Hartpatiënten kunnen rust vinden in yoga

Yoga is een prima manier om rust te vinden en met jezelf in evenwicht te komen. Ook voor hartpatiënten, die vaak stress voelen als gevolg van een jachtig leven en wellicht negatieve gedachten koesteren, zoals zoveel mensen dat doen. Alle reden dus om het gesprek aan te gaan met Constance Coenegracht, yogadocent in Maastricht.

“Yoga leert ons om beter te luisteren wat zich in ons afspeelt waardoor er meer rust ontstaat en minder stress. Je laat je dan niet meer zo snel gek maken en kunt prikkels beter afweren. Je leert denken aan dingen die je blij maken in plaats van negatieve gedachten te koesteren. Die zijn niet goed voor het hart. Door positief om te gaan met gedachten en emoties ben je jezelf aan het helen, en dat is goed.”

Constance kwam als 19-jarige student naar Maastricht en is er sindsdien niet meer weggegaan. Ze studeerde o.a. gezondheidswetenschappen aan de Universiteit Maastricht. In 2005 werd ze ondernemer, en houdt zich sindsdien met name bezig met sport en yoga. Ze is eigenaar van Mac Sportsclub en Mac Yoga, een fitness centrum en yoga studio in het centrum van de Limburgse hoofdstad.

Ontspannen

Constance begon met een sportschool, maar verbouwde haar fitnesscentrum later. “Ik wilde een balans tussen sport (inspanning) en ontspanning. Daarom opende ik in 2011 een yoga-studio. De andere kant van inspanning – ontspanning – is immers net zo belangrijk.” Ze werkt er onder meer met hangmatten, anti-gravity-yoga waarbij je in een soort cocon ligt en met de ademhaling naar jezelf toe gaat. Je neemt zo bewust de tijd om te voelen.”

“Yoga helpt je om naar binnen te keren, bewust de tijd te nemen voor jezelf”, legt Constance uit. “Dat is iets wat veel mensen niet meer doen. We rennen allemaal maar door! Yoga geeft meer ruimte aan je hart zodat de energie beter kan stromen en het hart rustiger wordt. De aandacht wordt niet langer gegeven aan de talloze gedachten die door ons hoofd tollen, maar aan de ademhaling, zodat we meer zuurstof krijgen, meer energietoevoer. Door stiller te worden staan we stil bij het openen van ons lichaam. Goed en diep ademhalen is goed voor je lijf.” Het ontstresst volledig.

Hartchakra

Constance schenkt in haar begeleiding ook veel aandacht aan de energie rond het hart, de zogenoemde vierde chakra of hartchakra. Chakra’s zijn draaiende energiewielen die ons helpen met persoonlijke groei. Op fysiek niveau wordt het hartchakra geassocieerd met de hart- en longfuncties en de bloedsomloop. Op emotioneel niveau staat het voor de mogelijkheid om onvoorwaardelijke liefde te geven en te ontvangen, empathie te tonen en compassie te voelen. “Het is gezond om die chakra te openen, want dat leidt tot zelfacceptatie en heling, je krijgt letterlijk meer lucht”, legt ze uit. “Yoga helpt ons om brein, hart en buik met elkaar te verbinden middels een goede ademhaling. Doordat je op die manier beter voelt wat door je heen gaat, helpt het je om je emoties een plek te geven en jezelf te helen. Hoe? Door in stilte goed adem te halen en te luisteren naar je lichaam en accepteren wat er is”.

Meridianen

Constance schenkt daarbij veel aandacht aan de zogenoemde meridianen. Dat zijn waterrijke energiekanalen die door het lichaam lopen en in de organen. “Door die meridianen te stimuleren schep je ruimte voor energietoevoer en hef je eventuele blokkades op. Vandaar dat in yoga veel aandacht is voor het doorstromen van die meridianen.” Ze noemt als voorbeeld de longmeridiaan, die van het sleutelbeen naar de duim loopt. “We gaan de arm stretchen om de energie van de meridiaan beter te laten stromen en om er meer ruimte in te krijgen. Stretchen wil zeggen dat we een constante druk gaan creëren in een ontspannen houding die we drie minuten laten voortduren, omdat dat de tijd is die nodig is om het bindweefsel te laten reageren. Door deze oefening raken de spieren ontspannen en kom je bij de dieperliggende lagen, het bindweefsel terecht. Dat bindweefsel zit overal rond aderen en organen, het hele lichaam zit er vol mee. Uit wetenschappelijk onderzoek is gebleken dat het heel belangrijk is dat dit bindweefsel ontspannen, gezond en flexibel moet zijn, zeker op oudere leeftijd. Het moet goed kunnen functioneren.”

Acceptatie

Yoga is volgens haar bij uitstek geschikt om je lijf te accepteren, zeker na een ingrijpende ziekte of operatie. Het is een soort rouwverwerking die leidt tot acceptatie. “Je leert omgaan met verandering”, zegt ze. “Ondanks wat er gebeurt of gebeurd is leer je blij te zijn met wat er nog is. Ik heb zelf twee jaar geleden reuma gekregen. Dat is verlies. Maar ik bleef positief denken, dan kun je er gemakkelijker mee omgaan.”

Ook en vooral hartpatiënten kunnen veel baat bij yoga hebben. Vooral bij yin-yoga en hatha yoga, aldus Constance. Hatha yoga is een van de oudste vormen van yoga. Het woord komt van de woorden ha (zon) en tha (maan) uit het Sanskriet. De basis voor Yin yoga wordt al eeuwenlang beoefend in China en Taiwan als onderdeel van de taoïstische yoga (zg. Dao Yin). Yin yoga als yogastijl bestaat eigenlijk pas sinds een jaar of 40, 45, en is overgewaaid uit Amerika.  Yin yoga is erop gericht de spieren te ontspannen en los te laten en dieper te werken in je lijf. Hatha yoga probeert bepaalde spieren juist wel te verstevigen, bijvoorbeeld door het spier uithoudingsvermogen te versterken. “Yin Yoga is eigenlijk de rustigste vorm van yoga, waarbij we onder meer houdingen doen die de weefsels stimuleren, heel ontspannend en een stimulans voor je gezondheid. Je leert ook bewust te worden van je gevoel. Hatha yoga leert je om houdingen aan te nemen waarin je rust vindt”, aldus Constance.

Deze vormen van yoga kunnen voor hartpatiënten heel gezond zijn. “Ze voelen zich daardoor veel rustiger, ervaren minder stress, zijn meer ontspannen, flexibeler, en je wordt er sterker van, zowel fysiek en mentaal”, legt Constance uit.

Foto: Constance Coenegracht
Tekst: Henri Haenen

Dit artikel verscheen eerder in het Hartbrug Magazine

Ik ben het leven meer gaan waarderen

Achtendertig jaar lang ging Yvette Froger (41) door het leven zonder te weten dat ze een aangeboren hartafwijking had. Toen de artsen dat vervolgens ontdekten en het ook nog eens ernstig bleek te zijn, moest ze op stel en sprong worden geopereerd. “Zonder operatie had ik nog maximaal een jaar te leven.”

