Leefstijlverandering in Quarantaine

We zijn afgesloten van onze omgeving. Leven alléén in ons huisje totaal geïsoleerd van alles wat zich daarbuiten afspeelt. Dit is dus je kans! Veel van de ziektes die we in de loop van ons leven krijgen zijn gerelateerd aan die boze buitenwereld. Onze omgeving maakt ons ziek en dik. Met een moeilijk woord noemen we dit een ‘obesogene omgeving’. Ja lekker makkelijk, denk je, geef de omgeving maar de schuld! Elk pondje dat in je mondje komt stop je er toch echt zelf in, of niet? Die discussie wil ik wel aangaan. Want je stopt het er zelf in maar je hebt soms bar weinig controle over de kwaliteit van dat pondje. 70% van onze voeding in de supermarkt is bewerkt, de vezels zijn eruit gehaald en suiker en zout is erin gestopt. Voeding nu ziet er heel anders uit dan in de tijd dat onze opa’s en oma’s jong waren.

Ons land is op slot, onze huizen zijn op slot om het virus te weren. Dit heeft zin, dit maakt dat er minder mensen besmet worden. Kunnen we ook op slot tegen een chronische leefstijl gebonden ziekte? Ja, dat kan. Dat het op slot gaan van een land effectief is tegen bijvoorbeeld diabetes, weten de mensen op Tokelau. Het eiland Tokelau, gelegen in de stille oceaan, werd in 1979 getroffen door een cycloon en was gedurende 6 maanden afgesneden van de rest van de wereld. Men ging terug naar de traditionele manier van eten (o.a. kokos en vis) en na 6 maanden zonder import van sterk bewerkte voeding, trof men de bevolking van Tokelau weer gezonder dan ooit aan.

Zoals Tokelau geïsoleerd was, zijn wij nu ook geïsoleerd. Deze periode van terug naar de basis kan dus als kans gezien worden.  Je kunt nu zelf je omgeving bepalen. Niet het restaurant wat je bezoekt bepaalt je voeding: frietjes die ongevraagd op tafel gezet worden. Niet de bioscoop bepaalt je snackgedrag, maar een snoepstraat na de ingang waar je doorheen moet om de film te zien. Niet de verleidelijke gangen in de supermarkt met overal koekjes en chocolade. Niet de auto waar je soms vele uren in moet zitten.

Je kunt je voeding online bestellen, alleen de verse onbewerkte voeding komt je huis in. Je hebt ook tijd. Alle tijd! Tijd om na te denken wat je wilt eten, tijd om te koken. Mogelijk tijd -bijvoorbeeld vroeg in de ochtend- om in een rustig straatje of park te lopen of te wandelen. Je wordt niet beheerst door de doorgedraaide agenda van alle dag. Tijd om te mediteren. Tijd om thuis yoga te doen achter de televisie. Allemaal kansen.

Mensen met hoge bloeddruk of hart- en vaatziekten worden het zwaarst getroffen door Corona. Bijna 30% van de aan Corona overleden mensen had hier ook last van. Het is moeilijk te begrijpen waarom precies, maar het is niet alleen een hoge leeftijd. Duidelijk is dat als je stress hebt, dat je een over activatie krijgt van je zogenaamde sympathisch zenuwstelsel, je ‘vecht en vlucht’ zenuwstelsel. Dit maakt dat je hele lijf in paraatheid staat voor een mogelijk gevaar. Een leeuw, een tijger, een vloedgolf. Of een virus. Je lichaam wil wegrennen van dit gevaar en maakt dat je bloeddruk omhoog gaat, je hart sneller klopt, je spieren gespannen zijn om sneller een broodnodig sprintje te kunnen trekken. Het dubbele is echter dat we niet weg kúnnen rennen van dit virus. We zitten angstig thuis en veel mensen zitten constant in een stresscocon. Het sympathisch zenuwstelsel draait overuren!

Maar lieve mensen, hier heb je nu ook tijd voor, en een keuze. Hoe moeilijk dat ook is. Laat je niet gek maken. Daar word je dus niet beter van. Je kunt ook je parasympatisch zenuwstelsel meer prioriteit geven. Dit is je zogenaamde ‘rust en weer lucht’ zenuwstelsel. Het zorg voor energie naar je darmen, energie voor groei van je haar en nagels. Het verlaagt je hartslag, je ontspant je spieren. Je sympathisch zenuwstelsel is dus het gaspedaal. Je parasympatisch zenuwstelsel is de tegenhanger, het is je acculader. De knop om je parasympatisch zenuwstelsel aan te zetten is heel makkelijk te vinden. Misschien tijdens het werken in de tuin, of gewoon het zitten breien. Misschien is het wel een boek lezen, of een film kijken. Misschien is het in een bak ijs zitten of juist lekker in de jacuzzi. Het maakt niet uit, maar ga op zoek naar die knop!

Laten we deze quarantaine tijd zien als een accu-laad tijd. Prikkelarm, geen afspraken geen verleidingen, je hebt alle tijd om te focussen op je leefplan. Je leefplan voor de komende 1, 5, 10 of misschien 20 jaar. Laten we er goede en gelukkige jaren van maken.

Happy Lifestyle!

Met dank aan Jacqui van Kemenade, auteur Leefstijl op Recept. Bestuurder bij Stichting je Leefstijl als medicijn www.jeleefstijlalsmedicijn.nl

www.voedingshuisarts.com

Jacqui van Kemenade, arts.

 

Voor meer artikelen over o.a leefstijl klik hier

21 jaar en hartritmestoornissen

Iedereen heeft een verhaal: zo ook Laura Lust (21). Wanneer zij op 15-jarige leeftijd gediagnosticeerd wordt met hartritmestoornissen gaat zij van een actieve tiener naar rustige jonge vrouw. Zij vertelt over haar rollercoaster en de uitwerking daarvan op haar leven. Haar verhaal…

Als 15-jarige geniet Laura van haar tienerjaren. Op schooldagen fietst zij heen en terug naar haar middelbare school waar zij haar VWO volgt. En na schooltijd is zij vier keer per week in de sportschool te vinden. Maar langzaam maar zeker is de normaal gesproken drukke Laura steeds sneller moe: ‘Mijn moeheid bleef toenemen en resulteerde uiteindelijk in het gelijk in bed kruipen na school. Voor het avondeten kwam ik er even uit, maar vervolgens kroop ik direct weer onder de wol. Een verandering, want ik was een drukke tiener en altijd met van alles bezig.’

