Het hartritme ontdekt

 

De Franse arts René Théophile Hyacinthe Laënnec was van nature een zeer verlegen man. Opgevoed door zijn strenge vader die advocaat was (de moeder was overleden aan tuberculose) was René terughoudend in het contact met mensen. Wat meer in de luwte voelde hij zich veiliger.

 

Zeventig slagen per minuut. Zo vaak laat het hart in ruste gemiddeld van zich horen, in een rustig ritmisch gangetje. Dat tempo gaat soms flink omhoog, tot geroffel en gebonk aan toe – bij opwinding, spanning, angst, een ritmeprobleem of een defect. Lang niet altijd prettig, in tegendeel.

 

De Franse arts René Laënnec beleefde, zoals in de vorige aflevering van HartVinding beschreven, het effect van lichte opwinding. Begin 1800, in zijn Parijse onderzoekskamer, voelde hij zijn hartslag in snelheid wat toenemen toen hij het hart moest beluisteren van een naar verluidt voluptueuze jongedame met ritmestoornissen. Om uiteindelijk afstand te houden tot zijn patiënten bedacht hij een luistersysteem dat we nu kennen als de ‘stethoscoop’. Een meesterlijke uitvinding.

 

Het ritme van het hart wordt, simpel gezegd, geregeld door een systeem dat elektrische prikkels van cellen in de hartspier uiteindelijk omzet in een beweging. Daardoor kan deze cruciale spier van het hart samentrekken en de bloedpompfunctie op gang houden.

 

Eeuwenlang bleef het ritme van het hart een geheim, omdat dit gewoon niet goed beluisterd kon worden. Nu ja, hoogstens door het blote oor tegen iemands borstkas aan te drukken. Pas toen René Laënnec zijn bijzondere luistergereedschap had ontwikkeld, werd steeds meer duidelijk over het hartritme en werden daarin ook hoofdpatronen en ritmeafwijkingen gehoord.

 

Dat inspireerde wetenschappers met een gevoel voor muziek tot bijzonder onderzoek. Twee Amerikaanse onderzoekers, I.M. Hyde en W. Scalapino, beschreven in 1918 de effecten op het hart en de bloeddruk door verschillende soorten muziek in uiteenlopende ritmen. Zij registreerden veranderingen in het elektrocardiogram bij talrijke patiënten, die zij lieten luisteren. Zelfs de kleinste ritmeverandering leidde al snel tot een enigszins verhoogde of verlaagde hartslag en een andere bloeddruk.

 

Na Hyde en Scalapino volgde nog een hele reeks collega’s die er meer van wilden weten. Zij ontdekten dat muziek ook invloed had op bijvoorbeeld de conditie van de luchtwegen. De belangstelling naar de invloed van muziek op de gezondheid is nog altijd springlevend.

 

Sterker nog, steeds nadrukkelijker lijkt muziek een rol te kunnen spelen in de medische behandeling.  Volop daarmee bezig is de Italiaanse cardioloog Luciano Bernardi van de faculteit interne geneeskunde (Universiteit van Pavia). In het tijdschrift ‘Circulation’ van de American Heart Association zegt Bernardi ervan overtuigd te zijn dat het luisteren naar muziek niet alleen kan ontspannen, maar bovendien een aantoonbaar positief effect heeft op de gezondheid.

 

Samen met zijn Britse collega Peter Sleight (Radcliffe Hospital, Oxford) deed hij onderzoek bij een groep van 24 gezonde vrijwilligers die via een koptelefoon verschillende soorten muziek te horen kregen in verschillende tempi en stemmingen. Daarbij werden zaken gemeten als hartslag, ademhaling, bloeddruk en stroomsnelheid van het bloed naar de hersenen.

 

Het onderzoek is nog niet voltooid, maar al wel staat vast dat een ‘slow-tempo song’ het hart en de bloedsomloop aantoonbaar tot kalmte brengt. Of het nu gaat om een adagio van Mozart of een slow song van Michael Jackson…

 

Conclusie is dat dergelijke muziektempi heel goed bruikbaar kunnen zijn in behandelingen om het hartritme te vertragen.

Farmaceutische industrie steeds opdringeriger

 

Kent u die uitdrukking? Lokale productkampioenen? Nee? Nou, wij ook niet – tot voor kort. De farmaceutische industrie gebruikt deze merkwaardige omschrijving  voor artsen  die naar de pijpen van die industrie dansen.

 

Kort gezegd: zich laten omkopen om producten van die industrie te  promoten. Artsen doen dat, niet omdat zij daarmee het beste geneesmiddel voor de patiënt voorschrijven, maar omdat het hun portemonnee vult. ‘Te schandalig voor woorden, en in strijd met de door artsen afgelegde  eed van Hippocrates’, vindt huisarts Hans van der Linde uit Capelle aan de IJssel.

 

‘Tegenwoordig gaat het aan zich binden van artsen  veel systematischer en planmatiger dan vroeger’, zegt Van der Linde. ‘Het opbouwen van een netwerk van artsen  is tot kunst verheven. Zo geven gespecialiseerde consultants adviezen en workshops hoe artsen voor zich te winnen en te behouden. Vroeger ging alles meer op zijn janboerenfluitjes. Nu is de industrie doelgericht bezig op elk lucratief vakgebied.’

 

Een goed medicijn verkoopt zichzelf, maar omstreden nieuwe geneesmiddelen, zoals een aantal antidiabetica en cholesterolverlagers, veroveren tegenwoordig maar moeizaam een marktaandeel. Dat heeft geleid tot marketing waarbij steeds vaker artsen worden ingezet. Cijfers van het Transparantieregister en een publicatie van de Codecommissie Geneesmiddelen Reclame (CGR) illustreren dat, betoogt Van der Linde.

 

‘De inzet in Nederland van artsen bij reclame voor geneesmiddelen heeft in navolging van Amerika een grote vlucht genomen. Farmaceutische bedrijven duiden die artsen zonder gêne aan met de term ‘lokale productkampioenen’. Denigrerend en schaamteloos, het gaat wel over het welzijn en de gezondheid van talloze mensen!’

 

Het geld dat de industrie aan artsen uitbetaalt moet tegenwoordig worden gemeld aan de CGR. Die beloningen lopen in de vele miljoenen euro’s. De CGR publiceert de bedragen online in het Transparantieregister. Cijfers uit dat register van 2015  laten zien dat 3.800 individuele zorgaanbieders, voornamelijk artsen, 8,6 miljoen euro kregen, oftewel gemiddeld 2.250 euro per persoon. Alsof je een emmer leeg schudt.

