Een hartinfarct op vakantie
Bert Hosson geniet van zijn pensioen en een welverdiende vakantie in de Dominicaanse Republiek in 2010. Naast zijn lieftallige vrouw Iny, wordt het echtpaar vergezeld door Berts zwager en schoonzus. Er is geen vuiltje aan de lucht, letterlijk, want de wolken blijven uit. Maar plots ervaart Bert benauwdheid en pijn aan de borst. Hij blijkt een zwaar hartinfarct te hebben gehad. Zijn verhaal…
De diagnose valt de nuchtere Bert koud op zijn dak, maar hij legt zich erbij neer. Na enkele dagen op de Intensive Care wordt hij vervoerd naar een Amerikaans ziekenhuis en verder behandeld. Bert krijgt meerdere stents en omdat hij voorlopig niet mag vliegen, brengen de vier de Kerstdagen in het hotel door, wat overigens geen straf blijkt. Het gaat goed, tot vorig jaar: ‘Met mijn hart en slagaders bleek het een en ander fout en een openhartoperatie volgde. Twee hartkleppen zijn vervangen en diverse bypasses bleken nodig, maar ook zijn het zogeheten linker- en rechterhartoortje verwijderd en enkele zenuwen dicht gebrand om hartritmestoornissen op te heffen. Hoewel ik even schrok tijdens het gesprek waarin het allemaal werd uitgelegd, was ik niet overdreven bang of ongerust voor de operatie. Ik ben nogal nuchter ingesteld en wat moet komen, komt.’
Herstellen en niets doen
In wezen verandert het leven van Bert na de ingrepen niet. Zijn bedaarde houding ten opzichte van alles speelt daarin een rol: ‘Na de ingreep in 2010 moest ik voor het eerst in mijn leven -ik had bij wijze van spreken nog geen aspirientje geslikt- diverse medicijnen innemen. Maar daar had ik geen problemen mee en het werd een routinehandeling. Daarnaast kwam het normale leven direct weer op gang en ik heb niet de indruk dat ik veel heb moeten inleveren op de kwaliteit van mijn leven. Maar de eerste ingreep was natuurlijk niet te vergelijken met mijn laatste openhartoperatie! Na deze grote operatie voelde ik mij de eerste weken niet perse slecht, maar ik was wel erg beperkt in mijn dagelijkse bezigheden.’
Hij vervolgt: ‘Het lastigst vond ik het weinig tot niets doen, met name in het begin. Maar het is goed om te zeggen dat mijn lieve vrouw Iny het meeste te ‘lijden’ heeft gehad van mijn operatie en de voor- en nasleep ervan. Zij moest nog veel meer dingen in huis doen dan vroeger, omdat ik al tijden niet veel kon helpen vanwege mijn moeheid en kortademigheid. En na mijn operatie moest zij elke dag een behoorlijke reis maken om mij in de ziekenhuizen te kunnen bezoeken. Het was juist toen een heel warme periode. Ook na thuiskomst kon ik nog niet veel en moest zij op de fiets alle boodschappen doen (want ik mocht nog niet autorijden) en overige dingen die ik voorheen deed, zoals het vuil wegbrengen. Gelukkig hebben wij veel steun aan onze fijne buren in ons appartementsgebouw. Tiny deed het weliswaar met plezier, maar alsnog hulde aan mijn fantastische vrouw daarvoor!’
Maar nu, meer dan drie maanden na de operatie, mag Bert weer een ‘boel’ dingen uitvoeren: ‘Ik ben qua conditie nog beperkt in het bewegen en vooral het lopen. Dus al met al is er voor mij niet veel veranderd! Natuurlijk moet ik nu regelmatig mijn medicijnen innemen en mezelf af en toe in acht nemen om niet te veel te willen doen. Maar daar heb ik weinig problemen mee. Daarnaast ben ik niet ontevreden over het verloop van mijn behandeling en zie ik de toekomst met vertrouwen tegemoet. Wij gaan zelfs weer op vakantie en maken regelmatig uitjes. De eerstvolgende vakantie staat in januari gepland: met HartbrugReizen naar Zuid-Spanje!’
Doorgaan en samen genieten
Reizen en uitjes is niet het enige wat de geboren Amsterdammer weer oppakt. De goedgezinde Bert gaat opgewekt door en hoopt met zijn Iny zonder verdere, grote problemen en redelijk, gezond oud te mogen worden: ‘Ik fietste veel en doe dat nu weer. Verder mocht ik ook graag gaan vissen met de buurman en na de winter zal dat vast weer gaan. Eveneens biljart ik in clubverband en over enkele weken ga ik dat ook weer doen. En ik hoop dat ik op korte termijn weer volledig alles kan beoefenen. Straks, na het afronden van mijn revalidatie, hoef ik weinig te laten staan. Gelukkig, want ik doe nog steeds wat ik graag wil doen! Extreme bezigheden zoals parachutespringen zal ik niet meer doen, maar ik ben natuurlijk ook al 76 jaar. Volgens mij ben ik door deze gezondheidservaringen niet veranderd, maar misschien denken anderen daar anders over. Mijns inziens ben ik wellicht in bepaalde situaties vlugger geëmotioneerd, maar meer ook niet. Hartpatiënt voel ik me niet (meer).’
Voor meer artikelen over o.a aandoeningen klik hier
Geef een reactie