Dotteren met een missie

 

EMMEN – Vroeger kon je alleen gedotterd worden in een groot ziekenhuis met hartchirurgie. En wel omdat daar een chirurg klaar stond, mocht het dotteren tot complicaties leiden en een hartoperatie acuut nodig zijn.  De laatste jaren krijgen steeds meer streekziekenhuizen toestemming om te dotteren, mits daarbij voldaan wordt aan enkele strenge voorwaarden.

 

Een van die ziekenhuizen is het Scheper Ziekenhuis in Emmen, provincie Drenthe. Vreemd, zo op het eerste gezicht, want het gaat om een relatief dun bevolkt gebied. Hoe kan zo’n ziekenhuis voldoen aan de minimumeis, waarbij het dottercentrum minimaal 600 behandelingen moet uitvoeren? ‘Vroeger was een aantal van 600.000 mensen in de omgeving een minimumvoorwaarde om te mogen dotteren’, legt interventiecardioloog Gillian Jessurun van het Scheper Ziekenhuis uit. ‘Wij lieten hier zien dat het niet alleen gaat om het aantal mensen dat hier woont. Uit onderzoek door het RIVM bleek namelijk dat in Drenthe het aantal opnamen en de sterfte als gevolg van hartaandoeningen hoger is dan landelijk gemiddeld omdat de bewoners veel meer risicofactoren zoals hoge bloeddruk, overgewicht, suikerziekte en roken hebben. Je moet dus niet alleen kijken hoeveel mensen er in de buurt wonen, maar ook wat hun gezondheidsconditie is.’

 

‘Door een regionale samenwerking met de ziekenhuizen in Assen, Hoogeveen, Stadskanaal en anderen is het mogelijk om ruimschoots te voldoen aan de eis van minimaal 600 dotterbehandelingen op jaarbasis. Het dottercentrum heet ook Invasieve Hartzorg Drenthe (IHD) om deze regiofunctie te benadrukken.’

 

‘We letten heel goed op de wens van de patiënt’, benadrukt Jessurun. ‘Wij bieden kwalitatief hoogwaardige zorg en service zonder wachtlijsten’, gaat Jessurun verder. ‘Daarin onderscheiden we ons van omringende hartcentra. Wij werken gewoon door, als het moet tot 22.00 uur in de avond. Om dit te kunnen moeten de medewerkers flexibel zijn. Meerwaarde krijgen wij als ziekenhuis alleen als we ons met zijn allen anders opstellen. En flexibel personeel krijg je alleen mee als je hen kunt uitleggen waarom je dat zo doet en hun de waardering geeft die bij deze inzet past.’

 

Niet alleen daardoor komen er meer patiënten naar het ziekenhuis in Emmen om gedotterd te worden. Het interventieteam van IHD bestaat uit Dr. Alexander Schramm, Dr. Rutger Anthonio en Dr. Gillian Jessurun. ‘We hebben elk meer dan tien jaar ervaring in het verrichten van hartkatheterisaties en hebben jarenlang de meest complexe ingrepen uitgevoerd. Die expertise is belangrijk. Stel je hebt een verkalkt bloedvat dat al jaren dicht zit. Daar kun je niet zomaar met een draadje doorheen prikken. Door ervaring en met behulp van goede technieken lukt het vaak toch om een route te creëren.’ Ook heeft de intensieve nazorg van patiënten in een levensbedreigende situatie meerwaarde gekregen door het aantrekken van een zeldzame cardioloog intensivist.

 

Daarnaast is niet alleen de indicatie hartaanval reden om te dotteren in Emmen. ‘We doen dat ook bij mensen met andere aandoeningen zoals hartfalen. Heel vaak blijken deze mensen ernstige bloedvatvernauwingen te hebben. Zo kwam een vrouw hier bij ons die we twee keer gedotterd hebben. Voor die tijd had haar hart een slechte pompfunctie. Na twee keer dotteren verbeterde die pompfunctie naar een normaal niveau. Dat betekent dat een meer belastende hartoperatie niet altijd nodig is. Dat is in dit soort gevallen beter voor de patiënt en kost minder. Omdat wij de indicaties zorgvuldig stellen en optimaal benutten, zoals sommige mensen met hartfalen, kunnen we samen met de eerdergenoemde argumenten het minimum aantal dottergevallen op jaarbasis makkelijk halen.’

 

Ook de samenwerking met hartchirurgische centra garandeerde het succes van IHD. De ontwikkelingen in deze samenwerking gaan verder. ‘Mocht het in zéér zeldzame gevallen dan toch mis gaan, dan kunnen wij in de toekomst de patiënt hier stabiliseren met een mobiele hartlongmachine en de chirurg per helikopter laten invliegen.’