De diagnose

Laura’s familie en zij houden het op een drukke periode. Een doktersbezoek wuift Laura eveneens weg, want volgens haar is het nergens voor nodig. Maar nadat zij steeds zieker wordt en uiteindelijk wegraakt tijdens een les, omdat zij moe en futloos is, trekken haar ouders aan de bel: ‘Van de ene op de andere dag kon ik zelfs niet meer zelfstandig naar het toilet lopen, want het kostte mij te veel energie.’ Omdat het weekend is, bezoeken zij de plaatselijke huisartsenpost waarna de vermoeide tiener wordt opgenomen in het ziekenhuis. En na dagen van onderzoek volgt de diagnose: ‘Ik bleek AVNRT (AV-nodale re-entry tachycardie) te hebben, een hartritmestoornis welke ontstaat in en rond de AV-knoop. En door een extra bundel blijven prikkels rondcirkelen welke zorgen voor een snelle, maar regelmatige hartslag. Met medicatie en een afspraak bij een cardioloog ben ik naar huis gestuurd.’ Achteraf gezien heeft Laura al sinds de basisschool last van hartritmestoornissen, maar zij stond hierbij niet stil: ‘Vroeger kreeg ik enkel bij inspanning af en toe een hartritmestoornis, maar de laatste tijd ook vaker in rust. Ik herkende het -een episode- aan het opgejaagde gevoel, maar het ging vanzelf weer weg. Doordat het ‘normaal’ was, bemerkte ik niet dat het pathologisch was en onbewust voor meer klachten zorgde, hoe ouder ik werd.’

Vier ablaties volgen en tijdens de laatste ablatie ook twee hartstilstanden. Nadat de eerste twee ablaties plaatsvinden in een Belgisch ziekenhuis, wordt zij voor haar derde en vierde ablatie doorverwezen naar collega’s in Nederland. Hier nemen Nederlandse specialisten van het Sophia Kinderziekenhuis en het Erasmus MC in Rotterdam het over: ‘Mijn eerste ablatie vond plaats in Gent, onder plaatselijke verdoving vanwege de hogere slagingskans, maar mede door de duur hiervan en een afgaand alarm tijdens de ingreep, heb ik daaraan een PTSS (Post Traumatisch Stress Syndroom) overgehouden. De onsuccesvolle ablatie en de bijwerkingen van de medicatie welke ik postoperatief moest slikken hebben daaraan eveneens bijgedragen. De daarop volgende ablaties zijn onder narcose uitgevoerd. Toen mijn derde ablatie gepland stond in Rotterdam, zag ik alsnog tegen de ingrepen op, maar de zorgverleners waren empathisch en ondanks dat ik nog ‘kind’ was, werd ik wel degelijk gehoord en werd alles uitgelegd totdat niet alleen mijn ouders, maar ook ik alles begreep. Hierdoor voelde ik me veilig en was ik gerustgesteld. De overgebleven spanning nam Emile Peters, de cardioloog die mij opving bij het inrijden van de operatiekamer, weg. Een opgewekte cardioloog met hart voor zijn patiënten. Toen ik de operatiesluis werd binnengereden, wachtte mij een warm welkom en een ‘lelijke’ operatiemuts waar natuurlijk een foto van gemaakt moest worden.’

Ondanks de gedeeltelijke, geslaagde ablaties en de medicijnen die Laura moet blijven slikken om mogelijke hartritmestoornissen in te dammen, blijft zij zich op het positieve focussen: ‘Enkele maanden geleden heb ik samen met mijn cardioloog gekeken naar de mogelijkheid om de dosis van mijn medicatie te verlagen. Ik slik nu nog maar één pil in plaats van twee en dat is voor mij sinds lange tijd een grote overwinning! Een ander goed voorbeeld? Mijn moeders telefoon staat vol met foto’s van de zieke Laura in het ziekenhuis waar ik nooit meer naar kijk. Maar de foto met mijn moeder, Emile en de operatiemutsen, is mijn ‘positieve’ foto. Onder andere deze foto heeft mij geleerd om in al het negatieve naar het positieve te blijven kijken, hoe klein dan ook. Langzaamaan kreeg ik minder en slechts sporadisch nachtmerries en paniekaanvallen en ging ik steeds positiever in het leven staan. En ondanks dat alles nu goed gaat met mij, heb ook ik weleens mindere periodes. Tegenwoordig kan ik daarmee beter omgaan en weet ik ook dat het overgaat. Zoals men weleens zegt: ‘De tijd heelt alle wonden, maar de littekens zullen blijven.’

Het besef

Met de diagnose maakte alle onzekerheid en onrust plaats voor opluchting. Maar de inmiddels vijfjarige reis van Laura is haar niet in de koude kleren gaan zitten, ook al ziet zij eveneens positieve veranderingen: ‘Gedurende de afgelopen jaren heb ik veel van school gemist, maar dankzij betrokken docenten en mijn mentor, heb ik mijn VWO alsnog in één keer afgerond. Ik heb geleerd om zelfstandig te werken, want alleen ik kon het gemiste inhalen. Waar ik ook moeite mee had, was het feit dat leeftijdsgenootjes in hun vrije tijd feestjes afgingen terwijl ik ‘ziek’ thuis zat en simpelweg niet mee kon. Maar gelukkig had (en heb!) ik een vast vriendengroepje die mij regelmatig thuis opzochten.’

Ondanks haar opgedane zelfstandigheid, blijkt de volgende stap om te gaan studeren groter dan verwacht: ‘Ik wilde studeren nadat alle rust was wedergekeerd, maar toen puntje bij paaltje kwam, bleken mijn twijfels groot. Ik vertrouwde mijn lichaam nog niet volledig en dacht bij ieder pijntje op mijn borst dat ik dood ging. Achteraf lachwekkend, maar toen een hel. Toch wilde ik vechten voor wat ik wilde worden: verloskundige. Mede omdat ik altijd wil proberen om mijn eigen boontjes te doppen, voor zover als mogelijk. Uiteindelijk heb ik met mijzelf afgesproken om het te proberen en als het niet ging, kon ik altijd stoppen en huiswaarts keren. Inmiddels ben ik een tevreden studente. Ik ben een doorzetter geworden en neem geen genoegen meer met ‘dat komt nog wel’, want na alles wat ik heb meegemaakt weet ik dat onze tijd niet onbeperkt is. Mijn mentaliteit is nu ‘doe hetgeen waar jij vrolijk van wordt in het leven en haal alles eruit wat erin zit’.

