Van het kastje naar de muur

Els Moonen (68) is eind dertig wanneer zij hartpatiënte wordt. Nu, ruim dertig jaar later, is zij ‘uitbehandeld’. Een stempel, meer niet. Want in haar leven als hartpatiënte is zij al vaker uitbehandeld verklaard. De strijd die zij heeft geleverd om überhaupt gehoord te worden, is een verhaal op zich.’Vrouwenklachten werden in die tijd niet serieus genomen.’

Els Moonen (68)

In haar vrije tijd houdt Els van lezen en schilderen. Een uitlaatklep om tot rust te komen. Want na meerdere hartinfarcten en hartoperaties én een erfelijke cholesterolaandoening wat zich heeft geuit in aderverkalking, is een uitlaatklep meer dan nodig. ‘Ik heb moeten accepteren dat ik nooit normaal zal functioneren, maar ik probeer positief te blijven en pas mijn leven aan.’

Vrouwenkwalen

De jaren tachtig zijn in volle gang wanneer Els ongemakken begint te ervaren. Ze gaat naar haar huisarts. Niet één keer, maar herhaaldelijk. Maar de juiste diagnose blijft uit, ‘Volgens mijn toenmalige huisarts waren mijn klachten te verklaren door stress. Ik was druk in de weer met de opvoeding van drie kleine kinderen, runde ondertussen een huishouden en was actief op de werkvloer.’

Maar de klachten van Els houden aan. Wanneer zij uiteindelijk bij de cardioloog terecht komt, is het te laat, ‘In eerste instantie hield de cardioloog vast aan het verhaal van mijn huisarts, dat mijn klachten stressgerelateerd zouden zijn. Frustrerend! Toen ik vertelde over de aanhoudende pijn op mijn borst, mocht ik een fietsonderzoek doen. En toen schrok hij, want mijn kransslagader zat vrijwel dicht.’

Els wordt direct opgenomen. Zij wordt gekatheteriseerd en doorgestuurd naar een academisch ziekenhuis, maar het was al te laat. Haar allereerste dotter- en stentbehandeling mag niet baten en een hartinfarct volgt. Diezelfde nacht volgt een spoedingreep en krijgt Els een bypassoperatie.

Uitbehandeld

De klachten houden aan en een periode van ‘hartbewaking op, hartbewaking af’ volgt. Onder andere doordat er te laat is ingegrepen, is de bypassoperatie niet succesvol. Vele ingrepen (en hartinfarcten) volgen daarop. Als klap op de vuurpijl wordt Els in de jaren negentig uitbehandeld verklaard, ‘Maar ik liet het er niet bij zitten en heb contact opgenomen met de cardioloog uit het academisch ziekenhuis waar ik naar was doorgestuurd.

Ik ben hem eeuwig dankbaar. Mede dankzij zijn hulp en steun volgt een nieuwe operatie.’ Eenmaal opgeknapt gaat Els een jaar later met haar gezin op vakantie. Iets wat eerder onmogelijk was, ‘Mijn klachten stonden het niet toe. Ik bleef wel klachten houden, maar inmiddels was ik het gewend. Het belangrijkste was dat mijn gezin en ik ermee om konden gaan.’

Els leeft haar leven. Angst dat het mogelijk mis gaat, ervaart de doorzetster niet, ‘Volgens mij speelde angst geen rol door mijn bijna-doodervaring. Ik heb al zoveel meegemaakt, het is gewoon mijn tijd nog niet.’ Maar met de komst van het nieuwe millennium, gaat het weer mis en allerlei ingrepen volgen. ‘Naderhand had ik veel pijn, maar ik werd niet serieus genomen. Ditmaal door de verpleging. Een nieuwe hartinfarct volgt. Het was ongelofelijk moeilijk.’

Wilskracht

Levenslustig als Els is, laat zij de moeilijke tijd achter zich. De jaren die volgen zijn wisselvallig, maar ze laat zich niet kennen. Op een gegeven moment verslechtert de gezondheidssituatie van Els drastisch, ‘Ik werd invalide’. Haar cardioloog spreekt de volgende woorden uit, ‘Wij staan met onze rug tegen de muur en kunnen niets meer doen.’ Els is opnieuw uitbehandeld.

Maar Els zou Els niet zijn, als zij het heft niet in eigen handen neemt. Zij gaat op onderzoek uit en komt terecht bij een experimentele stamcelbehandeling waaraan zij na screening mag deelnemen, ‘Het doel is om door middel van stamcellen de doorbloeding van bloedvaten en de functie van het hart te verbeteren. Vooralsnog lijkt de behandeling aan te slaan.’

Voor Els is haar wilskracht haar redding geweest, ‘Ga overal zelf achteraan. Vooral wanneer een arts zegt dat je uitbehandeld bent. En wat vrouwen betreft, laat je niet met een kluitje in het riet sturen onder het mom van ‘stress’. Mijn zus had pijn in de maagstreek met uitstralingen naar haar borst. Ondanks dat zij zich beroerd voelde, is zij naar huis gestuurd. Naderhand bleek het een groot hartinfarct te zijn. Het doet mij pijn dat mijn klachten (en de klachten van andere vrouwen) niet serieus zijn genomen, onder andere omdat er aan mij niets te zien was. Inmiddels is gelukkig bekend dat vrouwen en mannen hartklachten anders ervaren. Ik hoop dat vrouwen nu serieuzer worden genomen.’

Leven

Ongeacht alles houdt Els goede hoop en kijkt zij uit naar nieuwe ontwikkelingen, ‘Inmiddels heb ik met mijn gebrekkige hart leren leven, maar ik vind het nog steeds lastig om keuzes te maken bijvoorbeeld met betrekking tot sociale gebeurtenissen. Want ik ben beperkt in mijn doen en laten. Ik mis veel, dat maakt mij verdrietig, maar daardoor heb ik ook een schuldgevoel ten opzichte van mijn kinderen en kleinkinderen. Tegelijkertijd hebben mijn man, waar ik veel steun aan heb, en ik geleerd om met kleine dingen tevreden te zijn.’

Treinen door Europa

U zit in een sleur en wilt erop uit? Buiten Nederland, maar u wilt liever niet vliegen? Ga met de trein op ontdekkingsreis door Europa! Het draait niet om de eindbestemming, want de vakantie begint al tijdens de treinreis. HartbrugReizen helpt u op weg.

Eén ding is zeker: jong of oud, elke leeftijd is ideaal om Europa per trein te verkennen. Maar bent u gepensioneerd en heeft u tijd over? Nog beter! Laat de geraniums nog even voor wat ze zijn, ga het avontuur aan en maak nieuwe herinneringen. Alleen of met een reisgenoot.

Uw verhaal

De regie ligt in uw handen. Dankzij het reizen met de trein, heeft u de vrijheid om op uw eigen tempo uw reis tot in de kleinste details uit te stippelen. Daarmee is geen treinreis hetzelfde en creëert u al reizend, uw unieke verhaal.  U bepaalt welke stations, streken en steden u aandoet, maar ook of u door één land reist, meerdere landen bezoekt én hoelang u rondreist.

Zeker is dat u op een ontspannende manier ziet en beleeft, want in de trein rest u niets anders dan te genieten van de uitzichten vol variatie waarbij landschappen en steden elkaar afwisselen. Ontmoet Europa, Europeanen en hun historische schatten. Maak kennis met Europa’s culturele rijkdom, een mengelmoes van verschillende culturen met uiteenlopende keukens.