 

‘Het enkele feit dat Nederlandse verkopers van geneesmiddelen betalingen verrichten aan het ongelofelijke aantal van 3.800 voornamelijk artsen zegt veel over de inzet van menskracht om de voorschrijvers van die geneesmiddelen te beïnvloeden’ , gaat Van der Linde verder. ‘Die betalingen zijn voor de overgrote meerderheid kleiner dan het gemiddelde bedrag van 2.250 euro. Dat betekent dat de overige betaalde sommen aanzienlijk groter zijn, niet zelden vele tienduizenden euro’s. In werkelijkheid liggen de bedragen nog fors hoger, want veel gunstbetoon verloopt via sluipwegen, zoals via reclamebureaus die tot nu toe niet meldplichtig waren. Dat probleem is nu gelukkig onderkend door de KNMG en de CGR en recent is de meldplicht  sterk uitgebreid.’

 

‘Het Transparantieregister laat zien dat we het hebben over honderden artsen planmatig verdeeld over de verschillende regio’s, ziekenhuizen, universiteiten en farmacotherapeutisch lucratieve specialismen. Ze vervullen een voorbeeldfunctie voor huisartsen in het voorschrijven van nieuwe geneesmiddelen en worden met name ingezet als spreker tijdens nascholingen, symposia en congressen. Als schrijvers van artikelen propageren ze nieuwe medicijnen of ze lenen hun naam voor artikelen met die strekking. Kortom, ze zetten collega’s op het verkeerde been.’

 

Hoe gaat dat rekruteren en bewerken van ‘productkampioenen’ in zijn werk? Van der Linde: ‘Het farmaceutisch bedrijf Astellas Europe organiseerde volgens de CGR in Milaan een internationale ‘adviesraad’ voor de introductie van een nieuw geneesmiddel. Nationale vestigingen van Astellas werden uitgenodigd om artsen voor te dragen op basis van hun ‘opinieleiderschap’ en hun potentie om een ‘lokale productkampioen’ te worden. Dat leidde ertoe dat vier urologen en twee oncologen uit Nederland deelnamen aan de adviesraad.

 

Het programma van de tweedaagse bijeenkomst bestond uit een ochtend lezingen en een workshop. De deelnemers kregen daarvoor een honorarium van 1000 euro vermeerderd met 700 tot 1.200 euro voor gemaakte onkosten. De CGR concludeert dat deelnemers werden geselecteerd op grond van hun invloed op de marktpenetratie van het geneesmiddel en dat daarmee de doelstelling promotioneel was. De betaalde dienstverlening bestond uit kennisnemen van informatie, hetgeen niet kan worden bestempeld als het verlenen van een dienst. Honorarium en reis- en verblijfskosten Milaan zijn daarom niet toegestaan volgens de wet en volgens de regels van de CGR. Omdat Astellas berust in die vaststellingen besluit de CGR de klacht af te doen met publicatie van de feiten en betaling van de kosten.’

 

‘Er was hier dus sprake van een volledig betaalde stedenreis naar Milaan met daarbij nog eens een wettelijk verboden schenking van 1.000 euro aan artsen. Een gunstbetoon, maar feitelijk een omkoopsom, van rond de 2.000 euro, waarbij de kosten van hotel, diner en vliegtickets nog moeten worden opgeteld. ‘Zo worden artsen dus bewerkt en gemasseerd tot lokale produktkampioenen.’

 

‘Het Openbaar Ministerie bleef buiten schot bij deze forse wetsovertreding. Met zelfregulering en zelftoezicht zijn farmaceutische bedrijven in de praktijk gevrijwaard van strafvervolging. Ze hebben dan ook veel geld over voor die zelfregulering. Niet langer riskeren de verkoopdirecteuren, zoals in het verleden, de strafbladen die ook bij de Hoge Raad stand hielden.’

 

Hans van der Linde

Even naar China, in Amsterdam en Den Haag

 

De grote Chinatowns van Londen, Parijs en New York zijn beroemd, maar in eigen land kennen we ook verrassende stukjes China. De straatnaambordjes zijn er zelfs in het Nederlands én Chinees gesteld. HartbrugReizen vond de beste eettentjes, de leukste winkeltjes en boeiende culturele attracties in de Chinese wijken van Amsterdam en Den Haag.

 

Amsterdam

De reis naar het verre Azië is snel gemaakt. Vanaf het Centraal Station staat u met een paar stappen in Amsterdams Chinatown op de Zeedijk en de parallelle Geldersekade. Nieuwsgierig naar de topattractie? Dat is onbetwist de grote boeddhistische He Hua-tempel (ibps.nl) op het laatste eindje Zeedijk, nabij de Nieuwmarkt. Het is onmogelijk dit Chinese pagodegebouw met zijn dierenriemfiguren boven de gele dakpannen over het hoofd te zien. Achter de poort voeren wat traptreden omhoog naar de gebedsruimte. Er lopen boeddhistische nonnen, gemiddeld zo’n twee tot vier, naast een abdis. Ze wisselen regelmatig van tempelklooster. ‘Dat is wat het boeddhisme leert’, vertelt een van hen vriendelijk, ‘niets is permanent.’ Walmen wierook stijgen voortdurend op voor het grote boeddhabeeld Guan Yin in het midden van de ruimte. Twee stenen wachters met vervaarlijke bijlen houden aan weerszijden gezelschap. Opvallend is de smalle pagode rechts van de Boeddha waarin honderden gouden boeddhaatjes achter ruitjes zitten. Devote Chinezen hebben hier vele briefjes met hun eigennamen bevestigd. Iedereen die bidt voor de pagode doet dat automatisch voor iedereen die een papiertje achtergelaten heeft. Dat is het idee.

 

Dim sum: ‘een beetje hart’

Een andere belangrijke trekker in Amsterdam is het warenhuis Toko Dun Yong (dunyong.com) aan de Stormsteeg, tussen de Zeedijk en de Geldersekade. Alles wat een Chinees zich wenst, staat hier op meerdere verdiepingen uitgestald. Van voedingsmiddelen tot serviesgoed en meubelen tot attributen voor religieuze rituelen. U moet zeker de papieren nepgeldbundels, papieren goudstaven, papieren horloges en papieren kledingstukken bekijken. Chinezen sturen ze na de dood van hun dierbaren door verbranding aan hen op zodat ze niets tekort komen in het hiernamaals. Wuivende katten en kleine welvaartsgoden op batterijen wuiven u vooral geluk en rijkdom in het Hier en Nu toe. De verleiding is groot om een zak met gelukskoekjes te kopen. In elk koekje zit een papiertje met daarop een voorspelling of wijs gezegde verstopt.