 

‘Met creativiteit en doorzettingsvermogen kunnen we heel wat bereiken voor de patiënten in Drenthe. Ik zie dat als een missie!’

door: Henri Haenen, fotografie: Henk Benting

In bier gepocheerde tilapiafilet

In bier gepocheerde tilapiafilet

 

Hoofdgerecht 4 personen

Bereidingstijd: 25 minuten

Tsjechen zijn echte bierdrinkers en dat is niet gek als u bedenkt dat pilsner uit de Tsjechische stad Pilsen komt. Ze drinken het goudgele vocht niet alleen, ze gebruiken het ook voor het bereiden van diverse stoofschotels. Heel bekend is varkensvlees in bier: Pivni guláš. Wij geven u ook een recept dat met bier bereid wordt, maar dan met wat gezondere vetten.

 

Bereiden:

De ui pellen en snipperen. De bleekselderij schoonmaken en in kleine stukjes snijden. smelt de margarine in een grote koekenpan. De ui en selderij in 3 minuten zacht en glanzend bakken. De kruiden toevoegen en het bier erbij schenken. Het geheel aan de kook brengen en de visfilets in de pan leggen. Afgedekt tegen de kook aan houden en zo de vis in ongeveer 8 minuten gaar pocheren. De filets uit de pan halen en warmhouden. Het pocheervocht zeven, terug schenken in de pan en het vuur hoog zetten. De saus tot de helft laten inkoken. De maïzena losroeren met 1 eetlepel water. De saus binden met het maïzenapapje en op smaak brengen met peper en zout. De vis met de saus serveren en met peterselie garneren. Lekker met aardappelpuree en gekookte worteltjes.

Bevat per stuk gemiddeld:

  • 885 kJ (210 kcal)
  • 27 g eiwit
  • 8 g vet, waarvan 1 g verzadigd vet
  • 3 g koolhydraten

 

Boodschappenlijstje:

  • 1 ui
  • 1 stengel bleekselderij
  • 3 eetlepels vloeibare margarine
  • 1 takje peterselie
  • 1 blaadje laurier
  • 1 takje tijm
  • 3 jeneverbessen
  • 1 flesje bier (300 ml)
  • 600 g tilapiafilets
  • 1 theelepel maïzena
  • peper, zout
  • 4 takjes peterselie

Ik hou van soep!

Ik hou van soep!

 

door: Raïssa Luif

 

Soep is één van de oudste gerechten ter wereld. Volgens sommige wetenschappers is zelfs het leven op aarde ontstaan uit een soort ‘oersoep’. Soep moet dus haast wel goed zijn. Het is bovendien makkelijk te maken, voedzaam en heel erg lekker. Ook ik ben dol op soep. Neem nu een glad gepureerde tomatensoep. Met een kraakvers broodje kaas erbij geeft zo’n hartig tomatensoepje tussen de middag zoveel energie. Of neem erwtensoep. Ik heb een hekel aan kou, maar de winter vormt het beste excuus om een pan verse erwtensoep te maken. En wat te denken van Indiase linzensoep. Lekker pittig en zó bijzonder van smaak. Of Russische bietensoep, met zijn specifieke zoete bietengeur, gecombineerd met dille en zure room. En zo kan ik nog wel even doorgaan.

 

Helaas ben ik de enige bij ons in huis die er zo over denkt. Als ik dus eens een dagje alleen eet, grijp ik direct mijn kans en maak ik de meest wilde soep die ik op dat moment kan bedenken.

 

Voor nu juist een heel toegankelijk soepje: spinaziesoep. Lekker en gezond.

 

Spinaziesoep

Hoofdgerecht voor 4 personen

 

Boodschappenlijstje:

  • Olijfolie
  • 2 tenen knoflook, geperst
  • 1 ui, gesnipperd
  • 500 ml groentebouillon
  • 300 g verse spinazie
  • Zout en versgemalen zwarte peper
  • Griekse yoghurt, naar smaak
  • Handje bieslook, kleingesneden

 

Aan de slag

Verhit wat olijfolie in een soeppan. Fruit de knoflook even aan en bak de ui zacht en glazig. Voeg bouillon toe en breng aan de kook. Laat de spinazie 2 minuten meekoken, pureer de soep met de staafmixer en voeg naar smaak zout en peper toe. Serveer met een lepel Griekse yoghurt in elke kom en wat bieslook.

 

Tip

In plaats van yoghurt kunt u ook crème-fraîche of zure room gebruiken. Neem voor een meer Italiaanse smaak basilicum in plaats van bieslook en maak af met snippers parmezaan.