Afgezien van haar welwillendheid om er zelf iets van te maken, ziet ook Laura het belang in van de spreekwoordelijke hart onder de riem steken: ‘In de periode dat ik de diagnose kreeg en de operaties volgden, voelde ik mij erg alleen. Ik was een jonge meid en had last van iets waarmee vaker ‘ouderen’ kampen. Zelfs nu op controle word ik uitgebreid aangekeken in de wachtkamer vanwege mijn leeftijd. En juist vanwege de wederzijdse herkenning, is volgens mij lotgenotencontact belangrijk, want als ik toentertijd contact had met lotgenoten van mijn leeftijd, was dat een extra steun geweest.’

En doorgaan

De reis van tiener naar jongvolwassen, is bij Laura niet zonder slag of stoot gegaan en hoezeer het ook niet altijd even makkelijk was en is, geniet zij meer dan ooit van het leven en blijft genieten: ‘Waar ik vroeger een actief meisje was met een grote mond, ben ik nu rustiger qua karakter. Ik ben vroeg volwassen geworden en onder andere daardoor ervaar ik geluk in de kleinste dingen en juich het hardst om de kleinste overwinningen. En die kleine overwinningen zijn het meeste waard voor mij. Inmiddels heb ik mijzelf aangepast aan mijn situatie, maar blijf proberen alles uit mijn mogelijkheden te halen. Ik ben niet bij de pakken gaan neerzitten en heb ook het sporten weer opgepakt. Met in mijn achterhoofd de woorden van mijn cardioloog (zolang je maar naar je eigen lichaam luistert), ben ik op mijn eigen tempo gaan trainen en op mijn eigen tempo blijf ik doorgaan!’

Voor meer artikelen over o.a aandoeningen klik hier

Hart-stikke(n) goed

In deze door de het coronavirus gedomineerde tijd slaat ons soms letterlijk de schrik om het hart. Het valt niet mee om te ontkomen aan de voortdurende berichtgeving over het coronavirus en de impact en/of gevolgen daarvan op de diverse contexten van ons leven. Iedereen weet dat angst een slechte raadgever is, maar het is niet altijd gemakkelijk om de angst, die zich als een hardnekkige gedachte  kan vastzetten in je hoofd, los te laten.  En herken je dat gevoel dat je dan soms ‘hard moet werken’ om gewoon door te kunnen leven met die gedachten? Ook ons hart moet in die situatie extra hard werken. Immers gedachten, en zeker angstgedachten, kosten veel energie.

Het hart is een van de belangrijkste vitale organen in ons lichaam. Het is de motor van ons lichaam. Daar willen we terecht zuinig op zijn. En we zijn extra alert indien we zelf, of mensen in onze omgeving, getroffen worden door hartziekten. We beschikken in Nederland gelukkig over een uitstekende gezondheidszorg, maar de kans op een litteken, zowel lichamelijk als geestelijk, is evident.

In mijn praktijk als energetisch therapeut zie ik ook regelmatig energetisch hartfalen. Littekens en wonden in en op het energetisch hart als gevolg van onverwerkte, traumatische ervaringen van misschien wel al vele jaren geleden. Ook als het fysieke hart nauwelijks of niets (meer) mankeert. De herinnering aan de ervaring met de daaraan gekoppelde emotie vraagt extra energie van een ‘gereviseerde motor’.

Hoe effectief zou het zijn voor onze energiehuishouding als we erin slagen om ook de open wonden op ons energetische hart te kunnen herstellen? En mogelijkheden daartoe zijn er. Als we bereid zijn om dat stukje verantwoordelijkheid over ons eigen leven op te pakken, ben ik ervan overtuigd dat we het ‘reparatiepatroon’ van ons hart steeds meer kunnen verschuiven, van reactief naar actief. Van reparatie achteraf, naar preventieve onderhoudsbeurten vooraf.

Het energetisch hart

In de (energetische) natuurgeneeskunde is het uitgangspunt dat lichaam en geest elkaar beïnvloeden, waarbij de oorzaak van de klachten veelal een psychosomatische oorsprong hebben. Bovendien is alles energie.

Alles heeft een energetische waarde, ook het lichaam en haar organen. Onze organen zijn belangrijke opslagplaatsen van onverwerkte trauma’s en emoties.

Stel iemand verliest een naaste en krijgt te maken met intens verdriet. Dat hoeft niet te betekenen dat het fysieke hart ziek wordt. Maar als deze emotie een bepaalde impact heeft, dan kan die persoon letterlijk ziek worden van verdriet. De energie van het hart is dan verstoord door de wond die dat verdriet in het energetisch deel van hart veroorzaakt heeft. Meestal speelt dit proces zich op onbewust niveau af.

Meer weten over Eric Dings? Ga naar www.hartpatienten.nl/eric-dings

Ik wens jullie allen nog een hartstikke mooi leven toe!!

Voor meer artikelen over o.a het hart klik hier

Hoop en vertrouwen

Volop nieuwsberichten, lees

Ze staan bol van angst en vrees

Paniek heerst binnen de muren van huizen

Maatregelen doen oren suizen

De tijd tikt langzaam door

Met in ons achterhoofd de vraag: waar doen we dit voor?

