Jaap Laning geniet met volle teugen van het leven

 

Jaap Laning is de man er niet naar om bij de pakken neer te zitten of zijn hoofd te laten hangen bij tegenslag. Zijn positieve grondhouding zorgde ervoor dat hij na een hartoperatie niet hoefde te revalideren. Bovendien bleek de hartaanval een keerpunt in zijn leven.

 

Jaap Laning leest het Hartbrug-Magazine met veel belangstelling. Ook is hij een geregeld bezoeker van onze website www.hartpatienten.nl, hoewel hij niet aan de discussies meedoet. ‘Ik maak me wel eens zorgen over de reacties op de website’, zegt Laning. ‘Mensen zitten soms zo enorm in zak en as. Soms is daar wellicht alle reden toe, maar toch niet zo vaak. Dan denk ik: is de voorlichting door bijvoorbeeld huisartsen en patiëntenorganisaties wel voldoende? Er is zeker wel eens reden om een beetje bang te zijn. Maar als je nagaat hoe alles tijdens een hartoperatie verloopt, is er geen reden meer om bang te zijn. Geven huisartsen wel genoeg informatie hierover?’

 

Laning begon zijn jarenlange loopbaan als directeur van een klein ziekenfonds in het noorden des lands, in Appingedam. Na een fusie werd hij na verloop van tijd ‘tweede man’ bij het ziekenfonds ANOZ, rayon Groningen. Daaruit ontstond weer een fusie die leidde tot de RZG, een voorloper van het huidige Menzis. Hij heeft in de loop van de jaren diverse staf- en managementfuncties vervuld.

 

‘In 1995 kreeg ik door stress een hartaanval’, vertelt Laning, dat was in januari, maar werd pas in maart ontdekt. Ach, die pijn in mijn rug en schouderbladen, voor mij was werken belangrijker. Het hoorde zo. Toen de cardioloog bij de katheterisatie in juni 1995 een hartinfarct constateerde, bleek dat dotteren onmogelijk was. Ik had vier omleidingen nodig. En dus kwam ik in Groningen op een wachtlijst terecht van maar liefst negen maanden! En iedere keer als ik in die tijd de ambulance hoorde, had ik er de pest in. Daar gaat er weer eentje voor! Uiteindelijk kreeg ik meer urgentie en ben ik in oktober 1995 geopereerd en kreeg ik maar liefst zes omleidingen.’

 

‘De operatie was twee keer uitgesteld en dat was wel even beangstigend’, zei Laning. ‘Sinds de operatie heb ik me magnifiek gevoeld. Toen begon het nieuwe leven. We hebben ervan genoten, mijn vrouw en ik.’

 

‘Ik kon weer 100 procent werken. Maar al gauw ontdekte ik: er is meer dan alleen maar werken. Tot dan toe was werken een van de belangrijkste dingen van mijn leven. Het hartinfarct was een keerpunt, ik keek anders tegen het leven aan. Ik ging meer genieten!’

 

Daarvoor kreeg Laning in 1998 nog meer kans, want toen ging hij met de VUT. ‘Niet iedereen was daar blij mee. Maar ik zei: Ik heb lang genoeg gewerkt. Vanaf dat moment heb ik met volle teugen genoten van het leven en de vrijheid.’

 

In 2001 speelde het hart weer op. ‘Toen werd ik gedotterd. Er zijn daarbij twee stents geplaatst. Dat verliep goed. En dus ging ik vrolijk verder. In 2004 verhuisden we van Groningen naar Apeldoorn. Daar wonen we dichter bij onze kinderen in Apeldoorn en Den Haag.’

 

‘Twee jaar geleden ben ik weer in de molen terecht gekomen. Maar ik kreeg het advies me niet meer te laten opereren aan mijn hart. Het risico was te groot. Wat was er aan de hand? De zesde omleiding bleek defect. Ik sprak erover met de cardioloog en ook een andere cardioloog die de katheterisatie uitvoerde dacht er zo over.  Men vond dat de bijkomende risico’s onverantwoord waren. Weliswaar was de kans dat de operatie lukte groot, maar de kans op complicaties tijdens die operatie bedroeg 70 procent. Ik zou een herseninfarct kunnen krijgen. Dan kwam ik met een goed geopereerd hart in een verpleegtehuis terecht, als verzorgingsbehoeftige. Dat wilde ik niet.’

 

‘Door aangepast medicijngebruik kan ik nog goed verder. Wel merk ik dat ik niet alles meer kan. Maar dat hoeft ook niet. Er is immers nog veel wat ik wél kan en daar genieten we van!’

 

‘We zitten beslist niet in de put. Mijn vrouw heeft al jaren reuma, en dat gaat ook op en neer. Desondanks hebben we nog enkele grote reizen gemaakt. Nogmaals, we genieten, we fietsen veel in de omgeving, er is zo enorm veel dat mooi is!’

 

‘Mijn cardioloog vertelde me ooit: Meestal moeten mensen na een hartoperatie in de revalidatie. Dat heb ik niet gehad. Ik maakte me om de operatie niet druk. En precies die instelling heeft ervoor gezorgd dat ik geen revalidatie nodig had! Ik had niks tussen de oren zitten….’

 

‘Ja, ik zou wel kunnen gaan piekeren. Een hartoperatie is niet meer zinvol. Dat is wel spijtig. Maar als het risico op een herseninfarct zo groot is dat je invalide wordt, dan moet je ervan maken wat ervan te maken valt!’

 

Jaap Laning houdt zelf op internet een blog bij, www.jaapzegt.wordpress.com. Voor de mensen die niet weten wat dat is, een soort dagboek vol notities, maar dan via de computer en op internet, zodat anderen dat ook kunnen lezen. En het blog van Jaap Laning wordt door meer dan honderd mensen gevolgd. In een van zijn blogs prees hij het Hartbrug-Magazine aan als een goede bron van informatie voor hartpatiënten. Hij leest het blad met veel interesse. ‘Toen ik dat jubileumnummer las met de oude foto’s van de hartbruggen naar Houston in Amerika, toen dacht ik: ja, dat weet ik nog! Ik herinner me nog dat de vliegtuigen terugkwamen met mensen die in Amerika geopereerd waren. Ze kregen het toen ook al vergoed door de verzekering. Vóór mijn tijd lag dat anders, heb ik gehoord. Toen keerde de verzekering regelmatig niet uit. Eigenlijk is dat een schandalige zaak geweest! De specialisten toentertijd waren niet allemaal enthousiast over de operaties in Amerika en Engeland.’