 

Salade met avocado en walnoten
Nagerecht voor 4 personen

 

  • Boodschappenlijstje:
    15 blaadjes kropsla, in stukken gescheurd
  • 10 kerstomaatjes, gehalveerd
  • 2 eieren, hardgekookt en in blokjes
  • ½ gele paprika, in kleine stukjes
  • 1 rode ui, in halve ringen
  • 2 rijpe avocado’s, geschild, ontpit en in blokjes
  • Sap van ½ citroen
  • 6 el notenolie
  • ½ el mosterd
  • Zout en versgemalen zwarte peper
  • Handje muntblaadjes, fijngesneden
  • Hand walnoten, ongezouten

 

Aan de slag

Doe kropsla, kerstomaatjes, eieren, paprika, rode ui en avocado’s in een grote slabak. Maak een dressing van citroensap, notenolie, mosterd, zout, peper en munt. Meng de dressing met de salade. Strooi er walnoten overheen. Heerlijk als lunchgerecht of geserveerd met bijvoorbeeld krieltjes als hoofdgerecht.

 

Tip

In plaats van walnoten kunt u ook pijnboompitten of pecannoten gebruiken.Gescheurde of gesneden sla?

Kropsla kunt u beter scheuren dan snijden. Als u de sla snijdt, worden de randen eerder lelijk en verlept de sla. Gescheurde sla ziet er langer goed uit en smaakt ook beter.

 

De avocado

Als het vruchtvlees van de avocado wordt blootgesteld aan zuurstof wordt dit snel bruin. U voorkomt dit door citroensap toe te voegen.

Avocado’s bevatten veel vet, maar wel goede vetten, de zogenaamde enkelvoudig onverzadigde vetzuren. Deze werken cholesterolverlagend.

Eet een avocado bij voorkeur rauw. Als u hem verwarmt wordt hij snel bitter.

 

Heerlijke haringsalade

Haringsalade

Buffetgerecht voor 8-10 personen

Bereidingstijd: 30 minuten

 

Voor veel mensen hoort vooral zalm bij Noorwegen en Zweden. Maar wist u dat er in deze landen ook heel erg veel haring wordt gegeten? Vooral de Zweden staan bekend om hun haringsalades. Een klassieker is de combinatie van haring met rode bieten.

 

Bereiden:

De aardappels in blokjes snijden. De ui pellen en snipperen. De ui samen met peper en zout in de azijn leggen. De appels schillen, de klokhuizen verwijderen en de appels in blokjes snijden. De bietjes schoonmaken en in blokjes snijden. De zilveruitjes halveren. De augurkjes in stukjes snijden. De haringen in reepjes snijden. Alle ingrediënten samen met de mayonaise en yoghurt goed door elkaar scheppen. De salade op smaak brengen met peper en zout en eventueel wat haringnat. De salade voor het serveren enkele uren in de koelkast zetten. Lekker met geroosterd brood, stokbrood of Zweeds knäckebröd.

Bevat per portie:

  • 1530 kJ (365 kcal)
  • 12 g eiwit
  • 20 g vet, waarvan 4 g verzadigd vet
  • 34 g koolhydraten

 

Boodschappenlijstje:

  • 1,5 kilo gekookte aardappelen
  • 1 ui
  • peper, zout
  • 3 eetlepels azijn
  • 2 zure appels
  • 800 g gekookte bietjes
  • 100 g zilveruitjes
  • 100 g augurkjes
  • 1 grote (515 ml) en 1 kleine pot (335 ml) zure haring
  • 300 ml mayonaise
  • 200 ml magere yoghurt

 

Voedingstip:

Naast pocheren (tegen de kook aan garen), koken, grillen en bakken, kunt u vis ook roerbakken. Dit gaat het beste met stevige vissoorten,  zoals tonijn, zalm, tilapia en grote garnalen. Als vis minder stevig is, valt het visvlees tijdens het omscheppen sneller uit elkaar. U kunt dit probleem iets verhelpen door de vis te besprenkelen met citroensap en even te laten staan.

Artsen waarschuwen steeds vaker voor sportstress

 

‘Tegengoal of verlies slecht voor het hart’

 

ROERMOND – Dat sport gezond is, was heel lang een onomstreden pleidooi. Voor de actieve sportbeoefening geldt deze aanbeveling nog steeds! Bewegen – individueel of in groepsverband – strekt tot aanbeveling. ’Het is goed voor lichaam en geest en een sociale verrijking.’

