De olifant in de porseleinkast
Toen Niko Tinbergen precies 50 jaar geleden zijn Nobelprijs kreeg, kreeg hij die vanwege zijn baanbrekende onderscheid tussen de ‘proximale’ en de ‘onderliggende, evolutionaire of ultieme’ verklaringen voor het gedrag dat hij bij allerlei dieren observeerde. Hoewel mensen net zo goed dieren zijn, wordt in de huidige geneeskunde tot op de dag van vandaag voornamelijk ‘proximaal’ gedacht. Dat wil zeggen: binnen de opleiding leren studenten precies welke hormonen, receptoren, neurotransmitters, cellen en moleculen betrokken zijn bij een bepaalde ziekte en welke medicijnen er gegeven kunnen worden om diezelfde hormonen, receptoren, neurotransmitters, cellen of moleculen te beïnvloeden. Niet zo gek dus, dat de studie geneeskunde ook wel de studie ‘medicijnen’ wordt genoemd.
Op zich valt of staat de behandeling van een medisch probleem natuurlijk bij het herkennen van een ziekte, de daarbij betrokken stofjes en de te geven medicatie. Echter, zoals Tinbergen al zei, is voor het daadwerkelijke begrijpen en daarmee in de toekomst voorkómen in plaats van genezen ook onderzoek naar een diepere, onderliggende oorzaak van een ziekte nodig.
----