Aan de alcohol… of toch niet?

 

Een borrel, houd jij ervan? Vooral als het gezellig is en in groepsverband? Maar hoe goed gaan alcohol en

hartpatiënten samen? Young & Yearning vertelt.

 

Ooit, lang geleden, is alcohol uitgevonden. Maar door wie is een mysterie. Vast staat dat het oudste schrijfsel over alcohol, een bierbrouwersrecept, 5000 jaar geleden op een kleitafel in het vroegere Soemerië is geschreven. Tegenwoordig ontstaat alcohol, een natuurproduct, door gisting van gerst of druiven. Het gistingsproces stopt bij het maximaal behaalbare alcoholpercentage. Door afkoeling en verhitting ontstaan lagere of hogere alcoholpercentages. Maar in hoeverre reageert het hart op alcohol? Let’s find out…

 

Medisch (on)verantwoord?

Alcohol heeft twee gezichten. Althans, volgens verschillende onderzoeken. Waar de ene studie concludeert dat een kleine inname van alcohol een positief effect op de gezondheid, dan wel bepaalde hart- en vaatziekten heeft, beweren anderen dat alcohol per definitie een negatieve uitwerking op het lichaam en daarmee het hart heeft.

 

Vanwege de nevenfactoren en het risico op verslaving, is alcohol geen medicijn om hart- en vaatziekten te voorkomen. Onder andere een uitgebalanceerd voedingspatroon en bewegen zijn verstandigere opties. Of zoals professor dr. J. Casas in het ‘British Medical Journal’ zei: ‘De kans op hartziekten verminderen? Bezoek de groenteman en niet de slijter.’ Het algemene advies van de Gezondheidsraad luidt dan ook, drink jij niet? Houden zo! Drink jij wel? Drink maximaal één glas per dag.

De pros & cons

Volgens de pros verlaagt geringe alcoholconsumptie de kans op hart- en vaatziekten. Oftewel: één glas per dag. Maar hierbij moet een kanttekening worden gemaakt, want er wordt beweerd dat het positieve effect alleen geldt voor gezonde personen vanaf een bepaalde leeftijdscategorie. Een voorbeeld van de pros: alcohol zou het dichtslibben van de bloedvaten door cholesterol tegengaan, omdat het de aanmaak van HDL-cholesterol bevordert. In de volksmond heet dit het ‘goede cholesterol’.

 

Daarentegen beweren de cons dat (overmatig) alcoholgebruik het risico op hart- en vaatzieken verhoogt. Het risico op gezondheidsschade door alcohol hangt af van het drinkpatroon. Waar de pros de aanmaak van het HDL-cholesterol aanprijzen, wijzen de cons op de door alcohol negatieve, stijgende effecten van de tegenstander, het LDL-cholesterol, en vetstoffen. Nog een voorbeeld: alcohol tast de spiercellen in het hart aan met een verzwakte hartspier tot gevolg. Hierdoor verloopt het samentrekken van de hartspier moeizaam en vermindert de pompkracht: alcohol heeft een giftig effect op eiwitten die belangrijk zijn voor de pompfunctie van het hart.

 

Maar dat is niet alles. Alcohol werkt bloeddrukverhogend, maar ook adrenaline verhogend. Hierdoor worden mogelijk hartritmestoornissen uitgelokt en het kan zelfs een hartinfarct teweegbrengen. Een tekort aan voedingsstoffen en vitamines zoals vitamine B1, kan ook hartritmestoornissen uitlokken. En een voedingsstoffen- en vitaminetekort kan weer veroorzaakt worden door een verminderde voedingsbehoefte door alcohol.

Jongeren

Ben jij ‘jong’ en daarbij ook een hartpatiënt(e)? Denk twee keer na, want jongeren en alcohol zijn een verhaal op zich. Aangezien de hersenen zich tot ten minste het 25e levensjaar ontwikkelen, brengt alcoholinname voor jongeren acute gezondheidsrisico’s met zich mee zoals een verstoorde hersenontwikkeling. Door de daardoor mogelijke ontstane karakter- en gedragsverstoringen, wordt het hormoonproces beïnvloed dat verantwoordelijk is voor een versnelde groei van botten en spieren. Het groeihormoon, maar ook het mannelijk hormoon testosteron, wordt door alcohol verlaagd en remt de jongens en mannen in hun botontwikkeling.

 

Er is meer. Bij jongeren leidt alcohol tot verminderde leer-, studie- en werkprestaties en verhoogt alcohol het risico op verslavingsproblemen op latere leeftijd. Het geheugen werkt slechter en daarbij neemt naast controlevermindering – van invloed op een vergrote kans op onveilige intimiteit – ook het reactievermogen af.

 

Wist jij dat jongeren in mindere mate last hebben van het slaapopwekkende effect van alcohol? Hierdoor is de remming kleiner waardoor langer kan worden doorgedronken. Uiteindelijk neemt daardoor de kans op alcoholvergiftiging toe. Vanwege het vele drinken in korte tijd (binge drinking), raakt het zenuwstelsel verdoofd met een black-out, bewusteloosheid, of in het ergste geval, met de dood tot gevolg. Tevens zorgt een regelmatige black-out voor blijvende hersenschade. Een weekend doordrinken is allesbehalve risicoloos en een ware aanslag op je gezondheid, het lichaam heeft twee dagen nodig om te herstellen.

 

Tips

Toch een borrel op z’n tijd? Enkele tips om, voor zover mogelijk, verantwoord met alcohol om te gaan. Jouw hart is je dankbaar!

  • Minder of geen alcohol drinken is altijd beter.
  • Maak geen gewoonte van alcohol, drink niet elke dag.
  • Pas op met alcohol in combinatie met medicijngebruik! Afhankelijk van het medicijn is het toegestaan, maar let op, het kan de werking verminderen en/of bijwerkingen versterken.
  • Drink geen alcohol wanneer je werkt, studeert of sport, als je deelneemt aan het verkeer (dit geldt ook voor fietsers en scooterrijders) en jouw partner of jij zwanger is/bent (of wilt worden).
  • Drink geen alcohol als reactie op spanning, stress en persoonlijke problemen.

 

Binge drinking

Het zogeheten binge drinking waarbij in een korte tijd een grote hoeveelheid alcohol wordt gedronken kan hartritmestoornissen, zoals boezemfibrilleren, uitlokken.

 

Doorpraten? Deel jouw bevindingen op ons forum (Hartpatienten.nl/forum) en/of op de Facebookpagina (Facebook.com/HARTvrienden)!

Rob Kamphues: Bang zijn voor het leven is niet het slimste wat je kunt doen

 

Tv-presentator, autocoureur en schrijver Rob Kamphues (56) had als kind een hartafwijking. Door zorgen omringd begon hij angstig aan zijn leven. Tegenwoordig kennen we Rob juist als durfal. Zo is hij al jaren autocoureur. Hoe kwam het zover? Rob Kamphues vertelt het aan Hartpatiënten Nederland.

 

Als kind had je een hartafwijking.

Ik was een huilbaby. Later werd er een open ductus geconstateerd, een hartklepje dat open bleef staan, aan de buitenkant van het hart. Na mijn operatie op driejarige leeftijd was alles in orde. Best wonderlijk. Mijn optimale gezondheid verbaast nog steeds. Dat merk ik ook elk jaar bij de strenge keuring voor autocoureurs. Het ECG is altijd goed. ‘Hoe is het mogelijk!’, zegt de dokter dan.

 

Je mag en kan dus alles?

Ja. Wel had ik lange tijd een rare manier om met mijn angsten om te gaan. Anders dan mijn broer werd ik erg beschermd opgevoed. Ook na de operatie wilde mijn moeder dat ik voorzichtig deed. Niet omdat ik brozer was, maar ze dacht dat er misschien toch nog iets aan de hand was.

