Winkelen? Neem je bril mee!

Hartpatiënt? Last van aderverkalking? Hoge bloeddruk of te hoog cholesterol? Medicijnen helpen niet om de oorzaak aan te pakken. U kunt echter zelf ook veel doen om uw lichaam weer in balans te krijgen. Lees om te beginnen eens de kleine lettertjes op de verpakkingen van de voedingsmiddelen in de winkel! Kunt u die zonder bril niet lezen? Neem dan een bril of desnoods een loep mee!

Huisarts voor integrale geneeskunde Sjaak Mulders (58) uit Swalmen wijst op het boek ‘Wat is nu écht gezond?’ dat hij eind oktober jl. presenteerde. Hij schreef het boek om mensen bewust te maken van wat ze zelf kunnen doen om gezond te blijven of weer gezond(er) te worden. En u kunt meer dan u denkt!

‘Mensen hebben soms last van bijwerkingen van medicijnen’, legt Mulders uit. ‘Maar wat je in de winkel koopt, met op de verpakkingen al die moeilijke onbegrijpelijke woorden – dat geeft op den duur ook bijwerkingen! We moeten leren etiketten te lezen in de winkel. Ziet u namen die u niet kunt uitspreken? Zet het snel terug in het vak! Het gaat dan waarschijnlijk om toevoegingen die het lichaam moet opruimen. Als u uw lichaam niet wil belasten, laat die producten dan achterwege!’

‘U hebt zelf de keuze. U kunt beter zelf verse groenten bereiden dan allerlei pakjes of blik te gebruiken, om maar een voorbeeld te noemen.

Ieder mens heeft een ingebouwd mechanisme in zijn lijf dat gericht is op balans. Zodra die balans wordt verstoord, grijpt het lichaam in. Hierdoor ontstaan signalen om aan te geven dat de balans is verstoord en dat ervaar je als een klacht of symptoom. Meestal komt het dan weer goed. Maar als die verstoring almaar blijft bestaan, gaat het mis.

‘In ons hoofd zit een soort controlekamer’, legt Mulders uit. ‘Als iets in ons lijf uit balans is, wordt het overlevingssysteem geactiveerd. Dan gaan de hartslag en de bloeddruk omhoog en wordt het cholesterol verhoogd. Ik heb een lijstje gemaakt van 37 mogelijkheden waardoor die controlekamer geactiveerd raakt. Bijvoorbeeld als we teveel geraffineerde granen, melkproducten met toevoegingen en bewerkte dierlijke producten eten. En te veel transvetten, fabrieksmatige toevoegingen (additieven) en alcohol gebruiken. Ook geluidsoverlast, milieuvervuiling, overmatige hygiëne, gebruik van cosmetica, afname van beweging, slaaptekort en de 24-uurseconomie kunnen dat controlecentrum activeren.’

De basis van de controlekamer, de hypothalamus, is gedurende de evolutie ontstaan. ‘We zijn afkomstig van de eerste eencelligen, 3,5 miljard jaar geleden. Onze lichaamscellen gaan nog steeds uit van hetzelfde principe: delen en vermenigvuldigen als de omstandigheden goed zijn en bij slechte omstandigheden, afwachten.’

‘Als het lichaam uit balans is en zich een gevaar of bedreiging vormt dan activeert de controlekamer in ons brein het autonome zenuwstelsel en het hormoonstelsel. De controlekamer signaleert de (on)balans en reageert hierop.  Als een onbalans te lang blijft bestaan, ontstaan er verstoringen. De controlekamer activeert de sympathicus met de daarbij behorende hormonen. Infecties, honger en dorst, de vecht-of-vluchtreactie of klimaatveranderingen zijn voorbeelden van stressoren die het lichaam weet te hanteren. Dan gaat het om processen die in vroegere dagen voor ons gevaar opleverden. Maar we leven nu in deze tijd met andere verstoorders.’

‘Onbalans betekent gevaar en dan worden de bijbehorende hormonen geactiveerd. Duurt dat te lang en blijft de verstoorder bestaan dan ontstaan de moderne westerse aandoeningen zoals hart- en vaatziekten. Op een gegeven moment raken de bijnieren uitgeput, worden mensen depressief en krijgen bijvoorbeeld fybromyalgie en noem maar op. Corrigeren is mogelijk, maar dan moeten alle uitlokkende factoren worden bekeken.’

