Hoge bloeddruk? Pas uw leefstijl aan

Hoge bloeddruk? Pas uw leefstijl aan

 

Bloeddrukverlagende medicijnen zijn effectief, maar kennen vaak wel bijwerkingen. Patiënten met een hoog risico op hart- en vaatziekten ontkomen er meestal niet aan, maar er zijn ook andere – soms effectievere – manieren om aan uw gezondheid te werken.

 

Vooropgesteld: een hoge bloeddruk is geen ziekte. U voelt zich waarschijnlijk ook niet ziek. Maar het is wel verraderlijk, want het verhoogt het risico op hart- en vaatziekten. Een ideale bloeddruk heeft een waarde van 120 (bovendruk) /80 (onderdruk). Is de bovendruk hoger dan 140 dan spreken we doorgaans van een hoge bloeddruk.

 

Een arts kan dan medicijnen voorschrijven, zoals plaspillen, ACE-remmers, Calciumblokkers of Bètablokkers. Deze geven regelmatig vervelende bijwerkingen, zoals droge hoest, duizeligheid, koude handen en voeten en seksuele problemen. Mede daarom moeten artsen patiënten met een verhoogde bloeddruk in de eerste plaats leefstijladviezen geven. Dat staat in de richtlijn Cardiovasculair Risicomanagement, die artsen moeten volgen (zie kader).

 

Bloeddrukverlagers zouden ze in principe alleen aan patiënten met een hoog risico op hart- en vaatziekten moeten voorschrijven. Een hoge bloeddruk is daarvoor niet alleen bepalend. Andere belangrijke risicofactoren zijn roken, hart- en vaatziekten in de familie, een verhoogd cholesterol, overgewicht, te weinig lichaamsbeweging, een ongezond voedingspatroon, te hoge alcoholconsumptie en teveel stress. Ook als u lijdt aan diabetes type 2  of reumatoïde artritis, of als u eerder een hart- of vaatziekte heeft gehad, loopt u een hoger risico.

 

Nooit zomaar stoppen

Wie bloeddrukverlagers slikt, moet daar nóóit zonder overleg met de arts mee stoppen. Dat houdt grote risico’s in.  Maar het is wel zinvol met uw arts eens naar uw totale risicoplaatje te kijken. Zeker als dit eerder nooit goed in kaart is gebracht. Een aantal simpele ‘ingrepen’ in uw leefstijl, zoals stoppen met roken, gezonder eten, een paar kilo afvallen en wat meer bewegen, zijn vaak al heel effectief om uw bloeddruk te verlagen.

 

De effecten van een andere leefstijl treden al snel op. Dit ondervond Frans Kok, hoogleraar voeding en gezondheid aan Wageningen Universiteit. Voor het boek Gezond eten, gewoon doen, dat hij samen met wetenschapsjournalist Broer Scholtens schreef, deed hij een opvallend experiment. Een maand lang at hij ‘verkeerd’, met onder meer witbrood en volvette kaas, ongezonde margarine, veel tussendoortjes en vet vlees en weinig groente.  Ook bewoog hij te weinig. Daarna leefde hij een maand lang strikt de officiële voedingsrichtlijnen na en bewoog hij ook meer.

 

Frans Kok: ‘In de ongezonde maand steeg de bloeddruk, terwijl mijn fitheid afnam. Ik kwam meer dan twee kilo aan. Met name in de buikstreek, wat zeer ongezond is.’ Ook de concentratie cholesterol – een andere belangrijke risicofactor op hart- en bloedvaten – steeg. In de gezonde maand daalden de bloeddruk en cholesterolwaarden en kwam zijn gewicht weer in de buurt van het oude niveau. Het experiment is wetenschappelijk opgezet, maar er kunnen volgens Kok geen wetenschappelijke conclusies aan worden verbonden. ‘Meetresultaten van één persoon kunnen immers op toeval berusten.’ Maar veelzeggend is het wel.

 

Geleidelijk

Frans Kok adviseert om vooral geleidelijk af te vallen en niet met een crashdieet, zoals dat van dr. Frank of Sonja Bakker. ‘Een paar kilo doet vaak al veel voor uw gezondheid. Kunt u dat niet zelf, schakel dan de hulp van een diëtist in.’  Het basispakket van de zorgverzekering vergoedt maximaal drie uur dieetadvies. Of u recht heeft op meer vergoeding hangt af van uw eventuele aanvullende verzekering. In 2013 heeft het kabinet ook stoppen-met-rokenprogramma’s weer in het basispakket teruggebracht. U hoeft het dus niet helemaal alleen te doen.