Begrijpelijk, maar daardoor werd ik wel een angsthaas. Op een gegeven moment ben ik rigoureus over mijn angsten voor dingen heengestapt, gewoon omdat dat van mezelf moest. Ik klauterde aan de regenpijp van ons huis omhoog. Daarna was het hek van de dam. In mijn tv-programma’s komt dat terug. In ’De acht plagen van Rob Kamphues’ bijvoorbeeld. Ik deed waanzinnig gevaarlijke dingen. Bobsleeën, stierenvechten, een haai door een hoepel duwen. Luisteren naar angstgevoelens was niet aan de orde. Alle grenzen werden gepasseerd. Pas tegen mijn veertigste ging ik onderscheid maken. Deed ik alleen nog de dingen die ik wilde durven. Niet alles hoeft.

 

Hoe kon je zo doorslaan?

Toen ik heel jong en nog ziek was, werd in eerste instantie gezegd me niet aan te stellen. ‘Je kunt het!’ was het steeds. Als kind leerde ik dus geen aandacht te geven aan signalen van mijn lijf. Het wordt een soort natuur om ze te negeren. Daar kom je niet zomaar vanaf. Daar ben je tot ver in de volwassenheid mee bezig. Zo werkte ik op een gegeven moment ook veel te hard. Dat ik een harde werker was en grote dromen wilde verwezenlijken, koppelde ik lange tijd eveneens aan die eerdere hartafwijking. Het zou te maken hebben met bewijsdrift en levenslust. Maar mijn kinderen (twee zonen, een dochter én drie stiefzoons) werken net zo hard en die hebben niets aan hun hart. Ambitieus zijn is blijkbaar een natuurlijke neiging. Dus dat idee moest ik nuanceren. Het was ook psychologie van de koude grond natuurlijk.

 

Je voelt je nog verwant met jongere hartpatiënten. Je hebt zelfs de Stichting Groot Hart opgericht om hun autorace-wensen in vervulling te doen gaan.

Groot Hart richt zich niet alleen op jonge hartpatiënten. Alle kinderen met een hartafwijking of een ernstige ziekte (5-17 jaar) mogen zich aanmelden voor onze raceautodagen. Het zit zo. Ik ben inmiddels al 12 jaar autocoureur. Bekende autocoureurs worden regelmatig gevraagd om een wens in vervulling te doen gaan. Kinderen willen graag een keertje met je meerijden. Een paar rondjes in een Ferrari, daar dromen ze van. Je bent wel een bokkenlul als je daar niet op ingaat. Zelf iets opzetten leek me een goed idee. Groot Hart is nu een flinke organisatie, maar in het begin hielp ik zelfs nog mee helmen opduwen en ballonnen blazen.

Heb je als ervaringsdeskundige tips voor ouders met langdurig zieke kinderen?

Wees niet te zuinig op je kinderen. Doe niet te voorzichtig. Ik zie ouders tijdens de Groot Hart
evenementen. Dan komen ze aan met hun zoon of dochter. Zo’n kind heeft soms al eens gereden in een grote auto, maar onze raceauto’s zijn monsters. Als je 50 km per uur rijdt, heb je al het idee dat je 200 km per uur rijdt. Ze maken enorme herrie. Je ziet de neusjes van de kinderen wit worden. Papa en mama zeggen: ‘Je hoeft niet hoor!’ Maar dan gaan we even koffie met ze drinken en gaan de kinderen eerst eens in de auto zitten. Ze mogen zelf starten. We lullen ze erin als het ware. Uiteindelijk gaan ze toch en dan zijn ze naderhand zo trots op zichzelf. Ze hebben zichzelf overwonnen. Voor een aantal is het zelfs een levensveranderende ervaring. Ze willen meer gaan sporten, willen daartoe de medicatie aanpassen. Ze hebben weer zin in het leven. Het is onvoorstelbaar wat er dan gebeurt. Ik veroordeel ouders die te voorzichtig zijn niet hoor. Ik ben zelf ouder, ik begrijp het natuurlijk. Maar je moet niet bang zijn voor het leven. Geen angst hebben om te verliezen. Bang zijn is simpelweg niet het slimste om te doen. Opvoeden is liefdevol verwaarlozen. Je moet je kind niet over elke drempel heen helpen. Of ik zelf ook zo omga met mijn kinderen? Ik doe mijn best!’

De invloed van stress op het vrouwenhart

 

‘Je kunt letterlijk sterven aan een gebroken hart’

 

Stress staat officieel niet in het rijtje met de grootste risicofactoren voor het ontstaan van hart- en vaatziekten, zoals overgewicht, roken en te hoog cholesterol. Onterecht, vindt cardioloog dr. Janneke
Wittekoek. Het vrouwenhart is namelijk juist uitermate gevoelig voor stress.

 

Wat is de invloed van stress op het vrouwenhart?

‘Bij zowel mannen als vrouwen kan stress een belangrijke rol spelen in het ontstaan van hart- en vaatziekten. Het vrouwenhart is echter veel gevoeliger hiervoor dan het mannenhart. Bij mannen met stress zie je vaak een geleidelijke opbouw van symptomen. De klassieke risicofactoren, zoals een verhoogd cholesterol en hoge bloeddruk, die uiteindelijk leiden tot een vernauwing van de kransslagaders. Bij vrouwen hebben stresshormonen daarentegen een direct effect op de vaatwanden. Zeker na de overgang, omdat het vatenstelsel dan zwakker wordt. De stress kan een verkramping (spasme) in de kransslagaderen veroorzaken die in het ergste geval zelfs kan leiden tot een hartinfarct.’

 

Hoe weten we of stress inderdaad de oorzaak is?

‘In mijn praktijk zie ik veel vrouwen met klachten als pijn op de borst of hartkloppingen. Ze vertellen bijvoorbeeld dat de klachten op komen zetten als ze na een drukke werkdag met een kopje thee op de bank zitten. Dat duidt wel op een verband met stress. Zeker als ze vertellen dat ze nergens last van hadden toen ze op vakantie waren.’

 

Zijn vrouwen grotere stresskippen dan mannen?

‘Het is moeilijk om daar in zijn algemeenheid iets over te zeggen, aangezien er mannen zijn met een “typisch vrouwenhart” en andersom. Wat in ieder geval meespeelt is een verstoorde balans tussen werk en privé. Vrouwen proberen vaak heel veel ballen tegelijk in de lucht te houden, dat levert stress op. Het is aangetoond dat moeders die meer dan drie kinderen hebben en daarnaast ook nog werken een grotere kans hebben op het ontwikkelen van hart- en vaatziekten. Bij mannen heeft de grootte van het gezin niet zo’n grote invloed. Ook komen in de maand december – voor de meeste mensen een stressvolle periode met kerstdiners en familiebezoek – meer hartinfarcten voor.’

 

Kan het vrouwenhart worden beïnvloed door emoties?
‘Jazeker. We noemen dat het stresshartinfarct of het broken heart syndrome: een verschijnsel waarbij het hart (tijdelijk) wordt verlamd omdat het een grote hoeveelheid stresshormonen niet kan verwerken. Vaak is een emotionele gebeurtenis, zoals een overlijden of liefdesverdriet, de oorzaak. Het gaat dan niet om een ziek hart, maar om een hart dat te heftig reageert. Iemand kan dus letterlijk sterven aan een gebroken hart. Dat komt gelukkig heel weinig voor, maar wel vaker bij vrouwen dan bij mannen. Vooral na de overgang.’

 

Zijn we tegenwoordig meer gestrest dan pakweg 50 jaar geleden?