 

Wie aan een groter hapje toe is, heeft een ruime keuze aan Chinese restaurantjes. Op de Zeedijk zijn vooral Nam Kee (namkee.net) en Hoi Tin (restauranthoitin.com) vermaard. Vergeet vooral alles wat u bij de reguliere Chinees gewend bent! Hier treft u de authentieke keuken van Kanton in eenvoudig eetzaaltjes. Hoi Tin, het oudste Chinese restaurant van Amsterdam, verkoopt daarbij ook losse zoete en hartige hapjes. Ze liggen uitgestald voor het raam. Iets buiten het eigenlijke Chinatown zijn Oriental City (oriental-city.com) op de Oudezijds Voorburgwal en het drijvende Sea Palace (seapalace.nl) aan de Oosterdokskade erg fijn voor dim sums. En hoe toepasselijk voor HartbrugReizen: dim sum betekent ‘een beetje hart’ in het Chinees! In de praktijk is het gewoon een gezellig hapje.

 

Den Haag

De Chinatown van Den Haag is eigenlijk groter dan die van Amsterdam. Twee reusachtige Chinese poorten markeren het begin en einde van de Wagenstraat, rode straatlampionnen sieren de rest ervan. De Gedempte Burgwal kruist de Wagenstraat en is ook overwegend Chinees. Een must in deze buurt is de bakkerij St. Anny Food (annyfood.nl). U kunt er zoete heerlijkheden voor 1 euro per stuk halen. Direct iets gebruiken bij een glas thee kan ook. De mierzoete cakeplakken in regenboogkleuren zijn zeker fotogeniek. Vele Chinese restaurants prijzen visschotels aan. Misschien niet verwonderlijk met Scheveningen om de hoek? Bij vishandel Duan’s Seafood Service ziet u de vissen zelfs nog in aquaria. Het grote restaurant Full Moon (restaurantfullmoon.nl) staat bekend om zijn Chinese fonduearrangementen, de zogenaamde hot pot. In supermarkt Wah Nam Hong (wahnamhong.eu) is het heerlijk neuzen naar culinaire curiositeiten. Ook bij Amazing Oriental (amazingoriental.com) in de Markthof is dat zo. De Markthof komt uit op het Rabbijn Maarsenplein waar u vele niet-Chinese, maar wel Aziatische restaurants treft. Net als de Zeedijk in Amsterdam herbergt ook de Haagse Chinatown vele nagelboetiekjes, acupunctuur- en massagesalons. Volgens de lokale Chinezen komt u er mooier, gezonder en verkwikter vandaan…

 

Actief zijn op zijn Chinees

Ook als u maar één dagje naar Amsterdam of Den Haag gaat, kunt u deelnemen aan leuke activiteiten in de Chinatowns. Elke donderdag- en zondagavond zijn er diverse eenmalige Aziatische kookworkshops in het warenhuis Dun Yong (opgeven via dunyong.com) in Amsterdam.

 

De Zeedijktempel viert in de meimaand vesak, de jaarlijkse herdenking van de geboorte, de verlichting en de dood van Boeddha. Vanuit de tempel wordt een boeddhabeeld in processie naar de Nieuwmarkt gedragen, een mooi schouwspel.

In Den Haag is woensdag een ideale bezoekdag. U kunt dan na tijdige aanmelding voordelig het diner gebruiken bij Stichting De Chinese Brug (chinesebrug.nl) aan de Zuidwal, vroeger vooral een club van Chinese ouderen, maar nu toegankelijk voor iedereen uit de buurt en andere belangstellenden. Chinese vrijwilligers koken de maaltijden en u kunt het binnenplaatsje met kleine pagode en het yin-yangsymbool in het plaveisel zien. Aan de Chinese Brug zijn verder kleine amateuroperagezelschappen verbonden die regelmatig hun kleurige Chinese operastukken opvoeren.

 

Het Chinese Nieuwjaar (28 januari 2017) en het Maanfeest (4 oktober 2017) gaan niet ongemerkt voorbij in de Nederlandse Chinatowns. Houd vooral de online agenda’s van de lokale VVV’s (denhaag.com/nl/ en iamsterdam.com/nl/), van de He Hua-tempel en De Chinese Brug in de gaten als u de bijzondere leeuwen- en drakendansen en het vuurwerk wilt zien! Of graag eens een workshop maancake bakken of Chinese kalligrafie doet.

Met donorhart naar de top

Carla beklom 4 jaar na haar transplantatie de Kilimanjaro

Zeven jaar geleden was zelfs een heel klein stukje lopen haar al teveel. Maar dankzij een donorhart heeft Carla Joustra (59) haar leven weer terug. Samen met 11 andere getransplanteerden beklom ze in 2014 de hoogste berg van Afrika: de Kilimanjaro.

‘Een groot deel van mijn leven heb ik volgehouden dat het allemaal wel meeviel. Ook al was ik vaak benauwd en kon ik amper een klein stukje rennen, er gingen geen alarmbellen rinkelen. Misschien werkte ik gewoon niet hard genoeg aan mijn conditie, dacht ik. Pas rond mijn 33e werd ontdekt dat ik een aangeboren hartaandoening had. Aanvankelijk probeerde ik dat mijn leven zo min mogelijk te laten beïnvloeden: ik deed vertaalwerk en werkte jarenlang in Noorwegen als reisleider. Toen de cardioloog in 2001 zei dat ik misschien ooit een harttransplantatie nodig zou hebben, kon ik dat dus eigenlijk niet geloven. Daar was mijn gezondheid toch nog veel te goed voor? Toch ging ik vanaf dat moment hard achteruit. Toen ik in 2009 op de wachtlijst werd gezet, had ik ernstige nierproblemen en kon ik nauwelijks nog lopen.

Ik zat op de gaskachel om mezelf warm te houden toen in mei 2010 het telefoontje kwam: er was een donorhart voor mij. Daarna ging alles snel, ik had niet eens tijd om bang te zijn. Natuurlijk was er een kans dat ik de operatie niet zou overleven. Maar als ik het niet deed, was het ook afgelopen. Misschien niet meteen, maar wel over een poosje. Want dat ik het niet lang meer vol zou houden, besefte ik inmiddels wel.

Het was een zware operatie, maar gelukkig herstelde ik na een aantal weken volledig. De revalidatie ging zelfs zo snel dat ik verbaasd was dat lopen en fietsen zó makkelijk kon zijn.