Over treinreizen gesproken…  de ‘West Highland Line’ in Schotland behoort tot de top treinreizen volgens ‘Wanderlust’ en ‘BBC’s Great Railway Journeys’. Waarom? Ontdek het zelf. Een klein tipje van de sluier, u raakt niet uitgekeken. Vergeet de – weliswaar toeristische – ‘Flåmsbana’ in Noorwegen niet. Op deze spoorlijn is het hoogteverschil enorm, want u stijgt honderden meters omhoog, terwijl u geniet van bergen en hun (besneeuwde) berglandschappen. Zoekt u het centraler? Denk aan de ‘Bernina Express’ in Zwitserland, imposante viaducten in combinatie met adembenemende hooggebergtes en blauwe bergmeren. U stapt op in het historische Graubünden en tijdens de vier uur durende treinreis, reist u via het beroemde ‘Landwasserviaduct’ en de ‘Berninapas’, naar het Italiaanse Tirano.

Voordelen

  • Geniet ongestoord van al het schoon om u heen, want vanuit de trein ziet u dingen die vanuit het vliegtuig -de lucht- ongezien blijven en waar auto’s vaak niet kunnen komen.
  • In vergelijking met een vliegreis, is er bij een treinreis geen sprake van een inchecktijd. U stapt direct in en het avontuur begint!
  • Het treinstation bevindt zich middenin de stad, in tegenstelling tot het vliegveld.
  • U ervaart geen gestress in en rondom het verkeer.
  • Ontspan, want u hoeft niet te navigeren.
  • Nog even over ontspanning… de trein biedt comfortabele zitplaatsen waarin u zelfs even kunt wegdutten. Meer comfort? Boek een hogere klasse.
  • Stap onderweg in en uit waar u wilt.
  • Dankzij de flexibele reisdata heeft u meer keuzevrijheid.
  • Geld over? Of let u liever op de kleintjes? Geen probleem! U bepaalt zelf hoe luxe en duur u het maakt.

Tips

  • Koop een ‘Railway Map of Europe’. Op deze spoorkaart vindt u alle spoorlijnen, scenic routes (toeristische routes door natuurschoon en/of langs culturele bezienswaardigheden) en hogesnelheidslijnen. Hierdoor weet u ook op welke trajecten een extra toeslag betaald dient te worden. En de panoramaroutes zijn alvast voor u uitgestippeld!
  • Weet u van te voren welke route u wilt afleggen? Afhankelijk daarvan kunt u kiezen uit twee beschikbare Interrail-passen: waar de één onbeperkt reizen door een Europees land biedt, reist u met de andere pas een maand lang door dertig Europese landen.
  • Laat u de beschikbare passen voor wat ze zijn en doet u het op eigen houtje, omdat u aan flexibiliteit hecht? Koop losse treinkaarten. Onthoud dat internationale treinkaarten vaak lang van tevoren goedkoper worden aangeboden, maar met een beetje geluk stuit u op een lastminute-aanbieding.
  • Om nog even terug te komen op de treinpas… of het juist niet aanschaffen daarvan, twee enkeltjes kunnen goedkoper uitvallen dan een retour. Waarom? Afhankelijk van het land zijn er soms meerdere aanbieders.
  • Bent u van het kosten besparen en slaapt u overal? Neem een nachttrein in overweging. U reist ’s nachts en wordt ’s ochtends wakker op uw bestemming.
  • Te veel van het goede? Reserveer voor zover mogelijk uw accommodatie van te voren. Hierdoor kunt u bij aankomst even bijkomen van alle uitzichten, uzelf opfrissen en vol goede moed ertegenaan in plaats van op zoek te moeten naar een slaapplek.
  • Wilt u alles proberen? Ga van een sterrenhotel naar een bed & breakfast.
  • Zorgt u voor een goede uitrusting? Indien u van plan bent veel te lopen, zijn wandelschoenen een must. Afhankelijk van uw plannen is in vergelijking met een koffer, een comfortabele reistas wellicht handiger.
  • Wij kunnen het ons niet voorstellen, maar raakt u tijdens het reizen uitgekeken op het uitzicht? Zorg voor leesvoer of spelletjes.

Wilt u graag genieten van adembenemende uitzichten, maar ook gegarandeerde gezelligheid met nét dat beetje meer? HartbrugReizen is daarop het antwoord! Wij plannen, u geniet. Tijdens onze busreizen is er voldoende ruimte voor rust in combinatie met vermaak. Skipt u een excursie? Geen probleem! U bepaalt zelf aan welke activiteiten u meedoet. Gaat het even mis? De meereizende begeleiders helpen u vooruit.

Meer informatie? www.hartbrugreizen.nl & www.facebook.com/HartbrugReizen

Sharona Porre kreeg een tweede kans op leven

‘Elke ochtend bedank ik voor de spiegel de donor voor mijn tweede kans’

Sharona Porre (27) werd blauw geboren. Haar ouders dachten dat de kleur wel zou wegtrekken, maar dat gebeurde niet. Na talloze onderzoeken kregen ze te horen dat hun dochter een ernstige hartafwijking had en hooguit 20 zou worden. Maar dankzij een hart- en longtransplantatie kreeg ze op het nippertje een tweede kans op leven.

 

‘Als het heel koud is en ik op de fiets zit, schiet het soms door mijn hoofd: ben ik weer blauw? Kijkt iedereen naar me? Maar al snel realiseer ik me dat ik daar niet meer bang voor hoef te zijn. Ik ben weer gewoon roze, net als andere mensen.’

Sharona Porre heeft het goed voor elkaar. Ze is net in haar eerste eigen huisje getrokken, doet twee keer per week vrijwilligerswerk in de ouderenzorg en is heel gelukkig met haar vriend Kevin, met wie ze nu een jaar samen is. In de toekomst hopen ze dat er nog een kleintje bijkomt, als de artsen daar groen licht voor geven. Want nu ze een hart en longen van ‘Ferrarikwaliteit’ heeft, ligt ook haar kinderwens weer op tafel. Toen Sharona op haar 15e haar eerste vriendje kreeg, vonden haar ouders het tijd worden om hun dochter te vertellen dat haar levensverwachting niet hoog was en ze daarom niet zwanger mocht worden.  ‘Die jongen moest ook weten waar hij aan toe was, vonden ze’, vertelt Sharona. ‘Ik dacht vooral: waarom overkomt mij dit? Ik kon ook heel boos worden dat mensen abortus pleegden. Ze vergooien een kans die ik nooit zou krijgen.’

Afscheidsbrief

Nog steeds is Sharona’s toekomst onzeker. De transplantatie heeft haar levensverwachting met ongeveer 15 jaar verlengd, maar hoe de medische wetenschap er dan voorstaat? Dat weet niemand. Maar daar wil het stel zich niet te veel mee bezig houden. ‘Ik kan ook morgen onder een bus komen’, relativeert Kevin. ‘We hebben geen glazen bol. Toen ze geboren werd, wisten de artsen ook niet dat het 20 jaar later mogelijk zou zijn om een hart en longen te transplanteren.’