‘Absoluut. Al tijdens mijn opleiding was ik gefascineerd door het vrouwenhart, ik hield toen al bij welke vrouwen afwijkingen in de aderen hadden als gevolg van stress. Mijn lijstje telde destijds een stuk of vijftien namen, nu zie je het veel vaker. Logisch, aangezien we in een wereld leven die alleen maar sneller gaat draaien. Je ziet het ook aan de groeiende behoefte aan ontspanningsmethoden als yoga en mindfulness. Dat daar aandacht voor is vind ik een goede ontwikkeling, maar het is natuurlijk ook goed om je af te vragen of we de lat niet te hoog leggen voor onszelf.’

 

Wat is het advies aan vrouwen met stressklachten?
‘Om weer in balans te komen, bijvoorbeeld met behulp van de eerdergenoemde yoga of mindfulness. Voldoende bewegen, gezond eten en goed slapen. Ga bijvoorbeeld een uur eerder naar bed, verban alle schermen uit de slaapkamer en zorg dat de ruimte niet te warm is. Een uitgerust mens kan veel meer aan. Ook positiviteit is belangrijk: het glas halfvol proberen te zien in plaats van halfleeg. Er overlijden immers meer pessimisten dan optimisten aan hart- en vaatziekten. Soms zijn deze tips niet voldoende en stuur ik iemand door naar een psycholoog, omdat er veel meer emoties meespelen. Al probeer ik daar zelf al veel in te betekenen: ik zie psychocardiologie als een belangrijk deel van mijn werk.’

 

Vrouwenhart

Het is de missie van Janneke Wittekoek om te zorgen dat er minder vrouwen zullen sterven aan hart- en vaatziekten. Om vrouwen meer inzicht te geven in hun eigen hartgezondheid schreef ze het onlangs verschenen boek ‘Het Vrouwenhart’. Een deel van de opbrengst gaat naar Stichting Hart voor Vrouwen ten behoeve van wetenschappelijk onderzoek.

Hartbrug-Magazine mag vijf exemplaren verloten van het boek ‘Het Vrouwenhart’. Wilt u dit boek winnen? Ga dan snel naar www.hartpatienten.nl/vrouwenhart

 

 

Cardioloog dr. Janneke Wittekoek

Vier Carnaval, maar met mate!

 

Met name ten zuiden van de grote rivieren barst eind februari het traditionele carnavalsfeest weer los. Bonte stoeten trekken door de straten, de kroegen lopen vol, pleinen worden gevuld met muziek en entertainment, kortom: het is feest!

 

Veel liefhebbers bereiden zich maanden voor op het carnavalsgebeuren. Raden van elf houden bijeenkomsten, alles moet tot in de puntjes georganiseerd zijn om het feest van de zonnewende tot een mooie beleving te laten worden.

 

Voor noordelingen is het even wennen dat, in veler ogen, rare gedoe van de zuiderling. Die weet echter wel beter en stort zich vol overgave in de kolkende mensenmassa van feestgangers. Even los van de dagelijkse sleur, even weg van alles, even van alles doen wat eigenlijk niet echt gezond is. En daar vatten we de spreekwoordelijke koe gelijk bij de horens. Want als diabeet of hartpatiënt verdient het enige voorkeur op je tellen te passen. Bier jaagt je suikerspiegel omhoog, en maakt hongerig.

 

En honger stil je tijdens de carnaval maar al te gemakkelijk met de vette hap. Frites (of wat daarvoor door moet gaan), mayonaise, frikandellen, kroketten, hamburgers,  shoarma, pizza’s, de half bezwijkende weegschaal kijkt je met de dag bezorgder en norser in het gelaat. Daar begint het gegooi in de glazen.

 

Bij twijfel is het altijd beter even met je dokter of specialist te overleggen in hoeverre je los kunt gaan met carnaval. Wees ook bedacht op snelle temperatuurwisselingen. Buiten op straat hossen vereist warme kleding, maar eenmaal binnen in de kroeg zit je vaak opeen geperst als haringen in een ton, en dan is die dikke winterjas net iets te veel van het goede. Ga in elk geval niet zomaar weer de straat op, een verkoudheid heb je zo te pakken.

 

Wie een voorliefde heeft voor een zekere hygiëne, kan carnaval beter aan zich voorbij laten gaan. Glazen worden vaak slecht schoon gemaakt, virussen en bacteriën vieren ook uitbundig carnaval deze dagen. En wanneer je je door de menigte naar het toilet hebt weten te wringen, verwacht dan geen geheel zuiver toilet.

 

Wie desondanks carnaval wil meemaken en niet terugschrikt voor de ‘bijwerkingen’ van drukte, gebrekkige hygiëne en verhoogd risico op ziek worden na de feestdagen, kan in Limburg en Brabant zijn lol op. Toch verschillen beide provincies wat betreft het vieren van het volksfeest veel van elkaar. In Limburg is het de bedoeling dat iedereen zich zo origineel mogelijk verkleedt en opmaakt. In Brabant overheerst juist de uniformiteit (de spreekwoordelijke boerenkiel). Een ander verschil is, dat Limburgers dan uit volle borst meezingen met zelfgemaakte liedjes in de eigen taal en uit de eigen regio, waar Brabanders het toch overwegend doen met Nederlandstalige muziek. Een kloof dus tussen de Brabantse Neerlandstalige skihuthoempapa en de Limburgse dialectchansons, hoewel in kroegen in Eindhoven, Den Bosch, Bergen op Zoom en Tilburg ook geregeld Brabantse liedjes ten gehore gebracht worden, zoals het ‘Groen Oranje Sjaal’, waarmee Guus Meeuwis de kleuren van Tilburg bezingt. In Den Bosch is er een kwekfestijn voor de Oeteldonkse muzikanten met vaak in onbruik geraakte Bossche woorden. Blaaskapellen vind je overigens in beide provincies. Limburg kent bovendien zijn ‘zaatte hermeniekes’, Brabant zijn dweilorkesten.

 

Waar in Limburg de ‘Einzelgänger’ hoog aanzien geniet, word je in Brabant verondersteld volledig in de anonieme massa op te gaan. In Limburg tel je als uniek uitgedoste feestganger, in Brabant moet je juist niet opvallen.

 

Een andere traditie in Limburg is het ‘autoriteite toeke’, het kritiek leveren op de autoriteiten. Dat mag namelijk met carnaval, ook in je uitdossing, in wat je met je meedraagt. Dit belachelijk maken van gezagsdragers, een oeroude Limburgse carnavalstraditie, vormt ook de aftrap van het Maastrichtse carnaval, waar zelfs ministers bij aanwezig zijn, die zich het nodige moeten laten gevallen. Maastricht is ook de plaats van de mooie optochten, evenals onder meer Roermond, en andere Limburgse steden. Maastricht is de plek waar carnaval vooral op straat gevierd wordt. Hoe noordelijker je komt, des te meer verplaatst het carnaval zich naar binnen, in kroegen en zalen, waar de bar en de muziek centraal staan.

 

In enkele steden zijn er tradities rond het afsluiten van het carnavalsfeest. In Roermond wordt dinsdagmiddag de god van de drank, Bacchus, de Roer in gegooid. In Sittard is er het Maske Begrave, in Venlo de Muts Afzette. Goed te merken is, om af te ronden, dat de ‘Hollandse’ invloed in Brabant sterker is dan in Limburg, dat toch iets verder weg ligt van de randstad. In Brabant staat de gelijkheid centraal (ieder mens is gelijk), in Limburg juist de uniekheid van ieder mens. Wat beide provincies gemeen hebben: de gezelligheid staat centraal. En daar doen we het toch voor!

 

Waarheen met carnaval? Plan je eigen uitstapje, kies een stad of dorp, en informeer bij de regionale VVV wanneer daar iets te doen is! Het is namelijk te veel om in dit kader op te sommen. Wanneer je als ‘buitenlander’ kiest voor Brabant of Limburg, dan zou je kunnen beginnen bij een van de grote steden. Daar is immers altijd wel iets ‘los’. Fijne dagen!

 

Hartfalen. Wat nu?