 

De belangrijkste leefstijlmaatregelen:

  • Stop met roken. Dit is bij rokende hoge bloeddrukpatiënten veruit de belangrijkste maatregel.
  • Voldoende bewegen: minstens vijf dagen per week, een halfuur per dag.
  • Gezond eten. Beperk het gebruik van roomboter, harde margarines, vet vlees en vette melk-producten en tussendoortjes. Eet twee porties vis per week, waarvan één keer vette.
  • Eet niet meer dan zes gram zout per dag. Voeg zelf geen zout toe aan voeding en gebruik zo
    min mogelijk kant-en-klare en/of bewerkte voedingsmiddelen die veel zout bevatten.
  • Beperk het gebruik van alcohol.
  • Zorg voor een optimaal gewicht.
  • Voorkom en beperk stress, onder meer door voldoende te ontspannen.


Bron: Richtlijn Cardiovasculair Risicomanagement

door: Heidi Klijsen

Angst om huis te verlaten na infarct vereenzaamt patiënten

 

‘Bijna voor altijd kluizenaar’

 

ROERMOND – ‘Wetend dat je het weer aankunt, aandurft… Het bleek een geweldige zelfoverwinning na een lange periode van twijfel, waarin ik mijzelf eigenlijk al had afgeschreven voor dergelijke activiteiten.’

 

Peter in ’t Veld* uit Utrecht – ‘47 jaar, werkzaam in de ICT, getrouwd met Annemie*, geen kinderen’ – is weer op reis geweest. Eindelijk, dat is een felicitatie waard. ‘Naar Beieren, niet al te ver weg’, zegt Peter bescheiden. Dat was goed voor hem en heerlijk voor haar. Daardoor is Peters gevoel van eigenwaarde weer gegroeid en Annemie’s verlies van vrijheid een beetje teruggedrongen. ‘Dit biedt perspectief’, glimlacht zij wijs.

 

Belangrijk was dat korte uitstapje van vijf dagen, omdat na forse hartklachten Peters zelfvertrouwen hem behoorlijk in de steek had gelaten. Ofwel, wát een korte vakantietrip met HartbrugReizen, de reistak van patiëntenbelangenorganisatie Hartpatiënten Nederland, al niet teweeg kan brengen in een opkrabbelend mensenleven.

 

‘Na mijn hartinfarct van 2009’, zegt Peter, ‘zag ik mezelf nooit meer op reis gaan. Ik was bang geworden dat die ongelooflijke dreun, die álles zwart maakte, me opnieuw kon overkomen en dat ik dan te ver van medische hulp verwijderd zou zijn.’

 

Een kluizenaar… dat was het beeld dat hij over zichzelf leek af te roepen. ‘Thuis was ik altijd op mijn werkkamer. Ik was wel weer aan het werk, maar voortdurend binnen. Alleen voor een bezoek aan de huisartsenpost of de specialist in het ziekenhuis verliet ik het huis nog. Zeker, het was angst, pure bangheid dat me iets zou overkomen.’

 

Peter in ’t Veld was aan het vereenzamen, hij beseft dat nu eens te meer. Naar vrienden ging hij niet langer, als zij bij hem thuis kwamen – prima! Maar als ze hem vroegen op hún verjaardag te komen, of zomaar voor een etentje, dan vond hij altijd wel een excuus om er onderuit te komen.

 

‘Het begrip voor mijn toestand verkruimelde beetje bij beetje’, vertelt Peter. ‘Tótdat een zeer goede vriend van mij me bij mijn lurven greep. Ik kreeg ongenadig op mijn sodemieter. ’Bén jij nou helemaal…!’, riep hij en ik schrok me te barsten. ’Wat ben je nou eigenlijk aan het doen met je leven?!’ zei hij. ’Je bent nog een jonge vent die iets aan zijn hart heeft gehad. Hartstikke rot, zeker. Maar… Mán, nu ben je pas echt je leven aan het verzieken, door binnen te blijven en je van alles en iedereen te vervreemden. Dat moet stoppen!’ En zijn stemverheffing was niet mals.’