De operatie – op 4 augustus 2015 – kwam maar net op tijd. ‘Anders had ik waarschijnlijk de kerst niet gehaald’, zegt Sharona. ‘Ik had regelmatig longbloedingen en zat vrijwel alleen nog maar thuis. De kleinste inspanning kon fataal zijn. Ik durfde zelfs geen chocola meer te eten, omdat het slijm dat je daarmee aanmaakt druk op mijn longen zou leggen.’ Ook de operatie zelf was een groot risico, vertelt ze. ‘Voor ik de operatiekamer inging, heb ik mijn ouders, zusje en toenmalige vriend een cadeautje gegeven, dat ze pas mochten openmaken als ik onder narcose was. Ik heb ook een afscheidsbrief geschreven, in geval het fout zou gaan. Niemand weet wat daarin stond. Toen ik eenmaal thuis was, heb ik hem verscheurd en weggegooid.’

Net een baby

Maar hoe blij haar familie en vrienden ook waren dat de operatie geslaagd was, Sharona zelf kon er in eerste instantie maar moeilijk van genieten. ‘Vooraf dacht ik: dit doe ik wel even. Maar het viel vies tegen. Ik voelde me net een baby, moest letterlijk alles opnieuw leren: praten, staan, lopen… De revalidatie was extreem vermoeiend en ik werd steeds depressiever. Je zou denken dat je na zo’n transplantatie dolgraag wilt leven, maar ik dacht op een gegeven moment: waar doe ik dit eigenlijk nog voor?’

Een revalidatiearts gaf haar de schop onder haar kont die ze nodig had. ‘Opeens ging de knop om’, vertelt ze. ‘Ik dacht: ik heb een tweede kans op leven gekregen, daar ga ik wat van maken! Nog steeds bedank ik iedere ochtend voor de spiegel de donor die me deze kans heeft gegeven. Al weet ik helaas niet heb wie dat is geweest. Ik heb de artsen een brief gegeven voor de nabestaanden, maar een reactie heb ik nooit gehad.’

Toch gelooft ze dat ze een deel van die persoon met zich meedraagt. ‘Mijn karakter is veranderd. Vroeger kon ik me best druk maken om dingen, nu heb ik sneller maling aan wat anderen denken. Ik ben makkelijker geworden, rustiger. Al kan dat misschien ook komen doordat ik niet meer hoef te vechten.’

Vechten is gelukkig inderdaad niet meer nodig, al is haar leven nog steeds niet makkelijk. ‘Ik blijf altijd patiënt. Ziekenhuiscontroles, medicijnen, het voortdurende risico op afstoting… Ook zijn mijn hersenen door al die jaren zuurstoftekort beschadigd, waardoor ik vergeetachtig ben en ik niet goed tegen drukte kan. Maar we hopen dat dat in de toekomst nog beter gaat. Soms maak ik er grapjes over met vriendinnen. “Ik ben ook pas twee”, zeg ik dan.’

 

Ongewenste kinderloosheid: een verdriet dat nooit slijt

Voor veel vrouwelijke hartpatiënten geldt gelukkig dat hun gezondheid het moederschap niet in de weg hoeft te staan. Helaas zijn er ook vrouwen die, vaak op advies van de cardioloog, ongewild kinderloos blijven. Hoe verwerk je zo’n groot verdriet?

Veel hartpatiënten die geboren zijn met een hartafwijking, maken zich zorgen of ze wel kinderen kunnen krijgen. In de meeste gevallen zijn die zorgen gelukkig nergens voor nodig en is een zwangerschap – zij het onder begeleiding – goed mogelijk. Slechts voor een klein percentage vrouwen geldt dat hun lichaam de zware belasting van een zwangerschap helaas niet kan dragen. Tijdens de zwangerschap moet het hart immers extra hard werken, wat in geval van een zeer ernstige hartaandoening een te groot risico is.

Dit zware nieuws krijgen ze soms al op jonge leeftijd van de kindercardioloog te horen, zodat ze langzaam kunnen wennen aan het idee dat zij nooit moeder zullen worden. Bij andere vrouwen komt de klap pas later, op het moment dat ze na gaan denken over een kinderwens en bij de arts aankloppen om de opties te bespreken.

In beide gevallen is het een boodschap die rauw op je dak valt, zegt Marjolein Grömminger van Freya, dé vereniging voor mensen met vruchtbaarheidsproblemen. ‘Ongewenste kinderloosheid is een verdriet dat je je leven lang met je meedraagt. Het maakt daarin geen verschil of je al op jonge leeftijd hebt gehoord dat kinderen krijgen niet mogelijk is of pas na een jarenlang traject. Na zo’n heftige boodschap moet je weer met jezelf in het reine zien te komen, en dat doet iedereen op zijn eigen manier. Het is een rouwproces.’

Acceptatie

Volgens Grömminger wordt het verdriet soms weggerationaliseerd: het mag niet, dus we kunnen het maar beter accepteren. ‘Dat betekent echter niet dat je ook vrede hebt met de situatie’, benadrukt ze.  ‘Voor sommige vrouwen slijt het verdriet nooit, zeker niet als moeder worden al van kleins af aan hun grootste wens was. Bovendien worden ze continu herinnerd aan hun gemis, bijvoorbeeld als er in hun omgeving een kind afstudeert, bij een trouwerij of andere mijlpaal.’

Marrie (74) weet niet beter dan dat ze altijd heeft geweten dat kinderen krijgen er voor haar niet inzat. ‘Daar werd vroeger niet uitgebreid over gepraat’, vertelt ze. ‘Ik heb ook nooit vragen gesteld, dat durfde ik niet. Ze dachten waarschijnlijk dat ik niet oud zou worden, maar er is inmiddels zoveel verbeterd in de medische wereld dat ik een heel normaal leven leid. Soms denk ik weleens: had het niet tóch gekund? Zeker als ik verhalen lees van vrouwen die veel zieker zijn dan ik en wél moeder zijn. Ik ben tevreden met mijn leven zoals het is: mijn man en ik hebben mooie reizen gemaakt en ik heb met veel liefde gewerkt als onderwijzeres. Maar nu al mijn vriendinnen oma zijn, denk ik weleens: wat als…?’

Onderbuikgevoel

Hartpatiënte Geertje (32) werd drie jaar geleden wél moeder, maar kreeg al snel te horen dat haar lijf een volgende zwangerschap niet aan zou kunnen. Dit terwijl ze een hele grote wens had voor een tweede kind. ‘Natuurlijk focus je je op het positieve: we hebben een gezonde dochter, dat is heel veel waard’, vertelt ze. ‘Maar accepteren dat er nooit meer een broertje of zusje komt, was toch een rouwproces. Door veel te schrijven en te praten met lotgenoten, leer ik er nu steeds meer vrede mee hebben. Hoewel er niet genoeg bekend is over mijn ziekte om het 100% zeker te weten, twijfel ik nooit aan het advies van mijn artsen. Ze zeiden eerlijk dat het een onderbuikgevoel was, en daar vertrouw ik op. Dat ik nu gezond genoeg ben om er voor mijn dochter te zijn, vind ik veel belangrijker dan die hele kleine kans dat het tóch nog had gekund.’