 

De medische wereld plaatst internationaal echter steeds meer kanttekeningen bij de gezondheidseffecten van sport. Vooral de passieve sportbeoefening moet het steeds nadrukkelijker ontgelden. Het thuis met nootjes of chips op de bank sporttelevisie kijken, of in het stadion of langs de sportvelden aanwezig zijn wanneer de wedstrijd zich ontrolt, kan grote consequenties hebben voor bloeddruk en hart, waarschuwen artsen.

 

Een wetenschapper: ‘We zijn er altijd van uitgegaan dat letsel kan ontstaan door actieve sportbeoefening. Ook, maar niet alleen! Door naar sport te kijken gebeurt er soms iets in de hersenen dat het lichaam kan schaden.’

Of zoals de Nederlandse hersenwetenschapper prof. dr. D. Swaab eerder verklaarde: ‘Door te denken aan een overwinning voor Oranje, maken de hersenen van velen de stof dopamine aan. Dit stimuleert het beloningscentrum in de hersenen. Scoort Nederland, dan heeft de dopamine die vrijkomt bij een voetbalfan een vergelijkbaar effect als een shot heroïne. Echter, denken aan een tegengoal of verlies veroorzaakt stress.’

 

Niet zelden ervaren fanatieke sportliefhebbers bij forse opwinding duizeligheid, maagpijn, hoofdpijn, misselijkheid, zijn ze lichtgeraakt of ontstaan er hartkloppingen. Er zijn voetbalfans die het heetst van de strijd mijden en een blokje omlopen tijdens de wedstrijd. Om enigszins tot rust te komen…

 

Al in 1999 vroeg de Zuid-Afrikaanse arts Jon Patricios, president van de SA Sports Medicine Association aandacht voor de stressfactor die sport kan zijn voor het hart.

 

Tijdens het WK Voetbal in 2006 stelde de Duitse prof. Gerhard Steinbeck vast dat tv-kijkende mannen op de dagen dat hun team speelde drie keer zoveel risico liepen op een hartaanval dan gewoonlijk. Steinbeck, deskundig op het terrein van de elektrofysiologie van het hart en verbonden aan de Ludwig Maximilians Universität in München, hield 4.000 mannen tegen het licht om de relatie tussen hartproblemen en voetbalspanning te meten.

 

De meeste noodgevallen traden enige uren na de start van een voetbalwedstrijd op. Volgens de onderzoekers lopen vooral mannen risico die al gevoelig zijn voor hartkwalen. Bij zes van de zeven wedstrijden van het Duitse elftal bleek het aantal Duitsers dat zich met hartproblemen meldde danig toe te nemen. Vooral bij een wedstrijd die eindigde met penalty’s kwamen meer fans in het ziekenhuis terecht.

 

In gloednieuw onderzoek van de Universiteit van Southern Californië worden Steinbecks bevindingen goeddeels bevestigd. Een verloren sportwedstrijd kan hartbeschadigend of zelfs fataal uitpakken voor fans, stelt de vooraanstaande Amerikaanse cardioloog-onderzoeker dr. Robert Kloner, expert op het gebied van hoge bloeddruk en hartziekten. Hij bestudeerde de gezondheidsgevolgen van The Super Bowls uit 1980 en 1984. The Super Bowl is een jaarlijks Amerikaanse sportevenement waar miljoenen fans wekenlang van in de ban zijn.

 

De uitkomsten van Kloners onderzoek zijn ronduit zorgwekkend: verlies van hun favoriete sportploegen tijdens een belangrijke wedstrijd blijkt onder bepaalde omstandigheden een aanslag op het hart van grote groepen supporters. De kans dat mensen overlijden aan een hartziekte, ligt in de twee weken na het debacle gemiddeld 20 procent hoger dan in een stressvrije periode. Oudere supporters zijn nog slechter af: hun kans op een fatale hartaandoening loopt op met ruim 22 procent.

 

‘Artsen en patiënten zouden zich ervan bewust moeten zijn’, zegt dr. Kloner, ‘dat stressvolle sporten of spellen zo veel emoties kunnen losmaken dat zij een hartprobleem kunnen veroorzaken.’

 

Het zíjn van supporter in hart en nieren betekent veel meer dan slechts genieten van een spelletje. ‘Fans krijgen een emotionele binding met hun team,’ stelt Robert Kloner. ‘In het bijzonder voor de échte fans wordt het team onderdeel van hun familie. En als er iets naars gebeurt in de familie dan levert dat emotionele stress op.’

 

[ Patiënten en dokters moeten zich bewust zijn van ‘cardiospanning’ ]

[ Nieuw onderzoek naar gezondheidseffecten van The Super Bowl ]

 

Orgaandonatie: Je moet erover spreken aan de keukentafel!