 

In gesprek met cardioloog Peter Paul Delnoy

 

Waarom heeft u voor de cardiologie gekozen? Wat spreekt u op dagelijkse basis, op de werkvloer, het meest aan?

In de cardiologie zien we veel acute maar ook chronische problematiek. In de acute fase telt soms iedere minuut, dat maakt ons werk spannend en uitdagend. Je kunt dan het verschil maken voor de patiënt voor vele jaren. Als cardioloog zijn we ook verantwoordelijk voor een belangrijk deel van het hele patiëntentraject:  anamnese, diagnostiek, behandeling en nazorg/revalidatie. De vereiste combinatie van zeer ingewikkelde topklinische zorg, goede sociale vaardigheden en intensieve patiëntcontacten is een belangrijk en dankbaar aspect.

 

Wat is hartfalen?

Hartfalen is eerder een syndroom met verschillende kenmerken dan één aandoening. Voor de huisarts, en soms ook voor de cardioloog, is de diagnose moeilijk te stellen. Bij hartfalen kan het hart onvoldoende samentrekken of ontspannen (vullen). De bloedsomloop door het lichaam schiet te kort, waardoor inspanning vaak leidt tot moeheid en kortademigheid. Ook kan het klachten van stuwing geven in de longen, benen en de buik.

 

Waarom is het vaststellen van hartfalen moeilijk?

De klachten zoals vermoeidheid, kortademigheid en oedemen zijn vaak a-specifiek. Hierdoor worden artsen en patiënten soms op het verkeerde been gezet. Zeker het vaststellen van het zogenaamd diastolisch hartfalen, waarbij de pompkracht intact is maar de vulling van het hart juist problematisch is, is vaak lastig.

 

Speelt het geslacht van een patiënt hierin een rol en welke?

Nee. Alleen zijn vrouwen vaak wat ouder wanneer ze hun eerste hartinfarct of eerste klachten krijgen. Dus hartfalen komt bij vrouwen net zo vaak voor. Bij vrouwen geldt dat klachten van kortademigheid en vermoeidheid vaker ten onrechte alleen aan ouderdom, overgang of een slechte conditie worden toegeschreven.

 

Wat zijn de meest voorkomende klachten?

Vermoeidheid, kortademigheid, verminderd inspanningsvermogen en oedemen (stuwing van vocht in longen, benen of buik).

 

Is iedereen vatbaar voor hartfalen?

In principe wel. Hartfalen is niet de oorzaak maar het  gevolg van een aandoening van het hart die leidt tot een verminderde pompkracht of vulling. Veel voorkomende oorzaken hiervoor zijn: een of meerdere doorgemaakte hartinfarcten, langdurige hoge bloeddruk of suikerziekte, hartklepafwijkingen of een specifieke hartspieraandoening. Al deze aandoeningen kunnen zowel bij mannen als vrouwen optreden.

 

Waaruit bestaan de huidige behandelmethodes van hartfalen? Welke nieuwe ontwikkelingen zijn er omtrent de behandeling van hartfalen; zowel qua medicatie als therapeutisch?

De afgelopen 20 jaar is er op medicamenteus gebied veel vooruitgang geboekt. De kwaliteit van leven en de levensverwachting zijn sterk verbeterd bij patiënten met hartfalen.

 

Er zijn ook op niet-medicamenteus gebied zeker belangrijke stappen gemaakt:

  • Bij ongeveer 30% van de patiënten met hartfalen knijpt het hart niet gelijkmatig (a-synchroon). Deze groep patiënten reageert heel gunstig op cardiale resynchronisatie therapie. Deze therapie wordt via een pacemaker of implanteerbare defibrillator (ICD) toegepast. Deze therapie heeft zich de laatste jaren steeds verder doorontwikkeld.
  • Ook heeft de bescherming tegen een hartstilstand met een implanteerbare defibrillator (ICD) bij patiënten met hartfalen de prognose verbeterd. Dit geldt zeker bij patiënten met hartfalen t.g.v. een groot hartinfarct of met belangrijke vernauwingen in de kransslagaders.
  • In voorkomende gevallen kan openhartchirurgie (bypass/omleidingsoperatie en klepoperatie) de prognose en symptomen van de patiënt met hartfalen sterk verbeteren. Nieuwe ontwikkelingen zijn het plaatsen van een hartklep bij een aortaklepvernauwing (TAVI) of het plaatsen van hechtingen door een lekkende mitralisklep (Mitra-clip) via katheters die via bloedvaten worden opgevoerd. Dit wordt met name toegepast bij patiënten met een te hoog operatierisico voor een openhartoperatie.
  • Harttransplantaties worden slechts zeer weinig uitgevoerd (ongeveer 30-40 per jaar in heel Nederland), en dit aantal is stabiel. Er wordt momenteel wel onderzoek gedaan naar het toepassen van het steunhart (kunsthart) als definitieve ondersteuning van een hart dat ernstig faalt. Dit zal naar verwachting ook alleen een oplossing zijn voor een zeer kleine groep patiënten.

 

Goede begeleiding is belangrijk bij patiënten met hartfalen. Op deze manier kunnen ziekenhuisopnames voorkomen worden. Leefstijl, gezonde voeding, rookgedrag, overgewicht, hoge bloeddruk en voldoende lichaamsbeweging zijn factoren die een zeer belangrijke rol spelen bij de behandeling en levenskwaliteit. Hartrevalidatie en hartfalen poliklinieken kunnen een belangrijke rol spelen in de begeleiding van de hartfalen patiënt, ook met aangeboden zorg door middel van eHealth en goede zorgprofessionals aan huis.

 

  Dr. Peter Paul Delnoy

Een interview over het leven voor en na een hartinfarct

Van ‘jonge God’ naar ‘wijze volwassene’         

Stefan Middelkoop is 47 en in gedachten zoals hij zelf beaamt (nog) een jonge God. Een drankje meer of minder; hij draaide zijn hand er niet voor om. Evenals een sigaretje hier en daar. Tot zijn hartinfarct. Sindsdien heeft hij het roer omgegooid: ‘In 2015 heb ik, net voor mijn hartinfarct, mijn laatste sigaret gerookt. Vanaf toen heb ik er nooit meer één aangeraakt.’

Een maand voor zijn hartinfarct kampt de geboren Larenaar met extreme vermoeidheidsklachten. Zijn oplettende huisarts besluit geen risico’s te nemen en belt een ambulance. Eenmaal in het ziekenhuis volgen onderzoeken. Uiteindelijk wordt hij naar huis gestuurd met de boodschap: ‘U bent kerngezond, maar stop met roken.’ Stoppen met roken doet Stefan niet. Een maand later, tijdens zijn eerste vakantiedag, ervaart hij dezelfde klachten. Hij belt zijn vriendin, maar wanneer de klachten heviger worden besluit hij niet op haar te wachten. Stefan licht zijn buurman in, die direct 112 belt. En voordat Stefan het weet, ligt hij in de ambulance, toevallig bij dezelfde (verbaasde) ambulancebroeder.

De klap

Stefan blijkt een hartinfarct te hebben: ‘Uiteindelijk ben ik met spoed geopereerd wat resulteerde in een dotter- en stentbehandeling. Tijdens het hartinfarct ben ik even ‘weggeweest’. Het is een raar gegeven dat ik ‘dood’ was, maar ik ben hierdoor niet angstig geworden om te sterven; klaarblijkelijk ben ik hier nog niet klaar. En zolang ik leef, wil ik genieten.’

Zijn hartinfarct komt niet als een donderslag bij heldere hemel, want Stefan is zich bewust van zijn ongezonde leefstijl, maar wijt het aan stress vanwege het onverwachte overlijden van zijn vrouw. Daarnaast is hij erfelijk belast: ‘Mijn vader was hartpatiënt. Hij kreeg, net zoals ik, op zijn 46ste een hartinfarct. Uiteindelijk is hij 81 jaar oud geworden, maar die stamt nog uit de tijd dat de schepen van hout waren en de mannen van staal.’