‘Je hoort vaak zeggen dat de oorzaak van hoge bloeddruk in 95 procent van de gevallen onbekend is. Maar hoge bloeddruk, net als andere klachten, is een gevolg van een verstoorde balans.’

Mulders noemt een voorbeeld van wat mensen kunnen doen om het tij te keren. ‘Ik zie dat darmen vaak verhoogd doorlaatbaar zijn door geraffineerde granen, intoleranties voor bijvoorbeeld gluten, additieven of te veel fructose. Vaak gaat het om geraffineerde vetzuren, en daar valt zowat alles onder wat in een fles zit, zoals zonnebloemolie. Zorg er steeds voor om alles in de juiste verhouding aan onbewerkte vetzuren binnen te krijgen. Om te verhitten kunt u beter verzadigd vet nemen zoals kokosvet of roomboter. Maar wel met mate. We eten veel te veel suikers en geraffineerde koolhydraten.’

‘Te veel glucose in het bloed leidt tot verklevingen en ontstekingen. Daar komen witte bloedlichaampjes op af, maar die kunnen de schade niet repareren omdat de oorzaak van het probleem blijft bestaan. Uiteindelijk leidt dat tot plaquevorming op de meest stressvolle plekken in de slagaders, namelijk op de splitsingen van de bloedvaten en uiteindelijk leidt dit dus tot aderverkalking. Als u weet dat geraffineerde, dus in de fabriek bewerkte producten dit doen, kunt u beter kiezen voor onbewerkte voedingsbronnen. Noten en fruit bijvoorbeeld. En verse groenten zelf bereiden, niet uit pakjes. Laat geraffineerde granen een tijdje achterwege, evenals melkproducten met diverse smaken.’

Wat kunt u zelf doen om gezonder te leven? Bestel het boek ‘Wat is nu écht gezond?’ Voor 14,95 (inclusief verzendkosten) te bestellen (zolang de voorraad strekt!) via: www.eenvaardigheid.nl

voor meer artikelen klik hier

Het mysterie van de allergische reactie

Het aantal mensen met een allergie stijgt ieder jaar. Van de kinderen die nu geboren worden, is zelfs ongeveer de helft er gevoelig voor. En hoewel allergieën niet significant meer voorkomen bij mannen of bij vrouwen, zijn er toch flink wat verschillen tussen de beide seksen.

Zo komt pinda-allergie bijvoorbeeld veel vaker voor bij jongetjes dan bij meisjes, het verschil is zelfs 30%. Opvallend genoeg groeien jongens er wel vaker overheen dan meiden, waardoor de aantallen op 15-jarige leeftijd weer zo goed als gelijk zijn. En op 24-jarige leeftijd hadden de vrouwen de mannen zelfs ingehaald. Hoe dat kan? Daar zijn de wetenschappers nog steeds niet over uit.

Mogelijk zouden hormonen hierbij een rol kunnen spelen. Dat blijkt bijvoorbeeld ook uit de onderzoeken over astma. Astma heeft verschillende vormen, waaronder allergisch astma. Bij deze variant worden mensen benauwd als ze aan bepaalde allergenen (zoals stuifmeel of huisstofmijt) worden blootgesteld. Vrouwen hebben twee keer zo veel kans om allergisch astma te ontwikkelen dan mannen en hebben er bovendien ook veel meer last van. Dit terwijl er in de kindertijd juist meer jongetjes met astma zijn dan meisjes.

Onderzoekers ontdekten vorig jaar dat het mannelijke geslachtshormoon testosteron ervoor zorgt dat er minder van een bepaald type afweercellen in de longen wordt aangemaakt. Hierdoor hebben mannen een kleinere kans op astma-aanvallen. Deze ontdekking is belangrijk, omdat de medicatie voor allergieën op dit moment voor mannen en vrouwen nog hetzelfde is. Als het geslacht van invloed is op de ontwikkeling en de ernst van de allergie, zal er ook meer onderzoek gedaan moeten worden naar medicatie hiervoor.