 

‘Het Hartbrug-Magazine lees ik met veel plezier. Ik heb eens gevraagd of ik eruit mocht citeren voor op mijn blog. Dat werd goed gevonden. Dat doe ik dus ook en graag. Elke week stuur ik een mailtje rond naar meer dan honderd mensen met de aankondiging van mijn nieuwste blog. Daarnaast zit ik op twitter en op facebook. Dus je zou kunnen zeggen: internet is een soort hobby van mij!’

 

‘Ook op maatschappelijk en kerkelijk terrein ben ik actief geweest, ondanks de beperkingen. Daar ben ik nu grotendeels mee gestopt. Er is nu meer tijd voor de vele mooie dingen die het leven geeft.’

 

Jaap Laning

door: Henri Haenen, fotografie aangeleverd door Dhr. Laning

Fitte mensen hebben minder kans op overlijden

 

Achtduizend zitdoden per jaar. Dat schrikbarende aantal moet omlaag, vindt hoogleraar fysiologie Maria Hopman. En dat kan maar op één manier: meer bewegen.

In Nederland overlijden jaarlijks ruim achtduizend mensen aan de gevolgen van inactiviteit, ofwel: aan te weinig bewegen. ‘Zitdoden’, noemt Maria Hopman, hoogleraar Integratieve Fysiologie aan het Universitair Medisch Centrum St Radboud, deze onfortuinlijke mensen. De afgelopen twintig jaar deed Hopman onderzoek naar de relatie tussen inactiviteit en chronische ziekten, met in het bijzonder hart- en vaatziekten. Tijdens de Nacht van de Gezondheid op 7 juni jl, georganiseerd door gezondheidsblad GezondNu, deelde ze haar bevindingen.

 

Om te beginnen: voldoende bewegen verkleint de kans op hart- en vaatziekten. ‘Het aantal patiënten met hart- en vaatziekten daalt niet, ondanks betere medicatie en meer kennis en voorlichting. Een belangrijke oorzaak daarvan is dat wij massaal te weinig bewegen. Meer dan dertig chronische ziektes zijn te relateren aan een te grote inactiviteit.’

Een belangrijk gevolg van te weinig bewegen is dat mensen te dik worden. ‘Vooral een dikke buik vormt een groot risico. Er is een direct verband tussen de buikomvang en chronische ziektes. Dat komt doordat vetcellen heel actief zijn en allerlei stofjes produceren. Zoals cytokines – stofjes die ons immuunsysteem reguleren – en hormonen. Deze stofjes spelen ook een rol bij het ontstaan van suikerziekte .

 

Toch is overgewicht niet het meest bepalend: onvoldoende fitheid vormt een nog groter risico voor hart en vaten. ‘In Amerikaans onderzoek, de Cooper Clinic, is een groep mensen jarenlang gevolgd. Daaruit blijkt dat niet fitte, slanke mensen meer ziek zijn en eerder sterven dan fitte mensen met overgewicht.’

 

Bewegen, bewegen, bewegen, is het adagium. Volwassenen een half uur per dag, kinderen een uur. ‘Meer dan de helft van de Nederlanders haalt dat niet. Als je alle voordelen van lichaamsbeweging in een pilletje zou stoppen, was dit waarschijnlijk het beste medicijn ter wereld.’  Volgens Hopman hoef je echt niet in een strak pakje naar een fitnessclub. ‘Juist de activiteiten in het dagelijkse leven zijn belangrijk. Neem bijvoorbeeld de trap in plaats van een lift. Traplopen is heel goed voor je gezondheid, want het prikkelt het hart en de longen en is goed voor de spierkracht. Reis je met een bus, stap dan een halte eerder uit. En plan op het werk afspraken met collega’s bij hen in, in plaats van in het eigen kantoor.’

 

De omleiding van een harteuvel

 

Het Engelse woord ‘bypass’ is volkomen ingeburgerd in het Nederlandse taalgebruik. Bijna iedere volwassene kent wel iemand die een bypassoperatie heeft ondergaan na problemen met zijn of haar hart. Bijvoorbeeld na geruime tijd een hinderlijke pijn op de borst (angina pectoris) te hebben ervaren…

Een bypass is letterlijk een omleiding. Nauwgezetter betekent het: óm het probleem heen gaan, het euvel vermijden. Dat is ook precies wat er in werkelijkheid gebeurt: óp het lokaal gestremde bloedvat wordt een ander vat elders uit het lichaam ‘gemonteerd’. Het bypass-bloedvat is dikwijls een slagader uit de borstkas of een ader uit het been en vormt zo een alternatieve route voor de bloedstroom.

Pijn op de borst kan een symptoom zijn van een vernauwing of een verstopping in een bloedvat. Feitelijk is dat een levensbedreigende situatie die alleen kan worden afgewend door de gehinderde bloedstroom weer op gang te brengen. Dat kan soms ook met behulp van dotteren.

Bypass-ingrepen worden wereldwijd al zo’n 45 jaar toegepast. Er is veel ervaring mee en het effect ervan per patiënt is goed te voorzien. De Nederlandse Vereniging voor Cardiologie (NVVC) noemt het dan ook ‘een van de best gedocumenteerde chirurgische ingrepen’ die er zijn.