Drie jaar eerder, in 2013, overlijdt Stefans vrouw onverwacht. Haar overlijden zet zijn leven op z’n kop: ‘Het is letterlijk een grote klap voor mijn hart geweest. Hartpijn is mij dus niet vreemd. De daarbij komende stress resulteert in veel roken én de nodige drank onder het mom van ‘Even de zorgen aan de kant’. Het zorgt voor een ongezonde levensstijl. Maar het was een uitvlucht; ik wilde geen pijn voelen.’

Het keerpunt

Wanneer de rust terugkeert in Stefans leven en hij de ernst inziet van zijn levensstijl, slaat het noodlot toe: ‘In 2015 kreeg ik een relatie. Zij, mijn lieve vriendin, gaf mij de zin in het leven terug. Daardoor ging ik gezonder leven en plots kreeg ik toch  een hartinfarct. De stress die uit mijn lichaam vloeide, maakte plaats voor het hartinfarct.’

Zijn hartinfarct schudt hem wakker: ‘Het stoppen met roken is makkelijk, maar ik faalde in het volhouden. Nu niet. Ik rook niet meer en sport. Bovendien eet ik gezond. Doordat ik meer rust, geniet ik intenser van het leven en van hetgeen wat het mij te bieden heeft. Vanzelfsprekend heb ik aandachtspunten. Ik ben een gevoelsmens en als iets eenmaal in mijn hoofd en hart zit, dan nestelt het zich daar. Loslaten blijft een aandachtspunt. Maar ik ben een makkelijke prater. Dat helpt.’

Stefan gelooft dat hij met zijn nieuwe levensstijl en het opkrikken van zijn conditie, ‘volledig’ kan herstellen: ‘Het herstel vergt tijd. Maar het is mijn ongeduld dat mijn herstel soms in de weg zit, want ik wil vaak te veel. Echter, ik word ook een jaartje ouder. Het maakt niet uit om er langer over te doen. De kunst van het vallen is om weer op te staan. Hoe langzaam het ook gaat.’

Stefan 2.0

Tijdens Stefans herstel ontvangt hij dankbaar hulp, zowel privé als professioneel, maar een vertrouwensband met zijn (nieuwe) cardioloog blijkt van grote waarde in het herstel: ‘Na een hartinfarct ben je overgeleverd aan de kennis van anderen. In dit geval de cardioloog en zijn team. Maar de hedendaagse beerput van (online en offline) informatie bestaande uit tegenstrijdige berichten, maakte mij onzeker, want ik wist niet meer wat ik moest geloven. Uiteindelijk ben ik van een groot ziekenhuis naar een kleine kliniek overgestapt. Hier ben ik niet meer een nummer. De korte lijn tussen cardioloog en patiënt doet mij goed.’

Hij vervolgt: ‘Sinds mijn hartinfarct leek ik, ondanks alle veranderingen, niet vooruit te komen. Onderzoeken wezen niets uit, maar mijn cardioloog luisterde goed naar mij en plande een katheterisatie in. En wat bleek? Er was nog sprake van een vernauwing. Hierdoor heb ik geleerd dat het belangrijk is om ons niet zomaar neer te leggen bij onderzoeksresultaten en te blijven luisteren naar het lichaam.’

Inmiddels luistert Stefan naar zijn lichaam en dat blijft hij ook doen: ‘Mijn hartinfarct was een klap, maar het heeft mijn ogen geopend. Ik heb alles gereset: mijn geest, lichaam en leven. De nasleep is heftig en wordt onder andere gekenmerkt door angst, maar met de tijd wordt het minder. Stap voor stap overwin ik steeds meer en ik geniet daarvan, want uiteindelijk vormen de kleinste stappen de grootste overwinningen.’

Verborgen obesitas, een vervelende kwaal

 

Teveel lichaamsvet is niet goed, dat weten we allemaal. Maar nog belangrijker is waar het vet zich bevindt in het lichaam. Vooral als het zich rond de organen in de buik opslaat, levert het problemen op. Dit wordt ook wel ‘verborgen obesitas’ genoemd. Maar: hoe kom je eraan en nog belangrijker: hoe kom je ervan af? In gesprek met Nicolette Lammers van de Nederlandse Obesitas Kliniek.

 

‘Het is eigenlijk een misleidende term,’ zegt arts Nicolette Lammers van de Nederlandse Obesitas Kliniek aan de telefoon. Met verborgen obesitas wordt namelijk vet bedoeld dat zich niet direct onder de huid bevindt, maar rond de organen en dan vooral in de buik. Vandaar de term ‘verborgen obesitas’. ‘Maar,’ zegt Lammers: ‘Dit vet resulteert in een grotere buik, dus je ziet het vaak wel.’

 

Dit ongezonde vet nestelt zich rond de organen  en wordt ook wel visceraal vet genoemd. Het is gevaarlijker dan vet onder de huid omdat het hormonen en vetzuren produceert die in de organen ontstekingen kunnen veroorzaken en de cellen minder gevoelig kunnen maken voor insuline. Als dat gebeurt raakt de alvleesklier, die insuline produceert, op een gegeven moment uitgeput en ontstaat diabetes type 2.

 

Maar de ontstekingsstoffen doen nog meer, ze komen in de bloedbaan en hechten zich aan de vaatwand. Als ze die binnendringen, zorgen ze voor ontstekingen. Door teveel visceraal vet kunnen uiteindelijk chronische ontstekingen van de vaatwanden en de organen ontstaan. Zo ontstaat aderverkalking en vaatvernauwing. Mensen met teveel visceraal vet hebben een hoger risico op het ontstaan van aandoeningen als een hoge bloeddruk, hart- en vaatziekten, teveel cholesterol, alzheimer, verminderde vruchtbaarheid, borstkanker en astma.

 

Appels en peren

Hoe kom je nu aan dat vet op je buik? De belangrijkste factor is een verstoorde energiebalans, ofwel meer eten dan je verbrandt. ‘Die verstoorde energiebalans, daar is wat aan te doen,’ zegt Lammers: ‘Meer bewegen en gezonder eten.’ Complexe koolhydraten (volkorenproducten) en onverzadigde vetten gebruiken in plaats van enkelvoudige koolhydraten en verzadigd vet zijn al een goed begin. Lammers: ‘Verder is er ook een verband met slaapgebrek en stress. Zorg dus dat je voldoende slaapt en weinig stress hebt.’

 

Er zijn echter ook een paar risicofactoren waar je geen of weinig invloed op hebt. Lammers: ‘Mensen met een appelfiguur hebben meer visceraal vet dan mensen met een peerfiguur en voor een deel is dat aanleg. Bovendien slaan mannen eerder buikvet op dan vrouwen. Maar ook bepaalde medicatie, hormonen en leeftijd vergroten de kans op buikvet.’

 

Gevarenzone

Vooral mensen met overgewicht lopen risico. In 2015 had in Nederland 54,4% van de mannen en 46,3% van de vrouwen overgewicht. Gezien de correlatie tussen overgewicht en een teveel aan visceraal vet, kun je ervan uitgaan dat mensen met overgewicht ook teveel buikvet hebben. Ook slanke dennen hebben visceraal vet, maar zij hoeven zich volgens Lammers niet meteen zorgen te maken. ‘Als het echt zoveel is dat het vet een risico vormt, dan is dat te zien en te meten. Bij vrouwen spreken we bij een buik-omvang die groter is dan 80 al van een vergrote buikomvang en bij mannen geldt dat voor een buikomvang van 88. Als die buikomvang bij vrouwen nog verder groeit naar 94 cm, dan kom je echt in de gevarenzone. Bij mannen is dat bij 102 cm het geval.’

