In deze rubriek vertellen hartpatiënten over de mooiste reis van hun leven. Dit keer het verhaal van Miriam Lammertink (47). Zij heeft bijzondere herinneringen aan de camperreis door Amerika die ze samen met haar man Martin maakte in 2010.
‘Een camper staat voor ons gelijk aan vrijheid. In een hotel voel ik me snel opgesloten, maar met een camper kun je gaan en staan waar je wilt. Je hoeft niets te plannen, kunt gewoon je eigen potje koken en hebt je bed altijd bij je. Martin en ik hebben daarom altijd geroepen: als we ooit de loterij winnen en niet meer hoeven te werken, verkopen we ons huis en gaan we met een camper de wereld over trekken.
In het voorjaar van 2010 hebben we alvast een voorproefje gehad, toen we een rondreis van vier weken door het westen van de Verenigde Staten hebben gemaakt. Van Denver naar San Francisco, in totaal meer dan 5000 kilometer. De reis zat voor mij precies tussen twee operaties in. Ik heb last van boezemfibrilleren en had op een gegeven moment soms wel drie keer per dag aanvallen. In september 2009 ben ik daar voor het eerst aan geopereerd, maar aangezien het weer terugkwam, moest ik een jaar later opnieuw onder het mes. Gelukkig heb ik daar tijdens de reis nauwelijks last van gehad. Ik was soms wat vermoeider, waardoor lange wandelingen er niet inzaten. Gelukkig hielden we daar toch al niet van, Martin en ik zijn meer van het Bourgondische leven. We vinden het heerlijk om lekker op een stoeltje voor de camper te zitten met een glas wijn, de barbecue aan en een fantastisch uitzicht om ons heen.
Indianen en cowboys
De Amerikareis was echt een geweldige ervaring, een aaneenschakeling van hoogtepunten. We bleven nooit langer dan drie dagen op één plek en hebben daardoor maar liefst vier staten gezien: Colorado, Utah, Nevada en California. Vooral de natuurparken waren schitterend. De rode en zalmkleurige rotsen en bergen van Arches National Park hebben echt ons hart gestolen. Maar ook Bryce Canyon met de surrealistische rotspieken en de natuurlijk gevormde bruggen en bogen van kalksteen was prachtig. We hebben daar ook veel dieren gezien, er sprong zelfs een eekhoorntje zomaar op mijn schouder!
Voor mij sprong Capitol Reef er het meest uit, vooral door de afwisseling van verschillende landschappen. Al rijdend over slingerende wegen zagen we constant nieuwe kleuren, van witte besneeuwde bergen tot grote grillige rotsformaties omringd door groene bossen. Soms kwam je urenlang geen mens tegen. In Arizona zijn we ook door Indianenterritorium gereden, heel bijzonder. Je ziet op de uitgestrekte heuvels en ranches gewoon denkbeeldig Indianen en cowboys lopen, met hun verentooien en bontgekleurde paarden.
Soms waren er wel spannende momenten. Op veel plekken lag sneeuw, zelfs op plaatsen waar ze dat eigenlijk helemaal niet gewend zijn. Op een gegeven moment reden we in Utah op de Scenic Byway richting Cedar City. Het weer was niet al te best en er stonden waarschuwingsborden voor trucks, maar zo groot was onze camper nu ook weer niet. We besloten dus toch de gok te wagen. Als het niet gaat, keren we gewoon weer om, dachten we. Niet dus: de weg was zo smal dat dit helemaal niet mogelijk bleek. We moesten dus wel doorrijden, meer dan zestig kilometer lang. Het weer werd steeds slechter en de wegen waren spekglad van het ijs. Bij afdalingen waren we bang om te gaan glijden, geen prettig vooruitzicht met een afgrond van honderden meters diep naast je. Tot overmaat van ramp reed er een sneeuwschuiver achter ons, maar de weg was niet breed genoeg om die te laten passeren om voor ons de weg vrij te maken. Gelukkig zijn we uiteindelijk heelhuids in de stad aangekomen, maar het was wel doodeng!
Zonsondergang in de Grand Canyon
Toch is dat een van de weinige minder leuke ervaringen, eigenlijk was alles geweldig. Zelfs in het hysterische Las Vegas, wat we in het begin helemaal niks vonden, hebben we ons uiteindelijk prima vermaakt. Hele mooie herinneringen heb ik aan de Grand Canyon, waar we op een camping midden in het park stonden. ’s Avonds hebben we een afgelegen plekje opgezocht en samen op een rots, met een meegebrachte fles wijn, op anderhalve meter van de afgrond naar de zonsondergang gekeken. Dat was echt heel romantisch.
De operatie na terugkomst is goed gegaan, inmiddels heb ik bijna nergens meer last van. Het is hooguit een beetje onhandig af en toe, maar het houdt me zeker niet tegen om leuke dingen te blijven doen en mooie reizen te maken. Onze droom om ooit in een camper te gaan wonen is door Amerika alleen maar groter geworden. Dat lijkt me echt het ultieme genot.
Aangezien die loterij niet opschiet, hebben we twee jaar geleden toch maar alvast onze caravan ingeruild voor een camper. Als we op vrijdagmiddag op tijd klaar zijn met werken, pakken we de spullen en gaan we een paar dagen op pad. Ik heb een eigen kapsalon, dus we kunnen nooit langer dan drie weken weg. Maar zo vaak als we kunnen, trekken we er op uit. We kunnen natuurlijk niet de oceaan over, maar in Europa valt gelukkig genoeg te zien. Komend jaar gaan we naar Marrakech en Engeland, maar ook Schotland, Italië en Scandinavië staan nog op ons lijstje. We blijven dus gewoon Staatsloten kopen en duimen dat we ooit de jackpot winnen.’