De bypassoperatie is inderdaad één van de zeer geslaagde resultaten van een lange wetenschappelijke zoektocht naar chirurgische methoden om haperingen of levensbedreigende stagnaties in de bloedvoorziening te herstellen. Dit mankement is dan ook niet langer een medisch-technisch probleem. Een tijdige ontdekking van een dichtslibbend vat is niet altijd een garantie voor ongehinderd verder leven maar kan heel veel gezondheidsproblemen voorkomen, volgens de NVVC zijn tien jaar na de operatie drie op de vijf mensen nog vrij van klachten na een bypass-ingreep.

Reeds in 1935 experimenteerde de Amerikaanse hartchirurg Claude Schaeffer Beck (1894-1971) met het herstel van de bloedcirculatie door een deel van de borstspier te verleggen naar het hart. Zijn Canadese collega Arthur Vineberg (1903-1988) takte begin jaren vijftig van de vorige eeuw een borstslagader af om via de hartspier de linkerhartkamer van bloed te blijven voorzien.

Nadat de Amerikaan Robert Goetz en de Rus Vasilii Kolesov belangrijke verfijningen hadden aanbracht in de eerdere baanbrekende omleidingstechnieken van hun vroegere collega’s, werd de eerste bypassoperatie ter wereld uitgevoerd op 9 mei 1967. In de Cleveland Clinic, door de Argentijn René Géronimo Favaloro (1923-2000).

Zijn bypassprincipe wordt vandaag de dag nog immer toegepast, ook wanneer meer dan één omleiding nodig is. Favalore’s techniek is de wetenschappelijke onomstreden standaardmethode geworden in deze succesvolle hartbehandeling. In Nederland worden sinds eind jaren zestig bypassoperaties uitgevoerd; de eerste bypass operatie is gedaan door prof. dr. Pierre Kuijpers in het Academisch Ziekenhuis van Nijmegen.

Bep van Os ging al 50 keer met ons mee op reis!

Bep van Os uit Almere-Haven, inmiddels 87 jaar oud, ging maar liefst vijftig keer mee met een reis van Hartpatiënten Nederland. Via HartbrugReizen leerde ze veel mensen kennen en bezocht ze nieuwe oorden.

‘Mijn vijftigste reis bracht me naar België, naar Oostende om precies te zijn’, vertelt Bep. ‘Een van de trips was Brugge. Onderweg in de bus zei chauffeur Wim me al: jij koopt niks! Houd je beurs in je zak. ’s Avonds heb ik toen meegedaan aan een potje Rummikub en ik won nog de prijs ook. Alsjeblieft, zei Wim en hij gaf me een klein pakje. Zat daar een vingerhoedje in van de stad Brugge. Ik spaar vingerhoedjes uit diverse landen. Maar met dat ene vingerhoedje was ik nog niet klaar. Er kwam een tweede en nog een derde. Op die laatste vingerhoed stond een toren met een heks op een bezemsteel! Ook van de medische begeleiders Toos en Piet kreeg ik cadeautjes. En als grote klap op de vuurpijl kreeg ik de reis gratis! Maar die heb ik over laten schrijven naar de eerstvolgende reis naar het Wienerwald, want dan ga ik weer mee.’

In 2000 overleed de man van Bep. Een jaar later wilde ze toch graag weer eens op vakantie. ‘Ik was toen al acht jaar niet meer op vakantie geweest’, herinnert Bep zich. ‘In de Hartbrug zag ik een reis naar Spanje. Ik heb de stoute schoenen aangetrokken en het is me heel goed bevallen.’

Sindsdien is Bep minstens twee keer per jaar meegeweest, soms zelfs vijf keer per jaar. ‘Ik heb heel veel foto’s van al die vakanties. De kinderen zeggen tegen me: zolang je gezond bent, moet je het volhouden. Ze zijn helemaal niet jaloers.  Nou, mijn jongste dochter grapte wel eens: denk je om mijn erfenis? Ik antwoordde haar dat ik daar elke dag aan dacht. Als ik mijn portemonnee open doe, denk ik aan jou, zei ik tegen haar.’

‘Ik kan heel veel verhalen vertellen. En steeds weer komt terug: we hebben zo gelachen! In Italië hebben we eens een concert meegemaakt van André Rieu. Dat was hartstikke leuk. We kwamen pas om vijf uur ’s nachts terug in ons hotel. André verwelkomde de mensen in het Italiaans, Spaans, Duits, Frans en in het Nederlands. Toen ging er een hoeraatje van ons op. Hij was echt blij dat er Nederlanders zaten.’

‘Ook een mooie ervaring was een reis door Friesland, waar we de Elfstedentocht gevaren hebben. In Hindelopen ging ik het schaatsmuseum binnen. Toen ik wilde betalen zei een meneer tegen mij: u hoeft niets te betalen, u bent de 1000ste bezoeker! De Friese omroep was er en de krant, ’s avonds was ik op tv en in de krant stond een foto van mij. Ik kreeg een boek over de Elfstedentocht en mocht koffie drinken en suikerbrood eten met de hoge heren!’

‘Ik reis zo graag mee met onze chauffeur Wim, want hoe vaak ik ook dezelfde plaatsen bezoek, Wim weet steeds weer iets nieuws te vinden. Mijn leukste reis? Moeilijk te zeggen. Het is allemaal hartstikke gezellig.  In Italië kom ik graag, daar leggen mensen je in de watten. In Zwitserland lieten ze me eens op een heuse waldhoorn blazen. Er kwam niet meer dan een piepje uit! Maar het gezelschap van medereizigers riep Hiep Hiep Hoera en klapte in de handen. Hartstikke leuk!

Ik zeg altijd tegen de mensen als we afscheid nemen aan het eind van de reis: ik hoop dat jullie nog eens mee gaan. En ik adviseer hen: schrijf op waar je graag heen wil. Wie weet wordt je wens ingewilligd!’

Ook met ons mee? Kijk op HartbrugReizen.nl of bel tijdens kantooruren met 0475 – 31 72 72.

