Lang leve het flensje!
door: Raïssa Luif
Men doet mij geen groter plezier dan met een etentje. Of het nou superchic is in een driesterrenrestaurant, of gewoon gezellig bij mensen thuis. Dat is niet altijd zo geweest. Ik herinner me nog levendig hoe moeilijk het als kind soms was om in een restaurant te eten. Grote hompen taai vlees waar ik maar op blééf kauwen en die ik ten slotte in mijn mond meesmokkelde naar het toilet om ze daar uit te spugen. De verkeerde keuze maken op de kaart (pizza frutti di mare bestellen in de veronderstelling een pizza met vruchtjes te krijgen). Na het voorgerecht al stampvol zitten. Na één hap van het hoofdgerecht al weten: dit wordt niks en uit wanhoop het eten opnieuw rangschikken op het bord, zodanig dat het lijkt alsof er wat van gegeten is. Het eten buitenshuis bezorgde me zoveel stress dat ik tussen de gangen door naar buiten rende voor wat frisse lucht. Ook herinner ik me nog hoe opgelucht ik was als ik voor het dessert een flensje kreeg: dan at ik altijd mijn bordje leeg en zo had ik toch nog iets in mijn maag.
Mexicaanse soep met kidneybonen
Hoofdgerecht voor 4 personen
Boodschappenlijstje:
Olijfolie
1 rode peper, ontdaan van zaadlijsten en fijngesneden
2 tenen knoflook, geperst
1 rode ui, gesnipperd
1 blik tomatenblokjes
1 liter groentebouillon
1 gele paprika, in blokjes
250 g maïskorrels (uitlekgewicht, uit blik)
250 g kidneybonen (uitlekgewicht, uit blik)
Zout en versgemalen zwarte peper, naar eigen smaak
Bekertje crème-fraîche
Handje verse koriander, gesneden
50 g tortillachips of een stokbrood
Aan de slag
Verhit een scheut olijfolie in een soeppan en fruit rode peper, knoflook en ui even aan. Voeg tomaten en bouillon toe en breng aan de kook. Voeg paprika, maïs en kidneybonen toe, breng opnieuw aan de kook en laat 15 minuten doorkoken. Breng zo nodig op smaak met zout en peper.
Verdeel de soep over 4 soepkommen. Garneer de soep met crème-fraiche en koriander en geef er warme tortillachips of stokbrood bij.
Flensjes met winterfruit
Nagerecht voor 4 personen
Boodschappenlijstje:
Nodig voor de flensjes
100 g bloem
1 ei
250 ml melk
1 el zonnebloemolie
Snufje zout
Olie om in te bakken
Nodig voor het winterfruit
Klontje roomboter
1 appel, geschild, ontdaan van het klokhuis, in vieren en in plakken gesneden
1 peer, geschild, ontdaan van het klokhuis, in vieren en in plakken gesneden
2 tl suiker
1 tl kaneel
Scheutje appelsap
Handje rozijnen
Aan de slag
Maak eerst de flensjes. Meng alle ingrediënten voor de flensjes in een beslagkom en klop met een garde tot een glad beslag. Verhit wat olie in een koekenpan en schep met een pollepel wat beslag in de pan. Verdeel het beslag over de pan. Bak de flensjes aan beide zijden goudbruin en houd ze warm.
Bereid nu het fruit. Verwarm wat roomboter in de koekenpan, doe de appel- en perenpartjes erin en voeg suiker en kaneel toe. Bak de fruitpartjes even op, tot suiker en kaneel mooi zijn opgenomen door het fruit. Voeg appelsap en rozijnen toe en laat even meesudderen, tot het vocht is opgenomen en het fruit iets zachter is.
Serveer de flensjes met het fruit.