Duurrecord bij pionier-pacemaker
Duurrecord bij pionier-pacemaker
Maar liefst 44 jaar leefde de Zweedse ingenieur Arne H.W. Larsson (Skultuna, mei 1915) met een pacemaker. En niet zomaar een… In zijn lichaam bevond zich enige jaren de tweede pacemaker die ooit bij een mens was geplaatst. Het stuk technisch vernuft was bepaald niet klein, het had de grootte en dikte van een ijshockey-puck.
Larsson, die door dit ‘duurrecord’ bijna nog beroemder werd dan zijn behandelend chirurg, professor Åke Senning, kreeg de pacemaker op 8 oktober 1958 na zeer ernstige hartklachten, veroorzaakt door een virusinfectie.
De bijzondere patiënt leed aan het ‘Adams-Stokes-syndroom’ en kampte daardoor met terugkerende en even plotselinge als kortdurende aanvallen van bewusteloosheid, veroorzaakt door geleidingsproblemen in de hartprikkeling. Zijn hartslag was daardoor gedaald naar hooguit 26 slagen per minuut.
In de laatste dagen van 2001 (28 december) stierf Larsson op 86-jarige leeftijd na een vrij lang ziekbed, thuis in Nacka nabij Stockholm waar hij tientallen jaren woonde. Niet aan de gevolgen van pacemakerfalen of ouderdom, maar huidkanker (melanoom) werd hem uiteindelijk fataal. Twee jaar eerder was zijn hartredder al overleden.
Toch was Larsson uiteindelijk de beste denkbare reclame die de pacemakerindustrie zich had kunnen wensen. Zij het, dat hij gedurende zijn ‘gezonde jaren’ 26 keer een nieuwe pacemaker kreeg. Hij bleef er vrolijk onder, getuige zijn uitspraak: ‘Ze worden kleiner en kleiner…’
Zelfs de New York Times stond uitvoerig stil bij Larssons dood en memoreerde dat zijn laatste biljoen hartslagen onder kunstmatige controle stonden van zijn uiteenlopende pacemakers…
Ook de historisch-allereerste pacemaker was bij Arno Larsson geplaatst. Doch het ding hield het niet langer dan drie uur (volgens andere bronnen: vijf tot acht uur) vol. Onmiddellijk gebruikte het chirurgisch team van het Karolinska Hospital, onder leiding van Senning, de tweede pacemaker, het enige reserve-apparaat dat beschikbaar was. Eveneens van ontwerper Rune Elmqvist, een Zweedse fysicus van de toenmalige Elema-Schonander electronics company, dat later werd omgevormd tot het bedrijf St. Jude Medical.
Op het moment van Larssons overlijden waren er wereldwijd inmiddels ruim drie miljoen pacemaker-dragers.
Elk jaar komen er een half miljoen bij. De pacemakers van nu – er zijn vele tientallen uitvoeringen in omloop – zijn amper groter dan een flink muntstuk. Ze bevatten een half miljoen transistors, terwijl de toenmalige ontwerpen van Elmqvist slechts twee kristalversterkers hadden.
De hoge leeftijd die Arne Larsson door zijn pacemakers bereikte, is momenteel geen uitzondering meer. Er zijn talrijke honderdjarigen bekend die prima leven dankzij hun ‘hartprikkelaar’.
Aanvankelijk werden pacemakers gebruikt om een te traag hartritme (bradycardie) te corrigeren. Tegenwoordig worden ze ook geïmplanteerd vanwege een te hoog hartritme, een zogeheten ‘tachycardie’, of bij patiënten met een risico op een acute hartstilstand of met hartfalen.
In Nederland werden de allereerste inwendige pacemakers vanaf 1962 geplaatst. De Groningse arts dr. Bert Thalen, expert op het gebied van hartritmestoornissen, en zijn Leidse collega Frans Rodrigo hadden daarin een doorslaggevend aandeel in de ontwikkeling ervan. De officieel allereerste implantatie van een inwendig pacemakersysteem werd evenwel verricht door de Leidse hartchirurg prof. dr. G. Brom bij een mannelijke patiënt met dezelfde aandoening als Arne Larsson.
Geef een reactie