ZORG UIT LIEFDE & VRIENDSCHAP

 

ROERMOND/BUNNIK – Anne-Lize zorgt voor haar 86-jarige demente moeder, die bovenop alle ellende ook nog kampt met hartklachten. ‘Het is alleen al een karwei om te zorgen dat zij op tijd haar medicatie krijgt’, verzucht Anne, die heel veel tijd besteedt aan haar moeder en dagelijks thuishulp geeft, totdat er een plekje vrijkomt in een verzorgingshuis. Ze wil haar moeder niet kwijt, maar zó kan het ook niet veel langer meer. ‘Mama is zo vergeetachtig en ze wordt steeds verwarder.’ Maar het zal wennen zijn zonder haar, weet Anne-Lize.

 

Frits, met een drukke baan als juridisch medewerker bij een petrochemisch bedrijf, probeert zo goed en zo kwaad als het gaat, zijn oude vader thuis te helpen. ‘Mijn moeder is in 2003 overleden. Vader is sindsdien alleen en heeft vaatproblemen, waardoor hij ook heel moeilijk loopt. Zichzelf echt goed verzorgen kan hij niet. Mijn vrouw helpt hem zoveel mogelijk en ik spring als het maar even kan bij.’ Frits geeft toe dat het best moeilijk is om de zorg te combineren met zijn werk.

 

Dolores helpt haar gehandicapte zusje, beurtelings met andere leden uit het gezin van drie broers en vier zusjes. Jasmin heeft het syndroom van Down en een -bij patiënten met dit syndroom veelvoorkomende- hartafwijking, waaraan Jasmin uiteindelijk geopereerd moet worden.

 

Dolores, Frits en Anne-Lize zijn drie van de ruim drieënhalf miljoen mantelzorgers die ons land rijk is. Daar hebben ze alle drie eigenlijk nooit bij stil gestaan. ‘Wíj mantelzorgers?’, zegt Anne-Lize, ‘Ik had geen idee dat ons werk ook nog een naam had…’

 

Ze deden gewoon wat ze moesten doen: het helpen van degene die hen na staat, van wie zij houden, om wie ze geven. Alle drie hebben ze bovendien gemeen dat zij zijn betrokken bij de hulp aan mensen met hartklachten. Gezinsleden, familie, vrienden, ook kennissen en buren, die het meestal vanzelfsprekend vinden dat zij hun dementerende moeder, hun moeilijk ter been zijnde vader, het zusje dat volledig verzorgd moet worden, een vriend of een naaste zieke buur, bijstaan.

 

Mantelzorg is als volgt te definiëren: het is onbetaalde intensieve en langdurige zorg voor een persoon, vanwege een persoonlijke relatie met die persoon. Velen van u, donateurs van Hartpatiënten Nederland, hebben in de loop van de tijd aangegeven in meer of mindere mate belangeloze thuishulp van naasten te krijgen. Daarom plaatsen we De Mantelzorger in dit Hartbrug-Magazine op de voorgrond.

 

Ruim een miljoen mantelzorgers zorgt meer dan een volle werkdag (van acht uur) per week en langer dan drie maanden voor een ander. Volgens de landelijke mantelzorgvereniging Mezzo, in Bunnik, dichten mantelzorgers met al hun inspanningen en werkkracht zeker 60 procent van de gaten in de zorg die door de bezuinigingswoede van het huidige, demissionaire kabinet zijn gevallen. Het is dan ook niet verwonderlijk dat honderdduizenden van deze verzorgenden zich zwaarbelast of zelfs overbelast voelt. Want, uit een meldactie van Mezzo blijkt dat ruim 80 procent van de mantelzorgers ook huishoudelijke en/of zorgtaken uitvoert in het verpleeg- of verzorgingshuis van hun naaste. Ruim 40 procent doet dit zelfs op dagelijkse basis.

 

Hoewel het verreweg de meesten niet om geld te doen is, heerst er volgens Mezzo wel boosheid en ergernis over het mogelijk verdwijnen van het ‘mantelzorgcompliment’ van 200 euro dat eens per jaar door de overheid wordt gegeven als bedankje namens de samenleving voor al het werk dat belangeloos wordt verzet. Werk dat de schatkist vele miljoenen – en misschien wel enkele miljarden – euro’s scheelt. Maar ook dát gebaar dreigt nu te verdwijnen in de maalmolen van de bezuinigingen.

 

In het dagblad Trouw verklaarde een mevrouw uit Drachten, die al 22 jaar voor haar man zorgt, die bijna volledig afhankelijk van haar werd na een hersenbloeding: ‘Het gaat me heus niet om het geld. Maar ik ben de erkenning en waardering die ik voel kwijt, als het mantelzorgcomplimentje dat ik vijf jaar kreeg, verdwijnt.’

 

‘Het is niet reëel te denken dat nog meer inzet van mantelzorgers in de ouderenzorg mogelijk is’, verklaarde Roos Verheggen, waarnemend directeur van Mezzo, in de media. Mantelzorgers zijn bang dat zij verdere bezuinigingen in de gezondheidszorg ook op moeten vangen. Meer dan de helft van de mantelzorgers in Nederland heeft meer stress sinds de bezuinigingen zijn doorgevoerd.

 

[ Boosheid over verdwijnen van Mantelzorgcompliment ]

 

[ Ik verlies de waardering en erkenning door alle bezuinigingen… ]

Vaatpioniers!

 

Stamceltransplantatie is gebruikt voor het geschikt maken van een nieuwe ader ten behoeve van een tienjarig Zweeds meisje. Het kind leed aan de ernstige maar relatief weinig voorkomende auto-immuunziekte ‘ITP’; dat is de afkorting van de moeilijk uit te spreken ziektenaam ‘idiopathische trombocytopenische purpura’. Een aandoening waarbij de patiënt antistoffen aanmaakt die zich hechten aan het oppervlak van de eigen bloedplaatjes, die daarna versneld worden afgebroken in de milt en de lever.

 

Een bedreigend tekort aan bloedplaatjes dus. Immers, omdat bloedplaatjes betrokken zijn bij de bloedstolling, is er bij een tekort een verhoogde kans op bloedingen. Onlangs kreeg dit meisje haar nieuwe ader met succes geïmplanteerd. Dit vanwege een eveneens extreem hoge bloeddruk in de poortader, de grote ader die bloed van de darm naar de lever voert. Met de donorader werd een nieuwe verbinding gevormd tussen darm en lever.