 

Bent u aan de stevige kant? Om te kunnen beoordelen of u teveel buikvet heeft is het meten van uw buikomvang de meest aangewezen methode. En als die inderdaad groot uitvalt, dan kunt u met een gezonde leefstijl een heleboel verbeteren.

 

 

Zelf aan de slag om buikvet te verminderen?


Hieronder vijf tips:

  • Oefeningen/sporten die je hartslag verhogen, zoals bijvoorbeeld intervaltrainingen, maar ook wandelen, joggen en zwemmen zijn geschikt.
  • Een paar keer in de week krachttraining, zodat u spiermassa ontwikkelt en uw vetverbranding, ook in rust, stijgt.
  • Gezond eten. Probeer een juiste verhouding van eiwitten, koolhydraten en vet te eten. Door de juiste verhoudingen blijft uw bloedsuikerspiegel onder controle, krijg u meer energie en verliest u vet. Ongeveer 40% koolhydraten, 30% eiwitten en 30% onverzadigde vetten is een goede verhouding. Koolhydraten geven energie, eiwitten zorgen voor spierherstel en -groei en gezonde vetten houden de hormoonspiegel in evenwicht en geven een verzadigd gevoel.
  • Eet elke twee à drie uur om de bloedsuikerspiegel op orde te houden.
  • Drink voldoende water.

 

Tuinieren in de herfst

 

U houdt van tuinieren en tuiniert het liefst het hele jaar door? Dat kan! Ieder jaargetijde is van een ander kaliber en vraagt om een eigen plan van aanpak, zo ook de herfst. Met het to-do lijstje van HartbrugReizen kunt u goed voorbereid aan de slag. Tuinhandschoenen aan en beginnen maar!

 

Tuinieren in de herfst staat in het teken van opruimen en winterklaar maken, maar ook voorjaarsvoorbereidingen treffen en (na)genieten! Wat dient u in uw tuin voor de eerste vorst gedaan te hebben? Wij behandelen het stap voor stap.

 

Opruimen en winterklaar maken

Ruim uw tuin op en ga de winter vol goede moed tegemoet! In eigen tuin, op een zonnige winterdag een frisse neus halen onder het genot van een mok warme chocolademelk, is zo vele malen aantrekkelijker.

 

  • First things first; maak tuinmeubels en toebehoren schoon. Indien mogelijk, sla deze binnen op. Onmogelijk? Beschut ze. Laat u een houten meubel buiten staan? Zet deze op een of meerdere tegels; het hout blijft langer intact en tegelijkertijd vergroot u hiermee de stabiliteit.
  • Tuingereedschappen moeten indien van toepassing geslepen, dan wel ingevet worden.
  • Buitenkranen en tuinslangen dient u af te tappen, leeg te laten lopen en af te sluiten. Hiermee wordt beschadiging vanwege bevriezing voorkomen. Een tuinslang maakt u schoon door de tuinslang in water dat vermengd is met azijn, te laten weken.
  • Hetzelfde geldt voor een vijverpomp en filters. Een vijverpomp kunt u demonteren en indien nodig een ijsvrijhouder met pomp installeren. Voorzie de vijver tot slot van een net.
  • Kleine tuinbenodigdheden zoals gieters en potten maakt u met een borstel schoon. Overwinteren deze tuinbenodigdheden buiten? Plaats ze op hun kop om bevriezing door (regen)water tegen te gaan.
  • Vergeet niet nestkasten schoon te maken en/of nieuwe op te hangen. Maak eventueel een voederplaats voor vogels.
  • Vorstgevoelige planten, bloemen en bloembedden dient u te beschermen. Hoe? Bijvoorbeeld door middel van onder andere bladen en/of compost. U kunt ervoor kiezen om potplanten te beschutten of naar binnen te verhuizen. Liever niet? Er bestaan winterharde potplanten; een kwestie van planten. En dan nog even over bloembollen… tulpen en hyacinten graaft u uit en bewaart u in een doos met gaten op een donkere plek zoals bijvoorbeeld een kelder, krokussen en narcissen kunt u in de grond laten zitten.
  • De tuin bladvrij maken, de afgevallen bladeren op een composthoop verzamelen.
  • Struiken (heesters) en heggen dienen in de herfst nog eenmaal te worden gesnoeid. Hiermee wordt verrotting en zelfs het vergaan van een struik (heester) en heg, als gevolg van vochtafzetting voorkomen. Wanneer en hoe dit dient te gebeuren verschilt per struik en/of heg. Houd er rekening mee dat aanwezige boombladeren moeten worden verwijderd om het groen van voldoende licht te voorzien.
  • Laatstgenoemde geldt ook voor het gazon. Hierdoor voorkomt u de vorming van onder andere mos. Tip: Het begin van november is ideaal om het gazon voor het laatst te maaien. Houd hierbij rekening dat u het niet korter dan vijf centimeter maait. Tevens wordt speciale herfstgazonvoeding aangeraden in plaats van de reguliere in verband met het lage stikstof- en hoge kaliumgehalte dat een negatief effect heeft op het gazon in de herfstmaanden.

 

Voorjaarsvoorbereidingen

Door een combinatie van warme en vochtige grond, is de herfst ideaal om te planten en verplanten. Hierdoor brengt u voor de wintermaanden kleur in de tuin, terwijl planten voldoende tijd hebben om te wennen en nieuwe wortels te vormen.

 

  • Plant en verplant voor de eerste vorst.
  • Wanneer u bollen in de herfst plant, ontknoppen de bloemknoppen in de lente.
  • Bloemen groeien in de lente op een frisse en vochtige grond, terwijl in de zomer een droge en waterdoorlatende ondergrond voldoet. Weetje: de zomer geldt als rustperiode.
  • Plant (fruit)bomen, struiken (heesters) en heggen, maar ook klimplanten.
  • Verplant zo nodig groenblijvende heesters.
  • Snoei klimrozen.
  • Verwijder door schimmel aangetaste bladeren.

Spit kale grond om.

 

(Na)genieten

Wanneer het opruimen en voorbereidend werk erop zit, kunt u genieten van het natuurschoon in uw tuin. Vergeet dit vooral niet. Immers, daar doet u het voor.

 

Regenweetjes

In het kader van de herfstregen, hierbij enkele regenweetjes.

  • Regenwater bevat geen kalk.
  • In een tuin wordt gemiddeld 2200 liter drinkwater gebruikt voor het bewateren, terwijl hiervoor ook regenwater kan worden gebruikt. Regenwater vangt u op in een regenton.
  • Een zomerse bui is van kortere duur dan een herfstbui.
  • Regenwater kunt u drinken mits het steriel wordt opgevangen. Bij een regenton is daarvan geen sprake.
  • Zogeheten zure regen ontstaat onder andere van uitlaatgassen van auto’s of als rook van kolencentrales zich omzet in zwavelzuur en zich vervolgens in de wolken vermengd.
  • Over zwavelzuur gesproken. Er zijn planeten (Venus) waar regen uit zwavelzuur of uit methaan bestaat. Sterker nog; op een planeet 5000 lichtjaren hiervandaan, hebben wetenschappers regendruppels van ijzer geconstateerd.
  • Regen kan met 35 km/u naar beneden vallen.
  • Een regendruppel is gemiddeld tien dagen in de atmosfeer die de aarde omringt.
  • Op warme en droge plaatsen bestaat de mogelijkheid dat regen verdampt voordat het in aanraking komt met de grond.
  • De minste regen, met gemiddeld 6,5 centimeter neerslag per jaar, valt op Antarctica.

 

Ziekbed tijdens de studie; hoe & wat?

 

Je zit middenin je studie en afgezien van her en der wat gemiste colleges, een aantal herkansingen en een nog in te leveren groepsopdracht, ben je goed op weg. Maar dan slaat het noodlot toe: je hart laat (weer) van zich horen. Wat te doen? Young & Yearning zet alles op een rij.