Hulp zoeken

Marjolein Grömminger van Freya zegt dat ongewild kinderloze vrouwen zich soms alleen kunnen voelen. ‘De omgeving kan in het begin nog zo meeleven, maar realiseert zich niet altijd dat het ook jaren later nog steeds veel pijn kan doen. Wij benadrukken daarom altijd dat het geen schande is om hulp te zoeken. Soms kan het ziekenhuis iemand rechtstreeks doorverwijzen naar een psycholoog of maatschappelijk werker, maar op onze website Freya.nl hebben we ook een lijst met therapeuten en hulpverleners die kunnen begeleiden in het verwerkingsproces. Ook hebben we een besloten Facebookgroep waar lotgenoten hun verhalen delen en elkaar helpen. Voor iemand die net het slechte nieuws te horen heeft gekregen, kan het bijvoorbeeld inspirerend zijn om te horen dat iemand die al veel langer in het traject zit, weer licht aan de horizon ziet en ook zonder kinderen een heel rijk en gelukkig leven leidt.’

 

Mijn mooiste reis ‘Op Curaçao liggen een deel van Sarah’s roots’

In deze rubriek vertellen hartpatiënten over de mooiste reis van hun leven. Dit keer het verhaal van Geertje Boekhouder uit Ede, die hartpatiënt is sinds de geboorte van haar dochter Sarah (3). In mei beleefde ze met haar gezin een bijzondere vakantie op Curaçao.

‘Ik hou van reizen en heb al veel mooie landen gezien. Tegenwoordig vergt op vakantie gaan wel wat meer voorbereiding dan vroeger. Omdat we nu een kind hebben, maar ook omdat we sinds de geboorte van Sarah weten dat ik hartpatiënt ben. Ik heb een auto-immuunziekte, waardoor ik een verhoogde kans heb op trombose en mijn hart als het ware versleten is. Gelukkig kan ik een redelijk normaal leven leiden, en vakanties horen daar ook bij! De Afrikaanse rimboe zou ik niet zo snel opzoeken, maar als er een ziekenhuis in de buurt is dat kwalitatief goede zorg kan leveren, durf ik het wel aan. Curaçao was wat dat betreft een veilige bestemming.

Het eiland stond al langer op ons verlanglijstje, omdat mijn man Giorgio hier vandaan komt. Zeven jaar geleden zijn we er al eens een weekje geweest, maar toen waren we zo druk met familiebezoek dat we er niet aan toe kwamen om de omgeving te bekijken. Daarom besloten we nu twee weken te gaan, samen met mijn ouders. Die waren namelijk ook nieuwsgierig waar hun schoonzoon is opgegroeid.

Andere cultuur

Deze reis was voor ons extra speciaal omdat Sarah een deel van haar familie voor de eerste keer zou ontmoeten. Haar oma kende ze bijvoorbeeld tot die tijd alleen maar via Facetime. Bovendien ligt op Curaçao een stukje van haar roots, dat wilden we haar graag laten zien. De Caribische cultuur is heel anders dan de Nederlandse, we vinden het belangrijk dat ze die ook leert kennen. Sommige familieleden wonen bijvoorbeeld in hele primitieve huizen en hebben niet veel te besteden, en toch staat de voordeur altijd open voor bezoek.

In het begin vond Sarah het best spannend om al die nieuwe mensen te leren kennen en was ze een beetje verlegen. Maar iedereen was zo lief en gastvrij dat het ijs al snel gebroken was. Zo hebben we onder andere Giorgio’s biologische vader opgezocht en zijn twee oma’s. Eén van hen is al 103, een eeuw ouder dan Sarah dus! Het was heel bijzonder om die verschillende generaties samen vast te kunnen leggen op de foto. En ook een beetje emotioneel, want we weten niet of we ze nog een keer terug zullen zien.

Ook al kon ik niet met iedereen communiceren, omdat sommige familieleden alleen Papiaments spreken, vond ik het heel mooi om eindelijk een compleet plaatje te krijgen bij de verhalen die Giorgio vertelt. We hebben plekken bezocht waar voor hem dierbare herinneringen liggen, zoals zijn ouderlijk huis en zijn oude school. Daardoor voelt het alsof ik hem nu nóg beter ken.

Rotskust

Natuurlijk waren die familiebezoeken ook best intensief, dus gelukkig hadden we ook voldoende tijd om het eiland te verkennen. Ons grote voordeel was dat Giorgio moeiteloos de mooiste plekjes weet te vinden. Curaçao wordt aangeprezen vanwege het prachtige helderblauwe water en de witte stranden, maar de ruwe kant van het eiland is minder bekend. Het was heel gaaf om ook die uithoeken te zien, met hun hoge rotsen en woeste golven. En het was grappig om te ontdekken dat Willemstad heel erg veranderd is sinds de laatste keer dat we er waren. Hoewel je er nog steeds krotten ziet, staan er nu wel meer grotere huizen en zelfs villa’s.

Met mijn gezondheid ging het tijdens de vakantie best goed, eigenlijk voelde ik me niet anders dan thuis. Ik kan wat minder goed tegen de warmte dan vroeger, maar daar viel prima rekening mee te houden. Dan zocht ik bijvoorbeeld op tijd de schaduw op, of ging ik even binnen onder de airco zitten. Ik weet inmiddels goed wanneer ik het beter even rustig aan kan doen. In de brandende zon een hoge trap op klimmen, daar begin ik bijvoorbeeld niet aan. Hoe mooi het uitzicht ook is.

Andere smaken en kruiden

Waar we ook erg van genoten hebben is de Caribische keuken. Ik hou enorm van lekker eten en probeer graag nieuwe dingen uit, want ik lust bijna alles. Omdat ik vanwege mijn bloeddruk niet te veel zout mag, hebben we vooral in ons appartement gekookt. Maar ook in restaurants ging het verrassend goed. In Nederland is het altijd afwachten of er niet te veel zout in een gerecht zit, waardoor ik soms dingen moet laten staan. Anders weet ik al dat ik daar de volgende dag veel last van heb. Maar op Curaçao gebruiken ze een veel grotere variatie aan kruiden, waardoor alles heerlijk smaakte en ik toch nergens last van heb gehad.

Deze vakantie was een perfecte combinatie van familie bezoeken en lekker zwemmen, in de natuur zijn en relaxen. En Sarah bleek een ideaal kind om mee op reis te hebben, ze paste zich overal moeiteloos aan. Over een aantal jaar gaan we zeker nog een keer terug. Het zal namelijk nóg leuker zijn als oud genoeg is om alles bewust mee te maken.

Geertje blogt over haar leven op www.lifesabout.nl

Klaar voor de Elfstedentocht zonder ijs?

Voor echte schaatsliefhebbers kan Vadertje Vorst niet streng genoeg zijn. Alleen zo is er immers kans op een Elfstedentocht. Gelukkig zijn ze in Friesland zelf heel praktisch. Ook zonder ijs helpen ze bezoekers aan de Tocht der Tochten. Mét heuse stempelkaart en uiteindelijk een oorkonde.

Eigenlijk is het best een opluchting. Afzien hoeft niet om van de Friese elf steden te genieten. Sterker nog, zonder schaatsen of kluunmatten kunt u Friesland veel beter ontdekken. Met de auto bijvoorbeeld. Maar in welke steden komt u eigenlijk als u zich aan de Elfstedentocht waagt? Weinig niet-Friezen kunnen het rijtje van elf opdreunen. Allemaal plaatsen die al eeuwen stadsrechten hebben, maar vaak ronduit dorps aandoen. Sommige steden liggen landinwaarts, anderen aan het IJsselmeer, kortom, een lekker afwisselend landschap. Klaar voor de start?

