Dr. Peyman Sardari Nia Internationale activiteiten
Dit jaar volgen we in HartbrugMagazine de werkzaamheden van Dr. Peyman Sardari Nia, die als cardiothoracaal chirurg werkt in het Maastricht UMC+. In dit nummer vertelt hij meer over zijn internationale activiteiten.
U heeft een cursus ontwikkeld waar chirurgen van over de hele wereld zich voor inschrijven. Wat is er zo bijzonder aan deze cursus?
‘Al eerder vertelde ik over de simulator die ik in 2013 heb ontwikkeld, waarop de minimaal invasieve techniek voor mitraalklepchirurgie getraind kan worden. Deze gebruiken we voor een tweedaagse cursus in Maastricht. Sinds 2015 hebben al ruim 100 chirurgen uit alle uithoeken van de wereld deze cursus gevolgd, dus het is een enorm succes. Dat komt omdat het concept, dat we air-pilot training noemen, nog totaal nieuw is in ons vakgebied. Een piloot krijgt tijdens zijn opleiding eerst de theoretische kennis voorgeschoteld, daarna gaat hij oefenen in een simulator en pas dáárna mag hij de lucht in. In de traditionele geneeskunde is dit echter nog niet gebruikelijk. Vooral voor snijdende disciplines, en met name bij hartchirurgie – waarbij je te maken hebt met complexe problemen en oudere patiënten – lijkt dit niet de ideale weg. Nu de mogelijkheden binnen ons vakgebied steeds technischer en complexer worden, is het ook noodzakelijk dat de manier van opleiden verandert. Vandaar dat onze cursus aangeboden wordt via de European Association for Cardio-Thoracic Surgery (EACTS): de grootste vereniging van hart – en longspecialisten in de wereld. De overgrote meerderheid van de cursisten bestaat uit zeer ervaren chirurgen die graag iets nieuws willen leren.’
‘De deelnemers worden aan het begin van de cursus getest op hun basislevel. Dat is, onafhankelijk van de mate van ervaring, bij iedereen onvoldoende. Sommigen kunnen in het begin moeilijk de instrumenten bedienen, zo specialistisch is de techniek. Ik ben daarom tijdens de cursus ook constant feedback aan het geven. Als we aan het eind van de tweede dag nogmaals het niveau testen, zien we dat vrijwel iedereen in die korte tijd al enorm veel skills heeft ontwikkeld. Natuurlijk is zo’n korte training niet lang genoeg om mensen volledig op te leiden, de cursus is puur bedoeld om inzicht te geven en de basis onder de knie te krijgen. Daarom zijn we vooral geïnteresseerd in wat de mensen na afloop met hun kennis gaan doen. Die resultaten zijn verbluffend: van alle mensen die de afgelopen vier jaar hebben meegedaan, is 30% al succesvol gestart met het opzetten van een minimaal invasief programma in hun ziekenhuis. Van de overige 70% is een groot deel dit in de toekomst ook van plan, maar zij hebben nu nog niet de juiste condities om te kunnen beginnen. Dat is ook goed, want je kunt niet zomaar starten met een nieuwe operatietechniek zonder goede voorbereiding.’
Wat moet er gebeuren voor zij wél zo ver zijn?
‘We zijn nu bezig om een programma te ontwikkelen waarbij chirurgen volledig opgeleid worden, zij eindigen de training dan met een officieel certificaat. Daarnaast worden ze ook nog begeleid in het opstarten van de methode in hun eigen ziekenhuis, en krijgen ze een simulator om zichzelf en anderen verder te trainen. Het lastige hiervan is dat veel ziekenhuizen nog geen budget hebben voor simulatie. Het is vaak al moeilijk genoeg om kostbare nieuwe instrumenten aan te schaffen; een simulator wordt dan gezien als ‘speelgoed’ en niet als een noodzakelijk hulpmiddel. Maar dat gaat in de toekomst zeker veranderen: als je kwaliteit wilt bieden in de geneeskunde, moet de opleiding ook van de allerbeste kwaliteit zijn. Daar gaan we de komende jaren dus mee verder.’
Komt er ooit een tijd waarin hartoperaties standaard eerst op een simulator worden getraind?
‘In sommige deelgebieden van de geneeskunde zijn ze hierin al verder: bij laparoscopie (kijkoperaties in de buikholte) zijn virtuele simulaties bijvoorbeeld al deel van de opleiding. In de hartchirurgie is dit nog heel nieuw, we weten nog niet of de extra kosten opwegen tegen de resultaten. Als we genoeg data hebben verzameld, kunnen we pas aantonen dat de resultaten ook daadwerkelijk een verbetering voor de patiënt zijn. Maar ik zou me hier niet voor inzetten als ik er niet van overtuigd was dat simulatie zinvol is.’
Maastricht staat door de ontwikkeling van de simulator internationaal in hoog aanzien, daar zult u vast trots op zijn!
‘Ja, dat ben ik natuurlijk ook wel. Zeker op het gebied van de mitraalklep hebben we in Maastricht een voorsprong ten opzichte van de meeste andere landen. Maar het is vooral heel fijn dat door onze cursus nu op steeds meer plekken in de wereld wordt gestart met deze nieuwe technieken. Dat wij er een aandeel in hebben dat meer patiënten geholpen kunnen worden, is enorm motiverend.’
Voor meer artikelen klik hier
Geef een reactie