 

Het negen centimeter lange donorbloedvat was met haar eigen stamcellen bewerkt, zodat het ook beter door het lichaam zou worden geaccepteerd.

 

Een staaltje wetenschappelijk vakmanschap onder leiding van chirurg professor Michael Olausson van de Universiteit van Göteborg. Een bijzondere prestatie, omdat de ader van een overleden donor zodanig was gereinigd en ontdaan van levende cellen, totdat alleen het ‘eiwit-skelet’ overbleef. Hierop werd op het adergeraamte een nieuw laagje gladde spier- en endotheelcellen van het patiëntje aangebracht, als nieuwe bekleding. Na twee weken was het geproduceerde weefsel klaar om te worden ingebracht. ‘Het patiëntje verkeert in goede gezondheid, haar vooruitzichten zijn heel goed’, sprak Olausson opgewekt.

 

Een vinding die volgens hem wellicht straks ook in de hartgeneeskunde te gebruiken is. Want, hoewel geen ziekte van het hart of de aangesloten vaten, bracht deze bijzondere ingreep ons in herinnering terug naar ‘s werelds eerste grote vaatoperatie, in augustus 1933. In de jaren ervoor had de Amerikaanse chirurg Robert Gross uit Boston samen met kinderarts John Hubbard een methode uitgedacht en uitgewerkt om bij kinderen een aangeboren open verbinding tussen de longslagader en de aorta, de grote lichaamsslagader, te dichten door middel van dichtbinden of dichtbranden. Beiden hadden daarvoor de hulp ingeroepen van pionier Eliot Cutler, die baanbrekend werk had verricht in de hartchirurgie.

 

Eind augustus ‘33 was de methode klaar voor experimentele toepassing en diende zich een zevenjarig patiëntje aan met deze aandoening, een ‘patent ductus arterioses’. De open verbinding werd met succes gedicht door deze dicht te binden. Kort daarna mocht het kind naar huis. Een tweede operatie bij een veertienjarig patiëntje mislukte. Uiteindelijk zou Gross, samen met chirurg Charles Hufnagel, nog vóór de Tweede Wereldoorlog, ook andere precaire vaatafwijkingen, zoals aorta-vernauwingen, corrigeren.

 

In Nederland verrichtte S. Kropveld in 1941 de eerste grote vaatoperatie bij een kind met de persisterende open ductus van Botalli, een vat in het hart tussen longslagader en aorta. Dit is bij de foetus aanwezig voor de circulatie naar de longen. Kort na de geboorte zou het moeten sluiten, hetgeen niet altijd gebeurt.

Onverwachte reanimatie maakt diepe indruk

 

Drie april: een op het eerste gezicht normale dag verandert het leven van de jonge Kim Roest voorgoed. De zestienjarige, eerstejaars verpleegkunde studente uit Eindhoven   is van school op weg naar huis tot een huilend meisje haar aanhoudt. Kim gaat direct tot actie over, want op het fietspad ligt het levensloze lichaam van een volwassen vrouw.

 

Het meisje vroeg of ik kon reanimeren.  Mijn scooter heb ik aan de kant gegooid en ik ben direct begonnen. Ik dacht niet aan het feit dat ik de dag ervoor mijn eerste reanimatieles achter de rug had. De mevrouw lag er al een tijd en ik wist dat het nu moest gebeuren. Het reanimeren ging vanzelf,’ vertelt Kim. Kim hoort dat de mevrouw hartklachten heeft en de oma is van het geëmotioneerde meisje. Ondanks het feit dat er familieleden om de mevrouw heen staan, is er niemand in staat om haar te reanimeren. Kim bevindt zich op het juiste moment op de juiste plaats.

 

Het moment zelf herinnert Kim zich bij vlagen: ‘In de verte hoorde ik mensen gillen dat de ambulance onderweg was. Eenmaal gearriveerd moest ik doorgaan met reanimeren tot de politie aankwam. Zij namen het toen over.’ Vanaf dat moment beginnen er moeilijke dagen voor de verpleegkundige in opleiding: ‘Nadat het slachtoffer per ambulance is afgevoerd heb ik een glaasje water van het meisje gekregen. Ik trilde. Duizenden gedachten raasden door mijn hoofd, onder andere of ik het goed had gedaan.’

 

Terwijl de familie en de toegestroomde hulpverleners langzaam uiteengaan blijft Kim verloren achter. Zij, diegene die zojuist wellicht iemands leven heeft gered, is aan haar lot overgelaten: ‘Nu was ik overstuur. Ik heb naar huis gebeld, maar niemand nam op. Op de automatische piloot ben ik naar huis gereden en heb vervolgens anderhalf uur gehuild. Mijn vader heeft mij uiteindelijk via de telefoon eerst moeten kalmeren voordat hij mij kon verstaan.’

 

Kims ouders bieden een luisterend oor, maar veel meer kunnen zij voor hun geschrokken dochter niet betekenen. Net zoals haar school en stage: ‘Op school en stage vond iedereen het supergoed van mij. Ik heb er lang met mijn ouders over gepraat. ’s Avonds heeft mijn vader de plaatselijke politie gebeld. Zij mochten alleen vertellen dat de mevrouw het heeft overleefd. De politie heeft haar verontschuldigingen aangeboden en aangegeven dat het nooit had mogen gebeuren dat ik zo ben achtergelaten. De dienstdoende agent heeft later ook zijn excuses gemaakt.’

 

Slapeloosheid, piekeren en het voorval in gedachten constant herhalen: het zijn maar enkele voorbeelden van de indruk die het op Kim heeft achtergelaten. Voor haar eigen gemoedstoestand en om naar de vrouw te informeren gaat Kim na enige tijd bij de familie van de gereanimeerde mevrouw langs: ‘Zij vertelden mij dat het naar omstandigheden goed gaat. Later hoorde ik dat de overlevingskans van de mevrouw, toen ze op de IC lag, maar tien procent bleek te zijn.  Van haar heb ik uiteindelijk een kaartje gehad. Dat vond ik fijn, want in eerste instantie hoorde ik maar niks.’