Expeditie

Na de transplantatie heb ik een lijstje gemaakt met alle dingen die ik wilde doen met mijn nieuwe hart. Een daarvan was het noorderlicht bekijken in het noorden van Noorwegen. Die reis is de kiem geweest van het plan om een eigen reisorganisatie te beginnen. Samen met een vriendin heb ik daarna in 2012 Fru Amundsen opgericht, waar we nog steeds erg van genieten. We waren op reis toen mijn man belde dat er een brief was van het UMCG: of ik met een groep getransplanteerden de Kilimanjaro wilde beklimmen. Ik dacht dat ze gek geworden waren. De hoogste berg van Afrika beklimmen, op mijn leeftijd?!

Maar toen ik het ziekenhuis liet weten dat ik erg twijfelde of ik dit wel kon, zeiden ze dat ik speciaal door mijn cardioloog geselecteerd was. Dat veranderde de zaak. Ik had een onbegrensd vertrouwen in hem, als iemand mijn situatie goed kende dan was hij het wel. Dus besloot ik toch de conditietest te doen, en wonder boven wonder werd ik uitgekozen om mee te gaan op de expeditie.

In totaal bestond onze groep uit 12 getransplanteerden met verschillende soorten donororganen. Ik was de oudste van het stel. Ook ging er een ervaren expeditieleider mee en een medisch team van het UMCG. Tijdens de voorbereidingen kregen we veel positieve, maar ook negatieve reacties. Sommige mensen zeiden: als je zo’n kostbaar cadeau als een donororgaan krijgt, ga je toch niet je leven op het spel zetten? Zelf hadden we dat gevoel helemaal niet. De artsen hebben ons niet voor niets beter gemaakt. Als er ook maar een klein risico was dat we dit niet aankonden, hadden zij hier nooit aan meegewerkt.

Loodzwaar

Uiteindelijk hebben we ruim een week over de beklimming gedaan. Bepaald niet de gelukkigste dagen van mijn leven, het was loodzwaar! Door de ijle lucht had ik iedere dag knallende hoofdpijn, ik was misselijk en had het – ondanks mijn thermo-ondergoed – ongelooflijk koud. Het desolate landschap maakte gelukkig veel goed. We klommen, klauterden en daalden over gestolde lava, langs eenzame cactussen, door diepe ravijnen en over ruige rotsen. Dat afzien had ook wel iets moois. Bij elke stap was ik me bewust van hoe bijzonder het was dat ik daar kon lopen. Ik had nota bene tien jaar lang een traplift nodig gehad!

De top heb ik helaas net niet gehaald. We vertrokken die nacht rond twaalf uur ’s nachts in het pikkedonker voor de laatste kilometers, maar na twee uur moest ik opgegeven. Ik was doodmoe, compleet buiten adem en had totaal geen coördinatiegevoel meer. Op dat moment besloot ik dat mijn top op 5000 meter lag en niet 900 meter hoger. Ook drie anderen hebben de expeditie voortijdig afgebroken, de overige acht hebben wel de top bereikt. Natuurlijk doet het een beetje pijn dat ik dat moment niet met hen heb meegemaakt, maar ik ben waanzinnig trots dat ik zo ver gekomen ben. Blij voor mezelf, maar ook een beetje voor de rest van de wereld. Want door deze expeditie heb ik laten zien wat je allemaal kunt bereiken met een donorhart.

Nog steeds herdenk ik ieder jaar in mei mijn donor, ook al weet ik niet wie dat was. Ik realiseer me heel goed dat mijn geluk onlosmakelijk verbonden is met het sterven van een ander. Dat gevoel zal altijd dubbel blijven. Maar ik hoop dat we met ons verhaal hebben laten zien dat je als orgaandonor iemand een gezond leven terug kunt geven, waarin alles weer mogelijk is. Mijn leven is niet alleen verlengd, maar zit weer boordevol nieuwe uitdagingen. En daar ben ik mijn donor eeuwig dankbaar voor.’

 

Voorzitter van Overveld hekelt relatie van ‘big farma’ met artsen

Dít willen wij niet!

ROERMOND – Medicijnen, ze zijn helaas onvermijdelijk om (ernstige) ziekten te bestrijden, patiënten het leven te redden dan wel hun bestaan te verlengen. Maar het maatschappelijke gedrag van veel van de producenten van deze middelen vertoont een chronische onaangepastheid die maar moeizaam te bestrijden valt.

‘De geneesmiddelenindustrie staat met twee benen buiten de gemeenschap, terwijl zij juist ín het hart ervan behoort te staan’, zegt voorzitter Jan van Overveld van patiënten-belangenorganisatie Hartpatiënten Nederland.

De ergernissen over de handelwijze van de farma-industrie stapelen zich op in de Nederlandse samenleving. De afkeer tegen de geneesmiddelensector lijkt enigszins op de tegen het bankwezen gerichte volkswoede, die nog altijd sluimert. Alleen gaat het nu om de gezondheid van heel veel mensen.

Twee recente gebeurtenissen illustreren exact wáár het fout zit. De ene, een recent artikel in De Volkskrant (3-9-2016), luidt: ‘Farmaceuten betalen miljoenen aan artsen’. Enkele dagen later verzucht een apotheker in het Overijsselse Hasselt op de sociaalnetwerksite Twitter: ‘Het is 9:45 u. Ik heb al drie discussies gehoord aan de balie over niet leverbaar/ander merk/ander doosje. Zo klaar mee.’

Want bizar: steeds meer patiënten blijven verstoken van hun reguliere geneesmiddelen omdat de apotheek ze niet meer geleverd krijgt. Bovendien heeft driekwart van de apothekersassistenten inmiddels dagelijks boze, soms scheldende en dreigende patiënten aan de balie: vanwege het niet beschikbaar zijn van hun medicijnen door ‘productieproblemen’ bij farmaceutische bedrijven en/of het zogeheten preferentiebeleid van zorgverzekeraars.

De Volkskrant analyseerde een enorme administratie (‘het transparantiedossier’) aan farmaceutische relaties met dertienduizend medisch specialisten in totaal zestien vakgebieden. Daaruit filterde de krant informatie waaruit blijkt dat alleen al in 2015 zo’n 2400 artsen samen 5,6 miljoen euro opstreken van de industrie. ‘Als dank voor bewezen diensten…’ Voor respectievelijk hun advieswerk aan de farma-industrie, voor hun spreekbeurten over geneesmiddelen van farmaceutische bedrijven, én als onkostenvergoeding voor hun congresbezoeken georganiseerd door… Big Farma!