 

LEIDEN – Niets is zo moeilijk als direct na het overlijden van een dierbare aan de nabestaanden te vragen of de organen van de zojuist overledene ter beschikking mogen komen voor donatie. Juist daarom is het zo belangrijk dat iedereen al bij goede gezondheid nadenkt over doneren, dit bespreekt met zijn of haar dierbaren, en liefst zich laat registreren in het donorregister.

 

‘Als de familie net gehoord heeft dat een dierbare is overleden, worden ze overrompeld door de vraag naar orgaandonatie. Zeker als er eerder nooit over gesproken is aan de keukentafel. Familieleden hebben dan geen idee wat de ander ervan denkt en zeggen vaak alleen al daarom nee’.

 

Aan het woord is Caroline Vrijenhoek (31), transplantatiecoördinator van het Leids Universitair Medisch Centrum LUMC. ‘Ik heb 24-uurs bereikbaarheidsdiensten’, legt ze uit. ‘Zodra ik een telefoontje van Eurotransplant krijg over een mogelijke orgaandonor, neem ik contact op met de intensivist van het desbetreffende ziekenhuis, waar ik vervolgens heen ga. Ik spreek eerst met de nabestaanden en bepaal dan zo snel mogelijk welke organen geschikt zijn voor transplantatie. Ik zie toe op het controleren van de conditie van onder andere het hart. Als organen beschikbaar blijken, bekijkt Eurotransplant wie in aanmerking komt voor een orgaan aan de hand van de wachtlijst, en leg ik contact met het ziekenhuis waar de transplantatie plaats zal vinden. Vervolgens plan ik de uitname-operatie en regel de logistiek voor het vervoer van de organen naar de ziekenhuizen waar ze nodig zijn. Na de operatie vertel ik de nabestaanden dat hun dierbare teruggebracht is naar de IC, waar ze afscheid van de overledene kunnen nemen’.

 

Emoties

Caroline wordt bijgestaan door haar collega Erika van Straalen. Als het werk lang duurt, zeker ’s nachts, kan Erika haar aflossen. Caroline erkent dat het werk zwaar is, maar ze zegt het ook graag en met veel passie te doen. Gesprekken met nabestaanden zo vlak na het overlijden zijn nooit gemakkelijk. ‘De emoties van de familie kunnen me aangrijpen. Maar ik vind het fijn om de nabestaanden van de juiste informatie te voorzien, te helpen bij vragen, bij te staan en te ondersteunen. Ik oefen geen druk uit bij het nemen van een beslissing, maar geef hen de uitleg die ze nodig hebben om een goede beslissing te kunnen nemen. Daarbij houd ik rekening met de wensen van de familie. Zo kom ik wel eens tegen, dat de nabestaanden zeggen dat het hart bij de overledene moet blijven. Daar zit soms zoveel gevoel bij’.

 

Jong

‘Bij orgaandonoren gaat het vaak om relatief jonge mensen, meest tussen de 35 en 55 jaar, die plotseling uit het leven zijn weggenomen. Soms zijn het kinderen. Dat is heel moeilijk voor de familie’.

 

Bewustwording

‘Er wordt veel gepraat over het bevorderen van registratie als orgaandonor. Eigenlijk vind ik nog veel belangrijker dat iedereen zich bewust wordt van de keuze, die hij of zij wil maken. Nadenken bij leven wat je wilt als je bent overleden. Bespreek met je familie of je orgaandonor wil worden of juist niet en registreer die keuze. Die bewustwording maakt het makkelijker om een beslissing te nemen op het kritieke moment. Dat maakt het voor de nabestaanden eenvoudiger om een beslissing te nemen, voor zover de overledene niet geregistreerd is als orgaandonor’.

 

Bijzonder

‘In de twee jaar dat ik in dit vak werkzaam ben krijg ik regelmatig dankbrieven van getransplanteerden met het verzoek de dankbrief door te sturen naar de nabestaanden. Ik doe dat ook, maar kijk wel eerst of de anonimiteit gewaarborgd is. Mijn collega Erika kreeg pas geleden in korte tijd twee of drie dankbrieven die ze moest doorsturen aan één familie nabestaanden. Dat vind ik heel bijzonder. Het geeft deze mensen steun’.

 

door: Henri Haenen

 

 

Heeft het kunsthart toekomst?

 

Hartonderzoekers dromen er al van zolang als het menselijk hart hun wetenschappelijke passie beheerst: het permanente kunsthart. Een ultieme prothese om het onherstelbaar zieke mensenhart geheel te vervangen.

 

Het is echter duidelijk niet bij fantaseren gebleven. De afgelopen tientallen jaren is een groot aantal prototypes van zeer uiteenlopende kunstmatige hartpompen vervaardigd. Bedoeld voor plaatsing ín het lichaam.