Leeuwarden (Ljouwert)

De grootste van de Friese elf steden, markeert het begin en het einde van de Elfstedentocht. Het is fijn wandelen langs de Prinsentuin en de scheve Oldehove, een beetje de lokale Toren van Pisa. Het Fries Museum is een moderne blikvanger vol trotse geschiedenis en hedendaagse kunst. U rijdt voor een foto met het standbeeld van de Elfstedentochtrijder natuurlijk even langs het Fryslânplein!

Sneek (Snits)

In Sneek is de Waterpoort hét visitekaartje van de stad, maar het Scheepvaartmuseum is ook een must see. U waant er zich in de glorietijden van de Friese kust- en binnenvaart (met skûtsjes). Voor meer melancholie en zoetekauwen is de gang naar de ambachtelijke winkels vol Fries banket zoals Sneekse drabbelkoeken, oranjekoek en Fryske dúmpkes.

IJlst (Drylts)

IJlst is van oudsher bekend om zijn houtbewerkers. In het nieuw te openen Museum Houtstad IJlst leert u alles over hun geschiedenis. En verhip, daar blijkt niks houterigs aan, want van het lokale bedrijf Nooitgedagt komen de schaatshoutjes waarop we allemaal hebben leren schaatsen.

Sloten (Sleat)

Ah, en dan Sloten! Met 760 inwoners is het de kleinste van de elf Friese steden. Rustig en knus met jachthaven aan het Slotermeer en twee waterpoorten. In het Museum Sloten, in het voormalige stadhuis, is de Museumzolder ‘Laterna Magica’ een fantastisch cadeautje. Hier vindt u zomaar de mooiste collectie toverlantaarns van Nederland!

Stavoren (Starum)

Voor wie ooit de sage over het Vrouwtje van Stavoren hoorde, behoudt de stad een sprookjesachtige klank. Aan drie kanten ingesloten door het IJsselmeer is Stavoren dé stad van de Zuiderzee. De directe verbinding met de Friese Meren versterkt het wind- en waterkarakter. Oftewel, Stavoren moet u doorleven, stoer staand op de kade, niet ver van het standbeeld van het Vrouwtje.

Hindeloopen (Hylpen)

Hindeloopen is nog zo’n oude Friese handelsstad met speciale magie. De 900 inwoners zijn lekker eigenwijs, met een heel eigen dialect van het Fries, een bijzondere klederdracht en natuurlijk de Hindelooper schilderkunst. In het Eerste Friese Schaatsmuseum weet u weer dat u aan de Elfstedentocht bezig bent.

Workum (Warkum)

Monumentaal Workum heeft een populaire jachthaven, maar bij koud weer is hier ook genoeg binnen te zien. Zo zijn er het museum van Jopie Huisman, de autodidactische meesterschilder van het gewone leven, en de sierlijk gedecoreerde gildebaren in de Sint Gertrudiskerk.

Bolsward (Boalsert)

Frieser kan niet! De mooie oude binnenstad van Bolsward ontstond ooit op een drietal terpen. De Broerekerk met zijn glazen dak over de gotische zuilen is hier de grootste verrassing. Verder moet u in de Beerenburgfabriek beslist de kruidenbitter van Fedde Sonnema proberen. Natuurlijk ijs- en ijskoud!

Harlingen (Harns)

De potvisfontein aan de Zuiderpier in de haven van Harlingen verwijst naar vroegere walvisvangst, maar nu varen er vooral de veerboten naar Vlieland en Terschelling af. Heel bijzonder is Archeologisch Wijnaldum, gevestigd in de consistorie achter de kerk. Het vertelt over de middeleeuwse edelsmeedkunst in deze Friese regio (Westergo) en de gouden voorwerpen die er gevonden zijn.

Franeker (Frjentsjer)

De grootste troef van Franeker is het Eise Eisinga Planetarium met een eeuwenoud model van het zonnestelsel. Opvallend: in het café praten de Franekers vooral over kaatsen, hún sport. Schaatsen, wat is dat?

Dokkum (Dokkum)

‘754. Bonifatius bij Dokkum vermoord.’ Wereldwijd kent iedereen deze geschiedenisles. Dokkum is ook het voorlaatste station van de Elfstedentocht. Hopelijk heeft u nog energie om fijn te slenteren te midden van de 140 (!) rijksmonumenten. Daarna is het op naar de finish in Leeuwarden. De Unox-muts kan af, u heeft de tocht volbracht!

Elfstedentocht op uw gemakje

Over het ijs is de Elfstedentocht  199 kilometer, over de weg nog iets langer. Zelfs met de auto overbrugt u zo’n afstand niet zomaar. De Friezen stellen daarom slimme Elfstedenarrangementen beschikbaar. Een driedaagse autoreis met twee hotelovernachtingen bijvoorbeeld. Dan krijgt u automatisch een routekaart en informatie over de elf steden mee. U kunt zelfs afstempelen op diverse posten en ontvangt bij het volbrengen van de tocht een oorkonde op naam. Houdt u van lekker eten dan is ook nog een culinaire variant op de tocht mogelijk. U proeft dan van al het lekkers dat de Friese keuken te bieden heeft. Van traditionele lekkernijen tot innovatieve hapjes. Er zijn zelfs bieren, whisky’s en wijnen uit Friesland. Dat klinkt toch beter dan koek & zopie op het ijs? Buiten het winterseizoen kunt u natuurlijk ook langs de elf steden varen, fietsen en wandelen.

Meer informatie: http://frieslandtravel.com/nl/auto-motor/elfstedenroute.

Hartfalen: vragen aan huisarts Joke Lanphen

Wat is hartfalen eigenlijk? Deze vraag legden we voor aan een kaderhuisarts hart- en vaatziekten. De 61-jarige Joke Lanphen had tot 2014 een praktijk in Blaricum. Momenteel is ze o.a. werkzaam als directeur voor een zorggroep in de regio ’t Gooi en medisch manager van de huisartsenpost in Amersfoort. Ze werkt daarnaast als waarnemend huisarts.

Wat is hartfalen precies?

Hartfalen is precies wat het woord zegt, het hart werkt niet meer zo goed. Het hart wordt onvoldoende met bloed gevuld en/of de knijpkracht neemt af. Daardoor komt er minder zuurstof in het lichaam en zijn mensen sneller buiten adem.

Hoe kun je de eerste symptomen van hartfalen onderkennen?

Je merkt dat je sneller moe wordt. Je raakt eerder dan vroeger buiten adem. Op een gegeven moment merk je dat je enkels dikker worden. Je krijgt een vol gevoel in je buik. Dat komt omdat het hart minder krachtig pompt, of zich minder goed vult met bloed. Daardoor ontstaat stuwing. Er wacht meer bloed in het onderlichaam op doorstroming via het hart. Er ontstaat dus een soort ‘filevorming’. Het bloed wordt niet snel genoeg verder gepompt. Meer vocht treedt buiten de bloedvaten. Dat vocht zakt naar de enkels, die daardoor dik worden. Verder hoopt het zich op rond de longen, wat tot benauwdheid en kortademigheid kan leiden. Maar dat vocht hoopt zich ook op in de buik. Dat geeft een gevoel van druk.

Als een patiënt voor het eerst met klachten komt die op hartfalen lijken, welke vragen stelt u haar of hem dan meestal?