 

Inmiddels gaat het een stuk beter met Kim, maar dat het voorval een diepe impact heeft achtergelaten op haar leven is zeker. ‘De politie had beter moeten handelen nadat iedereen weg was, want zij hadden zelf ook gezien dat ik minderjarig was.

 

Ik zou graag zien dat er een informatiepunt komt voor hulpverleners. Vanuit medisch perspectief begrijp ik dat er voorzichtig moet worden omgegaan met gegevens van patiënten, maar als hulpverlener wil je graag weten of iemand het gered heeft of niet. Vooral als jij degene bent die heeft gereanimeerd.’

 

 

 

door: Mersiha Ćuk, fotografie: Daniëlle Brouns

Huisarts vindt zorg belangrijker dan geld

 

TILBURG – Huisartsen vinden het geven van goede zorg belangrijker dan de financiële beloning. Voor patiënten is dit een geruststellende wetenschap: de dokter kijkt eerst naar de patiënt en dan pas naar wat hij eraan verdient!

 

Dat blijkt uit een NIVEL-onderzoek door Christel van Dijk. NIVEL staat voor Nederlands instituut voor onderzoek van de gezondheidszorg. Van Dijk promoveerde op woensdag 20 juni aan de Universiteit van Tilburg op het effect van veranderingen in het honoreringssysteem voor huisartsen sinds 2006. Toen werd het nieuwe verzekeringssysteem ingevoerd. Voor die tijd had men particulier verzekerden en ziekenfonds verzekerden. In 2006 veranderde dit en kreeg iedereen een basisverzekering. Daarbij werd het verschil tussen particulier-  en ziekenfondsverzekerden afgeschaft.

Dat betekende ook voor de huisarts een verandering in de honorering, legt Christel uit. ‘Theoretisch gingen we er vanuit dat huisartsen gevoelig zouden zijn voor wijzigingen in de financiële prikkels. Dat bleek nauwelijks het geval. Het gedrag van de huisarts lijkt – anders gezegd- niet in de eerste plaats bepaald door zijn of haar inkomen, maar door de moraal dat zij ‘het goede willen doen’ voor de patiënt. Deze professionele moraal lijkt de overhand te hebben bij de keuzes die Nederlandse huisartsen maken.’ Vóór 2006 gold voor ziekenfondspatiënten een inschrijvingstarief, en voor particulier verzekerden een betaling per verrichting.

Vanaf 2006 kwam er een gecombineerd systeem met inschrijftarief en betalingen per contact voor iedereen, waarbij de bedragen wel verlaagd werden. ‘Deze verandering in honorering heeft niet geleid tot grote verschillen in het aantal contacten, de toegankelijkheid, de lengte van de contacten en het volgen van de richtlijnen vanuit de beroepsorganisatie’, aldus Van Dijk.  ‘Mensen geven aan dat ze arts of huisarts willen worden omdat ze mensen willen helpen’, verklaart de onderzoekster dit gegeven. ‘Dat maakt de moraal van ‘het goede willen doen’ juist zo belangrijk. En blijkbaar dus belangrijker dan de verschillen in honorering die sinds 2006 ontstonden.’

 

Het onderzoek is ook belangrijk voor beleidsmakers, benadrukt Van Dijk. ‘Sterke financiële prikkels zoals betalingen per contact of voor kwaliteit kunnen uiteindelijk de motivatie van huisartsen, om het goede te doen, ondermijnen. Dat kan nooit de bedoeling zijn. Daarom is het belangrijk dat beleidsmakers hiermee rekening houden bij het ontwerpen van nieuwe honoreringssystemen voor huisartsen.’

 

Christel van Dijk (28) studeerde gezondheidswetenschappen aan de VU in Amsterdam. Zij putte voor haar onderzoek uit de gegevens van de elektronische patiëntendossiers van ongeveer honderd huisartsen. Het onderzoek begint met een meting in 2002, dus over de jaren voordat het nieuwe systeem werd ingevoerd, tot en met 2008, dus de eerste jaren na invoering van het systeem.

 

 

door: Henri Haenen, fotografie: NIVEL

Hartpatiënt bedwingt Alpe d’Huez

 

Twee keer bedwong hij in juni met de fiets de Alpe d’Huez. En hij haalde daarmee bijna 5.000 euro op voor het Koningin Wilhelmina Fonds. Hartpatiënt Stefan Teunis uit Oldenzaal liet zich ondanks tegenslag en verdriet niet uit het veld slaan.

 

Teunis was een van de velen die de berg beklommen. Hij deed zodoende mee aan het gevecht voor de overwinning op kanker. Zo’n 8000 mensen beklommen op woensdag 6 en donderdag 7 juni de majestueuze berg in het Franse Alpenland.

 

Deze massale sponsoractie Alpe d’HuZes 2012 heeft rond de 30 miljoen euro opgebracht. Hiermee is de opbrengst van 2011, bijna 21 miljoen euro met 4300 deelnemers, ruimschoots overtroffen.

 

‘In november besloot ik mee te doen aan de beklimming’, vertelt Stefan. ‘Tijd zat om je voor te bereiden, zou je zeggen. Toch heb ik maar twee maanden kunnen trainen. Mede daardoor was de beklimming een grote opgave voor mij.’

 

‘Alpe d’Huzes is opgezet met als doel de onmacht die door kanker ontstaat om te zetten in kracht. Ik besloot om mee te doen, want mijn moeder lijdt aan kanker, en ook in mijn zakelijke omgeving hebben mensen deze ziekte.’