Onzekerheid is wat de samenleving momenteel drijft

Want niemand weet hoe lang dit blijft

De situatie heeft ons in z’n greep

Aan ons allen bevestigd, als een strak stuk tape

De controle op het leven zijn we even verloren

Als we de wereld om ons heen horen

Toch is het stof tot nadenken

Ons leven bestaat toch eigenlijk uit een hoop geschenken

Dingen die we vergeten leken te zijn

Blijken toch eigenlijk wel heel fijn

Velen lijken zich ineens even

Te kunnen verplaatsen in dat eenzame leven

Voor sommigen de waan van de dag

Voor een ander iets dat hij voor het eerst ervaren mag

De stilte op straat duurt een eeuwigheid

Maar is niets bij het feit

Dat verderop wéér iemand voor zijn leven strijdt

Onze gedachten bij de medemens

In binnenland, maar ook over de grens

Volop nieuwsberichten, lees

Ze staan bol van angst en vrees

Maar wie door de regels heen leest

Ziet hoop en vertrouwen nog het meest

 

Laura van Horik

Silhouette of human to form the word hope, 3D rendering

Leefstijladvies: zoek een hobby

Preventieve geneeskunde krijgt de laatste jaren steeds meer aandacht: artsen en andere behandelaren focussen niet alleen op het behandelen van ziekten, maar ook op het voorkomen van ziekten en het verlagen van de kans op terugval bij een chronische kwetsbaarheid. Zij doen dit door leefstijladviezen te geven, zoals gezond eten en drinken, weinig alcohol gebruiken en voldoende bewegen. Ik zou daar graag nog een advies aan toe willen voegen: zoek een hobby.

Al heel lang is bekend dat zinvolle activiteiten zoals werk, vrijwilligerswerk of dagbesteding bijdragen aan een gezond leven. Het geeft structuur aan de dag, is een reden om je bed uit te komen, het maakt dat je je gewaardeerd voelt en het geeft sociale contacten. En met betaald werk kun je zelf in je dagelijks levensonderhoud voorzien, iets dat het gevoel van eigenwaarde verhoogt.

Plezier en voldoening

Een hobby biedt een aantal extra’s. Volgens Wikipedia is een hobby ‘een ontspannende activiteit die met enige regelmaat in vrije tijd uitgeoefend wordt’. Naast ontspanning en het verlagen van stress biedt een hobby nog een aantal andere voordelen: het geeft plezier en persoonlijke voldoening. Het daagt uit tot het leren van nieuwe dingen en vaardigheden en biedt vaak ook nieuwe sociale contacten. Het stelt de geest open voor andere dingen dan waar men de hele dag op het werk al mee bezig is.
Bij een intake met nieuwe patiënten op mijn spreekuur vraag ik niet alleen naar werk/dagbesteding maar ook altijd naar hun hobby’s. Dat geeft me een beeld van de persoon die in de kamer zit. Wat zijn iemands interesses, waar houdt iemand zich mee bezig, wat zijn de uitdagingen? En geven die hobby’s ook contacten met anderen? Waar haalt iemand het plezier in zijn leven uit, wat geeft energie en ontspanning?

Werk als hobby

Sommige mensen zeggen dat hun werk hun hobby is. Zo’n uitspraak betekent wellicht dat iemand veel plezier aan zijn werk beleeft, maar volgens de definitie kunnen werk en hobby niet hetzelfde zijn. Het is ook de moeite waard om meerdere gebieden van uitdaging en ontspanning te hebben.
Onderzoek laat zien dat er een duidelijke relatie is tussen creatieve vrijetijdsbestedingen en een meer positieve stemming. Mensen die meer dan twee uur per week besteden aan liefhebberijen hebben een betere psychische gezondheid dan mensen die daar minder tijd aan besteden. Een enkele keer kan een hobby schadelijke effecten hebben, bijvoorbeeld als er giftige stoffen of risicovol gedrag bij komen kijken. Maar de meeste hobby’s lijken ongevaarlijk te zijn. Duidelijk is dat ze in ieder geval een verbetering van de stemming, vermindering van stress en stresshormonen en een toename van sociale contacten geven, en dat zijn allemaal aspecten die voor de meesten van ons positief zijn.
Kortom: zoek een hobby, ook als uw werk uw hobby is.

Voor meer artikelen klik hier

Wieteke van Dort: ‘Ga mediteren’

Actrice, cabaretière, zangeres en schrijfster Wieteke van Dort  (76) is vooral bekend door haar rol in vele kindertelevisieprogramma’s in de jaren ‘60 en ‘70 en het Nederlands-Indische personage Tante Lien in De Late Late Lien Show. Begin 2012 werd ze plots hartpatiënt, maar ze keerde snel terug naar het toneel: ‘Ik ben een gezegend mens.’

Begin 2012 kreeg je een hartaanval. Wat gebeurde er precies?

Het gebeurde na een reünie van ‘Oebelekinderen’. Oebele was een populair kinderprogramma rond 1970 en die kinderen zijn inmiddels boven de vijftig. Na een copieuze kaasfonduemaaltijd liep ik naar het station in Amsterdam en voelde me benauwd worden. Ik liep meteen een Turkse snackbar binnen. ‘Mag ik even zitten?’, vroeg ik. De snackbarhouder was zo zorgzaam. De ambulance kwam razendsnel en ik kreeg direct zuurstof en o, schrik, een katheter! Mijn bloeddruk was veel te hoog. Uiteindelijk kreeg ik in het OLV Gasthuis in Amsterdam drie bypasses en een hartklepreparatie. Mijn kamer was inmiddels vol bloemen en beterschapskaarten. Prachtig! Omdat ik nog af en toe benauwd was, onderging ik een longpunctie op de kamer. Een reus van een Antilliaanse dokter nam me als een baby op en ‘goot’ mijn long leeg. Wat een hoeveelheid roze gekleurd water!

Waren er achteraf gezien voortekenen geweest?

Eigenlijk waren er al voortekenen dat ik last van mijn hart had. Bij het lopen was ik snel buiten adem. Op het toneel had ik evenwel nergens last van. Mijn moeder was ook hartpatiënt en slikte van die kleine pilletjes. Omdat ze al tachtig was geweest, opereerden ze haar niet meer. Een lekkende hartklep was het, net als bij mij.

Hoe reageerden je naasten?

Mijn naasten waren erg ongerust, maar ikzelf heb nooit het gevoel gehad dat ik doodging. Ik had contact met gebedsgenezeres Jomanda, die ook reuze haar best deed om me er doorheen te slepen. Ook gelachen hoor. Aart Staartjes: ‘Wiet, je rookt niet, drinkt niet, eet vegetarisch, mediteert en nou dit!’ Ja, daar had ik geen antwoord op. Aan Joost Prinsen liet ik zien hoe mijn haar in de klit zat van het liggen. Joost: ‘Ik heb geen bloemen bij me, maar hier is twintig euro voor de ziekenhuiskapper.’

Hoe verliep het herstel?