 

Johan Cruijff zei eens: ‘Elk nadeel heb z’n voordeel’. En dat is hier zeker van toepassing! Waar in het voortgezet onderwijs iedere vorm van afwezigheid verantwoord dient te worden, is dat in het middelbaar beroepsonderwijs, dan wel hoger of academisch onderwijs niet meer van toepassing. Maar om in de termen van Cruijff te blijven spreken ‘heb elk voordeel ook z’n nadeel’, want met de verkregen, grotere vrijheid lever jij als student in op andere gebieden; in tegenstelling tot het voortgezet onderwijs, rechtvaardigt een ziekbed op een studie-instelling het ontlopen van verantwoordelijkheden niet.

 

Be right back

Iedereen is weleens ziek. Een verkoudheid zit in een klein hoekje. Vooral als daaraan voorafgaand het immuunsysteem enigszins is aangetast door de wondere wereld van het studentenleven. Gekenmerkt door onder andere een minimale inname van vitamines, oververmoeidheid en slaaptekort. Is er sprake van een kortdurend ziekbed? Dan kom je met onderstaande aandachtspunten wat de studie betreft uit de voeten.

 

Colleges

Indien je meerdere dagen afwezig bent en daarmee de voorbereidende colleges op tentamens mist, is het aan jou, om de gemiste collegestof alsnog in te halen. Vraag aan medestudenten om aantekeningen over te nemen. Schroom niet om contact op te nemen met de desbetreffende docenten en te informeren naar diens welwillendheid, dan wel mogelijkheid om de verschafte informatie tijdens de colleges, alsnog te delen. Immers, een nee heb je en een ja kun je krijgen.

 

Tentamens

Van studenten wordt verwacht dat zij gemiste tentamens (indien van toepassing!) overdoen. Het verzuimen van een tentamen is bij voorbaat al een onvoldoende.

 

Groepsopdracht

Is jouw kortdurende ziekbed hardnekkiger dan gedacht? Wees verantwoordelijk en informeer tijdig bij de docent naar de mogelijkheid van een vervangende opdracht. Vergeet niet jouw studiegenoten in te lichten; zij gaan ervan uit dat jij aan jouw verplichtingen voldoet en de opgedeelde taak volbrengt.

 

1, 2, 3, 4, 5, 6, 7 waar ben ik gebleven?

Een verkoudheid is voor sommigen een luxeprobleem in vergelijking met hetgeen waarmee zij te maken krijgen. Is een studie in goede gezondheid volbrengen niét vanzelfsprekend vanwege een langdurige ziekte waar jij door geveld wordt (of bent), óf ben jij chronisch ziek? Don’t worry! Het betekent bij lange na niet het einde van je studietijd. Integendeel.

 

Stap 1

Vraag een gesprek aan met de decaan waarin je (of iemand die daartoe gerechtigd is) jouw situatie uitlegt. Omschrijf de verwachte prognose met betrekking tot jouw ziekbed en studie. Tip: zet jouw verhaal alvast op papier. Zo ben je er zeker van dat je niets vergeet en na afloop heeft zowel de decaan als jij, het verhaal zwart op wit staan.

 

Stap 2

Vraag aan de decaan of (en welke) uitzonderingen op jouw situatie van toepassing zijn. Maak vervolgens samen een plan

van aanpak met betrekking tot het verdere vervolg van jouw situatie.

 

Stap 3

Know your financial rights! Is er vastgesteld dat je studievertraging oploopt door ziekte? Informeer naar de financiële afstudeerfondsen waarover opleidingen beschikken. Deze afstudeerfondsen vallen buiten de met DUO te treffen regelingen met betrekking tot bijzondere omstandigheden.

 

 

DUO

Indien je noodgedwongen jouw studie langer dan een jaar moet onderbreken vanwege ziekte, dan heeft dit geen consequenties voor jouw studiefinanciering. DUO ziet eerdergenoemde vertraging niet als studieonderbreking. Afhankelijk van de situatie wordt de studiefinanciering verlengd of opnieuw toegekend. Moet je uiteindelijk noodgedwongen stoppen met de opleiding of heb je een Wajong-uitkering? In dat geval worden de basisbeurs, eventuele aanvullende beurs (de zogeheten prestatiebeurs) en het studentenreisproduct omgezet in een gift. Ook als je geen diploma hebt gehaald. Let wel: de decaan beoordeelt of je een speciale voorziening kan aanvragen en welke voorziening het beste op jouw situatie van toepassing is. Wajongers kunnen dit zelf aanvragen zonder tussenkomst van een decaan.

 

Persoonsgebonden budget

Heb jij een beperking en/of chronische ziekte waarvoor je langdurige zorg ontvangt?

Het persoonsgebonden budget (pgb), is bedoeld als financiële bijdrage in de kosten van de benodigde zorg. Ook tijdens een studie!

 

Benieuwd of jij hiervoor in aanmerking komt?

Afhankelijk van de zorg die je nodig hebt, dien je een aanvraag in bij het zorgkantoor, de zorgverzekeraar of gemeente. Op de website van Rijksoverheid is hierover meer informatie te vinden.

 

Kom je er niet uit?

Vraag bij jou gemeente cliëntondersteuning aan. Zij bekijken samen met jou of het pgb (en welke) bij jou past. Bijkomend voordeel? Het is gratis.

 

 

Inge van Doorn (23)

‘In de beginjaren van mijn studie ben ik tot twee maal toe langdurig afwezig geweest vanwege onontkoombare ziekenhuisopnamen en ingrepen. Ik heb tentamens gemist waarvoor ik geen extra herkansingen heb gekregen. Echter, toen mijn tweede ziekenhuisopname tijdens mijn reguliere herkansingen viel, heb ik bezwaar aangetekend en is uiteindelijk besloten dat ik een jaar langer over mijn propedeuse mocht doen. Het meest vervelende vond ik in eerste instantie het onbegrip van mijn medestudenten. Toen ik ziek werd, zat ik middenin een groepsopdracht waarbij ik in eerste instantie niet serieus ben genomen. Ik heb een half jaar vertraging om bij te werken.’

 

Claudia Zahra (28)

‘Tijdens mijn studie kampte ik met verschillende chronische ziektes waardoor ik noodgedwongen colleges heb gemist en herhaaldelijk niet in staat was om mijn tentamens te maken. Helaas waren op mijn universiteit geen regelingen die van toepassing op mij waren. Ik moest via de normale weg afstuderen wat uiteindelijk resulteerde in studievertraging’

 

Note to self: Young & Yearning verschaft algemene informatie naar aanleiding van de meest voorkomende gang van zaken. Houd er echter rekening mee dat iedere opleiding, dan wel studie-instelling een eigen -en daarmee mogelijk afwijkende- regeling hanteert.

 

Gereanimeerd door partner

 

In 2015 krijgt de dan 44-jarige Karin, of zoals zij zelf graag wordt genoemd Kaatje Muijs, een hartstilstand. Haar partner, Wout Stegeman, heeft door reanimatie het leven van zijn geliefde gered. Hartbrug-Magazine ging hierover met beiden in gesprek.

 

 

Kaatje is een energieke vrouw die samen met haar partner, kinderen en huisdieren van het leven geniet. In haar vrije tijd leest de geboren Woudenbergse graag een boek en vermaakt zij zich achter de computer. Haar creativiteit laat zij de vrije loop door te schilderen. En het verzorgen van dieren geeft haar eveneens veel voldoening. Na haar hartstilstand vorig jaar juli, lijkt daar plots een einde aan te komen. Maar dankzij een grote wilskracht en een nog groter doorzettingsvermogen, doet Kaatje vandaag de dag nog steeds waar zij intens van geniet, alleen nu in een aangepast tempo.

 

Zij vertelt…

Hoe herinnert u zich de bewuste dag in juli 2015?