 

Maar de technische nadelen blijken nog altijd groter dan de voordelen. Het ultieme kunsthart, dat bij wijze van spreken kant en klaar van de plank kan worden gepakt om langdurig een mensenleven te redden, is dan ook nog altijd niet beschikbaar voor grote groepen patiënten.

 

Dat blijft wél het streven van wetenschap en industrie, die hierin onvermijdelijk samenwerken. De ontwikkeling gaat onverdroten door en de speurtocht moet vandaag of morgen – het kan bijna niet anders – tot een gelijkwaardige vervanger van het mensenhart leiden.

 

Want niet alleen uit humaan maar ook uit commercieel oogpunt is een ‘artificieel’, ofwel een kunsthart, namelijk een uiterst aantrekkelijke gedachte. Wereldwijd kampen vele miljoenen mensen met een zwakke hartspier, bijvoorbeeld na te zijn getroffen door een hartinfarct. En dat niet alleen: hét grote probleem in de meeste landen is het welhaast onbeschrijflijk grote tekort aan menselijke donorharten. Bovendien betekent het ontvangen van een menselijk donorhart een levenslange afhankelijkheid van middelen, nodig om de afstotingsreacties door het lichaam te onderdrukken – met alle bijwerkingen van dien. Het was de Nederlandse internist dr. Willem Kolff die in de Verenigde Staten in de jaren vijftig en zestig van de vorige eeuw experimenteerde met complete kunstharten met een linker- en een rechterhelft van het type Jarvik bij enkele kalveren en een stier.

 

Na vele jaren van experimenteren was het de gepensioneerde Amerikaanse tandarts Barney Clark die in 1982 als eerste mens ter wereld een kunsthart kreeg: de Jarvik 7. Dat verlengde zijn leven met slechts 112 dagen. Dit type kunsthart werd kort daarop verboden voor permanent gebruik, omdat de patiënten er hooguit een half jaar mee leefden. In het jaar 2000 kreeg een Britse man een sterk verbeterde uitvoering van het Jarvik-kunsthart en leefde er uiteindelijk ruim zeven jaar mee.

 

Sindsdien zijn er talrijke kunstharten ontworpen, met merknamen zoals AbioCor, CardioWest en InCor. Eind 2010 implanteerden Italiaanse artsen tijdens een tien uur durende operatie bij een 15-jarige jongen een permanent kunsthart. Tijd om te wachten op een passend donorhart was er niet meer.

 

In aflevering-2: Willem Kolff, geestelijk vader van kunstorganen.

Pieter van de Rest: De donorwet moet veranderen: Iedereen donor, tenzij je dat echt niet wilt

 

Pieter van de Rest heeft een missie. Tijdens een flitsende carrière in reclame en marketing en een gezin met jonge kinderen kreeg  hij als 32-jarige een zwaar hartinfarct. Na tien jaar ziekenhuisopnames en operaties kon alleen een donorhart hem nog redden. Pieter kreeg het hart van een vrouw.

 

‘Als mijn donor er niet was geweest, waren mijn kinderen vaderloos opgegroeid’, vertelt Pieter. ‘Sinds ik een nieuw hart heb, ben ik aan een missie begonnen: de Nederlandse donorwet moet anders! Dat is ook een van de redenen waarom ik een boek over mijn ervaringen heb geschreven.’

 

In zijn boek Hart Gezocht beschrijft Van de Rest hoe zijn leven ingrijpend is veranderd sinds zijn 32e jaar. ‘Het boek is allereerst een ode aan de vrouw, wier hart ik nu draag. Daarnaast is het boek een ode aan mijn gezin. Mijn kinderen moesten jarenlang lijden onder de grote angst dat hun vader kon doodgaan. Het was ook een moeilijke tijd voor de relatie met mijn vrouw Carin, van wie ik zielsveel houd. Zeker na de gelukte harttransplantatie liepen de spanningen zo hoog op, dat er een echtscheiding dreigde. Gelukkig redde dokter Kalish, de behandelend cardioloog, onze relatie door te zeggen dat de medicijnen die ik slikte een gedragsverandering veroorzaakten. Ook was ik lang onder narcose geweest, en het kost de hersenen ruim een jaar om daarvan te herstellen.’

 

In zijn boek Hart Gezocht is Van de Rest zeer openhartig en stelt hij zich zeer kwetsbaar op. In het begin van het boek beschrijft hij zijn levenshouding voor zijn eerste hartinfarct. ‘Er was voortdurend stress. Ik legde de lat almaar hoger, was niet snel tevreden. Ik ging maar door en door met werken, en om daarvan bij te komen ging ik ook flink door in de kroeg. Tel daarbij op dat mijn ouders ook hartproblemen hadden. Dat is erfelijk. Op een gegeven moment brak me dat op, en al op zo’n jonge leeftijd. ‘Ik bleek een zeer hoog cholesterol te hebben, 9.6.’