Na mijn ontslag uit het ziekenhuis verbleef ik twee maanden in de Rudolf Steiner kliniek in Den Haag. Alle antroposofische therapieën in dat verpleeghuis spraken mij aan. Vooral het ‘nat in nat’ schilderen. Bovendien werd ik flink aangepakt door de fysiotherapeut. Sinds lange tijd heb ik al last van etalagebenen. Ik kan geen grote afstanden lopen, dan gaan mijn benen steken. Daarvoor heb ik looptherapie gedaan en ik zit nu nog op een vervolggymclub. Op het toneel merkte ik dat ik door een bepaald medicijn, Entresto, minder goed kon zingen. Dat neem ik nu pas in ná het optreden. Overigens neem ik alle reguliere medicijnen pas ’s avonds laat in, want plaspillen zijn reuze onhandig overdag.

Maak je nu nog gebruik van alternatieve geneeswijzen?

Naast de reguliere medicijnen slik ik inderdaad alternatieve dingen. Ik ga daarvoor naar natuurgeneeskundig therapeut Guido Sanen. Hij test elke keer wat ik nodig heb. Onze antroposofische huisarts Dr. P. Hutchison is het daar helemaal mee eens.

Zijn er dingen die je anders doet dan voorheen?

Ik ben wat makkelijker geworden met eten, niet meer vegetarisch. En ik drink nu ook een glaasje wijn na 22 jaar zonder alcohol. Tja, en als je minder makkelijk beweegt, word je wat dikker. Nou, dat is dan maar zo.

Je ging vrij snel weer aan het werk.

Klopt, en het is heerlijk om weer op te treden en te zingen. De thriller Enkele Reis waar ik nu in meespeel naast onder anderen Bram van der Vlugt en Trudy Labij is een feest om te doen. Er valt veel te lachen en we hebben echt succes. Na deze voorstelling treed ik als Tante Lien op in Ya, dat is iets Indisch van Ricky Risolles. Ook komt er op 2 februari een boek met CD uit voor het kleuteronderwijs: Lawaaipapegaai. Dat heb ik geschreven met Evelyn en Molly,  twee vriendinnen van de kleuterkweek. De liedjes van het gelijknamige AVRO-programma, dat ik jarenlang samen met Burny Bos presenteerde, vormen de basis voor het boek. Verder hebben we er opzegversjes en verhalen bij gezocht en geschreven.

Heb je tips voor andere hartpatiënten?

Ik zeg vaak: ga mediteren. Het maakt je zo rustig. Alles is makkelijker te incasseren. Elke vorm van meditatie is goed, als je het maar iedere dag doet.

Als je hart opspeelt, drink dan eerst water, leg je handen op je hart en zeg de volgende affirmatie: ‘Mijn hart klopt rustig en regelmatig, krachtig en gelijkmatig.’

Voor meer artikelen over o.a BNers klik hier

Wereld op z’n kop

Linda Bosman (54) staat middenin het leven en geniet van haar drie kinderen welke zoals zij zelf zegt ‘The music in my heart’ zijn. En met haar echtgenoot onderneemt zij graag afwisselende activiteiten in hun vrije tijd. Maar dan doet zich een zomerse augustusdag aan die zij nooit meer vergeet: ‘Ik kreeg een acuut, zwaar en complex hartinfarct.’

Op de bewuste zomerdag lijkt er geen vuiltje aan de lucht. ’s Middags geniet Linda nog van een lunch met collega’s en afgezien van wat moeheid is het een dag zoals alle anderen: ‘Ik was die dag moe en ging na het avondeten naar bed. Tegen tien uur werd ik wakker met pijn tussen mijn schouderbladen. Dat kan, dacht ik, want ik werkte achter een bureau en ervoer stress vanwege de gezondheidssituatie van mijn man. Maar de pijn zakte niet, ook niet na een paracetamol. Na een reeks aan klachten die urenlang aanhielden zoals zweten, gevoelsverlies in mijn armen en overgeven, wuifde ik de gedachte ‘Buikgriep’ weg en ging Googelen. Ik kwam uit op een hartinfarct. Ik belde mijn jongste zoon, maar die was al onderweg. Hij trof mij bovenaan de trap aan; lijkbleek en grauw. De ambulance kwam en alle toeters en bellen gingen af. In het ziekenhuis aangekomen waren mijn oudste zoon en dochter al gearriveerd. Gelukkig, want ik vond het fijn om ze nog te zien voordat ik geopereerd werd. Ik was heel rustig en zó moe en dacht: dit is het, nu ga ik.’

Het herstel

Maar Linda gaat niet, al was het wel kantje boord. Want als het een uur later was geweest, had zij het niet gehaald. Haar drie aderen blijken verstopt en Linda’s pompfunctie bedraagt nog maar 10%. De diagnose? Chronisch hartfalen naar aanleiding van het acute hartinfarct. Vanwege de daarbij horende verzwakte hartspier, verminderde pompfunctie en daarmee een vergroot risico op een fatale hartritmestoornis, krijgt zij ook een ICD. Maar het daadwerkelijke besef komt later: ‘Ik ondervond geen voorsignalen. Althans, in mijn optiek. Maar de moeheid en de pijn tussen de schouderbladen gedurende het hartinfarct, voelde ik bij inspanning in de maanden daarvoor. Bij het lopen en het fietsen, al trok het altijd weer weg. Nu plaats ik dat, toen niet. Daarnaast kampte ik met een genetisch, verhoogd cholesterol en kreeg de lente voorafgaand aan mijn hartinfarct een verhoogde bloeddruk. Ik ben op de eerste hulp terechtgekomen. Met medicijnen is mijn bloeddruk gestabiliseerd. Tevens is een ECG en longfoto gemaakt, maar helaas ben ik niet verder onderzocht. De dienstdoende artsen dachten aan migraine vanwege zware hoofdpijnen, welke ik ook plots twee jaar voor mijn hartinfarct kreeg.’