 

De boezemvriend had het beste met hem voor, zo bleek. Luuk* probeerde Peter’s isolement te doorbreken. En dat was, zoals gezegd, hard nodig. Want nog even en hij zou de aansluiting met het leven buiten voorgoed verliezen. Hij zou zo bang en onaangepast raken, dat hij niet langer de confrontatie met de wereld buiten zijn huis zou aandurven. Vriend Luuk had dat haarscherp gezien en in Peters gedragingen die van zijn eigen vader herkend.

 

‘Ik heb je dat nooit verteld, Peter, maar ook mijn vader was hartpatiënt, en ook hij neigde naar eenzame opsluiting door zijn hartziekte. Ik wil niet dat jou dit overkomt…’

Luuk, bekend met het initiatief HartbrugReizen van onze organisatie, zette Peter achter de computer en tikte in: www.hartpatienten.nl/reisverhalen.

Gekscherend: ‘Kijk, jonge vriend met je hartproblemen, hier… dit zijn allemaal hartcollega’s van je, lotgenoten… allemaal mensen zoals jij met hartproblemen. En wat doen ze? Ze gaan de deur uit, ze gaan op reis. Dat zou jij ook eens moeten doen. En wel een beetje vlug graag.’

 

Peter in ’t Veld lacht: ‘Nu weet ik waar een mens vrienden voor heeft. Luuk had me flink te pakken. Natuurlijk had Annemie mij dit ook allemaal al gezegd, maar ja… Ik heb alle reisverhalen van Hartpatiënten Nederland gelezen. En ik moet zeggen: het gaf me vertrouwen te zien hoe mensen, zoals ik, met problemen zoals ik, de stap gezet hebben om eropuit te gaan. Onder medische begeleiding. Ik ben weliswaar niet zo’n groepsmens, maar die trip naar Beieren was hartstikke leuk. Niet onmiddellijk was ik óm, vond het doodeng eerst, had vooraf goed gekeken waar de ziekenhuizen op onze route lagen. Maar van de busbegeleiders hoorde ik later dat in alles was voorzien. Geloof me, ik vond het jammer dat de trip erop zat en ik weer naar huis moest…’

*De namen van Peter, Annemie en Luuk zijn op hun verzoek gefingeerd.

Fitte mensen hebben minder kans op overlijden

 

Achtduizend zitdoden per jaar. Dat schrikbarende aantal moet omlaag, vindt hoogleraar fysiologie Maria Hopman. En dat kan maar op één manier: meer bewegen.

In Nederland overlijden jaarlijks ruim achtduizend mensen aan de gevolgen van inactiviteit, ofwel: aan te weinig bewegen. ‘Zitdoden’, noemt Maria Hopman, hoogleraar Integratieve Fysiologie aan het Universitair Medisch Centrum St Radboud, deze onfortuinlijke mensen. De afgelopen twintig jaar deed Hopman onderzoek naar de relatie tussen inactiviteit en chronische ziekten, met in het bijzonder hart- en vaatziekten. Tijdens de Nacht van de Gezondheid op 7 juni jl, georganiseerd door gezondheidsblad GezondNu, deelde ze haar bevindingen.

 

Om te beginnen: voldoende bewegen verkleint de kans op hart- en vaatziekten. ‘Het aantal patiënten met hart- en vaatziekten daalt niet, ondanks betere medicatie en meer kennis en voorlichting. Een belangrijke oorzaak daarvan is dat wij massaal te weinig bewegen. Meer dan dertig chronische ziektes zijn te relateren aan een te grote inactiviteit.’

Een belangrijk gevolg van te weinig bewegen is dat mensen te dik worden. ‘Vooral een dikke buik vormt een groot risico. Er is een direct verband tussen de buikomvang en chronische ziektes. Dat komt doordat vetcellen heel actief zijn en allerlei stofjes produceren. Zoals cytokines – stofjes die ons immuunsysteem reguleren – en hormonen. Deze stofjes spelen ook een rol bij het ontstaan van suikerziekte .

 

Toch is overgewicht niet het meest bepalend: onvoldoende fitheid vormt een nog groter risico voor hart en vaten. ‘In Amerikaans onderzoek, de Cooper Clinic, is een groep mensen jarenlang gevolgd. Daaruit blijkt dat niet fitte, slanke mensen meer ziek zijn en eerder sterven dan fitte mensen met overgewicht.’