‘Het was in eerste instantie een alledaagse zondag. Totdat ik besloot om even te gaan liggen vanwege het feit dat ik mij al de gehele dag extreem moe voelde. Vanaf dat moment staat 26 juli 2015 in mijn geheugen gegrift als de dag dat mijn leven veranderde.’

 

Wat is er voorgevallen?

‘Enkele dagen daarvoor hebben wij onze 17-jarige honden moeten laten inslapen. Mijn moeheid schreef ik toe op alle emoties daaromheen. Toen ik eenmaal op bed lag, vertelde ik mijn partner over de uitstralende pijn vanaf mijn borst naar mijn kaak. Vervolgens ben ik mijn bewustzijn verloren. Wout heeft mij van het bed gehaald en is direct begonnen met reanimeren. Onze oudste zoon heeft 112 gebeld. De brandweer van Scherpenzeel is direct met een AED (Automatische Externe Defibrillator) gekomen. Later is gebleken dat het gebruik van de AED levensreddend is geweest. De kans op overleven is daarmee sowieso groter. Uiteindelijk bleek mijn kransslagader de boosdoener te zijn omdat ik een hartinfarct en vervolgens een hartstilstand heb gekregen. In totaal zijn er vijf stents geplaatst. Ondertussen bleek ik een heftige leverlaceratie (leverscheuring) te hebben. Ik ben de eerste paar dagen in slaap gehouden om de organen rust te geven. Mijn dierbaren is verteld dat, indien ik het zou overleven, zij rekening moesten houden met hersenschade. Wonder boven wonder heb ik het overleefd en bleek alleen mijn kortetermijngeheugen iets aangetast.’

 

U werd wakker gemaakt. En toen?

‘Mijn moeder heeft mij verteld waar ik was en wat er was voorgevallen; ik kon het niet geloven. Het eerste wat ik met Wout deelde, is dat het verdriet om onze honden, mijn hart heeft gebroken. En zo is het ook echt. Het hart kan breken door intens verdriet in combinatie met emotionele stress.’

 

Hoe is het voor u dat uw partner u heeft gereanimeerd?

‘Het is moedig dat Wout het eerste moment van paniek heeft overwonnen en over is gegaan tot reanimeren. Ik ben trots op hem. Mijn leven heb ik aan Wout te danken en dat is bijzonder. Hij is en zal altijd mijn held zijn.’

 

In hoeverre is uw leven hierdoor veranderd?

‘Enorm. Hiervoor heb ik niet eerder in het ziekenhuis gelegen en plots ontwaak ik op de Intensive Care (IC). Het besef wat mijn lichaam heeft doorstaan in combinatie met het feit dat het plots mis kan gaan, is traumatiserend. Daarop kan niemand zich voorbereiden. Daarbij is angst onuitgenodigd mijn metgezel geworden die altijd aanwezig is. En in geval van pijn, is de angst levensgroot.’

 

En verder?

‘Vanuit mijn ziekenhuisbed vond ik het lastig om een toekomstperspectief te zien, want ik moest leren omgaan met een nieuwe leefstijl vanwege mijn hart. Een hele dag doorgaan zit er niet meer in. Aan het einde van de dag zit ik er doorheen en heeft mijn lichaam rust nodig. Inmiddels sta ik weer open voor de toekomst. Het vertrouwen in mijn lichaam is gegroeid, omdat ik tot de conclusie ben gekomen dat als een lichaam zoveel rampspoed kan doorstaan, het heel sterk is. Voorheen voelde ik mijn hart niet bewust zoals nu. Het klopte op de achtergrond solide en rustig: het was altijd goed. Inmiddels is mijn hart beschadigd.
Een klein gedeelte is door het infarct afgestorven. Mijn hart heeft het zwaar gehad, ook door de reanimatie, maar het leven heeft mij een grote kans gegeven.’

 

Bent u veranderd?

‘Ik ben nog steeds dezelfde persoon, maar ik beleef alles intenser. Zo besef ik meer wat ik voor mijn kinderen kan betekenen. De liefde voor hen heeft mij de kracht gegeven om terug naar het leven te komen. Verder ben ik spiritueler geworden door deze ingrijpende ervaring. Ik geloofde altijd al dat er meer is tussen hemel en aarde en dat heb ik nu ook daadwerkelijk ondervonden. Om mijn ziekenhuisbed heb ik vijf zielen ervaren die mij hielpen als een kring van licht. Sommigen geloven in helende engelen die om hulp kunnen worden gevraagd. Ik ook. In je eentje overleven is niet te doen. Helaas nemen in mijn omgeving sommige mensen mij niet serieus omtrent mijn hart. Het punt is, ik zie er niet ziek uit, zelfs beter dan voorheen. Toen zag ik vaak wit terwijl ik nu meer kleur op mijn wangen heb, maar dat komt door de (vaatverwijdende) medicijnen. Mensen zien maar een klein stukje, zij zien het niet als ik ineens word overvallen door moeheid of hartpijn. Het is heel dubbel: aan de ene kant is het jammer dat er vaak aan voorbij wordt gegaan, omdat het overkomt alsof het allemaal niets betekent. Aan de andere kant ben ik door de laconieke houding van anderen in staat om mijn situatie te relativeren. Hoe zij mij zien, vat ik op als een compliment voor mijn revalidatie.’

 

Voelt u zich hartpatiënt?

‘Ja. Mijn hart bepaalt het tempo van mijn leven en alles herinnert aan mijn hartproblemen. Maar ik vind het niet erg dat dit mij is overkomen. Ik begrijp mijn hart en waarom het is gebroken. Als zoveel moois uit een leven verdwijnt zoals onze honden, dan is het verlies niet te dragen en breekt letterlijk het hart. Elke dag besef ik hoe bijzonder het is dat ik nog leef en bij mijn gezin kan zijn. Ik koester die momenten en ben ontzettend dankbaar dat wij nog samen zijn. Sinds een paar maanden hebben we Hailey in huis, een Jack Russell pup. Met haar hoop ik meer in beweging te komen. Wie weet kan mijn hart nog verder herstellen.’

 

Hij vertelt…

Hoe was het voor u om uw partner te reanimeren?

‘Eerst was er een moment van paniek waarin ik haar vroeg om mij niet alleen achter te laten. Daarna heb ik de knop omgezet en begon ik te handelen want de signalen waren duidelijk ernstig. Wat ik heb geleerd tijdens een cursus BHV (bedrijfshulpverlening) op mijn werk, kon ik nu in praktijk brengen. Destijds, tijdens de cursus, heb ik er niet bij stilgestaan dat mijn partner mijn hulp nodig zou hebben. Op de cursus heb ik geleerd dat reanimatie op een harde ondergrond hoort plaats te vinden, vandaar dat ik haar eerst van het bed heb afgehaald.’

 

In hoeverre is uw leven hierdoor veranderd?

‘Ik spring nu meer bij in het huishouden. Zo zorg ik er bijvoorbeeld voor dat Karin zich niet druk hoeft te maken over het eten als zij in de namiddag even gaat liggen om bij te komen van de dag.’

 

Wat vindt u als partner het moeilijkst tijdens dit gehele proces?

‘Het onbegrip dat er voor hartpatiënten is. Ik werk in de bouw en daar zie ik het ook dagelijks terug bij collega’s die hartpatiënt zijn. Na zes weken moeten zij van de Arbo-arts alweer aan de slag terwijl dat te hoog gegrepen is. In onze persoonlijke omgeving is er tevens veel onbegrip. Velen hebben niet door dat Karin aan het einde van de dag moe is. Ik werk niet meer over, omdat mijn gezin mij thuis nodig heeft. Sterker nog, ik wil er zijn. Niets is zeker, maar ik ben blij dat wij nu als gezin nog bij elkaar zijn, dus de toekomst zie ik positief in!’