Met het besef, begint ook het herstel. Een opgave, maar wel één waarin de zorgzame echtgenote en moeder overduidelijk volhardend is: ‘Mijn wereld stortte in. Ik was angstig, moe en depressief. En toen ik de vooruitzichten hoorde in combinatie met hoe ik mij voelde, dacht ik: ik word nooit beter. Vier weken ben ik onder de dekens gekropen en heb veel gehuild, want ik was down. De acceptatie is het moeilijkst. Nu heb ik het enigszins een plekje gegeven. Want ook al ben ik af en toe nog down en moedeloos, het overheerst niet meer. Daarnaast erken ik hetgeen is voorgevallen, maar aanvaarden doe ik het (nog) niet. Stapje voor stapje wordt het beter, mede doordat ik sterk ben met een positieve instelling. Ik kan mezelf altijd weer opladen en daarmee komt er een kracht naar boven. En wat de situatie ook is: ik vecht mijzelf er weer uit. Daarnaast sta ik ook anders in het leven; ik probeer me niet meer druk te maken om de kleine dingen, kijk naar wat nog wél kan in plaats van niet meer en omring mijzelf met mensen die mij positieve energie geven.’

Zij vervolgt: ‘Een chronische ziekte gaat nooit weg, maar de kunst is om ermee om te gaan en de energie die ik wel heb, te verdelen. Structuur aanbrengen in de dag en een doel hebben, is evengoed belangrijk voor de eigenwaarde. Doordat ik ziek werd, ben ik mijn baan verloren en ondanks dat ik het begreep, voelde het als een stomp in mijn maag. Ik wil graag weer wat doen en meedoen in de maatschappij. Recent heb ik mij ingeschreven bij een vrijwilligersorganisatie, binnenkort hebben wij een gesprek om te kijken of wij iets voor elkaar kunnen betekenen. Daar kijk ik naar uit, want ik verlang er ook naar om over andere dingen te praten. Ik wil mijzelf niet altijd ziek voelen. Na mijn ziekenhuisopname ben ik direct opgenomen in revalidatiecentrum Beatrixoord. Zij hebben mij een zetje gegeven en zonder hen was ik nooit zover gekomen. Tijdens de revalidatie ben ik begonnen met sporten: zwemmen, fietsen en de loopband, maar ook fitness. Fitness doe ik nog steeds tweewekelijks binnen mijn eigen grenzen, onder begeleiding van een fysiotherapeut. Het geeft mij een veilig gevoel en sporten met lotgenoten geeft verbinding, want iedereen heeft iets.’

Leef vandaag

Ondanks haar diagnose en de vooruitzichten is Linda vastberaden om door te blijven gaan: ‘Ik wil veel leuke dingen doen en er op uitgaan. Doorgaan met sporten en alles van me afpraten bij de psycholoog. Mijn prognose is ongunstig, onder andere vanwege een momentele pompfunctie van 16%. Ik heb daarover -en over mijn opties indien het niet gaat- een eerlijk gesprek gehad met mijn cardioloog. Maar ik loop niet op de zaken vooruit. Ik ben er heel verdrietig over geweest, maar uiteindelijk gaat de knop toch weer om en ga ik ervoor. Ik ga en wil de uitzondering zijn en de verwachtingen overtreffen. En daarbij is mijn dagelijkse motto: koester gisteren, droom over morgen, maar leef vandaag!’

Voor meer artikelen over o.a hartaandoeningen klik hier

Een ‘lappendeken van littekens’

Wanneer Lennert Wolfs een maand oud is, blijkt hij hartpatiënt. Een almaar doordenderende achtbaan volgt. Nu, 23 jaar later, raast hij nog steeds door het leven, maar op de eerste plaats als succesvolle Belgische DJ en producer. Zijn verhaal over vallen, opstaan en weer doorgaan…

‘Have fun along the way’ is Lennerts lijfspreuk en hem op het lijf geschreven. Want in gesprek met de 23-jarige Lennert, is één ding overduidelijk: relativeren kan hij als de beste en het leven is te kort om bij de pakken neer te zitten, dus leeft hij elke dag alsof het de laatste is.

‘Jij mag ons alles vragen, behalve hoe oud je wordt’

Zijn verhaal begint wanneer hij een maand oud is. Waar in eerste instantie geen vuiltje aan de lucht lijkt te zijn, komt er plots geen einde aan de tranen van Lennert: ‘Ik huilde abnormaal veel en at niet meer. Na onderzoek bleek ik geboren met Tetralogie van Fallot, een aangeboren vierdelige hart- en longafwijking, waardoor doorbloedingen en vertakkingen gehinderd worden en het lichaam te weinig zuurstof krijgt.’ Ontelbare (open)hartoperaties volgen, maar wanneer het op tienjarige leeftijd wéér tijd is voor een openhartoperatie, trekt zijn behandelend cardioloog aan de bel en stelt een experimentele behandeling uit het buitenland voor: ‘Nóg een openhartoperatie bleek te risicovol. In plaats daarvan, is een destijds experimentele hartklep ingebracht via een katheter. Deze klep is gemaakt van organisch materiaal van een koe. Het ironische? De klep draagt de naam Melody.’

Ook al is Melody niet onaantastbaar, ‘zij’ is wel vervangbaar en dankzij ‘haar’, is Lennert sindsdien redelijk stabiel: ‘Elk half jaar ga ik op controle in het ziekenhuis. Ook al verandert mijn lichaam continu, bepaalde onderdelen van mijn hart groeien niet mee en zorgen gedurende de weg voor complicaties zoals lekkages. Maar daarvoor worden met enige regelmaat stents geplaatst.’ En door innovatieve onderzoeken blijft de hoop dat hetgeen de artsen tegen Lennert als kind zeiden, achterhaald is: ‘Jij mag aan ons alles vragen, behalve hoe oud je wordt, hoorde ik als kind. Maar ik sta niet stil bij hoe oud ik word en werk ook geen to do-lijst af. Sterker nog, ik heb geen to do-lijst, maar wel een visie waar ik voor ga.’

En Lennerts visie is meer dan overduidelijk: voor het leven gaan! Zijn veerkracht uit zich in muziek maken, maar ook anderen informeren en waar mogelijk inspireren: ‘Ik studeer muziekmanagement, ben productiespecialist bij Pioneer DJ en heb Hart Beats opgericht om kinderen en jongeren met een hartaandoening samen te brengen en te ondersteunen op een voor mij bekende manier, door muziek. Afgelopen zomer heb ik DJ-cursussen gegeven op een zomerkamp, georganiseerd door een Belgische vereniging voor kinderen en jongeren met een hartaandoening. Als kind ben ik zelf mee geweest op zomerkamp en hier voelde ik mij niet anders. Ik wil iets terugdoen. Met mijn achterban aan professionals en volgers op Social Media, hoop ik zoveel mogelijk mensen te bereiken.’