 

Bewegen, bewegen, bewegen, is het adagium. Volwassenen een half uur per dag, kinderen een uur. ‘Meer dan de helft van de Nederlanders haalt dat niet. Als je alle voordelen van lichaamsbeweging in een pilletje zou stoppen, was dit waarschijnlijk het beste medicijn ter wereld.’  Volgens Hopman hoef je echt niet in een strak pakje naar een fitnessclub. ‘Juist de activiteiten in het dagelijkse leven zijn belangrijk. Neem bijvoorbeeld de trap in plaats van een lift. Traplopen is heel goed voor je gezondheid, want het prikkelt het hart en de longen en is goed voor de spierkracht. Reis je met een bus, stap dan een halte eerder uit. En plan op het werk afspraken met collega’s bij hen in, in plaats van in het eigen kantoor.’

 

Pfff, wèg met de stress… Nu DE LENTE lonkt!

 

ROERMOND – Eurocrisis, noodfonds, reddingspakket, recessie, omvallende banken, toenemende werkloosheid…

Begrippen als deze staan inmiddels bij velen model voor een soort maatschappelijke moedeloosheid. Het is zoiets als krampachtig op je tenen achteruit lopen. Een situatie, die we in onze hoogconjunctuur van de afgelopen decennia niet echt gewend meer waren.

 

Het week in week uit, soms dagelijks, via de nieuwskanalen worden geconfronteerd met sombere berichten van de euromarkt, blijkt veel stress te veroorzaken bij mensen. Dat signaleren psychologen inmiddels in hun dagelijkse praktijk.

 

Heb ik straks nog wel werk? Of word ik vervroegd de laan uitgestuurd? Hoe is
mijn financiële situatie? Wat blijft er over van mijn pensioen…? Hoe en waarop moet ik besparen? Kan ik in mijn koophuis blijven wonen? Of, hoe betaal ik de huur?

 

Wèg is de relatieve ontspanning. Verdreven door de spanning. Negatieve stress dus. Vooral als die lang aanhoudt blijkt het een opmaat naar allerlei gezondheidsellende, zoals bijvoorbeeld overspannenheid, burn-out, bloeddrukproblemen en hartklachten.

Maar gelukkig – even een rustmomentje in dit verhaal – er is een niet te beïnvloeden lichtpuntje: de Lente komt eraan! Het Voorjaar lonkt.

Beter weer, een vrolijker zicht op de omgeving, meer mogelijkheden om naar buiten te gaan. Krokussen en narcissen in de verschraalde bloemperken, ontluikende bloesem aan de bomen, de eerste jonge dieren dartelen in de wei. Het klinkt wel erg clichématig, maar velen zien inmiddels verlangend uit naar dergelijke, bijna banale zekerheden. Wij hebben zo’n periode met enig perspectief nodig. Het begin van ontkiemend leven revitaliseert ons en versterkt ons immuunsysteem.

 

Het is welhaast hunkeren naar enig optimisme. ‘Met korte perioden van stress kunnen we nog wel omgaan, maar langdurige stress, zoals aanhoudende economische malheur, kan ernstige gezondheidsproblemen met zich meebrengen, bevestigt de vooraanstaande Britse gezondheidspsycholoog professor Gary Cooper.

 

Ongezonde stress wordt de laatste jaren steeds vaker waargenomen bij werknemers. ‘Logisch!’, vindt Cooper. ‘Aangezien we in een economische recessie zitten, hebben werknemers minder werkzekerheid’, stelt hij. ‘Stress is voor de 21ste eeuw het equivalent van de Zwarte Dood’, zoals de pestplaag die zo’n 700 jaar geleden door Europa raasde en miljoenen trof, werd genoemd.

 

De afgelopen jaren blijkt in Groot-Brittannië het gebruik van antidepressiva met maar liefst 28 procent toegenomen, meldt de Nederlandse GGZ op zijn site ggznieuws.nl . Volgens de Britse depressievereniging is de toename te wijten aan de economische problemen van de voorbije tijd.

 

Voor daar en hier geldt: dat aangekondigde lentezonnetje hebben velen dan ook nodig. De dip van de wintermaanden lijkt te verdwijnen, zodra de eerste zonnestralen door het wolkendek breken. De werkelijke problemen zijn natuurlijk niet weg. Toch maakt het voorjaarszonnetje een mens zichtbaar positiever, het is goed voor het geheugen, stimuleert de creativiteit en ontlast de druk op het hart, blijkt uit Amerikaans onderzoek.

 

Een Nederlands onderzoek toont aan dat 64 procent van de mensen zich zorgelozer voelt wanneer het weer na de winter verbetert. Er valt ons bijna letterlijk een last van het hart. Bijna zeven van de tien Nederlanders genieten van de eerste zonnestralen het liefst in eigen tuin of op een terras. De lente begint volgens 63 procent pas echt wanneer de dagen lengen.

