Darmbacteriën dragen bij aan obesitas
Dat stellen Wageningse microbiologen met collega’s van de Universiteit van Amsterdam eind januari in het wetenschappelijke tijdschrift Diabetologia.
De auteurs baseren zich op tientallen experimentele studies, vooral bij proefdieren. Daaruit blijkt dat in de darmen van muizen die lijden aan vetzucht meer bacteriesoorten huizen die onverteerbaar voedsel efficiënt weten om te zetten in hapklare vetzuren. Transplanteerden onderzoekers de darmflora van vetzuchtige muizen naar muizen zonder darmflora, dan nam het vetpercentage van deze zogenoemde kiemvrije muizen significant toe. Vermoedelijk beïnvloedt de darmflora (in vaktermen microbiota) van obese muizen ook hormonen die zijn betrokken bij de opslag van vet.
Braakliggend terrein
Mensen die lijden aan obesitas beschikken ook over efficiëntere darmbacteriën, denken de auteurs. Ze zouden daardoor meer energie uit voedsel halen en sneller dik worden. Diverse studies wijzen daar ook op, hoewel de resultaten niet altijd eenduidig zijn. Hoogleraar Willem de Vos, een van de auteurs van de publicatie: ‘De studie van darmbacteriën bij de mens is vrij complex. Elk mens heeft een unieke samenstelling van de microbiota, dat maakt het onderzoek lastig. Met dit overzichtsartikel hebben we een eerste stap willen zetten op een goeddeels braakliggend terrein. Het onderzoek naar de relatie tussen microbiota en obesitas bij de mens begint eigenlijk pas.’
Beïnvloeden
Daarom is ook onduidelijk in welke mate efficiëntere darmbacteriën het risico op obesitas vergroten. Is hun bijdrage groter of kleiner dan het dieet, de beweging of het genetisch profiel van de persoon? Dit onderzoeken de Wageningse microbiologen in een grote Europese studie. In een ander project bekijken ze, samen met Amsterdamse onderzoekers, in hoeverre de samenstelling van de microbiota van obese patiënten is te beïnvloeden ten gunste van minder efficiënte bacteriën. Ze brengen de darmbacteriën van niet vetzuchtige mensen over op die van obese mensen. Dit experiment is in volle gang. | Astrid Smit
Bron: Wageningen Universiteit
Geef een reactie