Yvette: “Toen in de coronatijd alles dichtging, besloot ik te gaan hardlopen. Ik hou daar niet van, maar wilde het toch proberen. De eerste tijd was ik na een paar kilometer compleet buiten adem. Ook kreeg ik tijdens het lopen pijn in mijn borststreek. Dan moest ik helemaal naar voren buigen om de pijn en steken op te vangen. Dat gebeurde me telkens na een kilometer of drie. Ik weet dat aan mijn slechte conditie, want ik had namelijk nooit last van mijn hart gehad.”

Slecht nieuws

“Ik bleef hardlopen, maar toen er na een paar maanden nog steeds geen vooruitgang was, vroeg ik me af hoe dat kon. Ik trok aan de bel bij mijn huisarts en werd doorverwezen naar het ziekenhuis. Op de echo zagen ze vervolgens dat er iets niet goed was, waarna ik ook een CT- en MRI-scan kreeg. Nog altijd besefte ik niet dat er iets aan de hand was, omdat ik me gewoon goed voelde. Buiten het hardlopen had ik nergens last van. Vervolgens kreeg ik een hartkatheterisatie en schrok de arts van wat hij zag. Op dat moment besefte ik voor het eerst dat het echt niet goed was, al had ik nog steeds niet door dat het ernstig was. Toch werd ik binnen een paar dagen door de cardioloog gebeld: ik kwam op de lijst te staan voor een openhartoperatie.”

Een fistel

“Nooit eerder was ik in het ziekenhuis geweest en plotseling had ik een aangeboren hartafwijking. Ik bleek een fistel te hebben. Door mijn hartafwijking ging er veertig procent minder zuurstofrijk bloed mijn lichaam in, omdat het bloed voor een groot gedeelte rechtstreeks naar de andere kant van mijn hart werd gepompt. Als die ader zou knappen, zou ik komen te overlijden. Het was al zo ernstig, dat dat waarschijnlijk binnen een jaar zou gebeuren. Ik moest het volgens de arts zien als een ballon die je heel lang kunt opblazen, totdat hij knapt. Mijn wereld stond compleet op z’n kop. Ik kreeg het advies om geen inspanningen meer te leveren en geen stress te hebben, om te voorkomen dat mijn bloed onnodig snel door mijn hart zou worden gepompt. De gedachte dat ik aan het laatste hoofdstuk van mijn leven was begonnen, maakte me panisch. In feite kan iedere dag de laatste zijn, maar in die periode stond ik ook echt elke dag met die gedachte op.”

De operatie

“De grootste vraag was voor mij of ik wel wakker zou worden, maar de artsen vertelden me dat de kans op overlijden minder dan één procent was. Ik had door dat ik in juiste handen was, maar er was ook angst. Tweeënhalf jaar terug werd ik uiteindelijk geopereerd. De operatie, die ongeveer een halve dag duurde, is gelukkig geslaagd. Daarna was ik heel beroerd van de narcose. Ook was mijn borstkas natuurlijk opengemaakt. Zodra de pijnstillers uitwerkten, had ik verschrikkelijk veel pijn. Die pijn vergeet ik echt nooit. De wond voelde naar, en zag er ook net zo naar uit. Ik was uitgeput en besefte niet goed wat er was gebeurd. In de dagen erna brak ik. Ik lag daar als een dood vogeltje in bed, mocht mijn armen door de operatie niet eens bewegen. Ook werkten mijn spieren niet. Overal had ik hulp bij nodig: naar de wc gaan, kleren aantrekken… Verschrikkelijk vond ik het.”

Slappe spieren

“Uiteindelijk heb ik een week in het ziekenhuis gelegen. Alles thuis vervolgens zelf doen, vond ik eng. In het ziekenhuis werd ik constant in de gaten gehouden, thuis niet. Na zes weken thuis herstellen, mocht ik revalideren. Mijn borstbeen en andere spieren moest ik weer gaan trainen, want die spieren waren helemaal weg. Ik kon niet eens meer een kopje vasthouden. Ik wilde wel, maar kon mijn arm gewoon niet bewegen. Toen ik voor de eerste keer ging zwemmen en met mijn armen een slagbeweging wilde maken, krijste ik het uit van de pijn. Dat zijn hele rare momenten, waar niemand je voor gewaarschuwd heeft.”

De mentale klap

“Fysiek ging het vanaf dat moment steeds beter, maar mentaal kwam de klap pas na het revalideren. Toen pas had ik de ruimte om te beseffen wat er was gebeurd. Lange tijd was ik enorm verdrietig. Om alles moest ik huilen, zelfs als ik de vaatwasser aan het leegruimen was. Het leven was veel te veel. Ik was ook een doemdenker geworden, werd angstiger op straat. Als ik nu maar niet word overreden, dacht ik dan. Ik had zo hard gevochten om weer terug te komen, dat ik bang was dat mijn leven me op een andere manier zou worden afgepakt. Ook had ik er geen oren naar als iemand ergens over klaagde. Dan dacht ik: jij maakt je druk over een vergadering die niet lekker loopt, terwijl ík een hartoperatie heb gehad. Je kunt die dingen natuurlijk helemaal niet met elkaar vergelijken, maar zo was het op dat moment wel.”

Een boek

“Uiteindelijk ben ik er bijna een jaar uit geweest. Wat mij enorm heeft geholpen bij de verwerking, is EMDR-therapie. Dat heeft echt wonderen verricht. Hierdoor kan ik nu anders naar alles kijken en er ook veel makkelijker over praten. Als ik het nu vertel, voelt het alsof het niet meer echt over mij gaat. Ook ben ik een boek gaan schrijven. Iedere arts geeft namelijk informatie over zijn vakgebied en wat er aan de hand is, maar niet over wat je meeneemt naar het ziekenhuis, of het er warm of koud is, wat je kunt verwachten, wat revalideren precies inhoudt en hoe je erbij zit na de operatie. Ik had de eerste tijd bijvoorbeeld helemaal geen behoefte aan visite. Het was heel zwaar om mensen om me heen te hebben. Ook kreeg ik van veel mensen een boek cadeau, omdat ze dachten dat ik me wel zou vervelen. Maar ik was nog misselijk van de narcose en alle letters dansten voor mijn ogen. Daarnaast onthield ik wekenlang niets. Naast het feit dat je bent geopereerd, verandert er heel veel. Dat had ik graag eerder willen weten. Ik hoop anderen dat daarom mee te kunnen geven via mijn boek.”

Stuk gelukkiger

“Momenteel voel ik me heel goed. In het begin had ik moeite met het enorme litteken, maar dit trekt steeds meer weg. Dat komt mede doordat ik het maandelijks laat masseren bij een huidtherapeut. Ook heb ik geleerd er trots op te zijn. Volgens de arts ben ik gezond en kan ik alles weer, zoals ieder ander. Ik voel me daarnaast een stuk gelukkiger. Ik ben het leven meer gaan waarderen. Het is alsof er een vrolijker filter over me heen ligt. Ik heb diep gezeten en hoe verschrikkelijk dat ook was, ik heb het doorstaan. Ik beschouw het jaar van mijn operatie als het meest waardevolle jaar dat ik ooit heb gehad.”