 

De Amerikaanse psycholoog professor Matthew Keller van de Universiteit van Colorado stelt dat een mens het beste dagelijks ten minste een half uur buiten kan doorbrengen om zijn humeur na de winterstop weer op te kalefateren. De wetenschapper zegt dat het humeur negatief wordt beïnvloed wanneer iemand te veel uren binnenshuis doorbrengt terwijl het buiten mooi weer is.

 

Perspectief wordt dus gevonden in het naar buiten gaan, de stad in, de natuur in. Wandelend – heel goed voor de algehele conditie – of fietsend.

 

Fietsen blijkt volgens onderzoekers gezonder dan gedacht. Het werkt ter voorkoming van ziekten als diabetes en hart- en vaataandoeningen, en het remt de ontwikkeling van reeds begonnen ziekteprocessen. Nu het voorjaar gloort is er dus alle reden om te gaan fietsen. Aldus dokter Annabelle Slingerland van het Leids Universitair Medisch Centrum in het AD.

 

Regelmatig fietsen verbetert de samenstelling van het bloed en de stroming ervan, stelt Annabelle, naar eigen zeggen een fietsfanaat. ‘Het  is ook goed voor de flexibiliteit van de bloedvaten en de toestand van de vaatwanden. Door beweging worden afvalstoffen beter afgevoerd en neemt de kans op dichtslibbende vaten af. Een half uur fietsen per dag is voldoende, maar als de vaatwanden al zijn aangetast, is het beter elke dag een uur te fietsen.’

 

[ Voorjaarszonnetje ontlast de druk op het hart ]

 

De keerzijde van  KERSTMIS

 

ROERMOND – Dít zijn de dagen om extra op uw gezondheid te passen. Kerstmis, Oud en Nieuw… ze naderen in onze beleving weer veel sneller dan de meesten van ons kunnen bijhouden. Dat betekent dus: hals over kop plannen, haasten, stressen om álles op tijd klaar te krijgen voor de feestelijkheden in uw familie- of vriendenkring.

 

Feestdagen, het blijft keer op keer een heel georganiseer!

En toch zijn dit de dagen waarnaar velen soms al maanden reikhalzend uitzien. Vanwege het vooruitzicht van sfeer en gezelligheid, het samen zijn met geliefden en vrienden, de rijkelijk gevulde tafel, en sluimerende sentimenten bij wijn en kaarslicht die je doen mijmeren.

 

Anderen vrezen juist het Kerstfeest, vanwege de herinnering aan dierbaren en het verdriet door het verlies van geliefden. Maar de alom gevoelde keerzijde van Kerstmis heet: de voorbereiding. Volgens wetenschappers van de Universiteit van Oost Londen brengen personen hun gezondheid in gevaar door ‘onder tijdsdruk in overvolle binnensteden mensenmassa’s te trotseren teneinde hun kerstinkopen te doen.’

 

Het in een lange rij staan voor de kassa, de ene na de andere winkel of warenhuis afstruinen op zoek naar juist dat ene cadeau van het wensenlijstje, het nog net voor sluitingstijd binnen rennen van de giftshop… Bij veel mensen lopen bloeddruk en hartslag op dat soort momenten meer op dan wenselijk is.

 

De onderzoekers, onder aanvoering van psycholoog dr. John Turner, lieten enige tientallen vrouwen en mannen gedurende vijf kwartier (kerst)boodschappen doen op het hoogtepunt van de dag in de drukste winkelcentra in het oostelijk deel van de Britse hoofdstad. Wat aanvankelijk een ontspannen activiteit leek, ontaardde in een tot hartkloppingen leidende heksenketel.

 

Turner: ‘Wat onze studie aantoont is, dat een ogenschijnlijk onschuldige activiteit als inkopen doen voor Kerstmis een zo schadelijk effect kan hebben op iemands fysiologisch en psychologisch welzijn. Zeker voor mensen bij wie al sprake is van hoge bloeddruk of die meer dan gemiddeld gevoelig zijn voor stress, kan het doen van kerstinkopen een riskante of zelfs gevaarlijke bezigheid zijn.’

