Actrice, cabaretière, zangeres en schrijfster Wieteke van Dort (76) is vooral bekend door haar rol in vele kindertelevisieprogramma’s in de jaren ‘60 en ‘70 en het Nederlands-Indische personage Tante Lien in De Late Late Lien Show. Begin 2012 werd ze plots hartpatiënt, maar ze keerde snel terug naar het toneel: ‘Ik ben een gezegend mens.’
Begin 2012 kreeg je een hartaanval. Wat gebeurde er precies?
Het gebeurde na een reünie van ‘Oebelekinderen’. Oebele was een populair kinderprogramma rond 1970 en die kinderen zijn inmiddels boven de vijftig. Na een copieuze kaasfonduemaaltijd liep ik naar het station in Amsterdam en voelde me benauwd worden. Ik liep meteen een Turkse snackbar binnen. ‘Mag ik even zitten?’, vroeg ik. De snackbarhouder was zo zorgzaam. De ambulance kwam razendsnel en ik kreeg direct zuurstof en o, schrik, een katheter! Mijn bloeddruk was veel te hoog. Uiteindelijk kreeg ik in het OLV Gasthuis in Amsterdam drie bypasses en een hartklepreparatie. Mijn kamer was inmiddels vol bloemen en beterschapskaarten. Prachtig! Omdat ik nog af en toe benauwd was, onderging ik een longpunctie op de kamer. Een reus van een Antilliaanse dokter nam me als een baby op en ‘goot’ mijn long leeg. Wat een hoeveelheid roze gekleurd water!
Waren er achteraf gezien voortekenen geweest?
Eigenlijk waren er al voortekenen dat ik last van mijn hart had. Bij het lopen was ik snel buiten adem. Op het toneel had ik evenwel nergens last van. Mijn moeder was ook hartpatiënt en slikte van die kleine pilletjes. Omdat ze al tachtig was geweest, opereerden ze haar niet meer. Een lekkende hartklep was het, net als bij mij.
Hoe reageerden je naasten?
Mijn naasten waren erg ongerust, maar ikzelf heb nooit het gevoel gehad dat ik doodging. Ik had contact met gebedsgenezeres Jomanda, die ook reuze haar best deed om me er doorheen te slepen. Ook gelachen hoor. Aart Staartjes: ‘Wiet, je rookt niet, drinkt niet, eet vegetarisch, mediteert en nou dit!’ Ja, daar had ik geen antwoord op. Aan Joost Prinsen liet ik zien hoe mijn haar in de klit zat van het liggen. Joost: ‘Ik heb geen bloemen bij me, maar hier is twintig euro voor de ziekenhuiskapper.’
Hoe verliep het herstel?
Na mijn ontslag uit het ziekenhuis verbleef ik twee maanden in de Rudolf Steiner kliniek in Den Haag. Alle antroposofische therapieën in dat verpleeghuis spraken mij aan. Vooral het ‘nat in nat’ schilderen. Bovendien werd ik flink aangepakt door de fysiotherapeut. Sinds lange tijd heb ik al last van etalagebenen. Ik kan geen grote afstanden lopen, dan gaan mijn benen steken. Daarvoor heb ik looptherapie gedaan en ik zit nu nog op een vervolggymclub. Op het toneel merkte ik dat ik door een bepaald medicijn, Entresto, minder goed kon zingen. Dat neem ik nu pas in ná het optreden. Overigens neem ik alle reguliere medicijnen pas ’s avonds laat in, want plaspillen zijn reuze onhandig overdag.
Maak je nu nog gebruik van alternatieve geneeswijzen?
Naast de reguliere medicijnen slik ik inderdaad alternatieve dingen. Ik ga daarvoor naar natuurgeneeskundig therapeut Guido Sanen. Hij test elke keer wat ik nodig heb. Onze antroposofische huisarts Dr. P. Hutchison is het daar helemaal mee eens.
Zijn er dingen die je anders doet dan voorheen?
Ik ben wat makkelijker geworden met eten, niet meer vegetarisch. En ik drink nu ook een glaasje wijn na 22 jaar zonder alcohol. Tja, en als je minder makkelijk beweegt, word je wat dikker. Nou, dat is dan maar zo.
Je ging vrij snel weer aan het werk.
Klopt, en het is heerlijk om weer op te treden en te zingen. De thriller Enkele Reis waar ik nu in meespeel naast onder anderen Bram van der Vlugt en Trudy Labij is een feest om te doen. Er valt veel te lachen en we hebben echt succes. Na deze voorstelling treed ik als Tante Lien op in Ya, dat is iets Indisch van Ricky Risolles. Ook komt er op 2 februari een boek met CD uit voor het kleuteronderwijs: Lawaaipapegaai. Dat heb ik geschreven met Evelyn en Molly, twee vriendinnen van de kleuterkweek. De liedjes van het gelijknamige AVRO-programma, dat ik jarenlang samen met Burny Bos presenteerde, vormen de basis voor het boek. Verder hebben we er opzegversjes en verhalen bij gezocht en geschreven.
Heb je tips voor andere hartpatiënten?
Ik zeg vaak: ga mediteren. Het maakt je zo rustig. Alles is makkelijker te incasseren. Elke vorm van meditatie is goed, als je het maar iedere dag doet.
Als je hart opspeelt, drink dan eerst water, leg je handen op je hart en zeg de volgende affirmatie: ‘Mijn hart klopt rustig en regelmatig, krachtig en gelijkmatig.’
Voor meer artikelen over o.a BNers klik hier