Ik vraag de patiënten of hun enkels dik zijn en of ze ’s nachts goed plat kunnen liggen. Krijgen ze het dan benauwd en moeten ze vaker naar de wc? In bed kan het vocht immers ook de bovenste delen van het lichaam weer makkelijker bereiken. Het wordt rondgepompt en via de nieren zoekt veel vocht een weg naar buiten. Dat moet worden uitgeplast. Ik onderzoek ook of ze zwaarder zijn geworden dan vroeger. Want door het vocht vast te houden kunnen mensen flink aankomen. Ik vraag of ze ooit een hartinfarct hebben gehad, of een hoge bloeddruk hebben. En ik wil weten waarom iemand aan hartfalen lijdt. Die diagnose stel ik door middel van een echo van het hart, een ECG-hartfilmpje en een bloedonderzoek. Uit de echo kan ik aflezen of het hart veel harder moet werken en minder milliliters verplaatst dan gebruikelijk. Dat wijst op hartfalen.

Is er een standaardbehandeling tijdens het eerste consult, en zo ja, waaruit bestaat die?

De arts kan vochtafdrijvende middelen, in de volksmond plaspillen genoemd, voorschrijven. Het overtollige vocht wordt daarmee uitgeplast. Dat kan wel vijf kilo aan gewicht schelen. De middelen zorgen ervoor dat de nieren meer vocht afscheiden. Dan moet tevens de bloeddruk gereguleerd worden, en ook daarvoor zijn medicijnen nodig. In ons lichaam zijn er namelijk meerdere mechanismen die de bloeddruk regelen. Als je op een van die mechanismen ingrijpt (door de plaspil) moet je voorkomen dat die andere mechanismen daar iets tegenin gaan doen. Ook dat kan via medicatie.

Wanneer besluit u een patiënt door te verwijzen naar een cardioloog?

Dat gebeurt bijvoorbeeld wanneer de diagnose niet helder is, of wanneer de huisarts niet zelf een hartecho kan laten maken. Niet alle huisartsen hebben namelijk de mogelijkheid om zelf een echo van het hart aan te vragen en veel ziekenhuizen houden het maken van zo’n echo ook liever bij de cardioloog.

Mensen schrikken als ze horen dat ze iets aan het hart hebben. Wat doet u om die angst weg te nemen?

Goed uitleggen wat hartfalen is en dat je er iets tegen kunt doen. Met medicijnen, maar ook door je leefstijl aan te passen, te stoppen met roken en minder alcohol te drinken. Het is goed om te weten dat hartfalen slijtage is als gevolg van het ouder worden of door een eerder hartinfarct. Hartfalen is niet direct levensbedreigend maar wel (fors) beperkend. Slijtage overkomt ons allemaal. Goede uitleg kan angst bij mensen afnemen.

huisarts Joke Lanphen

Geert de Jong: ‘Sinds mijn hartziekte ervaar ik meer levenskracht.’

Geert de Jong is 34 als hij een hartstilstand krijgt na een wielerwedstrijd. Het is het begin van een leven met hartritmestoornissen waardoor hij zijn werk en veel andere activiteiten moet staken en met angst voor herhaling leeft. Maar: ‘Ik leefde ervoor op wilskracht, nu volg ik mijn gevoel.’

Geert de Jong (39) was altijd gezond en heel sportief. Hij voelde dan ook niets tijdens de wielwedstrijd in Valkenburg. Geen vermoeidheid, geen kortademigheid, niets bijzonders. Maar toen hij na de finish afstapte ‘ging het licht uit’ en zakte hij in elkaar. Hij had een hartstilstand. De moeder van een vriend die haar eigen zoon stond toe te juichen begon hem te reanimeren.

Ambulancepersoneel nam het over met een defibrillator. Met succes, Geert kwam bij. Maar terwijl dat gebeurde realiseerde hij zich dat hij met een doodstrijd bezig was en dacht hij dat de geruststellende woorden van mensen die hem hier probeerden te houden, stemmen van de overzijde waren. Hij begon met hen te vechten om terug gaan naar het leven. Hij kreeg een kalmerend middel toegediend en werd wakker in het ziekenhuis.

Nog een hartstilstand

Zijn hartspier bleek ontstoken, waarschijnlijk veroorzaakt door een virus dat Geert had opgepikt. Dat is nu vijf jaar geleden. Inmiddels is Geert helemaal afgekeurd. Een half jaar na de wielerwedstrijd gebeurde hetzelfde namelijk nog een keer. Weer zat hij op de fiets. Dit keer met zijn twee jonge kinderen achter hem in een fietskar. Een normaal fietstochtje, geen extra zware inspanning. Geert lag in de berm met een hartstilstand. En weer had hij het geluk dat iemand hem hier, in het leven, wist te houden. Een vrachtwagenchauffeur zag hem liggen en had in het leger leren reanimeren. Hij belde een ambulance en begon te reanimeren. Volgens de artsen had littekenweefsel ontstaan na de eerste ontsteking ertoe geleid dat hij gevoeliger was geworden voor hartritmestoornissen.

Doodsangst

‘Ik was het vertrouwen in mijn lichaam helemaal kwijt,’ vertelt Geert hierover. ‘Mijn hart kan bij de geringste inspanning op hol slaan om vervolgens stil te staan.’ Om dat laatste te voorkomen draagt hij inmiddels een ICD ofwel een defibrillator. Als die in actie komt is dat een zware belasting. ‘Ik voel eerst mijn hart op hol slaan en dan voel ik die ICD met een heftige schok ingrijpen. Ik weet dat ik in leven blijf, maar het voelt alsof ik sterf. Er komt veel adrenaline vrij en ik ervaar pure doodsangst.’

De constante angst dat zoiets gebeurt kost veel energie. Ook moet hij constant rekening houden met de belasting die zijn hart aankan. ‘Ik kan niet meer de vader zijn die ik wil zijn, ik kan bijvoorbeeld niet echt stoeien met de kinderen of ze optillen. Ik kan ook niet de partner zijn die ik wil zijn of de werknemer.’ Geert zocht psychologische hulp om met zijn angst om te gaan, maar dat haalde niet veel uit. ‘Een psycholoog helpt om niet-reële angsten in perspectief te zien. Maar mijn angst is wel reëel.’

Vertrouwen

Toch heeft de ziekte hem ook veel gebracht. ‘Mijn leven is er totaal door veranderd. Ik was bankier en deed heel veel op wilskracht. Ik voelde nooit belemmeringen. Als ik iets wilde, zorgde ik dat ik dat ook voor elkaar kreeg. Maar ik zag de wereld ook erg in zwart-wit tinten. Nu doe ik veel meer vanuit mijn gevoel, en vraag me af: waar heb ik nu behoefte aan? Ook zie ik veel meer kleur. In het leven en in de mensen om me heen. Deze nieuwe, intensere manier van leven had ik niet willen missen.’