 

Mannen bleken in het Britse onderzoek dubbel zo gestresst te zijn als voor zij met winkelen begonnen. Vrouwen kregen tijdens het shoppen de overbelasting driedubbel om de oren. De onderzoekers signaleerden bij beide groepen een sterk oplopende bloeddruk (in ruim de helft van de gevallen) en een hartslag die met gemiddeld tien procent toenam. Bij enkelen liep de spanning zó hoog op dat er voor hen een reëel gevaar bestond voor het ontstaan van hartklachten, een beroerte dan wel nierproblemen. Tevens waren er bij sommige deelnemers symptomen van hyperventilatie, al na een half uurtje winkelen. Als ook: opkomende hoofdpijn en migraine bij maar liefst 47 procent van de deelnemers.

 

Advies: ontloop drukke winkelstraten en vooral koopavonden die vlak vóór de feestdagen staan gepland.

 

Rob Barnes, hoogste baas van de supermarkt Shopping en medefinancier van de studie, zei: ‘Zeven van de tien mensen in de grote(re) steden ervaren het doen van inkopen voor de feestdagen als druk tot zeer stressvol. De meesten vinden desondanks dat het gedaan moet worden. Wat je wèl ziet is dat mensen die niet goed tegen die druk bestand zijn de stress mijden door  te shoppen via internet. Dat is niet alleen rustgevender, maar er zijn daar ook steeds meer winkelsites met kerstcadeaus te vinden. Het internet kan ook in dit opzicht een oplossing bieden, alhoewel het minder gezellig is.’

 

Al eerder werden peilingen gedaan naar wat feestdagen betekenen voor onze stressniveaus. Onder meer door de website vrouwonline.nl. Daaruit blijkt dat gezondheidsklachten als hoofdpijn, slapeloosheid, maag- en buikpijn vaker voorkomen rondom de feestdagen. Andere klachten die werden genoemd zijn: vermoeidheid, ‘allergie’ voor opgeklopte verplichte gezelligheid, aankomen in gewicht, zenuwen, futloosheid, hoge bloeddruk, katers, hyperventilatie, wisselende stemmingen en een lege portemonnee.

‘Gelukkig heeft het gros van de invulsters (67 procent) nergens last van’, verzucht vrouwonline.nl.

 

Wat te doen tegen die feestdagenstress? ‘Genoeg rust pakken’ is dé remedie tegen kerstgejakker voor bijna de helft van de ondervraagden. Ruim een vijfde wacht rustig af tot de klachten vanzelf overgaan. En een kleine minderheid van 7 procent let op wat zij eet of neemt een toevlucht tot medicijnen.

 

Of toch… een ‘zen’momentje inlassen, in bad met een goed boek en even de emoties de vrije loop laten.

Veilige feestdagen toegewenst!

Jan Chin geeft raad

 

WEERT – Bij alles wat we doen en nalaten mogen we vooral goed letten op onze intenties. Want het doel van ons handelen bepaalt de uitkomst van ons handelen. Lijkt een open deur. Maar wie van ons leeft hier ook naar?

 

Dit is zo’n typische vraag die voormalige cardioloog Jan Chin uit Weert zou stellen. We hebben Chin enkele magazines geleden al aan u voorgesteld onder de rubriek ‘Openhartig over…’. We beschreven hoe Chin besloot de overstap te maken van cardioloog in een ziekenhuis naar behandelend acupuncturist met een eigen praktijk aan huis. In de acupunctuur kan hij mensen beter helpen, vindt de arts. Hij put daarin veel kennis en inzicht uit de Chinese geneeskunst.

 

‘Mijn insteek is dat emoties van invloed zijn op ons welbevinden’, legt Chin uit. ‘Het blokkeren van emoties leidt op den duur tot lichamelijke en psychische klachten. Emoties kunnen ziek maken, maar ook genezen. Een emotie is een gevoel dat in beweging moet zijn. De Chinezen kennen verschillende emoties, zoals angst, euforie, boosheid, zorgen maken en malen en rigiditeit. Emoties kunnen slecht zijn voor je energie. Emoties hebben een relatie tot organen. Dit is een van de uitgangspunten waarmee ik voortaan in het Hartbrug Magazine vragen rond ziekte en gezondheid wil toelichten.’

 

‘Ik wil mensen handgrepen geven wat te doen met emoties. Emoties mogen er zijn, maar moeten wel in beweging zijn. Vergelijk het met een kind, dat nu huilt, maar even later alweer vrolijk aan het spelen is. Het uiten van de emotie verdriet schept nieuwe ruimte.’