‘Obstakels als voordelen gebruiken’

Maar fanatiek als Lennert is, staat hij altijd ‘aan’ om te zien waar hij nog meer iets kan betekenen: ‘In samenwerking met mijn management ben ik inmiddels eveneens bezig met het opzetten van een scholenprogramma over veerkracht. Het programma is van toepassing op iedereen en leert doorgaan, ondanks tegenslagen. Uiteraard verwerk ik mijn verhaal daarin; vertellen over mijn situatie en uitleggen waarom (en hoe) obstakels als voordelen te gebruiken zijn. Tot voor kort praatte ik niet over mijn gezondheid, omdat ik geen medelijden wilde. Maar een elfjarig jongetje bracht daar verandering in. Hij stapte op mij af tijdens een DJ-workshop welke ik gaf en vertelde over zijn wens om DJ te worden, maar kampte met onzekerheden omdat hij ziek is. Uiteindelijk bleek hij hartpatiënt. Voor mij was dat het keerpunt om vanaf nu mijn verhaal te delen, want hartproblemen (en alle andere gezondheidsproblemen) mogen dromen niet in de weg staan. Door mijn werk kan ik meer mensen bereiken en het is des te meer een reden waarom ik mijzelf graag inzet voor jonge lotgenoten!’

Lennert Wolfs woont in België en heeft de afgelopen jaren zijn opkomst gemaakt in de DJ-wereld. De energieke DJ draaide op Tomorrowland, bracht de single ‘Papi Dime’ uit en staat wekelijks achter de draaitafels in discotheken. Ondanks zijn hartaandoening en de daarbij horende beperkingen, geniet hij ten volste van het leven. Naast zijn ouders van wie hij onder andere zijn oneindige positiviteit heeft meegekregen, is zijn vriendin eveneens een grote steun en delen zij samen de zin voor het leven en de wil om alles eruit te halen.

Voor meer artikelen over o.a aandoeningen klik hier

Een hartinfarct op vakantie

Bert Hosson geniet van zijn pensioen en een welverdiende vakantie in de Dominicaanse Republiek in 2010. Naast zijn lieftallige vrouw Iny, wordt het echtpaar vergezeld door Berts zwager en schoonzus. Er is geen vuiltje aan de lucht, letterlijk, want de wolken blijven uit. Maar plots ervaart Bert benauwdheid en pijn aan de borst. Hij blijkt een zwaar hartinfarct te hebben gehad. Zijn verhaal…

De diagnose valt de nuchtere Bert koud op zijn dak, maar hij legt zich erbij neer. Na enkele dagen op de Intensive Care wordt hij vervoerd naar een Amerikaans ziekenhuis en verder behandeld. Bert krijgt meerdere stents en omdat hij voorlopig niet mag vliegen, brengen de vier de Kerstdagen in het hotel door, wat overigens geen straf blijkt. Het gaat goed, tot vorig jaar: ‘Met mijn hart en slagaders bleek het een en ander fout en een openhartoperatie volgde. Twee hartkleppen zijn vervangen en diverse bypasses bleken nodig, maar ook zijn het zogeheten linker- en rechterhartoortje verwijderd en enkele zenuwen dicht gebrand om hartritmestoornissen op te heffen. Hoewel ik even schrok tijdens het gesprek waarin het allemaal werd uitgelegd, was ik niet overdreven bang of ongerust voor de operatie. Ik ben nogal nuchter ingesteld en wat moet komen, komt.’

Herstellen en niets doen

In wezen verandert het leven van Bert na de ingrepen niet. Zijn bedaarde houding ten opzichte van alles speelt daarin een rol: ‘Na de ingreep in 2010 moest ik voor het eerst in mijn leven -ik had bij wijze van spreken nog geen aspirientje geslikt- diverse medicijnen innemen. Maar daar had ik geen problemen mee en het werd een routinehandeling. Daarnaast kwam het normale leven direct weer op gang en ik heb niet de indruk dat ik veel heb moeten inleveren op de kwaliteit van mijn leven. Maar de eerste ingreep was natuurlijk niet te vergelijken met mijn laatste openhartoperatie! Na deze grote operatie voelde ik mij de eerste weken niet perse slecht, maar ik was wel erg beperkt in mijn dagelijkse bezigheden.’

Hij vervolgt: ‘Het lastigst vond ik het weinig tot niets doen, met name in het begin. Maar het is goed om te zeggen dat mijn lieve vrouw Iny het meeste te ‘lijden’ heeft gehad van mijn operatie en de voor- en nasleep ervan. Zij moest nog veel meer dingen in huis doen dan vroeger, omdat ik al tijden niet veel kon helpen vanwege mijn moeheid en kortademigheid. En na mijn operatie moest zij elke dag een behoorlijke reis maken om mij in de ziekenhuizen te kunnen bezoeken. Het was juist toen een heel warme periode. Ook na thuiskomst kon ik nog niet veel en moest zij op de fiets alle boodschappen doen (want ik mocht nog niet autorijden) en overige dingen die ik voorheen deed, zoals het vuil wegbrengen. Gelukkig hebben wij veel steun aan onze fijne buren in ons appartementsgebouw. Tiny deed het weliswaar met plezier, maar alsnog hulde aan mijn fantastische vrouw daarvoor!’

Maar nu, meer dan drie maanden na de operatie, mag Bert weer een ‘boel’ dingen uitvoeren: ‘Ik ben qua conditie nog beperkt in het bewegen en vooral het lopen. Dus al met al is er voor mij niet veel veranderd! Natuurlijk moet ik nu regelmatig mijn medicijnen innemen en mezelf af en toe in acht nemen om niet te veel te willen doen. Maar daar heb ik weinig problemen mee. Daarnaast ben ik niet ontevreden over het verloop van mijn behandeling en zie ik de toekomst met vertrouwen tegemoet. Wij gaan zelfs weer op vakantie en maken regelmatig uitjes. De eerstvolgende vakantie staat in januari gepland: met HartbrugReizen naar Zuid-Spanje!’