Bijna de helft (dik 40 procent) van de reumatologen en urologen ontving vorig jaar geld op hun rekening van de farmaceutische industrie. Daarnaast kreeg een op de drie longartsen en internisten een honorarium voor lezingen dan wel een financiële vrijstelling van gemaakte reis- en verblijfskosten (totaal 2,2 miljoen euro).

Let wel: ‘de helft’ en ‘een derde’! En dat terwijl artsenorganisatie KNMG recent nog verklaarde dat ‘gemiddeld slechts een paar procent van alle artsen bijverdient’. Dat gemiddelde percentage verhult dat de betalingen zich concentreren in enkele specialismen, reageert de krant. ‘Sommige medisch specialisten kregen vorig jaar meer dan tienduizend euro als sprekersvergoeding of als beloning voor een adviesklus.’

De nu opnieuw in het nieuws gekomen etterende plek in de relatie tussen geneesmiddelenindustrie en voorschrijvende artsen, houdt van Overveld van Hartpatiënten Nederland, naar hij zegt, ook al tijden bezig. Al jaren ziet hij hoe ‘de farma’ met artsen omgaat, en andersom. Een ongezonde relatie, meent hij. ‘Compliment voor de journalisten van De Volkskrant, zij hebben nu de vinger op de zere plek weten te leggen’, reageert hij.

Om te vervolgen met: ‘Wij lezen in hun artikel van begin september heel veel terug van wat wij al jaren uitdragen. Dit soort mogelijk conflicterende belangen is echt onwenselijk. Waarom? Omdat ze de kosten van de gezondheidszorg in dit land opdrijven. En, omdat de patiënt niet kan vertrouwen op het eerlijke medische oordeel van de dokter. Want nog altijd geldt het spreekwoord: Wiens brood men eet, diens woord men spreekt.’

De Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ), die overwegend uit voormalige artsen bestaat, zegt al enige tijd met een onderzoek bezig te zijn om te kijken of medisch specialisten met hun farmaceutische bijverdiensten de Geneesmiddelenwet hebben overtreden.

Van Overveld zegt te hopen dat, wanneer dit onderzoek serieus en objectief wordt uitgevoerd, er óók wordt gekeken naar andere ‘geldstromen’ vanuit de farmaceutische industrie. ‘Het onderzoek door De Volkskrant heeft, vrees ik, nog lang niet alles aan het licht gebracht. Er is ook sprake van andersoortige uitbetalingen door de geneesmiddelensector aan artsen. Uitbetalingen aan constructies met bv’s die werden en worden opgericht. En die bv’s zijn veelal moeilijk of niet traceerbaar. Maar, ook uitbetalingen vanuit public relations- c.q. reclame/adviesbureaus aan artsen. Dergelijke verhullende constructies zijn níet opgenomen in het register waaruit de krant putte.’

Het zou weleens het topje van de ijsberg kunnen zijn, meent van Overveld. ‘Want ik heb het nog niet eens gehad over vergoedingen vanuit sommige patiënten-belangenorganisaties aan medisch adviseurs.’

Hoe zit dat dan bij uw stichting? Immers, u bent al jaren voorzitter van een organisatie die de belangen van hartpatiënten vertegenwoordigt en daartoe soms het advies van deskundigen inroept. Van Overveld’s antwoord is duidelijk:  ‘Wij vragen  uitsluitend adviezen aan gezaghebbende medische specialisten die ‘pro deo’ en zonder wederdienst – in welke vorm dan ook – voor ons werken. Ook hebben wij, vanwege mogelijk conflicterende belangen, geen medisch advies college waar wij aan gebonden zijn. Op die manier kunnen wij onze volstrekte onafhankelijkheid en objectiviteit garanderen: 100 procent voor de patiënt.’

 

‘Onthulling kan weleens topje van ijsberg zijn’

Voorzitter Jan van Overveld

Verborgen obesitas, een vervelende kwaal

 

Teveel lichaamsvet is niet goed, dat weten we allemaal. Maar nog belangrijker is waar het vet zich bevindt in het lichaam. Vooral als het zich rond de organen in de buik opslaat, levert het problemen op. Dit wordt ook wel ‘verborgen obesitas’ genoemd. Maar: hoe kom je eraan en nog belangrijker: hoe kom je ervan af? In gesprek met Nicolette Lammers van de Nederlandse Obesitas Kliniek.

 

‘Het is eigenlijk een misleidende term,’ zegt arts Nicolette Lammers van de Nederlandse Obesitas Kliniek aan de telefoon. Met verborgen obesitas wordt namelijk vet bedoeld dat zich niet direct onder de huid bevindt, maar rond de organen en dan vooral in de buik. Vandaar de term ‘verborgen obesitas’. ‘Maar,’ zegt Lammers: ‘Dit vet resulteert in een grotere buik, dus je ziet het vaak wel.’

 

Dit ongezonde vet nestelt zich rond de organen  en wordt ook wel visceraal vet genoemd. Het is gevaarlijker dan vet onder de huid omdat het hormonen en vetzuren produceert die in de organen ontstekingen kunnen veroorzaken en de cellen minder gevoelig kunnen maken voor insuline. Als dat gebeurt raakt de alvleesklier, die insuline produceert, op een gegeven moment uitgeput en ontstaat diabetes type 2.

 

Maar de ontstekingsstoffen doen nog meer, ze komen in de bloedbaan en hechten zich aan de vaatwand. Als ze die binnendringen, zorgen ze voor ontstekingen. Door teveel visceraal vet kunnen uiteindelijk chronische ontstekingen van de vaatwanden en de organen ontstaan. Zo ontstaat aderverkalking en vaatvernauwing. Mensen met teveel visceraal vet hebben een hoger risico op het ontstaan van aandoeningen als een hoge bloeddruk, hart- en vaatziekten, teveel cholesterol, alzheimer, verminderde vruchtbaarheid, borstkanker en astma.

 

Appels en peren

Hoe kom je nu aan dat vet op je buik? De belangrijkste factor is een verstoorde energiebalans, ofwel meer eten dan je verbrandt. ‘Die verstoorde energiebalans, daar is wat aan te doen,’ zegt Lammers: ‘Meer bewegen en gezonder eten.’ Complexe koolhydraten (volkorenproducten) en onverzadigde vetten gebruiken in plaats van enkelvoudige koolhydraten en verzadigd vet zijn al een goed begin. Lammers: ‘Verder is er ook een verband met slaapgebrek en stress. Zorg dus dat je voldoende slaapt en weinig stress hebt.’