 

Chin associeert problemen met het hart met een van de emoties, zoals door Chinese geneeskunst genoemd: overdreven vreugde of euforie. ‘Die put de hartenergie uit’, weet Chin. Alles hangt met alles samen. Je kunt dingen niet los van elkaar zien, zoals in de westerse geneeskunde te vaak gebeurt. ‘Onze geest heeft een veel grotere invloed op ons lichamelijke welbevinden dan we vaak denken’, legt Chin uit. ‘Ziekmakende gedachten kunnen ons écht ziekmaken. Gedachten zijn ziek makend als ze negatief zijn, vijandig, afgunstig of angstig. Om dan maar positief te gaan denken, zoals je vaak leest, is weinig zinvol. Je moet er vanuit je hart achter staan, je moet het echt vanuit je hart menen.’ Het hart is volgens Chin erg belangrijk: ‘Kiezen doe je met je hart, het hoofd heb je nodig om die keuze te begrijpen.’

Vanaf het volgende Hartbrug Magazine: Jan Chin geeft raad!

 

[ ‘Emoties kunnen ziek maken, maar ook genezen’]

Hartgenoot Richard Tielen: ‘Met mijn levensstijl was niks mis’

 

Mensen die ten gevolge van vaatlijden hartpatiënt worden, krijgen van alle kanten ingepeperd dat hun ‘welvarende levensstijl’ verantwoordelijk is voor hun aandoening. Op den duur gaan ze het zelf geloven. Dat kan leiden tot de nodige zelfverwijten. Ik at teveel, te vet, ik werkte te hard, relatieproblemen, stress, teveel gerookt, te weinig bewogen. Vul zelf maar in. Maar al geloven we allemaal hetzelfde: daarom is het nog niet waar.

 

Hartgenoot Richard Tielen (60) stoort zich aan deze manier van denken. ‘Als hartpatiënt deed je altijd wel iets verkeerd en anders deugde je zelf niet’, schrijft Richard in zijn hartverhaal op Hartgenoten.nl. Reden te meer voor een gesprek met deze voormalige verpleegkundige.

 

Sinds de acute hartdood van zijn twee jaar oudere broer op 56-jarige leeftijd stoort  hartgenoot Richard zich aan de gangbare manier van denken. Een denkwijze, waarbij de hartpatiënt ‘het’ allemaal aan zichzelf te wijten zou hebben.

 

‘Leven volgens de ‘juiste’ leefstijl kan de illusie wekken dat hart- en vaatziekten daarmee voorkomen worden’, begint Richard zijn betoog. ‘In mijn leven bleek niets minder waar dan dat.  Er wordt enorm veel druk uitgeoefend: Zorg ervoor dat je gezond blijft. Als dat dan niet lukt dan moet je wel iets fout hebben gedaan. Anders was je niet ziek geworden.’

 

Hij wijst op een commentaar van voorzitter Jan van Overveld van de stichting Hartpatiënten Nederland in het vorige Hartbrug Magazine. Daarin schreef Van Overveld onder de kop ‘Zout’ zich te ergeren aan de telkens veranderende boodschappen over wat wel of niet goed voor hartpatiënten zou zijn. Richard herkent dat. ‘Al jaren word ik zodanig heen en weer geslingerd tussen wat goed en verkeerd is voor mijn gezondheid dat ik het echt niet meer weet.’

 

Hartgenoot Richard mag zich ondanks alles nog verheugen op een redelijk goede gezondheid. Hij is de 60 gepasseerd en kreeg al toen hij net 40 was, gezondheidsklachten. Die bracht hij in verband met vaatlijden.

 

‘Mijn vader had namelijk soortgelijke klachten. Hij was al op 57-jarige leeftijd overleden aan een acute hartdood’, herinnert Richard zich. ‘Om die reden hield ik me op jonge leeftijd al aan de richtlijnen van de toen nog jonge Hartstichting.  Dat ging tegen me werken. Onderzoekende artsen vonden niets verkeerds. Ook niet in mijn levensstijl.  Afgezien van een familiare voorgeschiedenis en een wat drukke persoonlijkheid waren er volgens de artsen geen risicofactoren’.  Toch had Richard de nodige klachten rond zijn hart.

 

‘Mijn klachten zouden tussen mijn oren zitten en niet achter mijn borstbeen. Ik kreeg last van een toenemende depressiviteit, van vermoeidheid en van een burnout. Maar ik zag dat niet als een toekomstige oorzaak van een hartinfarct. Eerder als een voorbode daarvan. Net als bij mijn vader en later bij mijn oudere broer.’