Geert kreeg van vrienden een boekje van Wim Hof, ofwel The Iceman. Hij was gewend altijd druk bezig te zijn en in actie te komen. Op zoek naar een voldaan gevoel door presteren. Maar nu leerde hij via de oefeningen in dat boek een andere kracht van zijn lichaam kennen. Hij oefende bijvoorbeeld met het inhouden van zijn adem. ‘Op een gegeven moment ontdek je dat je je adem veel langer kunt inhouden dan je denkt. En dat er vanzelf een moment komt dat je ademhaling weer begint. Dat gaf een enorm krachtig gevoel. Ik leerde vertrouwen op iets groters in mijzelf.’ Het gaf hem veel voldoening, deze momenten waarin er uiterlijk weinig gebeurde, maar van binnen juist heel erg veel. Dat werd zijn nieuwe kompas; voldoening ervaren door ontspanning. Zijn interesses zijn ook veranderd. Zo is hij geïnteresseerd geraakt in de symbolische en gevoelsfunctie van het hart. Hij vraagt zich vaker af: ‘Wat wil mijn hart mij eigenlijk zeggen? Wat betekent het hart eigenlijk voor mensen, los van de lichamelijke functie die het heeft.’

Hartewens

En er is ook nog iets anders wat hem van het hart moet: ‘Ik merk dat veel mensen die ziek zijn hun ziekte ervaren als iets wat hen is overkomen, waar ze slachtoffer van zijn. Eerst wenste ik ook dat ik van mijn ziekte zou genezen en ik mijn leven weer ‘gewoon’ kon oppakken. Nu wens ik, dat er een moment komt waarop ik de wens om ‘beter te zijn’ niet meer ervaar. Voor mij is mijn ziekte behalve een angstige en zeer zware beproeving ook een enorme leerschool die me niet alleen intenser van het leven doet genieten maar me ook een nieuwe diepere levenskracht laat ontdekken. Ik voel dat mijn tevredenheid en geluk groter en belangrijker zijn dan mijn ziekte. Vaak proberen we de omstandigheden die het ervaren van geluk in de weg zitten te veranderen. Maar ik denk dat juist het omarmen van die moeilijke omstandigheden gelukkig maakt.

DJ Rob van Someren: Voor reanimatie is het ritme van Staying Alive precies goed

Radio-DJ Rob van Someren (54) kreeg in 2014 een licht hartinfarct. Hij bleek geen klassieke hartpatiënt. Het duurde jaren voor de diagnose echt rond was. Voor zijn programma Somertijd bij Radio 10 organiseert hij eerdaags een Reanimatiedag. Aan Hartpatiënten Nederland vertelt hij waarom.

Wat gebeurde er in 2014 precies?

Na het sporten voelde ik me plots niet lekker. Ik kreeg een tintelend gevoel in mijn linkerarm en een pijnlijke druk op de linkerborst. Mijn beide ouders zijn overleden aan hartfalen. Ik wist dus meteen dat er iets met mijn hart was. Uit de onderzoeken van het AMC bleek dat ik een licht hartinfarct had gehad. De specialist sprak van een schampschot. De hartfunctie was nog 100% intact en littekenweefsel niet gevormd. Maar het hart had wel zuurstoftekort gehad. De afwijkende enzymwaarden toonden dat aan. Alleen duurde het lang voor de oorzaak van het hartinfarct werd gevonden. Die was atypisch.

Kun je dat uitleggen?

Mijn hart kreeg zuurstoftekort, omdat de binnenkant van mijn bloedvaten geïrriteerd raakten. Bij inspannende activiteiten stuwt het bloed sneller door de vaten, dat veroorzaakt wrijving aan de vaatwanden, mijn vaten vinden dat niet leuk en er ontstaat kramp waardoor ze samentrekken  en zich tijdelijk vernauwen. Het bloed krijgt minder ruimte, de bloeddruk stijgt enorm. Bij verdere verkramping kunnen de vaten zich zelfs helemaal afsluiten. Dat werd ontdekt bij de hartkatheterisatie. Normaal is dat pijnloos, maar ik voelde exact waar de slang zat. De behandelend professor stond perplex. Vasculair spasme heet het verschijnsel. Het komt bij vrouwen vaker voor dan bij mannen, maar bijna nooit zo extreem als bij mij het geval  is. Hoe dan ook was het eigenlijk tot dit jaar tobben. Met de vaten in rust was niks aan de hand, maar ik kreeg bloedverdunners en medicatie om mijn bloeddruk te verlagen. Zoveel dat zelfs tijdens het sporten de bloeddruk te laag werd.  Zo laag dat ik echt omviel. De balans was zoek. Nu is die medicatie aangepast en gaat het beter.  Ik bezoek een internist in plaats van een cardioloog. Die kan de  werking en combinatie van de medicijnen beter in de gaten houden dan de hartspecialist.

Het is een clichévraag, maar sta je na het hartinfarct anders in het leven?

Tuurlijk is er een vóór en na het hartinfarct. Ik ben me bewuster van zaken, let meer op mijn lijf en de werking van de medicatie. Toch is mijn leven niet echt veranderd, want ik deed nooit heel gek. Op mijn gewicht letten moest ik altijd al. Ik werk nog evenveel,  maak doordeweeks voor Radio 10 mijn programma Somertijd, werk meestal op dinsdag bij de politie in Amsterdam  waar ik vaak noodhulpdiensten draai en ik ben ook trouwambtenaar. Daarnaast heb ik nog twee bedrijven waarmee ik commercials doe, presentaties of drive-in shows in het land houd. Maar ik ben geen 18 jaar meer. Ik heb langer tijd nodig om van vermoeienis te herstellen. Dus als het even kan, draai ik geen nachtdiensten meer bij de politie. De dinsdag is al heftig genoeg. Om 6.15 uur sta ik dan op het politiebureau.  Vóór 15.30 uur  moet ik echt door naar de studio. De luisteraars hebben geen boodschap aan mijn meerdere banen en vermoeidheid. Om mijn conditie op peil te houden, ga ik twee keer per week naar de sportschool. Ik rook al tientallen jaren niet meer. Ik ben nog wel een Bourgondiër, maar verder ben ik best oké.

We hoorden dat je een Reanimatiedag voor je programma Somertijd aan het organiseren bent.

Klopt! Dat idee ontstond eigenlijk spontaan in de studio. We draaiden Staying Alive van de Bee Gees. Ik vertelde dat dat een perfect nummer is als je iemand reanimeert. Je voert je hartmassage uit op het ritme van dat lied. Een collega riep meteen als grap `de Somertijd reanimatiedag’! Ik had snel zoiets van, dát gaan we doen! Mensen die meemaken dat een naaste niet goed wordt, weten vaak niet wat ze overkomt. Er is veelal paniek en schroom. Dat zie ik ook tijdens mijn politiewerk. Het is belangrijk iets van reanimatie te weten. Je kunt eigenlijk ook niks fout doen. Een simpele hartmassage in de minuten voordat de ambulance arriveert, kan al levensreddend zijn. Als het bloed maar circuleert, er iets van zuurstof doorkomt. Het slechtste is niks doen. Dat besef wil ik samen met experts tijdens een speciale gratis training, ergens in Nederland, uitdragen. We hebben een breed publiek, tussen de 20 en 60 jaar, maar nog geen idee hoe groot de belangstelling zal zijn. Het wordt een serieuze middag, maar ook luchtig en laagdrempelig. Waarschijnlijk ergens in de lente van 2018.

Heb je nu al tips voor andere hartpatiënten?

Iedereen weet zelf drommelsgoed wat hij nog in zijn leven kan verbeteren. Doe daar serieus wat mee. Na een hartfalen kun je het ook voor je omgeving niet maken laconiek met je gezondheid om te gaan. Overdreven met ‘gezond’ bezig zijn, is echter ook niet goed. Genieten van het leven blijft belangrijk. Ik zeg maar zo: waarom leef je anders nog? Pluk de dag!