 

Er zijn echter ook een paar risicofactoren waar je geen of weinig invloed op hebt. Lammers: ‘Mensen met een appelfiguur hebben meer visceraal vet dan mensen met een peerfiguur en voor een deel is dat aanleg. Bovendien slaan mannen eerder buikvet op dan vrouwen. Maar ook bepaalde medicatie, hormonen en leeftijd vergroten de kans op buikvet.’

 

Gevarenzone

Vooral mensen met overgewicht lopen risico. In 2015 had in Nederland 54,4% van de mannen en 46,3% van de vrouwen overgewicht. Gezien de correlatie tussen overgewicht en een teveel aan visceraal vet, kun je ervan uitgaan dat mensen met overgewicht ook teveel buikvet hebben. Ook slanke dennen hebben visceraal vet, maar zij hoeven zich volgens Lammers niet meteen zorgen te maken. ‘Als het echt zoveel is dat het vet een risico vormt, dan is dat te zien en te meten. Bij vrouwen spreken we bij een buik-omvang die groter is dan 80 al van een vergrote buikomvang en bij mannen geldt dat voor een buikomvang van 88. Als die buikomvang bij vrouwen nog verder groeit naar 94 cm, dan kom je echt in de gevarenzone. Bij mannen is dat bij 102 cm het geval.’

 

Bent u aan de stevige kant? Om te kunnen beoordelen of u teveel buikvet heeft is het meten van uw buikomvang de meest aangewezen methode. En als die inderdaad groot uitvalt, dan kunt u met een gezonde leefstijl een heleboel verbeteren.

 

 

Zelf aan de slag om buikvet te verminderen?


Hieronder vijf tips:

  • Oefeningen/sporten die je hartslag verhogen, zoals bijvoorbeeld intervaltrainingen, maar ook wandelen, joggen en zwemmen zijn geschikt.
  • Een paar keer in de week krachttraining, zodat u spiermassa ontwikkelt en uw vetverbranding, ook in rust, stijgt.
  • Gezond eten. Probeer een juiste verhouding van eiwitten, koolhydraten en vet te eten. Door de juiste verhoudingen blijft uw bloedsuikerspiegel onder controle, krijg u meer energie en verliest u vet. Ongeveer 40% koolhydraten, 30% eiwitten en 30% onverzadigde vetten is een goede verhouding. Koolhydraten geven energie, eiwitten zorgen voor spierherstel en -groei en gezonde vetten houden de hormoonspiegel in evenwicht en geven een verzadigd gevoel.
  • Eet elke twee à drie uur om de bloedsuikerspiegel op orde te houden.
  • Drink voldoende water.

 

Tuinieren in de herfst

 

U houdt van tuinieren en tuiniert het liefst het hele jaar door? Dat kan! Ieder jaargetijde is van een ander kaliber en vraagt om een eigen plan van aanpak, zo ook de herfst. Met het to-do lijstje van HartbrugReizen kunt u goed voorbereid aan de slag. Tuinhandschoenen aan en beginnen maar!

 

Tuinieren in de herfst staat in het teken van opruimen en winterklaar maken, maar ook voorjaarsvoorbereidingen treffen en (na)genieten! Wat dient u in uw tuin voor de eerste vorst gedaan te hebben? Wij behandelen het stap voor stap.

 

Opruimen en winterklaar maken

Ruim uw tuin op en ga de winter vol goede moed tegemoet! In eigen tuin, op een zonnige winterdag een frisse neus halen onder het genot van een mok warme chocolademelk, is zo vele malen aantrekkelijker.

 

  • First things first; maak tuinmeubels en toebehoren schoon. Indien mogelijk, sla deze binnen op. Onmogelijk? Beschut ze. Laat u een houten meubel buiten staan? Zet deze op een of meerdere tegels; het hout blijft langer intact en tegelijkertijd vergroot u hiermee de stabiliteit.
  • Tuingereedschappen moeten indien van toepassing geslepen, dan wel ingevet worden.
  • Buitenkranen en tuinslangen dient u af te tappen, leeg te laten lopen en af te sluiten. Hiermee wordt beschadiging vanwege bevriezing voorkomen. Een tuinslang maakt u schoon door de tuinslang in water dat vermengd is met azijn, te laten weken.
  • Hetzelfde geldt voor een vijverpomp en filters. Een vijverpomp kunt u demonteren en indien nodig een ijsvrijhouder met pomp installeren. Voorzie de vijver tot slot van een net.
  • Kleine tuinbenodigdheden zoals gieters en potten maakt u met een borstel schoon. Overwinteren deze tuinbenodigdheden buiten? Plaats ze op hun kop om bevriezing door (regen)water tegen te gaan.
  • Vergeet niet nestkasten schoon te maken en/of nieuwe op te hangen. Maak eventueel een voederplaats voor vogels.
  • Vorstgevoelige planten, bloemen en bloembedden dient u te beschermen. Hoe? Bijvoorbeeld door middel van onder andere bladen en/of compost. U kunt ervoor kiezen om potplanten te beschutten of naar binnen te verhuizen. Liever niet? Er bestaan winterharde potplanten; een kwestie van planten. En dan nog even over bloembollen… tulpen en hyacinten graaft u uit en bewaart u in een doos met gaten op een donkere plek zoals bijvoorbeeld een kelder, krokussen en narcissen kunt u in de grond laten zitten.
  • De tuin bladvrij maken, de afgevallen bladeren op een composthoop verzamelen.
  • Struiken (heesters) en heggen dienen in de herfst nog eenmaal te worden gesnoeid. Hiermee wordt verrotting en zelfs het vergaan van een struik (heester) en heg, als gevolg van vochtafzetting voorkomen. Wanneer en hoe dit dient te gebeuren verschilt per struik en/of heg. Houd er rekening mee dat aanwezige boombladeren moeten worden verwijderd om het groen van voldoende licht te voorzien.
  • Laatstgenoemde geldt ook voor het gazon. Hierdoor voorkomt u de vorming van onder andere mos. Tip: Het begin van november is ideaal om het gazon voor het laatst te maaien. Houd hierbij rekening dat u het niet korter dan vijf centimeter maait. Tevens wordt speciale herfstgazonvoeding aangeraden in plaats van de reguliere in verband met het lage stikstof- en hoge kaliumgehalte dat een negatief effect heeft op het gazon in de herfstmaanden.

 

Voorjaarsvoorbereidingen

Door een combinatie van warme en vochtige grond, is de herfst ideaal om te planten en verplanten. Hierdoor brengt u voor de wintermaanden kleur in de tuin, terwijl planten voldoende tijd hebben om te wennen en nieuwe wortels te vormen.