 

Het was geen eenvoudig besluit dat hij in november nam. Een half jaar eerder, in april 2011, onderging Stefan wegens een aangeboren hartafwijking een hartoperatie. Daarbij werd een hartklep vervangen en een stent geplaatst in zijn longslagader. ‘Ik heb de afgelopen dertig jaar maar één long kunnen gebruiken. De stent was een oplossing, waardoor ik beide longen weer volledig zou kunnen benutten. Maar de stent werd niet goed geplaatst of is verschoven. Daardoor is de vernauwing in de longslagader weer terug. Met als gevolg dat ik 80 procent van een van de longen niet kan gebruiken. Dat betekende tijdens de beklimming dat de spieren onvoldoende zuurstof kregen en snel verzuurd raakten. Dat was een tegenslag, ik had gerekend op meer lucht tijdens de klim.’ De berg telt 21 haarspeldbochten. De klim tussen die bochten is het zwaarst. Maar het zware ademhalen was niet de enige tegenslag voor Stefan.

 

Stefan heeft slechts twee maanden kunnen trainen. Hij had een langere trainingsduur voorgenomen. Maar het noodlot achtervolgde hem. In januari kon Stefan niet trainen wegens een ontsteking in zijn lies. Begin februari kreeg zijn vader te horen dat hij longkanker had. Enkele weken later, op 29 februari, overleed zijn vader na een kort ziekbed. ‘Vervolgens moest ik mijn moeder ontlasten met de administratieve rompslomp. Bij mijn moeder werd vorig jaar borstkanker geconstateerd. Dat was ook de reden om mee te doen met de klim. Toen ik dat besluit nam, wist ik natuurlijk niet van de ziekte van mijn vader. Het verwerken van zijn overlijden bleek een zware emotionele belasting te zijn tijdens de fietstocht op de Alpe d’Huez. Tijdens de tocht naar boven had ik als gevolg daarvan hele zware momenten!’

 

‘Ik had me voorgenomen de Alpe d’Huez zes keer te beklimmen. Op zondag 3 juni ben ik de berg op gefietst om te oefenen. Alles ging prima, ik had een cadans van 60, een hartslag van 161. Maar de klim ging niet met twee vingers in de neus. En dus besloot ik mijn doel naar beneden bij te stellen, de berg geen zes, maar drie keer te beklimmen.’

 

‘Op donderdag 7 juni was de grote dag. Om 6.45 uur sprong ik op mijn fiets voor mijn Alpe d’Huzes. Halverwege begaf de batterij van mijn fietscomputer het. Daardoor wist ik niet meer hoe snel ik fietste en wat mijn cadans is. Vervelend want daar had ik op getraind. Gelukkig werkte de hartslagmeter nog. Niet lullen, Teunis, dacht ik bij mezelf, beenstukken omlaag, jasje uit en knallen maar. Ik mikte op drie beklimmingen. Eerst twee achter elkaar, dan uitrusten en ’s middags de derde.’

 

‘De bochten bleken zwaarder dan tijdens het oefentochtje de zondag ervoor. Ik ben gestopt om te checken of mijn remmen soms vastliepen want ik kwam steeds langzamer vooruit. Vlakbij de top stonden mijn vriendin Arnelien, mijn vrienden Mark, Anja en Lotte me op te wachten voor een figuurlijk steuntje in de rug. Ik haalde de top in twee uur. Na de afdaling even stoppen voor wat eten en tien minuten later trapte ik alweer op de pedalen voor de tweede beklimming.’

 

‘Na de derde bocht kwam ik achter een groep langzame fietsers te zitten. Ik werd gedwongen daar achter te blijven hangen. Dat kostte me veel energie, en dus stopte ik even. Dat bleek een foute beslissing, want de vermoeidheid sloeg me vol in de benen! Ik had veel last van de zon, het was meer dan 30 oC. Vanaf bocht dertien was mijn lichaam er helemaal doorheen. Mijn hartslag wilde maar niet dalen, ook al stopte ik onderweg. Voor mij als hartpatiënt geen goed teken. Ik werd licht in mijn hoofd en mijn benen waren als gelei. Doorzetten, dacht ik, maar het werd een drama. Ik besloot van de derde klim af te zien. Ik wilde mezelf niet de vernieling in fietsen. Ik was lichamelijk gesloopt, had geen energie meer. Bovendien speelde het verlies van mijn vader steeds door mijn hoofd. Ik zette alles op alles om althans de tweede klim tot een goed einde te brengen. Na een behulpzaam duwtje in de rug ging het de laatste kilometers wat beter. Gelukkig stonden mensen me langs de kant aan te moedigen om door te gaan. Dat gaf mijn benen vleugels! Ik genoot van de zegetocht over de finish. Na twee uur en twintig minuten fietsen stapte ik geëmotioneerd af, nam het applaus in ontvangst en bleef zitten met een dubbel gevoel. Ik was teleurgesteld dat ik geen drie klimmen heb gemaakt, maar tegelijkertijd trots dat ik de berg twee maal bedwongen had. De rest van de dag heb ik aan de kant gestaan om de anderen aan te moedigen. Want ik weet hoe belangrijk dat is. En ’s avonds hebben we na weken zonder patat of junkfood een heerlijk hamburgermenu besteld met een dubbele portie friet. Beviel prima!’

 

Eind juni werd Stefan opnieuw geopereerd aan zijn longslagader. Er werd een nieuwe stent ingebracht om de vernauwing op te heffen. Zodat Stefan bij een volgend fietsavontuur meer lucht heeft!

 

 

door: Henri Haenen, fotografie aangeleverd door: Stefan Teunis

 

Reisverzekeringen: vergelijken loont

 

Een vakantie is bedoeld om lekker zorgeloos te genieten. Maar onverwachte gebeurtenissen – zoals een ziekenhuisopname of gestolen koffer – kunnen uw plezier behoorlijk bederven. Met een reisverzekering kunt u zich tegen dit soort calamiteiten verzekeren, maar de verschillen tussen verzekeringen zijn groot.