Over haar diagnose, openhartoperatie en ervaringen schreef Yvette het boek Verpleegsters zijn engelen, dat online te bestellen is.             

Tekst: Laura van Horik
Beeld: Yvette Froger

Dit artikel verscheen eerder in het Hartbrug Magazine

Lachen is (meer dan) gezond

Een gezond en gelukkig leven, wie wil dat nu niet? Humor, ontspanning, optimisme en hoop zijn allemaal factoren die daaraan bijdragen. Factoren die ook nog eens te trainen zijn. Met hun boek Hoop voor hart en hersenen vragen hoogleraar neuropsychologie Erik Scherder en cardioloog Leonard Hofstra dan ook aandacht voor positiviteit.

Het was onder andere de coronatijd die Scherder en Hofstra aanzette tot het schrijven van dit boek. Mensen laten focussen op het positieve, dat was de drive, vertelt Scherder. “Positiviteit heeft veel effect op je brein en hart- en vaatziekten. Er is te weinig aandacht voor optimisme, vooral ook in de gezondheidszorg. Dat is jammer, want hier kun je juist hoop en perspectief bieden. Geen valse hoop natuurlijk, maar hoop binnen de ziekte. Ook hoop heeft namelijk een positieve invloed op je brein en hart.”

Optimisme trainen

Of je nu een optimistisch mens bent of niet, optimisme is te trainen. Ook als je van nature een pessimist bent, laten Scherder en Hofstra in hun boek zien. “Optimisme trainen is zelfs best makkelijk. Je hebt daarvoor allerlei tools. Haal allereerst het beste uit jezelf. Bedenk eens: wat zijn mijn capaciteiten, wat kan ik nu eigenlijk goed? Gebruik ik dat ook in mijn dagelijks leven? Een ander zeer eenvoudig advies is aan het einde van de dag een lijstje maken van dingen die vandaag leuk waren. Dat is onderzocht en werkt goed. Het gaat dan wel om positieve dingen, dus niet: het regende weer of ik miste net de bonusaanbiedingen. Nee, denk aan: ik had vandaag een leuk telefoongesprek met iemand die ik een tijdje niet heb gesproken. Juist die kleine dingen kunnen je het gevoel geven dat het een goede dag was.”

Lach eens

Een andere belangrijke tool voor een gezond en gelukkig leven is het opzetten van een glimlach. Die hoeft in eerste instantie niet eens écht te zijn. “Als je wakker wordt en je hebt helemaal geen zin in vandaag, zet dan toch een glimlach op. Ook op je werk kun je een glimlach veinzen. Wat blijkt? Die neppe glimlach wordt door de dag heen vanzelf echt. Daar word jij beter van, maar de patiënt denkt ook nog eens: wat aardig, Erik is in een goede stemming. Bedenk daarnaast eens wanneer je nu blij bent. Ga je nog weleens ergens heen, naar een leuke voorstelling bijvoorbeeld? Hoeveel leuke momenten creëer je voor jezelf? Zet die glimlach op en kijk wat er in je brein gebeurt. Lachen verwijdt je bloedvaten en dat is zeer gunstig voor je gezondheid.”

Positieve woorden

Een andere trainingsvorm is het gebruik van positieve in plaats van negatieve woorden en zinnen. “Je kunt tegen iemand zeggen dat je je kapot ergert als hij zo reageert, maar je kunt ook zeggen dat je er heel blij van zou worden als hij de volgende keer wat positievere woorden gebruikt. Of in plaats van tegen een collega zeggen dat hij moet opschieten omdat je eeuwig zit te wachten op zijn werk en daardoor niet verder kan, zeggen dat je iets meer tijd nodig hebt voor die klus en hij je daarom enorm zou helpen als het iets eerder af is. Het komt op hetzelfde neer, maar klinkt een stuk leuker.” Beweging doet overigens ook een hoop, net als muziek. Hiervan word je tevens een aardiger mens. “Als je alleen foto’s bekijkt, voel je misschien niet zoveel. Zet je er muziek onder, komt het meer binnen en leer je die gevoelens te intensiveren. Neem bijvoorbeeld een foto van een bruiloft. Als je daar muziek in die sferen onder zet, knalt het bij je naar binnen.”

De optimist en de pessimist

Of het beter is om optimistisch of pessimistisch te zijn? Ook daar hebben ze antwoord op. Volgens Scherder laten studies zien dat zowel mild pessimisten als mild optimisten even ver komen qua gezondheid. “Mild pessimisten komen een eind omdat zij risicomijdend zijn en iets sneller níet doen. Als het gaat om alcohol bijvoorbeeld, zal de mild pessimist misschien denken dat hij helemaal maar niet drinkt, omdat hij anders niet weet hoe hij daarvan moet herstellen, terwijl de mild optimist denkt dat het met één of twee glaasjes wel goed zal komen en hij er toch geen last van heeft. Wel heeft de mild optimist uiteindelijk een leuker leven, omdat hij blijer is. De enorme optimisten en enorme pessimisten vallen in ieder geval af. Een enorme optimist neemt namelijk risico’s die je niet zou moeten nemen, met de gedachte dat het tóch wel goed komt.”

Minder stress

Als je optimisme elke dag drie tot vijf minuten traint, voel je in een paar weken tijd al verschil. Dan merk je dat er veel dagen zijn waarop je zeker vijf dingen kunt opnoemen die die dag leuk waren, zegt hij. “Het beïnvloedt écht je stemming, en dat is waar we het tenslotte over hebben. Klaag wat minder en geef eens een compliment. We zijn al gauw geneigd om mensen af te serveren, maar zeg nu eens: wat leuk dat je er bent, of wat zie je er goed uit. Dat zorgt voor een beloningsgevoel in ons brein. Vergeef ook. Heeft hij het nu echt zo slecht bedoeld? Misschien viel dat wel mee. Als je mensen iets vergeeft, vermindert je stress. Anders blijf je je ergeren, piekeren. Je wordt er zelf ook voor beloond, want het geeft je een optimistischer gevoel. Minder (chronische) stress beschermt tegen hart- en vaatziekten. Hoe meer je werkt aan een positieve benadering, hoe beter je bloeddruk en vaten. Dat is precies wat je wilt.”

Tekst: Laura van Horik
Beeld: Erik Scherder

Waarom brengt HPNL dit onder de aandacht?
Hartpatiënten volgt alles op de voet en houdt haar lezers op de hoogte van relevante ontwikkelingen en uitgaven, zoals dit boek van Erik Scherder en Leonard Hofstra. Hartpatiënten draagt graag bij aan het verspreiden van interessante, maar vooral ook juiste informatie.

Dit artikel verscheen eerder in het Hartbrug Magazine.