 

  • Plant en verplant voor de eerste vorst.
  • Wanneer u bollen in de herfst plant, ontknoppen de bloemknoppen in de lente.
  • Bloemen groeien in de lente op een frisse en vochtige grond, terwijl in de zomer een droge en waterdoorlatende ondergrond voldoet. Weetje: de zomer geldt als rustperiode.
  • Plant (fruit)bomen, struiken (heesters) en heggen, maar ook klimplanten.
  • Verplant zo nodig groenblijvende heesters.
  • Snoei klimrozen.
  • Verwijder door schimmel aangetaste bladeren.

Spit kale grond om.

 

(Na)genieten

Wanneer het opruimen en voorbereidend werk erop zit, kunt u genieten van het natuurschoon in uw tuin. Vergeet dit vooral niet. Immers, daar doet u het voor.

 

Regenweetjes

In het kader van de herfstregen, hierbij enkele regenweetjes.

  • Regenwater bevat geen kalk.
  • In een tuin wordt gemiddeld 2200 liter drinkwater gebruikt voor het bewateren, terwijl hiervoor ook regenwater kan worden gebruikt. Regenwater vangt u op in een regenton.
  • Een zomerse bui is van kortere duur dan een herfstbui.
  • Regenwater kunt u drinken mits het steriel wordt opgevangen. Bij een regenton is daarvan geen sprake.
  • Zogeheten zure regen ontstaat onder andere van uitlaatgassen van auto’s of als rook van kolencentrales zich omzet in zwavelzuur en zich vervolgens in de wolken vermengd.
  • Over zwavelzuur gesproken. Er zijn planeten (Venus) waar regen uit zwavelzuur of uit methaan bestaat. Sterker nog; op een planeet 5000 lichtjaren hiervandaan, hebben wetenschappers regendruppels van ijzer geconstateerd.
  • Regen kan met 35 km/u naar beneden vallen.
  • Een regendruppel is gemiddeld tien dagen in de atmosfeer die de aarde omringt.
  • Op warme en droge plaatsen bestaat de mogelijkheid dat regen verdampt voordat het in aanraking komt met de grond.
  • De minste regen, met gemiddeld 6,5 centimeter neerslag per jaar, valt op Antarctica.

 

Scheveningen: tussen vissersdorp en metropool

 

Scheveningen is veel meer dan het Kurhaus en De Pier. Wie de Scheveningers zelf volgt, krijgt zeker nog iets mee van het oude dorpsgevoel. Dat Scheveningen en Den Haag een symbiotische tweeling zijn, maakt Scheveningen extra aantrekkelijk. Binnen een half uur bent u van het Scheveningse strand in de Haagse binnenstad. De minder bekende plekjes van Scheveningen en Den Haag zijn uiteindelijk het meest verrassend. HartbrugReizen wijst ze u graag.

 

Scheveningen

In de Keizerstraat en achterliggende straatjes zoals de Zeilstraat waant u zich direct in het oude vissersdorp Scheveningen. De Antonius Abtkerk op de nabije Scheveningseweg moet u zeker ook gaan zien. Het mozaïek in de apsis met zijn 2.000.000 steentjes verbeeldt de cholera-epidemie van 1848. Ronduit adembenemend. Heeft u na al dat struinen trek? Het Hofje van Noman is fijn voor koffie met gebak, het sfeervolle eetcafé De Maatschappij heerlijk voor grotere – of gezondere – happen.

 

Alleen mogelijk op de Scheveningse boulevard: in het zeeaquarium Sealife ziet u de zee – en flinke haaien – van onderaf en vanuit het nieuwe reuzenrad op De Pier aanschouwt u het water van bovenaf – net als de zeemeeuwen.

 

Niet ver van de drukke boulevard is het museum Beelden aan Zee een oase van rust. Het museum is uniek in Nederland, omdat het zich uitsluitend met beeldhouwkunst bezighoudt.

 

Het Zuiderstrand heet in de Haagse volksmond het Stille Strand, omdat het er rustiger is dan rond De Pier. Locals gaan na een strandwandeling steevast naar De Waterreus, de strandtent met het beste eten. Aan het einde van de nabije jachthaven ligt nog Catch by Simonis, een trendy visrestaurant met terras en puike wijnkaart.

 

Natuurlijk is Scheveningen ook een ideale uitvalsbasis voor fietstochten. Vanaf het Noorderstrand gaat u door de duinen naar Wassenaar, Katwijk en Noordwijk. Nabij het Zuiderstrand kunt u starten voor een fietstocht richting Hoek van Holland. In de vroege ochtend of bij het vallen van de schemering laten vossen en herten zich regelmatig zien. Probeer zeker de groen-gele Haagsche Stadsfiets! Ideaal voor een rondje oh oh Den Haag, mooie stad achter de duinen!

 

‘s Avonds nog zin in vertier? Elke tweede vrijdag van de maand vindt in Muzee Scheveningen een optreden plaats in de zeer populaire serie Friday Night Jazz. Het Zuiderstrandtheater is ook noemenswaardig. Waar elders vindt u een theater naast het strand? Bij La Cantina is het leuk eten voorafgaand aan een voorstelling.

 

Den Haag

Het chique Statenkwartier ligt bij Scheveningen om de hoek. Dé trekker in deze prachtige wijk vol historische panden is het Gemeentemuseum dat qua architectuur en kunstcollectie écht een topper is. Vanaf dit museum wandelt u zo naar de Frederik Hendriklaan, bijgenaamd ‘Fred’. Het is hier ‘Haegsch’ winkelen, op stand dus. De bekende Haagse boekwinkel Paagman zit er, met daarbinnen een leuk café.

 

Emma’s Hof is een schitterende stadstuin in het Haagse Regentessekwartier, die wordt beheerd door de omwonenden. De scherpe observeerder herkent inspiratie van kunstenaar Gaudí te midden van de magische rust. Als u er nog weg te krijgen bent, is het heerlijk koffie drinken bij Café Emma op het Regentesseplein.

 

Bent u gek op katten, dan is het nieuwe Kattencafé Ditjes en Katjes in het Zeeheldenkwartier helemaal voor u. De zes katten zijn gewend aan vreemd volk op de thee en kruipen zo op schoot.

 

De Ooievaart is dé naam voor een boottocht door Den Haag. De bootgids vertelt vol humor over Den Haag en de vele, vele bruggen. Regelmatig bukken!