 

Zijn hart kreeg het zwaar te verduren. Zijn wereld werd steeds kleiner en slechts gericht op overleven. Na tien jaar komt het verlossende telefoontje. ‘Ik ben drie jaar geleden wedergeboren in hetzelfde ziekenhuis waarin ik eerder geboren was, het Dijkzigt.’ Saillant detail:  Pieter kreeg in het ziekenhuis het hart van een vrouw, en hij is jarig op internationale vrouwendag.

 

‘Tijdens mijn ziekte hield ik al een blog bij. Ik vond schrijven erg leuk en kreeg veel leuke reacties. Op een gegeven moment besloot ik een boek te schrijven. Omdat ik een missie heb. Het huidige donorregistratiesysteem heeft bewezen niet te werken. Nederland kiest voor een ander systeem. Nu de minister nog!’

 

Hart Gezocht, de overlevingstocht van een man die wacht op een donor. ISBN 9789021548630.

 

 

door: Henri Haenen, fotografie: Rein van der Zee / Bastiaan Musscher

 

Steven Lantink in de ban van aangeboren hartdefect

 

‘Mijn hart klopt nu voor Leonie’

 

Steven Lantink (25) uit Zwolle is verliefd. Op de bijna 23-jarige Leonie, gipsmeester in een ziekenhuis. Ze hebben plannen om te gaan samenwonen, vertelt hij; zó goed gaat het tussen het tweetal. Dat cadeau was hard nodig in Steven’s leven. Want vooral de laatste twee jaar werd hij continu door pech achtervolgd in een sluimerend ziekteproces met een verraderlijk mooie naam: Tetralogie van Fallot. Een aangeboren hartdefect met bijkomende ernstige ritmestoornissen. Ellende dus, waar hij nu eindelijk wel eens een streep onder wil zetten…

 

Dít is wat er telkens gebeurt als het mis gaat bij Steven Lantink: ‘Ineens valt mijn hartritme weg voor enkele slagen… Dan volgt een enorme dreun, alsof het hart de gemiste slagen in één keer wil compenseren. Vervolgens begint mijn hartslag als een razende op te lopen. Naar soms wel 250 slagen. Hoe ik me dan voel? Zweterig, rillerig, soms raak ik even weg. Gelukkig herstelt zich dat steeds na enkele momenten.’

 

Zo’n toestand van totale onmacht deed zich ook voor in augustus 2008 op de A-1, toen bankemployee Steven Lansink van Amersfoort op weg was naar zijn werk in Deventer. ‘Op die ochtend zat ik in de auto en plots was ik weg. Een aantal tellen later werd ik overdwars, met de achterkant tegen de vangrail, wakker op de vluchtstrook.’

 

Dat Steven, toen nog 23 jaar, het eenzijdige ‘ongeval’ kan navertellen was te danken aan enkele eerdere soortgelijke ervaringen met zijn hartritme. Tijdens het rijden had hij de eerste signalen onmiddellijk herkend. En beseft nu: ‘Het had ook heel ánders kunnen aflopen. In de auto voelde ik aankomen dat mijn hart weer slagen oversloeg… nog net kon ik naar de vluchtstrook sturen. Gelukkig maar. Niemand van mijn medeweggebruikers is overigens in gevaar gekomen. En ook ik had geen letsel; ik heb echt heel veel geluk gehad. Wel kwam er een automobilist naar mij toe gesneld om te informeren of alles goed was. Ik was toen alweer bij kennis, alhoewel nog onder de indruk.’ En dat is hij nog steeds.

 

Steven Lantink, toen met grootse plannen om een eigen hypotheekbedrijfje te beginnen, werd kort daarna per ambulance naar het Universitair Medisch Centrum in Groningen (UMCG) afgevoerd. Ze kennen hem als patiënt. Daar staat hij immers al sinds zijn babytijd jaarlijks onder controle voor zijn aangeboren hartdefect ‘Tetralogie van Fallot’. Daarbij is sprake van een viertal kenmerken, zoals een te nauwe longslagader, een opening tussen de linker en de rechter hartkamer, een verdikking van de wand van de rechter hartkamer en een afwijkende positionering van de grote lichaamsslagader (aorta).

