Nederland, een dichtbevolkt land, is maar liefst twintig Nationale Parken rijk. Maar wat is het verhaal achter het natuurschoon? HartbrugReizen vertelt.
Twintig Nationale Parken vertellen het verhaal van de Nederlandse natuur. Typerende en karakteristieke kenmerken van de Nederlandse natuur waaronder bossen, duinen en heide zijn in de Nationale Parken terug te vinden. Hetzelfde geldt voor beekdalen, getijdenwater en laagveen, maar ook vennen. Verder is de variatie aan parkbewoners groot. Van amfibieën en reptielen tot vogels en vlinders én verschillende zoogdieren. Naast alle bezienswaardigheden, lenen de Nationale Parken zich uitstekend voor activiteiten. Sterker nog: het is dé manier om te zien en te beleven. En doordat de Nationale Parken verspreid liggen over de provincies, is er altijd één in de buurt!
Schiermonnikoog (Friesland)
Bloemen op de duinen, vogels op de kwelder en modder op het wad. Vergeet u de zeekraal niet te proeven! Sinds 1989 is het eiland een Nationaal Park en vanaf 2009 staat het Waddengebied op de UNESCO Werelderfgoedlijst.
Lauwersmeer (Groningen)
Door de brakke omstandigheden (vermenging van zoet en zout water) kon de bijzondere natuur in de Lauwerszee zich ontwikkelen. Om overstromingen tegen te gaan, werd de Lauwerszee afgesloten en is het Lauwersmeer ontstaan. Hierdoor is op de vroegere zeebodem een nieuw landschap ontstaan en vormt het een waar vogelparadijs.
Duinen van Texel (Noord-Holland)
Het westelijk deel van Texel bestaat uit een afwisselend landschap met droge duinen en natte duinvalleien. De bossen, heidevelden en kwelders bij De Slufter maken het plaatje af. De Slufter is een uniek gebied en staat in open verbinding met de Noordzee. Het Nationaal Park leent zich uitstekend voor een dagje uit.
De Alde Feanen (Friesland)
Hartje Friesland beschikt over ruim 2300 hectare laagveenmoeras. De natuur kenmerkt zich onder andere door meren, rietlanden en moerasbossen. En bent u bekend met petgaten, ruigten en struwelen? De variatie aan landschappen zorgt voor een rijkdom aan vogels en planten.
Drentsche Aa (Drenthe)
De beek in het Drentsche Aa is uniek in Nederland. Al kronkelend door het Nationaal Park creëerde zij een beek- en esdorpenlandschap. Gedurende duizenden jaren hebben boeren ook groots aan de rijkdom van de natuur bijgedragen.
Drents-Friese Wold (Drenthe & Friesland)
Het Drents-Friese Wold: één van de grootste natuurgebieden in Nederland met onder andere stuifzand en beekdalgraslanden. Sterker nog, het behoort tot de mooiste en belangrijkste natuurgebieden van Europa en is aangewezen als Natura 2000-gebied (een Europees netwerk van natuurgebieden waar belangrijke flora en fauna voorkomt en die men duurzaam wil beschermen).
Dwingelderveld (Drenthe)
Het grootste aaneengesloten natte heidegebied van West-Europa met een ongestoorde horizon: Nationaal Park Dwingelderveld. Dankzij een herder en twee schaapskuddes blijft de heide in conditie.
Weerribben-Wieden (Overijssel)
Van open water tot moerasbos en alles daartussenin. Dat is het Weerribben-Wieden in het kort. Inclusief typische moerasbewoners.
Zuid-Kennemerland (Noord-Holland)
Een uitgestrekt duinlandschap met stuivende duinen, beboste duintoppen en duinmeren die 40% van alle planten- en dierensoorten van Nederland herbergen. Onder andere damherten, konikpaarden en reeën, maar ook Schotse hooglanders en wisenten (Europese bizon) lopen rond.
De Sallandse Heuvelrug (Overijssel)
Het doet bijna on-Nederlands aan: de vergezichten over heidevelden en bossen. Een combinatie van schuivend ijs, smeltend zand en stuivend zand heeft ooit de Sallandse heuvelrug gevormd.
De Hoge Veluwe (Gelderland)
Nationaal Park De Hoge Veluwe behoort tot één van de eerste Nationale Parken. Samen met de Veluwezoom, zijn de Nationale Parken in de jaren dertig uit particulier initiatief ontstaan. Later in de jaren tachtig, zijn de overige achttien Nationale Parken door de toenmalige minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) benoemd. Het park beslaat ruim vijf procent van de Veluwe (het grootste laaglandnatuurterrein van Noordwest-Europa). Daarnaast is hier het wereldberoemde Kröller-Müller museum gevestigd.
Veluwezoom (Gelderland)
Van bos tot grote landgoederen: in Nationaal Park Veluwezoom komt u ze tegen op één van de vele wandelroutes.
Utrechtse Heuvelrug (Utrecht)
Een stuwwal met bossen en heuvels mondt uit in een agrarisch landschap: dat is de Utrechtse Heuvelrug in een notendop. Hier vindt u landgoederen, kastelen en buitenplaatsen.
De Biesbosch (Noord-Brabant & Zuid-Holland)
De Biesbosch kenmerkt zich door het grootste zoetwatergetijdengebied van Europa. De eilanden, kreken en wilgenbossen maken het plaatje compleet.
Oosterschelde (Zeeland)
Het grootste en natste Nationaal Park van Nederland. Een combinatie van getij, wind en water (veel water!) zorgt voor een steeds wisselend landschap met onder andere platen en slikken, maar ook inlagen, karrevelden en kreekgebieden.
De Loonse en Drunense Duinen (Noord-Brabant)
Nationaal Park De Loonse en Drunense Duinen wordt dankzij de zandvlaktes, heide en bossen liefkozend de Brabantse Sahara genoemd. Het stuifzandgebied behoort tot de meest uitgestrekte stuifzandgebieden van West-Europa.
De Maasduinen (Limburg)
De langste rivierduinengordel van Nederland vindt u langs de Maas en is ontstaan door water, wind en mens. Wist u dat de duinen van de Maas vanwege hun hoefijzervorm ook wel paraboolduinen worden genoemd?
Grenspark De Zoom-Kalmthoutse Heide (Noord-Brabant)
Op de grens met België ligt het grensoverschrijdend Nationaal Park met een verscheidenheid aan bos, duinen en heide, maar ook polders, vennen en weilanden. Tevens zijn hier allerlei planten en dieren te vinden.
De Groote Peel (Noord-Brabant & Limburg)
De Groote Peel is een overblijfsel van het vroegere hoogveenmoeras tussen Noord-Brabant en Limburg. Het hoogveengebied waar vroeger turf is uitgegraven, staat nu bekend vanwege de vele vogels.
De Meinweg (Limburg)
Een uniek terrassenlandschap met de Boschbeek en de Roode Beek dwars op de terrassen. Tussen de beekdalen vindt u bijvoorbeeld vennetjes. Tevens komt hier (weer) een adderpopulatie voor.