Leven in het hier en nu

We worden meer onderbroken dan ooit tevoren, leven gehaaster en raken steeds sneller overprikkeld. Volgens Mark Tigchelaar, focusexpert met een achtergrond in neuropsychologie, raken onze hersenen steeds meer gewend aan korte prikkels. “Door al die snelle prikkels neemt onze aandachtsspanne af en leven we minder met aandacht.”

Afleiding is als het ware een businessmodel geworden. We worden overladen met notificaties op onze telefoon en naar allerlei websites geleid, waar we vervolgens ook nog eens worden blootgesteld aan advertenties. Onze aandacht wordt constant gegrepen. Daarbij komt die informatie ook nog eens steeds sneller naar ons toe, legt Mark uit. “Een mooi voorbeeld is TikTok. Deze app geeft korte, kleine prikkels. Het nadeel daarvan is dat onze hersenen gewend raken aan die snelle prikkels. Daarom hebben we steeds meer moeite met langzame prikkels, zoals het lezen van een boek.”

Schrijven

Hoewel onze telefoon en e-mail grote afleiders zijn, is er maar één de grootste: ons eigen hoofd. “Ons hoofd staat altijd aan en onze hersenen kunnen als het ware met onze gedachten blijven spinnen. Ze blijven in rondjes gaan. Daar worden we dan ook het meest door afgeleid.” Wat daarbij kan helpen, is volgens hem – heel simpel – pen en papier. “Hoe meer je opschrijft, hoe minder er in je hoofd blijft zitten. Een takenlijstje is hiervan een eenvoudig voorbeeld, maar het geldt ook voor emoties. Onze emoties kunnen letterlijk energie of aandacht wegtrekken, bijvoorbeeld als we piekeren. Wil je minder last hebben van terugkerende emoties, dan werkt het heel goed om dat letterlijk van je af te schrijven. Het maakt overigens niet uit of je dit op papier of digitaal doet. Schrijven zorgt ervoor dat die emoties als het ware vaststaan. Op die manier leeg je je hoofd.”

Zonder telefoon

Om meer in het hier en nu te leven, is het tevens een goed idee om je aandachtsspanne te vergroten. Mark pleit dan ook voor meer ‘saaiheid’ in je leven. “Wat ik daarmee bedoel is dat je snelle prikkels het beste kunt verminderen of vermijden. Dan kun je meer de diepte in, bijvoorbeeld door een boek te lezen of een mooi gesprek te voeren. Dat zijn ook nog eens dingen die heel veel voldoening geven. Je kunt in je pauze je telefoon erbij pakken en snelle prikkels tot je nemen, maar je kunt ook gaan wandelen. Wees daar selectiever in. Het is bijvoorbeeld heel goed om boodschappen te doen zonder je telefoon mee te nemen, of te ontbijten met je gezin zonder telefoon. Geen telefoon op het toilet, naar bed gaan zonder het apparaat. Koop bijvoorbeeld een ouderwetse wekker. Als je thuiswerkt, leg dan je telefoon in de keukenla. Simpel, maar heel effectief.”

Ook je dag beginnen zonder telefoon is een hele belangrijke. Jezelf ’s ochtends meteen blootstellen aan de prikkels van je telefoon is volgens hem hetzelfde als je dag beginnen met het eten van een donut. “Als je ’s ochtends veel suiker eet, wil je hoofd de rest van de dag meer. Dat geldt ook voor je telefoon, wat te maken heeft met het stofje dopamine. Dit geeft een drive, maar is ook heel verslavend. Dopamine vind je bijvoorbeeld ook in drugs. Dat is die verslavende component, waardoor je steeds meer wilt. Bij je telefoon is dat niet veel anders. Sterker nog: er zijn veel gelijkenissen tussen een gokverslaving en een telefoonverslaving.”

Rustmomenten

Wat tevens helpt, is het inbouwen van rustmomenten waarop je door de dag heen even kunt opladen. Hoe meer je daarvoor kiest, hoe weerbaarder je wordt tegen afleiding en verleiding. “Als je even geen nieuwe kennis en prikkels tot je neemt, gaan je hersenen in de afdwaalstand. Dat zorgt ervoor dat je hersenen opladen. De grootste uitdaging van deze tijd is dat we té gefocust zijn. Continu gefocust op nieuwe prikkels. Is een gesprek niet boeiend, wordt er wel gefocust op de telefoon. Zo sta je letterlijk de hele dag aan. De inhoud van de prikkel maakt niet eens meer uit, het gaat om de nieuwheid ervan. Dat is het fascinerende. Onze hersenen kunnen de snelheid van informatie en verandering ondertussen eigenlijk helemaal niet bijbenen. We hebben oude hersenen in een moderne tijd. Daarom zijn velen van ons overprikkeld en nemen burn-outklachten zo gigantisch toe: we kunnen het niet aan.”

Minder stress

Buiten rustmomenten kunnen ook yoga en meditatie effectief zijn. Daarnaast is wandelen goed, of gewoon even een huishoudelijke taak doen. “Wassen of strijken zijn niet per se leuke activiteiten, maar wel gezond. Doordat het zo simpel is, gaat je hoofd dwalen. Dat dwalen is nu net zo goed voor je. Door te ontfocussen, word je creatiever. Ook daalt je cortisolniveau. Afleiding zorgt voor meer stress, iets wat je als hartpatiënt zeker wilt vermijden. Constant afgeleid zijn geeft dus constant stress. Elk binnenkomend berichtje verhoogt je staat van alertheid. Die alertheid was vroeger misschien heel handig, als je boontjes zat te pellen en gevaar hoorde naderen, maar nu word je meer dan zeshonderd keer per dag afgeleid. Dat is te vermoeiend. Leef met aandacht, oftewel in het hier en nu. Als je dat doet, heb je meer rust en controle over de dag en krijg je de dingen gedaan die je wilt doen. Je zult zien dat je stressniveau daalt en je productiviteit stijgt.”

Tekst: Laura van Horik

Mark Tigchelaar | © Fotografie Frank Ruiter

Dit artikel verscheen eerder in het Hartbrug Magazine.

De effecten van het stresshormoon cortisol

Stress als dikmaker en daarmee als risicofactor voor het ontwikkelen van hart- en vaatziekten? Het is misschien niet het eerste waar je aan denkt als je met stoom uit je oren uit je werk komt. Toch verdient stress veel meer aandacht dan het op dit moment van veel mensen krijgt, bepleit personal trainer en lifestylecoach Radmilo Soda.

Met het stresshormoon cortisol an sich is niets mis. Sterker nog, het hormoon heeft een nuttige functie. “Het is het hormoon dat ons langzaam maar zeker wakker maakt wanneer de zon opkomt, mits ons biologische ritme niet verstoord is”, vertelt Soda. “Dankzij cortisol komt ons lichaam in de actieve stand en hebben we energie om te doen wat we moeten doen. Hoe verder de dag vordert, hoe meer ons cortisolniveau stijgt, met een piek zo rond 12 à 1 uur ’s middags. Dan is je lichaam het actiefst. Vervolgens zie je die curve langzaam weer dalen. ’s Avonds wordt dan weer melatonine aangemaakt, waardoor we uiteindelijk weer in slaap kunnen vallen.”