 

Binnengebracht na het snelwegincident  konden de artsen in eerste instantie niets vinden dat wees op een oorzaak van zijn plotseling malaise. ‘Maar verder kijkend bleek dat mijn mitralisklep niet functioneerde waardoor mijn rechter hartkamer zwaar verzakt was. De klep, waarvan heel vroeger was gezegd dat-ie rond mijn veertigste problemen zou kunnen geven, vertoonde nu al een groot lek. Daardoor was mijn hartkamer ook zo vergroot.’

 

Met die medische vaststelling kwam een voorlopig einde aan bijna 23 tamelijk onbekommerde jaren zonder al teveel hartsores. Jaren waarin Steven ook actief voetbalde. ‘Weliswaar merkte ik al een tijdje dat ik zware benen had en dat ik van een voetbalwedstrijd wel vier dagen moest bijkomen’, schreef onze ‘hartgenoot’ Steven Lantink op onze internet-community Hartgenoten.nl. ‘Besloten werd dat er een nieuwe klep in moest. Deze operatie heb ik ondergaan en het herstel was eigenlijk een hel: veel pijn en bloedverlies, en het ging allemaal maar nét goed.’

 

In de week erna, toen een meting van 72 uur was uitgevoerd met een ‘Holter-ECG’ dat de ritmestoornis registreerde, kreeg Steven een ICD. Ofwel, een inwendige defibrillator die het hartritme bewaakt en zonodig een hevige elektrische schok kan geven in het geval van een levensbedreigende hartritmestoornis.

 

‘Een tijdlang leek het goed te gaan’, vertelt Steven, ‘Zelfs was ik weer bezig met voetbaltraining bij Olympia in Hasselt. Maar naarmate de tijd verstreek kreeg ik pijn en een enorme zwelling op de plek waar de ICD zit. Het ding begon te zakken…! Op het laatst zat hij in mijn zij, met alle pijn en zwellingen van dien.’

 

Het was het begin van een nieuwe periode vol ellende. Weliswaar deed de hartklep het goed en bleef het hartritme binnen de perken, maar er volgde crisis op crisis: zo werd Steven op een dag met gillende sirenes naar het UMCG vervoerd met een plotseling gescheurde slagader in zijn borstkast, waren er vier operaties nodig om de almaar ‘wandelende’ ICD in zijn lichaam enigszins op zijn plek te houden. En, ook de ritmestoornissen zijn weer terug…

 

Na negen operaties in korte tijd merkt hij dan ook, begrijpelijk, met enigszins onderkoeld cynisme op: ‘We gaan in dit nieuwe jaar lekker door met waar we 2010 mee afsloten.’

Het enige waarnaar Steven en Leonie verlangen is: Rust! En een kans om ongedwongen samen een toekomst op te bouwen. En dat geluk gunt iedereen hen.

 

Steven Lantink is op Hartgenoten.nl bekend onder de naam slantink.

[ ‘Ineens stond ik overdwars tegen de vangrail’ ]

[ Steven en zijn vriendin verlangen naar rust ]

[ ‘Ik herstelde maar moeilijk van de voetbaltraining’ ]

Zwolle
Steven Lantink met geboren hartafwijking
©2011 Foto Frans Paalman Zwolle

 

door: Martijn Maertenz, fotografie: Frans Paalman

Wintersbroodje

Een heerlijk winterbroodje!

Lunchgerecht voor 4 personen

Bereidingstijd: 10 minuten

Zin een snelle lunch op z’n Duits? Maak dan eens deze smakelijke winterse broodjes. Kies voor magere knakworsten omdat worsten over het algemeen veel van het ongezonde verzadigd vet bevatten. Als u voor de magere varianten kiest, kiest u niet alleen voor totaal minder vet maar dus ook voor minder verzadigd vet.

Bereiden:

De knakworsten volgens gebruiksaanwijzing op de verpakking verwarmen. De zuurkool ongeveer 5 minuten verwarmen. De broodjes opensnijden en dun met mosterd besmeren. De broodjes beleggen met zuurkool en knakworstjes.

Bevat per portie:

  • 1380 kJ (330 kcal)
  • 18 g eiwit
  • 8 g vet, waarvan 1 g verzadigd vet
  • 47 g koolhydraten

Boodschappenlijstje:

  • 1 blik kipknakworsten (of andere magere knakworsten zoals runderknakworsten)
  • 1 pak kruidenzuurkool
  • 8 kaiserbroodjes
  • 5 el mosterd

Voedingstip

Bent u gewend altijd een rookworst bij stamppot te serveren? Rookworst bevat veel verzadigd vet, ook de magere varianten.

Ook dikker gesneden plakken casselerrib smaken heerlijk bij zuurkool en reepjes gerookte kip geeft extra smaak aan preistamppot. En bij een wortelstamppot of een stamppot met tuinerwten kan bijvoorbeeld ook een stukje vis.