 

Het is heerlijk lunchen op het grasterras van De Waterkant in het Westbroekpark. U komt er met een handbediend pontje en zit meteen midden in het Rosarium. Een roeibootje huren voor verdere romantiek kan er ook. De nabijgelegen Scheveningse Bosjes zijn fijn voor een wandeling.

 

Georganiseerde wandelingen zijn er volop, maar stadsgids Maup is écht origineel. Zijn wandeltochten hebben wisselende thema’s en zo hoort u bijvoorbeeld alles over landgoed Ockenburg of de Prinsestraat.

 

Den Haag en Nederlands koloniale verleden in Indië zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Sinds de Indonesische onafhankelijkheid heet de residentiestad niets voor niets de ‘Weduwe van Indië’. Eén voordeel: nergens kun je beter Indisch eten dan hier. Een uitstekend en betaalbaar adres is De Indo, nabij het Scheveningse Circustheater. Nederlandse Indiërs 2.0 runnen de tent, maar oma is de baas in de keuken. Gegarandeerd traditionele gerechten!

Wie is die nieuwe schrijfster?

 

Reisjournaliste Mariëtte van Beek (54) levert sinds kort bijdragen aan ons tijdschrift HartbrugReizen. Dat kwam niet zomaar. Twee dingen lopen als een rode draad door Mariëttes leven: reizen en schrijven. Als kind was ze dol op de logeerpartijen bij haar tante in Zuid-Holland. Samen maakten ze uitstapjes naar Artis of de Braassemermeer. Als ze thuis bleven, tikte
Mariëtte het liefst stukjes op haar tante’s zware typemachine. Bij de latere studie- en beroepskeuze ging ze voor de grote, onbekende wereld. Ze studeerde Arabisch, woonde voor onderzoek in Marrakech en reisde als projectmanager in het ontwikkelingswerk naar Azië en Afrika. In 2008 koos ze voor een carrière als freelance reisjournaliste. Sindsdien schrijft ze boeken en artikelen over reizen en andere culturen. Begin 2016 vertrok ze uit Nederland en leeft sindsdien uit haar koffer. Haar specialisatie was en blijft het Midden-Oosten en Noord-Afrika, maar over Dublin, Málaga, Maleisië en de Azoren schreef ze net zo goed. Wat is het mooiste aan haar vak? ‘Ontmoetingen met de lokale bevolking. Mensen delen opvallend snel vreugdes en verdriet. Hun verhalen kunnen trouwens ook over de gezondheid gaan.’ Met gezondheidskwesties heeft Mariëtte extra affiniteit, omdat ze lang bijbanen in de zorgsector had. Maar schrijven voor Hartpatiënten Nederland spreekt haar om meer redenen aan. Haar vader was ook hartpatiënt. ‘Hij is héél oud geworden, maar ik weet welke zorgen er zoal spelen bij hart- en vaatziektes. Verder geldt voor hartpatiënten, net als voor iedereen: pluk de dag! Genieten van het leven. Daar draag ik met mijn schrijfsels graag aan bij.’

Hartpatiënt en zwanger: in gesprek met een verloskundige

 

Judith Govers is sinds 1995 verloskundige en werkzaam in haar eigen, gelijknamige verloskundige praktijk. Zij vertelt over de aanloop naar een bevalling toe, als hartpatiënt zijnde.

 

 

In hoeverre krijgt u, in uw praktijk, te maken met hartpatiënten?

‘Een hartpatiënt slaat de verloskundige praktijk over indien bekend is dat de behandelde cardioloog haar onder supervisie van een gynaecoloog wilt. Wanneer hiervan geen sprake is, volgt een intakegesprek bij ons waarbij de gezondheidssituatie wordt doorlopen. Op basis daarvan kan ik, waar nodig, iemand doorsturen.’

 

Worden er extra maatregelen genomen bij zwangere hartpatiënten?

‘Iedere zwangere krijgt de in de volksmond zogeheten 20-weken echo. De officiële benaming is ‘Structureel Echoscopisch Onderzoek’ (SEO). Wanneer het vermoeden voor (hart)afwijking bestaat – dan wel een verhoogd risico daarop -, en/of wordt geconstateerd, volgt een ‘Geavanceerd Ultrageluid Onderzoek’ (GUO). Een GUO is uitgebreider dan een SEO en wordt uitgevoerd door een gynaecoloog of een daartoe bevoegd echoscopist.’

 

En verder?

‘In Nederland heeft iedere zwangere na haar bevalling recht op kraamzorg. Voor de bevalling wordt met de verloskundige praktijk een aantal uur overeengekomen. Op basis van ‘Het Landelijke Indicatieprotocol Kraamzorg’ (LIP), kan op medische gronden de verloskundige tot een herindicatie van het aantal vastgestelde kraamzorguren komen. Na de bevalling maakt de verloskundige een herberekening en houdt daarbij rekening met de vergoeding vanuit de zorgverzekering.’

 

Angst (dan wel gezonde spanning) voor een bevalling is vanzelfsprekend. Bij hartpatiënten kan dit verhoogd zijn. Hoe gaat u, als verloskundige, daarmee om?

‘Bij hartpatiënten bekijk ik eerst om wat voor soort angst het gaat; is er sprake van angst in verband met de gesteldheid van de baby of is de toekomstige moeder bang voor de bevalling in verband met haar hartaandoening? Het is normaal om bang te zijn voor de mogelijke consequenties en rond te lopen met vragen als ‘Kan ik (en daarmee mijn hart) een natuurlijke bevalling wel aan?’. Ik probeer er alles aan te doen om de angst te verminderen en de bevalling rustig en met vertrouwen tegemoet te gaan. Indien nodig kijken wij naar de mogelijkheden binnen de psychische hulpverlening. In samenspraak met de zwangere, de cardioloog en de gynaecoloog, doen wij gezamenlijk ons uiterste best om alles naar behoren te laten verlopen.’

 

Concluderend; is het voorbereidende traject op de bevalling over het algemeen bij hartpatiënten anders in vergelijking met niet-hartpatiënten?

‘Indien een hartpatiënt onder controle bij mij is en niet doorverwezen wordt naar de gynaecoloog, wijk ik in principe niet af van het standaardtraject (de eerdergenoemde GUO staat hier los van). Echter, in mijn praktijk pas ik de zorg altijd aan, aan de behoeften van de zwangere vrouw. Als zij als hartpatiënt de behoefte heeft om vaker gezien te worden vanwege haar eigen gemoedstoestand, dan draag ik daar zorg voor. Als verloskundige vind ik het belangrijk om op mijn cliënten te anticiperen.’