 

Een vakantie boeken is leuk. Bestemmingen uitzoeken, reisboeken doorstruinen, googlen naar tips; het maakt deel uit van de voorpret. Het zoeken van een goede reisverzekering vinden de meeste reizigers waarschijnlijk een minder aantrekkelijk klusje. Toch loont het de moeite om niet klakkeloos de eerste de beste af te sluiten. De prijzen, maar ook de dekkingen, verschillen namelijk flink tussen verzekeraars. Beter is het om eerst te bepalen waar u precies voor verzekerd wilt zijn en vervolgens een verzekering te zoeken die daarvoor een voordelige premie biedt.

 

Een eerste keuze die u moet maken is of u een doorlopende reisverzekering neemt of bij elke reis een ‘losse’. Een stel dat meer dan twee à drie weken per jaar op vakantie gaat, is meestal voordeliger uit met een doorlopende reis- en annuleringsverzekering, zo adviseert de Consumentenbond. Voor gezinnen ligt het omslagpunt al bij twee weken. Een doorlopende reisverzekering is bovendien gemakkelijk: ook weekendjes weg en dagtripjes naar het buitenland zijn meteen verzekerd.

 

Het belangrijkste onderdeel van een reisverzekering is het onderdeel ‘onvoorzien/hulpverlening’. Hiermee bent u verzekerd voor bijvoorbeeld de kosten van hulpverlening door een alarmcentrale en extra reis- en verblijfskosten na een ziekte of ongeval. Dit soort kosten kunnen flink oplopen, vandaar dat alle reisverzekeringen dit onderdeel hebben opgenomen in hun standaardpakket. Bij de meeste verzekeraars zijn dit soort kosten onbeperkt gedekt, maar bij andere geldt er een maximum. Iets om op te letten dus.

 

Overlap

Een ander punt is dat reisverzekeringen vaak een overlap hebben met de (aanvullende) ziektekostenverzekering. In Europese landen, waar de HartbrugReizen naartoe gaan, zijn ziektekosten grotendeels gedekt door uw (aanvullende) ziektekostenverzekering. Maar hoe werkt het als ook uw reisverzekering deze kosten dekt? Stel: u wandelt door de bergen en breekt uw been. U wordt geopereerd en met een ambulance terug naar Nederland vervoerd.

 

Wie gaat datvergoeden, uw reis- of zorgverzekering? U heeft in die omstandigheden waarschijnlijk weinig zin om uit te zoeken bij wie u moet zijn. Daarom hebben verzekeraars het convenant ‘Samenloop zorgverzekeringen/reisverzekeringen’ gesloten. Dit betekent dat de alarmcentrale die het eerst wordt benaderd, zorg draagt voor de hulpverlening en de kostenafhandeling. Achteraf bepalen de verzekeraars onderling wie wat moet betalen.

 

Overbodige dekkingen

Ook het dekkingsgebied is belangrijk bij uw keuze. De meeste reisverzekeringen bieden standaard Europadekking. Ook de niet-Europese landen rond de Middellandse Zee, de Azoren, Madeira en de Canarische eilanden zijn meestal inbegrepen. Een aantal verzekeraars biedt standaard werelddekking aan. Maakt u uitsluitend Europese reizen, dan is dat zonde en waarschijnlijk onnodig duur. Datzelfde geldt als een verzekering standaard wintersportdekking biedt, terwijl u nooit op wintersport gaat. Gaat u uitsluitend op reis met begeleide busreizen, zoals HartbrugReizen, dan is ook de dekking Autopechhulp overbodig.

 

Neemt u vooral oudere spullen mee, dan kunt u ook overwegen het onderdeel bagage niet mee te verzekeren. Bij sommige verzekeraars heeft u hierbij een eigen risico van honderd euro of zelfs meer. Bovendien krijgt u meestal slechts de dagwaarde terug als uw kostbare camera of dure zonnebril is gestolen. De vraag is hoeveel u daar aan heeft. Wilt u deze dekking toch afsluiten, let dan goed op wat de verzekering vergoedt en hoe hoog het eigen risico is.

 

Annulering

Een annuleringsverzekering, al dan niet ‘ingebakken’ in uw reisverzekering, is vaak geen overbodige luxe. Die vergoedt (deels) de reiskosten als uw reis door persoonlijke omstandigheden niet kan doorgaan of moet worden afgebroken. Bijvoorbeeld bij ernstige ziekte of overlijden van naasten en vaak ook bij plotselinge werkloosheid, zwangerschapscomplicaties en echtscheiding. Gaat de reis naar een camping in Zeeland, dan zijn de annuleringskosten meestal zelf wel op te brengen. Bij een dure rondreis is dat vervelender. Bij de meeste reisaanbieders kunt u tot een week na de boeking van de reis nog een annuleringsverzekering afsluiten. U heeft dus voldoende tijd om rustig prijzen en voorwaarden te vergelijken.

 

Als u een reis moet annuleren of afbreken vanwege bijvoorbeeld ziekte of overlijden van een naaste, willen uw reisgenoten dit vaak ook. Dit is meestal geen probleem, mits de reisgenoten samen op één polis staan. Is dat niet het geval, kijk dan in de polisvoorwaarden hoe uw verzekeraar hier mee om gaat.

 

Bij sommige reisverzekeringen geldt dat de meereizende persoon alleen kan annuleren als hij alleenreizend wordt. Reisverzekeringen kunnen ook als voorwaarde stellen dat de reizigers samen op één boeking moeten staan of voor exact dezelfde periode een annuleringsverzekering hebben afgesloten.

 

Hoe vindt u een goede reisverzekering?

U kunt natuurlijk verschillende offertes opvragen van reis- en annuleringsverzekeringen. Sneller – en gemakkelijker – is het om te vergelijken op internet. Op vergelijkingssites als Independer.nl en Verzekeringssite.nl kunt u selecteren op gewenste dekking en zo prijzen en dekkingen vergelijken. Let er wel op dat deze sites niet onafhankelijk zijn: hun doel is verzekeringen verkopen. Op www.consumentenbond.nl, zoekterm ‘reisverzekeringen’, vindt u een onafhankelijke vergelijker van reisverzekeringen, maar deze is alleen toegankelijk voor leden.

 

door: Heidi Klijsen