Verstoord

Maar met die curve gaat het nou juist bij veel mensen mis, ziet Soda. “In de moderne wereld is de cortisolcurve helemaal verstoord. Veel mensen hebben continu een veel te hoog cortisolniveau. Het lichaam staat dan eigenlijk continu in een soort survivalmodus. Cortisol is namelijk het hormoon dat het effect van adrenaline als het ware verlengt. Adrenaline maakt ons alert in een situatie dat we scherp moeten zijn, en cortisol verlengt dat effect – zorgt dat we alert blijven. Als dat dag in, dag uit zo is, dan blijf je met een energie-overschot zitten waar je lichaam niets mee kan. Cortisol is namelijk een eiwit dat wordt omgezet in energie. Maak je die energie niet op, dan wordt deze omgezet in vet. Het is ook niet voor niets dat het stresshormoon vaak in verband wordt gebracht met buikvet.”

Overprikkeling

Hoe dat komt, dat de cortisolcurve volgens Soda bij zovelen verstoord is? “Overprikkeling, continu ‘aan’ staan en niet weten hoe je de knop van je lichaam ook eens uit kan zetten. Iedere dag werken tot minstens 5 uur, snel naar huis, avondeten, vaak nog sporten en vervolgens voor de televisie of met de telefoon in de hand totdat je naar bed gaat.” Met name die telefoon, en daarmee het zogeheten ‘blauwe licht’ waaraan je wordt blootgesteld, is volgens Soda een grote boosdoener. Blauw licht is namelijk aangetoond van negatieve invloed op onze biologische klok en kan het slaapritme verstoren. “Bovendien worden we geprikkeld door informatie die ook nog eens allerlei stressgevoelens en andere emoties kunnen oproepen. Het is veel beter om na het eten nog even te wandelen, een boek te lezen en vervolgens naar bed te gaan. Probeer maar eens vlak na het sporten te gaan slapen: dat lukt echt niet, dan is het cortisolgehalte nog veel te hoog. En als je piekerend over werk je bed in stapt, denkt je lichaam: wat moet ik hiermee? Al die stresshormonen kan het lichaam niet kwijt.”

Lichamelijke effecten

Af en toe een stressperiode of fase van overprikkeling is, afgezien van de mentale last, niet erg. Maar houdt dit aan, kunnen de effecten wel degelijk schade aanrichten – en niet in de laatste plaats door het aanmaken van al dat ‘onnodige’ buikvet. Wie dat maar op z’n beloop laat, loopt meer risico overgewicht te ontwikkelen, met de bijbehorende effecten van dien: een hogere lichaamstemperatuur, snellere ademhaling, hogere hartslag, hoger cholesterol en uiteindelijk een groter risico op hart- en vaatziekten. “Veel mensen moeten echt leren zichzelf even uit te schakelen. Je kunt zeggen: ‘Op zes uur slaap kan ik functioneren’, maar dat is niet zo. Dan herstelt het lichaam niet goed en kun je nooit op een gezonde manier je slaapcycli voltooien.” Het advies dus, hoe vanzelfsprekend en moeilijk dat tegelijk ook is: elimineer de stress van tijd tot tijd. ‘Reset’ het slaappatroon. Onderzoek het beweeg- en voedingspatroon. Kom tot rust. Soda: “Er zijn zoveel factoren die van invloed kunnen zijn op het cortisolgehalte in je lichaam, en daardoor dus ook zoveel wat je eraan kunt doen. Meet bijvoorbeeld je hartslag eens. Als je op je werk gedurende een stressmoment een hartslag van 115 hebt zonder dat je in beweging hebt, weet je genoeg. Je bent in survivalmodus en maakt teveel cortisol aan. Je lichaam is heel hard aan het vechten. Kies er dan bijvoorbeeld eens voor om ’s avonds met je hondje te lopen en je telefoon thuis laten. Of ga sporten zonder telefoon en spreek in de sportschool met wat vrienden af. Neem ’s avonds een uurtje voor jezelf zonder prikkels. Slap meer, ga op vakantie en focus op je rust. Veel mensen zijn daar niet mee bezig en vinden het vanzelfsprekend om maar door te gaan, maar dat is het niet. Je lichaam verdient een normaal biologisch ritme. Daar is je hart je uiteindelijk ook dankbaar voor.”

Tekst: Yara Hooglugt
Afbeelding: Radmilo Soda

Dit artikel verscheen eerder in het Hartbrug Magazine.

Reactie NTS op evaluatie donorwet: blij dat donorwens van Nederlanders veel beter bekend is

Door de wijziging van de donorwet in 2020 weten familie en artsen veel beter of iemand donor wil zijn: driekwart van alle Nederlanders heeft actief de eigen wens geregistreerd, een stijging van vijftig procent. Daarnaast weet een meerderheid van de bevolking dat het niet doorgeven van een keuze in het Donorregister betekent dat je automatisch donor bent (‘geen bezwaar’), zo blijkt uit de evaluatie van de gewijzigde Wet op orgaandonatie.

Directeur Naomi Nathan van de Nederlandse Transplantatie Stichting (NTS) is blij met deze uitkomsten: ‘Dat is belangrijke winst. Deze evaluatie laat zien dat je erop mag vertrouwen dat mensen donor willen zijn als zij gekozen hebben voor ‘ja’ of ‘geen bezwaar”.

Vandaag presenteerde minister Pia Dijkstra van Volksgezondheid het evaluatierapport over de gewijzigde donorwet aan de Tweede Kamer.

Publiek informeren blijft essentieel

De NTS herkent zich in de uitkomsten van de evaluatie en constateert met de minister dat publieksvoorlichting de komende jaren hard nodig blijft. Naomi Nathan: ‘Aan de ene kant is het goed dat een meerderheid van de bevolking goed op de hoogte is van de donorwet. Maar wij willen toe naar een situatie waarin iedereen een keuze doorgeeft die bij hem of haar past én iedereen weet dat ‘geen bezwaar’ betekent dat je automatisch donor bent. Dat is een voorwaarde voor het behouden van maatschappelijk vertrouwen in de wet. En dát geeft de beste kans op meer orgaan- en weefseltransplantaties, waarmee we mensen op de wachtlijst kunnen helpen.’

Delen keuze met familie

Maar misschien nog wel belangrijker is dat mensen van hun dierbare(n) weten wat zij hebben gekozen. Nathan: ‘Artsen merken in de praktijk dat families soms worden verrast door de mededeling dat hun familielid als donor geregistreerd staat. Als je er nooit met elkaar over hebt gesproken, kan de twijfel toeslaan. Zeker bij een toestemming op basis van een ‘geen bezwaar’-registratie: was dit wel een bewuste keuze van mijn dierbare? Daarom roepen wij iedereen in Nederland op: deel je keuze met je familie! Zo voorkom je onverwacht nieuws op een toch al verdrietig moment.’

