NIJMEGEN – Het hartcentrum van het Radboud ziekenhuis in Nijmegen heeft vorig jaar 1050 hartoperaties bij volwassenen uitgevoerd, zo’n 150 meer dan een jaar daarvoor. ‘Daarmee zitten we in de top 4 van de academische hartcentra in Nederland’, zegt Prof. Dr. Henry van Swieten, sinds vier jaar hoofd van het Nijmeegse hartcentrum.
Vier jaar geleden gaf niemand nog een cent om het imago van het hartcentrum in Nijmegen. Op de Intensive Care (IC) stierven tweemaal zo veel mensen als landelijk gemiddeld. Dat was zelfs al in 2000 bekend. ‘Dit wordt collectief ontkend door betrokkenen en leiding van het UMCN’, staat in een presentatie van Henry van Swieten tijdens de NICE, de nationale IC evaluatie op 8 december in Utrecht.
De Inspectie voor de Gezondheidszorg greep in en legde in april 2006 de hele hartafdeling stil. Er mochten tot nader order geen hartoperaties meer worden uitgevoerd. De oude Raad van Bestuur stapte op en dat gold ook voor de leiding van het hartcentrum. Als puinruimer en degene die de zaken op orde moest brengen werd de Amsterdamse hoogleraar en hartchirurg Prof. Dr. Leon Eijsman aangetrokken, die interim hoofd van de hartafdeling werd. Interessant is wat Eijsman in die tijd opmerkte over de gesprekken die hij voerde met het personeel van het centrum: ‘De meeste gesprekspartners gaven aan zelf ervaren automobilisten te zijn die al jarenlang wisten hoe je veilig moest rijden maar voortdurend gehinderd werden door bumperklevers vóór hen’.
In oktober 2006 gaf de inspectie weer toestemming voor het uitvoeren van hartoperaties nadat Eijsman ingrijpende veranderingen in de procedures had aangebracht. Eijsman gaf het dirigentstokje vervolgens over aan Prof. Dr. Henry van Swieten. Tot dat moment was Van Swieten hart- en longchirurg bij het Antonius ziekenhuis, waar hij naast hartchirurgie ook gespecialiseerd was in hart- en longtransplantaties en in het doen van zeldzame ingrepen. Eijsman had hem gevraagd naar Nijmegen te komen. ‘Ik zag het als een uitdaging om in Nijmegen de zaak weer op poten te zetten’, herinnert Van Swieten zich. ‘De situatie daar heb ik ervaren als een schande voor de beroepsgroep. En ik vond het een uitdaging om die schande weg te werken’.
‘Eijsman had al belangrijk voorwerk gedaan. Uit een door de commissie Van Vollenhoven opgesteld rapport bleek dat het vooral schortte aan de communicatie. Elke Professional kon op zich zijn of haar ding wel goed doen, maar het op elkaar afstemmen ging niet goed. Met name bij de overgang van de operatiekamer naar de IC ging het vaak fout. De patiënten waren onvoldoende afbehandeld: ze waren te koud, hadden een te laag bloedgehalte en onvoldoende stolling. De eerste maatregel die we afspraken was, dat elke patiënt minstens 35 graden moest hebben, een goed bloedgehalte en een goed stollingsniveau. Dat vereiste bovendien een goede communicatie’.
Hartpatiënten Nederland begeleidde in die tijd 75 patiënten of nabestaanden met klachten over het hartcentrum. ‘Ik heb die brieven allemaal gelezen’, herinnert Van Swieten zich. ‘Daaruit bleek dat de patiënten hun behandelend arts niet kenden. Wat ik deed was het aanstellen van een begeleider van patiënt en familie in de persoon van Gerard van Rijn, voormalig verpleegkundig hoofd heelkunde. Die is er vooral voor de familie tijdens de operatie, kan als het lang duurt zelfs met de OK bellen om te vragen hoe het gaat. Dat stelt de familie enorm gerust. Bovendien zorgde ik dat er een aparte familiekamer bij de IC kwam waarin de mensen in alle rust met de chirurg kunnen praten. Het idee hiervoor nam ik mee van het Antonius, waar al langer een gastvrouw de familie opvangt’.
Na een dieptepunt vijf jaar geleden is het vertrouwen hersteld. ‘Patiënten en verwijzende cardiologen zijn zeer tevreden’, weet Van Swieten. ‘Dat was vier jaar geleden nauwelijks voor te stellen’.
door: Henri Haenen fotografie: Anthoney Fairley