alle groenten en fruit (en in zuivel) zit kalium. Zijn dit dan de grootste boosdoeners en valt de rest wel mee?
Allerminst. Gewone voedingstabellen geven helaas zelden het kaliumgehalte aan, maar wie zocht vond wel ergens een paar kleine lijstjes. Volledigheid was echter ver te zoeken.
Op het internet vond ik op een gegeven moment de aardige site www.voedingswaardetabel.nl, waar bijna alles op te vinden is, hoewel het soms niet echt handig is, dat elektronisch bladeren.
De maker van deze site, Frans M. De Jong heeft daarom zijn tabel ook in boekvorm uitgegeven: Ons voedsel in getallen (ruim 1000 producten, Uitg. Fontaine, ISBN 9789059563421, € 17,95). Dat werkt veel plezieriger en zo kwam ik er achter dat weliswaar aardappelen (gekookt 440 mg/100g) en tomaten (270 mg) hoog scoren, maar andere gewone groenten nog veel meer: spruitjes 370, tuinbonen 400, venkel 400, witte bonen 450, spinazie 650 en postelein 800mg/100g! Daar had niemand het over. Bij fruit idem dito: banaan (400) en kiwi 300, maar rode bessen ook 300 (tegen zwarte bessen 190), passievrucht 350 en verse dadels 450. Voor gedroogd fruit is dat natuurlijk een veelvoud van dit soort getallen.
Dat geeft een heel ander uitzicht op wat je nu wel en wat niet kunt gebruiken. Je wordt bang gemaakt voor sinaasappelsap (170), terwijl cranberrysap (700!) daar ver boven ligt. Zelfs tomatensap (270) is daarbij vergeleken onschuldig.
Met deze omvangrijke tabel, waarin ook een lange lijst mineralen staat en aardige inleidingen, kom je een stuk verder dan tot nu toe mogelijk was. Helaas ontbreken de verschillende suikers als fructose en glucose. Dat kan voor sommigen ook nuttig zijn. Iets voor een volgende druk?
© 2011 Johannes van Dam
Deze column van Johannes van Dam verscheen eerder in het Hartbrug-Magazine
Geef een reactie