Misverstand over rol familie

De NTS constateert dat het een nog relatief nieuwe wet is, die echt nog ingeburgerd moet raken, en zal zich naast de overheid de komende jaren actief blijven inspannen om iedereen te informeren over wat orgaan- en weefseldonatie inhoudt. Nathan: ‘Informeren is ook belangrijk om misverstanden aan te pakken. Zo wordt nogal eens gedacht dat de familie altijd het laatste woord heeft. Deze verwarring komt waarschijnlijk voort uit de oude wet. In de huidige donorwet heeft iedereen een keuze gemaakt, en als je niets doorgeeft ben je automatisch donor. De familie kan alleen in uitzonderlijke omstandigheden tegen deze registratie in gaan.’

Gespreksondersteuning

Ook gaat de NTS onderzoeken hoe donatieprofessionals en familie communicatief nog beter ondersteund kunnen worden tijdens het donatieproces in het ziekenhuis. Nathan: ‘We geven jaarlijks al veel trainingen aan professionals in gespreksvoering met familie over donatie. Maar zij kunnen door het lage aantal gesprekken hier vervolgens weinig mee oefenen. Wij zijn blij dat de minister heeft aangegeven dat zij op korte termijn wil bezien of ze een vervolg wil geven aan een eerdere pilot van de NTS met orgaandonatiecoördinatoren die dit soort gesprekken kunnen ondersteunen en mogelijk samen voeren. En we denken dat we het gesprek met de familie nog beter in beeld en taal kunnen gaan ondersteunen.’

Effect Donorwet op transplantaties

Er is de laatste jaren sprake van een lichte toename aan donoren en transplantaties. Terecht wordt in het rapport geconcludeerd dat het mede door de coronapandemie te vroeg is om echt de effecten te kunnen vaststellen van de nieuwe Donorwet op het aantal orgaan- en weefseldonoren. De NTS zal graag meewerken aan een nieuwe evaluatie in 2029. Nathan: ‘En het is mooi nieuws dat de minister wil blijven stimuleren dat meer organen en weefsels beschikbaar komen, bijvoorbeeld door financiering van innovatieve perfusietechnieken’.

 

 

Ik ben door het oog van de naald gekropen

In de achtenveertig jaar dat Wilbert van Haneghem (52) in 2019 op deze aardbol rondliep, had hij nog nooit iets aan zijn hart gehad. Totdat hij in China, waar hij voor zijn werk was, onwel werd terwijl hij de straat overstak. Eenmaal terug in Nederland werd duidelijk wat er aan de hand was: hij bleek een aangeboren hartafwijking te hebben.  

Om tien voor één ’s middags maakte Wilbert op die bewuste dag in oktober 2019 zijn laatste foto. Eerder die ochtend had hij uitgebreid ontbeten met zijn collega’s van KLM. In zijn eentje maakte hij vervolgens nog een rondje door een kunstenaarswijk. Op dat moment was er nog niets aan de hand en schoot hij enthousiast wat plaatjes, maar een paar minuten later kreeg hij een raar gevoel in zijn buik. “Ik was wat flauw, licht in mijn hoofd. Ik dacht dat ik misschien te veel had gegeten. Aan de overkant van de drukke tweebaansweg zag ik een koffietentje. Mooi, dacht ik, daar ga ik naartoe. Het was een kwestie van seconden. Ik wilde naar de overkant lopen, maar voelde me niet goed worden. Alles kwam ineens heel intens binnen. Ik wilde me nog vasthouden aan een pilaar, terwijl ik tegelijkertijd de straat overstak. Dat is het laatste dat ik weet.”

Hersenbloeding

Zeker tien minuten later werd Wilbert ‘wakker’. De hele straat stond vol met politie en een ambulance. “Ik werd omhoog gehesen en een Engels sprekende Chinese vrouw stond mij te woord. Zij had achter me gelopen en vroeg hoe het ging. Het was een hele rare gewaarwording. Ik wist dat ik in China was, maar verder lieten mijn hersenen me op dat moment in de steek. Ik zei tegen haar dat ik naar mijn hotel moest, maar ik had geen keus: ik moest mee met de ambulance.” Onderweg naar het ziekenhuis verloor hij opnieuw het bewustzijn. Pas in het ziekenhuis kwam hij bij, aan allerlei  toeters en bellen. “Toen ik wakker werd, kwam er direct een verpleegkundige naar me toe. Hoe het met me ging en wie ik was, vroeg ze. Aan het plafond boven mijn bed hing een bordje met ‘stroke unit’ erop, in het Engels en Chinees. Stroke? Ik herhaalde het woord in mezelf. Ze dachten dus dat ik een hersenbloeding had gehad.”

Chinees ziekenhuis

 Later lagen er op de zaal allerlei patiënten om hem heen. Het was een bizarre ervaring, vertelt hij. “Iemand naast me lag letterlijk dood te gaan, vertelde de verpleegster. Tegenover me was een vrouw binnengebracht met handboeien, wat ze niet leuk vond, dus zat ze telkens met haar handboeien te rammelen. Ik wist ondertussen nog steeds niet wat me precies was overkomen en vrijwel niemand sprak Engels. Alles ging via Google Translate en daardoor zeker niet soepel. Ik moest van alles tekenen, terwijl ik geen idee had wat er stond. Mijn bedrijfsarts kon gelukkig geregeld langskomen voor overleg met de artsen en om de papieren en mijn pillen te checken. De verpleegkundigen deden echt hun best, maar ik wist niet wat ik meemaakte. Ik was in een compleet andere wereld beland.”

Drie dagen en twee nachten lag Wilbert in dit Chinese ziekenhuis. Vervolgens mocht hij terug naar Nederland. Een dag voor vertrek heeft hij nogmaals de route van een aantal dagen daarvoor gelopen. Ook liep hij binnen bij een politiebureau in de buurt en kreeg hij het voor elkaar om de camerabeelden te bekijken. “Ik zag dat ik inderdaad overstak, drie keer bijna werd aangereden en uiteindelijk op de grond lag. Vervolgens ben ik letterlijk losgekomen van de grond. Uiteindelijk zag ik mezelf weer overeind komen en opstaan. Het was heel bizar om te zien. Ik zat al in een slechte film, maar op dat moment helemáál. Het was erg emotioneel om mezelf zo op straat te zien liggen.”

Aangeboren hartafwijking

Eenmaal in Nederland kreeg Wilbert in het OLVG in Amsterdam allerlei onderzoeken. “Er werd bekeken of het daadwerkelijk met mijn hoofd te maken had. Even werd er zelfs gedacht aan een vorm van epilepsie. Gelukkig was dat het niet, want anders had ik nooit meer mogen vliegen.” Vele onderzoeken later bleek hij een aangeboren hartafwijking te hebben. “Ik kon dat maar niet begrijpen, want ik heb nooit ergens last van gehad. Negen jaar terug heb ik zelfs een schipbreuk meegemaakt en veertig uur in zee gezwommen voordat ik werd gered. Hoe bizar is het dat het op dat moment dan niet tot uiting is gekomen? Toch werd me verteld dat deze afwijking vaak niet eens wordt ontdekt en je, op het moment dat het tot uiting komt, vaak al te laat bent. Ik heb dus heel veel geluk gehad.”