DJ Rob van Someren

Dit artikel verscheen in het HPNL magazine. Interesse? Vraag hier het HPNLmagazine aan.

De twintig Nationale Parken van Nederland

Nederland, een dichtbevolkt land, is maar liefst twintig Nationale Parken rijk. Maar wat is het verhaal achter het natuurschoon? HartbrugReizen vertelt.

Twintig Nationale Parken vertellen het verhaal van de Nederlandse natuur. Typerende en karakteristieke kenmerken van de Nederlandse natuur waaronder bossen, duinen en heide zijn in de Nationale Parken terug te vinden. Hetzelfde geldt voor beekdalen, getijdenwater en laagveen, maar ook vennen. Verder is de variatie aan parkbewoners groot. Van amfibieën en reptielen tot vogels en vlinders én verschillende zoogdieren. Naast alle bezienswaardigheden, lenen de Nationale Parken zich uitstekend voor activiteiten. Sterker nog: het is dé manier om te zien en te beleven. En doordat de Nationale Parken verspreid liggen over de provincies, is er altijd één in de buurt!

Schiermonnikoog (Friesland)

Bloemen op de duinen, vogels op de kwelder en modder op het wad. Vergeet u de zeekraal niet te proeven! Sinds 1989 is het eiland een Nationaal Park en vanaf 2009 staat het Waddengebied op de UNESCO Werelderfgoedlijst.

Lauwersmeer (Groningen)

Door de brakke omstandigheden (vermenging van zoet en zout water) kon de bijzondere natuur in de Lauwerszee zich ontwikkelen. Om overstromingen tegen te gaan, werd de Lauwerszee afgesloten en is het Lauwersmeer ontstaan. Hierdoor is op de vroegere zeebodem een nieuw landschap ontstaan en vormt het een waar vogelparadijs.

Duinen van Texel (Noord-Holland)

Het westelijk deel van Texel bestaat uit een afwisselend landschap met droge duinen en natte duinvalleien. De bossen, heidevelden en kwelders bij De Slufter maken het plaatje af. De Slufter is een uniek gebied en staat in open verbinding met de Noordzee. Het Nationaal Park leent zich uitstekend voor een dagje uit.

De Alde Feanen (Friesland)

Hartje Friesland beschikt over ruim 2300 hectare laagveenmoeras. De natuur kenmerkt zich onder andere door meren, rietlanden en moerasbossen. En bent u bekend met petgaten, ruigten en struwelen? De variatie aan landschappen zorgt voor een rijkdom aan vogels en planten.

Drentsche Aa (Drenthe)

De beek in het Drentsche Aa is uniek in Nederland. Al kronkelend door het Nationaal Park creëerde zij een beek- en esdorpenlandschap. Gedurende duizenden jaren hebben boeren ook groots aan de rijkdom van de natuur bijgedragen.

Drents-Friese Wold (Drenthe & Friesland)

Het Drents-Friese Wold: één van de grootste natuurgebieden in Nederland met onder andere stuifzand en beekdalgraslanden. Sterker nog, het behoort tot de mooiste en belangrijkste natuurgebieden van Europa en is aangewezen als Natura 2000-gebied (een Europees netwerk van natuurgebieden waar belangrijke flora en fauna voorkomt en die men duurzaam wil beschermen).

Dwingelderveld (Drenthe)

Het grootste aaneengesloten natte heidegebied van West-Europa met een ongestoorde horizon: Nationaal Park Dwingelderveld. Dankzij een herder en twee schaapskuddes blijft de heide in conditie.

Weerribben-Wieden (Overijssel)

Van open water tot moerasbos en alles daartussenin. Dat is het Weerribben-Wieden in het kort. Inclusief typische moerasbewoners.

Zuid-Kennemerland (Noord-Holland)

Een uitgestrekt duinlandschap met stuivende duinen, beboste duintoppen en duinmeren die 40% van alle planten- en dierensoorten van Nederland herbergen. Onder andere damherten, konikpaarden en reeën, maar ook Schotse hooglanders en wisenten (Europese bizon) lopen rond.

De Sallandse Heuvelrug (Overijssel)

Het doet bijna on-Nederlands aan: de vergezichten over heidevelden en bossen. Een combinatie van schuivend ijs, smeltend zand en stuivend zand heeft ooit de Sallandse heuvelrug gevormd.

De Hoge Veluwe (Gelderland)

Nationaal Park De Hoge Veluwe behoort tot één van de eerste Nationale Parken. Samen met de Veluwezoom, zijn de Nationale Parken in de jaren dertig uit particulier initiatief ontstaan. Later in de jaren tachtig, zijn de overige achttien Nationale Parken door de toenmalige minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) benoemd. Het park beslaat ruim vijf procent van de Veluwe (het grootste laaglandnatuurterrein van Noordwest-Europa). Daarnaast is hier het wereldberoemde Kröller-Müller museum gevestigd.

Veluwezoom (Gelderland)

Van bos tot grote landgoederen: in Nationaal Park Veluwezoom komt u ze tegen op één van de vele wandelroutes.

Utrechtse Heuvelrug (Utrecht)

Een stuwwal met bossen en heuvels mondt uit in een agrarisch landschap: dat is de Utrechtse Heuvelrug in een notendop. Hier vindt u landgoederen, kastelen en buitenplaatsen.

De Biesbosch (Noord-Brabant & Zuid-Holland)

De Biesbosch kenmerkt zich door het grootste zoetwatergetijdengebied van Europa. De eilanden, kreken en wilgenbossen maken het plaatje compleet.

Oosterschelde (Zeeland)

Het grootste en natste Nationaal Park van Nederland. Een combinatie van getij, wind en water (veel water!) zorgt voor een steeds wisselend landschap met onder andere platen en slikken, maar ook inlagen, karrevelden en kreekgebieden.

De Loonse en Drunense Duinen (Noord-Brabant)

Nationaal Park De Loonse en Drunense Duinen wordt dankzij de zandvlaktes, heide en bossen liefkozend de Brabantse Sahara genoemd. Het stuifzandgebied behoort tot de meest uitgestrekte stuifzandgebieden van West-Europa.

De Maasduinen (Limburg)

De langste rivierduinengordel van Nederland vindt u langs de Maas en is ontstaan door water, wind en mens. Wist u dat de duinen van de Maas vanwege hun hoefijzervorm ook wel paraboolduinen worden genoemd?

Grenspark De Zoom-Kalmthoutse Heide (Noord-Brabant)

Op de grens met België ligt het grensoverschrijdend Nationaal Park met een verscheidenheid aan bos, duinen en heide, maar ook polders, vennen en weilanden. Tevens zijn hier allerlei planten en dieren te vinden.

De Groote Peel (Noord-Brabant & Limburg)

De Groote Peel is een overblijfsel van het vroegere hoogveenmoeras tussen Noord-Brabant en Limburg. Het hoogveengebied waar vroeger turf is uitgegraven, staat nu bekend vanwege de vele vogels.

De Meinweg (Limburg)

Een uniek terrassenlandschap met de Boschbeek en de Roode Beek dwars op de terrassen. Tussen de beekdalen vindt u bijvoorbeeld vennetjes. Tevens komt hier (weer) een adderpopulatie voor.