 

Richard was niet naar de dokter gegaan met hartklachten maar omdat hij bang was voor vaatlijden. Hij wilde hersen- of hartproblemen, die daaruit zouden kunnen voortvloeien, voor zijn.

 

Dat is helaas niet gelukt, concludeert hij achteraf. Richard ziet het hartinfarct dat hij in 1996 op 45 jarige leeftijd kreeg niet als een ziekte maar als een symptoom van vaatlijden; en de bypass operatie, die hij kort daarna kreeg, niet als genezing daarvan. Op dezelfde manier kijkt hij tegen de hartritmestoornissen aan die hij kreeg vijf jaar na die operatie. ‘Met medicijnen is dat goed onder controle. Maar die medicijnen genezen niets en dat geldt ook voor de pacemaker die ik recentelijk heb gekregen.’ Toch vindt Richard zich een geluksvogel. ‘De schade aan mijn hartspier is minimaal en ook al genezen bovengenoemde behandelingen de onderliggende vaatziekte niet,  ze verhogen wel steeds mijn kwaliteit van leven.’

 

Roken en reizen gaan niet samen

Richard is ook erg blij met de anti-rookwet. ‘Nu er nergens meer gerookt mag worden kan ook ik een vakantiereis boeken. Niet langer ben ik het die in touringbus, hotel en restaurant tegen de tabaksverslaving aanloopt maar de roker zelf. Een hele opluchting.’

 

Niet dat Richard zichzelf als ziek ervaart. Integendeel. Hij gruwelt van het stigmatiserende woord ‘chronische zieke’. Desondanks heeft hij een ongeneeslijk gezondheidprobleem dat niet verenigbaar is met (mee)roken.

 

Het maken van een onderscheid tussen (chronisch) zieke en gezonde mensen noemt hij een illusie waar een genees- en herstel-cultuur uit voort is gekomen die een mens voortdurend op zichzelf terugwerpt. ‘Dat zouden we wat moeten loslaten en vervangen door het besef dat we allemaal kwetsbaar zijn, en onze beperkingen en tekortkomingen hebben’, vindt Richard.
‘Iedereen heeft vroeg of laat een gezondheidsprobleem met functionele beperkingen. Al is het maar dat je wat langzamer wordt en alles niet meer zo lang kan volhouden. In plaats van dat direct als ziekte te definiëren vereist dat begrip en zouden we meer moeten inspelen op de behoeften die daaruit voortkomen’, argumenteert Richard.

 

Inspelen op behoeften is niet alleen iets dat vanuit de medische hoek moet komen, bezweert Richard met nadruk. ‘Gezondheidzorg begint niet bij de dokter, het eindigt er in de vorm van ziekenzorg.’

 

Toiletten

Als voorbeeld noemt Richard het tekort aan sociale voorzieningen zoals openbare toiletten. ‘Dat brengt gezondheidsrisico’s met zich mee en beperkt bepaalde groepen mensen in hun bewegingsvrijheid’. Vroeger waren openbare toiletten een normaal verschijnsel in het straatbeeld in talloze steden. Maar gaandeweg zijn ze door ijverige overheden weggehaald.

 

‘We hebben het steeds over de vergrijzing van de samenleving en over het toenemen van mensen met diabetes type 2 en  hartfalen. Het gaat daarbij om oudere mensen die doorgaans wat vaker naar het toilet moeten. Hier zou de overheid de nodige consequenties uit moeten trekken: zorg dat er voldoende mogelijkheden zijn om je kleine boodschap te doen. In plaats daarvan zie je een beweging de andere kant op.

 

Nieuwe treinen hebben vaak geen wc meer en voor je met een volle blaas op het station een toilet hebt gevonden heb je het al benauwd gekregen.’

 

‘Naast de anti-rookwet zou ook de aanwezigheid van voldoende openbare toiletten in het straatbeeld, die terug te vinden zijn op plattegronden en routeplanners, voor menigeen een opluchting zijn.’ In ieder geval voor hartgenoot Richard!

 

Richard Tielen staat op Hartgenoten.nl bekend als Macon.

 

Nederland, Eemnes, 16 juni 2011. Richard Tielen met en zonder zijn vrouw in en rondom zijn woning te Eemnes. Richard is ten gevolge van vaatlijden hartpatient geworden. Foto: Marcel Bakker

fotografie: Marcel Bakker