Dezelfde klachten

Volgens zijn arts ontkwam Wilbert niet aan een openhartoperatie. “Als ik me niet zou laten opereren, kwam ik te overlijden en zou het bijna gegarandeerd een plotselinge dood zijn. Het risico was te groot en ik kon hier volgens hem niet mee leven.” Toch kon Wilbert het nog niet accepteren. Hij wilde geen patiënt zijn. “De operatie stond al gepland, maar ik wilde daarvoor nog eigenwijs met mijn vrouw op vakantie. Daaraan voorafgaand ging ik met haar een kerstboom halen. Ik tilde ‘m op en wilde ‘m naar huis brengen, toen ik plotseling precies dezelfde klachten in mijn buik kreeg als in China. Ik schrok me rot. Meteen belde ik het ziekenhuis en zei dat we de operatie naar voren moesten halen. Achteraf gezien was op vakantie gaan een heel stom idee, maar ik voelde me op dat moment nog geen patiënt. Ik negeerde het. Pas na dat incident met de kerstboom zag ik de urgentie.”

De operatie

Halverwege december werd Wilbert geopereerd. Een spannende operatie, vond hij. “Ik was van tevoren echt wel zenuwachtig. Toen ik mijn handtekening zette onder de disclaimer dat ik kon komen te overlijden, voelde het voor mij als een soort doodvonnis. Op dat moment besefte ik pas echt dat het een risicovolle operatie was en ik het misschien niet zou overleven.” Gelukkig was de operatie succesvol. Zijn hartafwijking is verholpen middels ‘unroofing’ van zijn rechter kransslagader. “Er wordt dan letterlijk een dakje af gehaald. Mijn rechter kransslagader had namelijk een knikje. Als je bij dat knikje een stukje weghaalt, kan het bloed weer goed stromen. In China zat er waarschijnlijk een bloedpropje in dat knikje. Door mijn afwijking was die ader bij mij nauwer en was ik dus vatbaarder voor een verstopping. Wonder boven wonder is dat bloedpropje in mijn geval waarschijnlijk uit zichzelf doorgeschoten toen ik op straat lag.”

Spoedig herstel

Wilbert kreeg zware medicatie en mocht de eerste periode niet méér tillen dan een pak melk. Vanaf januari 2020 mocht hij gaan revalideren. “Op dat moment besef je: ik ben echt een patiënt. Daarnaast moest ik wennen, want voor mijn gevoel klopte mijn hart anders. Daar moest ik mee leren leven. Dat is natuurlijk ook revalidatie: leren leven met het feit dat je patiënt bent. Gelukkig ging mijn herstel voorspoedig. Mijn medicatie kon ik, op een bloedverdunner na, redelijk snel afbouwen, en in mei was ik weer fit.” Sinds zijn operatie heeft Wilbert geen hartafwijking meer. Ook is het vertrouwen in zijn hart inmiddels weer negenennegentig procent. “Tel je zegeningen, zeg ik altijd. Ik ben door het oog van de naald gekropen, maar heb het overleefd. Inmiddels ben ik weer fulltime aan het werk. Ik ben honderd procent goedgekeurd en gezond, dus ik mag absoluut niet klagen. Ik ben heel blij met deze goede afloop.”

Waarom dit interview met Wilbert?

We hebben allemaal onze verhalen met betrekking tot wat we hebben meegemaakt. Zo ook Wilbert. Daarbij is het niet lang altijd makkelijk om te accepteren dat je patiënt bent. Door te delen hoe hij alles heeft beleefd, kan dit ook steun bieden aan andere hartpatiënten.

Tekst: Laura van Horik
Fotografie: Yasmijn Tan

Dit artikel verscheen eerder in het Hartbrug Magazine.

Als mijn hart rustig is, volgt mijn hoofd vanzelf

Jarenlang ging Nolie Groothoff (37) ziekenhuis in, ziekenhuis uit. Lange tijd bleef onduidelijk wat er precies met haar hart aan de hand was. Bij Nolie veroorzaakte dit veel angst. Die angst kroop steeds verder onder haar huid. Over hoe ze deze jaren beleefde en wat de impact ervan op haar leven was, schreef ze openhartig in haar eigen boek: Nooit meer de oude.                             

Twee jaar terug interviewde Hartpatiënten Nederland Nolie over haar persoonlijke verhaal. Ze had op dat moment veel last van hartritmestoornissen. Hoewel het lang duurde, gaat het sinds haar laatste ablatie in 2022 inmiddels beter met Nolie. “Ik ben van een groot deel van mijn klachten af”, vertelt ze. “Het is voor mij nu een stuk leefbaarder, omdat ik weer meer dingen kan doen. Ik heb nog steeds last van overslagen, maar de gevaarlijkere ritmestoornissen die ik had, zijn sinds mijn ablatie verdwenen. Wel zit ik nog altijd laag in mijn energie. Ik ben helaas dan ook nog niet aan het werk en zit in de Ziektewet. Toch hoop ik, als er een uitspraak komt van het UWV, dat ik misschien tóch deels kan werken. Het liefst zou ik een studie volgen en in het ziekenhuis op de poli cardiologie gaan werken. Dan kan ik, mede vanuit mijn eigen ervaring als patiënt, ook anderen helpen.”

Stoornissen

Nolie wilde, ondanks dat ze niet mag werken, graag bezig blijven. Zo kwam ze dan ook op het idee om haar verhaal op te schrijven en alles te bundelen in een boek. “Ik schreef een inleiding en kon niet meer stoppen met schrijven. Eén van de redenen om een boek te schrijven, was voor mij dat ik iets tastbaars kon achterlaten voor mijn omgeving. Dat klinkt deprimerend, maar ik heb op veel momenten gedacht dat ik het niet zou halen.” Nolie werd in 2008 gediagnosticeerd met hartritmestoornissen, na de bevalling van haar dochter. Daar kwamen ook angststoornissen uit voort. “Ik neem mensen in mijn boek mee in wat er door me heen ging, wat dit alles mentaal met me deed. Hoe het mijn dagelijks leven beïnvloedde en welke beperkingen het veroorzaakte. Dat werden er namelijk steeds meer. Ik heb ook veel medicijnen uitgeprobeerd en ablatie na ablatie gehad. Als je een diagnose krijgt, kom je echt in een ziekenhuiscircus terecht.”

Op de rem

Nolie ging door een hele moeilijke periode, leefde van afspraak naar afspraak. “Ik wilde, bijna op het ziekelijke af, continu in de buurt zijn van een ziekenhuis. Daar kwam bij dat ik van kinds af aan best wel een angstig persoon ben. Dat leg ik ook uit in mijn boek. Het heeft er bij mij altijd in gezeten. Als je dan éénentwintig bent, moeder wordt en van je huisarts te horen krijgt dat hij een ruisje bij je hart hoort, stort je wereld in. Ik ging van een levenslustig naar een levensbang persoon.”