Doorgaan en samen genieten

Reizen en uitjes is niet het enige wat de geboren Amsterdammer weer oppakt. De goedgezinde Bert gaat opgewekt door en hoopt met zijn Iny zonder verdere, grote problemen en redelijk, gezond oud te mogen worden: ‘Ik fietste veel en doe dat nu weer. Verder mocht ik ook graag gaan vissen met de buurman en na de winter zal dat vast weer gaan. Eveneens biljart ik in clubverband en over enkele weken ga ik dat ook weer doen. En ik hoop dat ik op korte termijn weer volledig alles kan beoefenen. Straks, na het afronden van mijn revalidatie, hoef ik weinig te laten staan. Gelukkig, want ik doe nog steeds wat ik graag wil doen! Extreme bezigheden zoals parachutespringen zal ik niet meer doen, maar ik ben natuurlijk ook al 76 jaar. Volgens mij ben ik door deze gezondheidservaringen niet veranderd, maar misschien denken anderen daar anders over. Mijns inziens ben ik wellicht in bepaalde situaties vlugger geëmotioneerd, maar meer ook niet. Hartpatiënt voel ik me niet (meer).’

Voor meer artikelen over o.a aandoeningen klik hier

‘Ik wil absoluut geen hartpatiënt zijn!’

Bij Ronald Bruinsma, nu 57, wordt op 46-jarige leeftijd een hartruis ontdekt. In eerste instantie onschuldig, maar wanneer de klachten met de jaren verergeren blijkt het om hartkleplijden te gaan. Operaties en een revalidatietraject volgen, maar Ronald weigert zichzelf als hartpatiënt te zien: ‘Ik loop er niet voor weg, maar ik ga ook verder met mijn leven!’

Ronald Bruinsma

Wat begint met een lichamelijk onderzoek bij een onafhankelijke arts in het kader van een arbeidsongeschiktheidsverzekering, eindigt op de operatietafel bij de cardioloog. Volgens de keuringsarts is de hartruis van Ronald niet schrikbarend, maar bij de geboren Woerdenaar gaat een belletje rinkelen vanwege zijn familiare geschiedenis: ‘Mijn vader heeft twee hartoperaties gehad en een van mijn broers is plotseling overleden, alhoewel de reden daarachter onbekend is.’

Relativeren

Op eigen initiatief vraagt Ronald een consult bij de cardioloog aan. Hij constateert een hartruis naar aanleiding van een lekkende mitralisklep, maar aangezien de lekkage nihil is en Ronald geen klachten ervaart, is er geen reden tot zorg: ‘Ik had tweejaarlijks een controleafspraak. Maar toen gedurende een vervroegde afspraak de lekkage zodanig verergerd was, bleek een operatie noodzakelijk.’

Na de mededeling blijft Ronald kalm en is in staat om de situatie te relativeren. Sterker nog; hij wilt niet worden geopereerd: ‘Ik wilde er niet aan, en weigerde dan ook de operatie totdat enkele naasten van mij lieten blijken mijn mening niet te delen en ik alsnog akkoord ging met een operatie.’ De operatie verloopt succesvol, maar gedurende de jaren ervaart Ronald weer klachten en volgen nieuwe ingrepen; één zogeheten cardioversie om hartritmestoornissen tegen te gaan welke onder andere veroorzaakt werden door de lekkage, een ablatie tegen hartoverslagen en een openhartoperatie vanwege een inmiddels (weer) lekkende mitralisklep: ‘De tweede operatie was aanzienlijk zwaarder en heeft de weg naar herstel duidelijk langer gemaakt.’

Maar na meerdere operaties vindt Ronald het wel genoeg: ‘Het gaat nu goed, maar het heeft mij heel wat gekost en in vergelijking met de eerste operatie heb ik de tweede keer geestelijk meer te verduren gehad. Veel gebeurtenissen zijn soortgelijk, maar toch is de beleving anders. Ik merk dat het beter gaat en ik van de klachten af ben, maar ook dat ik het hele gebeuren voor mijzelf heb afgesloten. Vooruit kijken en verder hopen dat het goed blijft gaan, is waar ik mij op wil concentreren.’

Doorgaan

En juist zijn positiviteit zorgt er mede voor dat Ronald vol goede moed verdergaat: ‘Mijn herstel vergde heel veel tijd, maar gedurende mijn revalidatie bereikte ik het punt dat ik mijzelf niet meer als hartpatiënt zag; ik voel mij geen hartpatiënt en wil het absoluut niet zijn! Ik word vanuit mijn werk gedetacheerd en heb het er ook niet over op de (tijdelijke) nieuwe werklocatie. Onder andere omdat het mijn inziens een stigma stimuleert dat hartpatiënten niet meer of beperkt kunnen werken. Ik ben van mening dat ieder naar zijn eigen talent, kunde en ervaring én fysieke vermogen een bijdrage kan leveren met voldoening. Uiteraard ben ik mij ervan bewust dat er andere gevallen zijn waarbij de levenskwaliteit wordt gehinderd en daarmee de mogelijkheden tot functioneren.’

Ronald prijst zich gelukkig dat hij het leven wel weer heeft kunnen oppakken: ‘Hoewel er veel over mij heen is gekomen, ben ik altijd positief geweest over een goede afloop. Ik heb mij er overheen gezet, want anders blijft het in mijn hoofd en dat is niet goed. De realiteit onder ogen zien helpt, mede door te beseffen welke oplossingen aanwezig zijn en dat de kans van slagen hoog is, maar ook niet vergeten dat het ernstiger kan met een nog onzekerdere afloop, weegt voor mij zwaar mee en helpt mij relativeren in de weg die ik moet afleggen en de onzekerheid die ermee gepaard gaat.’

‘En daarom heb ik het afgesloten en ga ik verder met mijn leven. Nee, ik loop er niet voor weg en ik wil hartoperaties niet bagatelliseren, omdat het uiteraard ook fout kan gaan en de omstandigheden in brede zin mede bepalen in een goede of minder goede afloop. Maar er is veel kennis aanwezig en als duidelijk is wat er moet gebeuren heeft het verhaal ook iets positiefs, ondanks alle ongemakken die erbij komen kijken. Ik voel dat mijn hart momenteel keurig reageert en hoe het over tien jaar met mijn hart en mij is gesteld, dat weet ik niet, maar ik ga daar niet over piekeren, want dat is zonde van mijn tijd. Hoe het verder ook zij, in een paar jaar tijd kan er veel gebeuren dus pluk de dag die je gegeven is!’

Voor meer artikelen over o.a aandoeningen klik hier