Constant werd er voor haar gevoel op de rem getrapt door haar lichaam. “Ik zette tien stappen vooruit, waarna er iets gebeurde en ik meteen weer twintig nul achter stond. Het voelde alsof ik een steentje in mijn schoen had en daarmee de marathon moest rennen. Ik moest de finish halen, terwijl ik ondertussen steeds maar met dat steentje bezig was. Dat is heel frustrerend. Ik denk dat veel mensen met een onzichtbare ziekte dit herkennen. Die frustratie beschrijf ik ook in mijn boek, net als het stukje acceptatie. Daarom heet mijn boek Nooit meer de oude, omdat ik moet accepteren dat ik dat niet meer ga worden. Ook angst is iets dat onder mijn huid zit en niet meer weggaat, al kan ik nu veel beter relativeren en ga ik niet meteen van het ergste uit. Als mijn hart rustig is, volgt mijn hoofd vanzelf. Voor mij is dat altijd zo geweest. Daarnaast vond ik het belangrijk om niet alleen mijn verhaal, maar ook verhalen van andere vrouwen met hartklachten in het boek aan bod te laten komen.”

Niet alleen

Nolie durft inmiddels weer te dromen. Ze durfde lange tijd niet te denken aan morgen, uit angst dat ze morgen niet zou halen. Nu durft ze vooruit te kijken. Ze hoopt dat haar verhaal iets voor andere hartpatiënten kan betekenen, en misschien zelfs ook voor specialisten. “Er gaat zoveel door je heen als je in een ziekenhuis ligt. Of je nu op de verpleegafdeling of operatietafel ligt, je voelt je gewoon patiënt. Ik heb me ook heel lang alleen maar die patiënt gevoeld. Niet meer Nolie, een vrouw, een moeder. Continu was ik met mijn hart bezig, waardoor je vergeet te leven. Ik wil dat mensen weten dat ze niet alleen zijn, want ik weet hoe alleen je je kunt voelen. Toch zijn er nog zoveel anderen die hetzelfde ervaren. Hopelijk kan ik hartgenootjes door het delen van mijn verhaal een hart onder de riem steken.”

Nolie´s boek is te koop bij diverse boekhandels en tevens te bestellen via Bol.com. De opbrengst van de verkoop van haar boek doneert Nolie aan het Maastricht UMC+, voor wetenschappelijk onderzoek.

Tekst: Laura van Horik
Beeld: Nolie en haar paard Calisto

Dit artikel verscheen eerder in het Hartbrug Magazine.

De nieuwste editie van Hartbrug Magazine is uit!

Inmiddels ligt de nieuwe uitgave van het Hartbrug Magazine op de deurmat bij onze donateurs. Hartbrug Magazine is hét magazine voor hartpatiënten en hun naasten. Hierin leest u patiëntverhalen, actuele informatie, interessante interviews en columns. Ook kunt u naar hartenlust reis- en kookinspiratie opdoen. En er is uitgebreid aandacht voor gezonde leefstijl.

U leest in de nieuwe uitgave onder meer een interview met Maarten van Rossem, bekend als jurylid bij de Slimste Mens en Amerikakenner. In 2005 werd Maarten aan zijn hart geopereerd. “Na een lezing voelde ik me eigenaardig, zwak en zweterig. De volgende dag zou ik naar Berlijn moeten voor een andere lezing, maar mijn vrouw hield me tegen. Ze zei: ‘ga eerst naar de dokter.’ Ik bleek enorme hartruis te hebben en moest met spoed worden geopereerd.”

Verder ontdekt u waarom vrouwencardiologie ook een mannenzaak is en leest u welk effect koffie op uw hart heeft. Deze editie biedt uitgebreide aandacht aan gezonde levensstijl en bevat diepgaande interviews met zowel patiënten als specialisten. Reiziger Jan Schut vertelt dat hij door HartbrugReizen weer zonder zorgen op vakantie gaat, en natuurlijk staan onze actuele reizen ook vermeld in het magazine. Mis deze kans niet om uw hart te voeden met kennis en inspiratie!

Donateurs ontvangen Hartbrug Magazine elke 2 maanden. Geen donateur maar wel nieuwsgierig naar het magazine? Cadeautje: vraag hier gratis ons digitale Hartbrug Magazine aan.

Ontvangt u het magazine liever per post? Dat kost slechts (eenmalig) 5 euro, inclusief portokosten. Meer weten? Mail uw adresgegevens dan naar info@hartpatienten.nl

Het Digitale Hart & Leefstijl Café komt eraan!

Hartpatiënten Nederland begint samen met cardioloog Remko Kuipers een zogenoemd Digitaal Hart & Leefstijl Café, dat maandelijks via internet wordt “uitgezonden”. Voor het eerst op donderdag 25 januari. Doe je mee? Meld je dan snel aan, er zijn een beperkt aantal plekken beschikbaar dus wacht niet te lang!

In dit laagdrempelige digitale “café” kunnen allerlei onderwerpen aan de orde komen die op de een of andere manier met leefstijl en het hart te maken hebben. Vandaar ook de naam Hart & Leefstijl Café, maar dan wel digitaal!

Geen kroeg

Zo’n hartcafé is niet een echte kroeg waar we samen aan de bar gaan hangen om er achter een glaasje pils met schuimende kraag gezellig te keuvelen. Het is zoals gezegd een digitaal café, waaraan iedereen via streaming mee kan doen. Elke maand wordt een bepaald onderwerp behandeld.

Onderwerpen

Een onderwerp waar we het zeker over gaan hebben is vrouwen en het hart. Vrouwen en mannen verschillen immers waar het gaat om het ervaren van hartproblemen. Vaak worden hartinfarcten bij vrouwen over het hoofd gezien. Daar moet verandering in komen, dus we gaan het er over hebben!

Een ander onderwerp dat de revue zal passeren is seks en intimiteit. Veel mensen worstelen met de vraag hoe het nu moet met hun behoefte aan seks en intimiteit, bijvoorbeeld na een hartinfarct of andere ziekten aan hart- en bloedvaten. Het lijkt allemaal niet meer zo vanzelfsprekend, en de angst dat er “iets” gebeurt kan het plezier aan seks en intimiteit behoorlijk vergallen.

Ook onderwerpen zoals boezemfibrilleren en andere aandoeningen komen aan bod. Maar uiteraard speelt leefstijl ook een belangrijke rol in ons digitale café!

Stuur ons je vragen!

Op donderdag 25 januari 2024 streamen we ons Digitale Hart & Leefstijl Café voor het eerst, om 20.00 uur. Vooruitlopend daarop vragen we om alvast vragen te mailen, die je graag bespreekbaar maakt. In deze eerste “uitzending” gaan we het sowieso hebben over wat we van plan zijn en hoe je in de toekomst vaker kunt meedoen. Het is immers de bedoeling dat het een plek wordt waar we niet alleen vragen beantwoorden, maar ook met elkaar in gesprek gaan. Elkaar tips geven, elkaar een hart onder de riem steken.

Aanmelden? Klik hier. 

Heb je een vraag (of meer)? Mail die dan naar ons via info@hartpatienten.nl

Tot 25 januari om 20.00 uur!