Kruiden

Maar er zijn meer opvallende verschillen tussen mannen en vrouwen. Zo blijken vrouwen bijvoorbeeld vaker allergisch te zijn voor bepaalde kruiden. Vermoedelijk komt dit doordat er steeds vaker kruiden worden toegevoegd aan cosmetica, zoals vanille in parfum of natuurlijke shampoos op kruidenbasis. En, minder opvallend: ook in veel make-upsoorten zitten kruiden, omdat dit lekker ruikt en goed is voor de huid. Hoe pittiger het kruid, hoe meer kans dat er een overgevoeligheid wordt ontwikkeld. Met name knoflook, kaneel, vanille en zwarte peper kunnen een allergische reactie opwekken. En waarschijnlijk is bij veel voedselallergieën een kruid de boosdoener.

Over voedselallergie gesproken: vrouwen hebben ook vaker last van een glutenintolerantie dan mannen. Er is echter een groot verschil tussen een intolerantie en een allergie. Bij een allergie reageert het hele afweersysteem op bepaalde allergenen, waardoor je bijvoorbeeld last krijg van niesbuien of geïrriteerde huid. Terwijl bij een intolerantie niet het afweersysteem in actie komt, maar alleen de darmen. De ernstige variant daarvan heet coeliakie. Dit is dus absoluut géén allergie. Sterker nog: een allergie voor gluten bestaat helemaal niet! In feite heeft zelfs maar ongeveer 3% van de mensen een voedselallergie, terwijl 25% denkt er één te hebben.

Hooikoorts

Nog een veelvoorkomende allergie die vaker vrouwen treft is hooikoorts, met name bij berkenpollen. Bovendien zijn de klachten bij hen ook heviger dan bij het andere geslacht. Ook bij dierenharen, de zon en metaal (vooral nikkel, dat veel in sieraden wordt gebruikt) delven vrouwen het onderspit. Zijn er dan ook nog dingen waar mannen minder goed op reageren? Toch wel. Bij hen wordt iets vaker een huisstofmijtallergie vastgesteld. Bij twintigers en zestigplussers is het verschil het grootst.

Er zal nog veel meer onderzoek nodig zijn om een beter beeld te krijgen waarom de ene persoon allergisch reageert en de ander niet. Er zijn theorieën die stellen dat borstvoeding een rol speelt, andere gaan juist weer uit van erfelijkheid of van de mate van hygiëne. De verschillen tussen mannen en vrouwen kunnen verband houden met het verschil aan blootstelling (zoals met kruidenallergie en nikkelallergie), met hormonen (testosteron bij mannen versus schommelende hormoonbalans bij vrouwen) en met verschillen in het immuunsysteem. Onderzoekers zien namelijk steeds duidelijker verschillen tussen hoe het vrouwelijk immuunsysteem anders reageert, bijvoorbeeld op infecties of vaccinaties. Waarom? Dat blijft voorlopig nog een groot mysterie…

voor meer artikelen klik hier

Vrouwen hebben vaker bijwerkingen van medicijnen

Is het verschil biologisch of psychisch?

Vrouwen melden vaker bijwerkingen van medicijnen, is inmiddels vastgesteld. Maar wat is de oorzaak van het verschil? En als we die achterhalen, wat kunnen we dan met deze kennis?

Het onderzoek dat momenteel wordt gedaan naar genderverschillen in bijwerkingen van medicijnen is onderdeel van het Kennisprogramma Gender en Gezondheid van ZonMW, dat is opgericht om de kennisachterstand over man-vrouwverschillen in de gezondheidszorg te verkleinen. Sieta de Vries, werkzaam op de afdeling Klinische Farmacie en Farmacologie van het Universitair Medisch Centrum Groningen (UMCG) is een van de onderzoekers die het onderzoek samen met Nederlands Bijwerkingencentrum Lareb uitvoert. Hoewel het project nog in volle gang is, kan ze al het een en ander vertellen over de resultaten.

MEB Regulatory Science Day.
foto © Bart Versteeg 08-02-18

 

‘We kunnen inmiddels al wel vaststellen dát er een verschil is in bepaalde medicijngroepen en type bijwerkingen, maar concluderen waar dat verschil precies door veroorzaakt wordt is lastiger’, vertelt De Vries. ‘Er zijn namelijk veel verschillende factoren die een rol kunnen spelen. Biologische factoren, bijvoorbeeld dat een medicijn een ander effect heeft op een vrouwenlichaam dan op dat van een man, of dat de dosering van het medicijn niet aangepast is op het genderverschil. Maar er spelen ook sociale, psychologische en culturele factoren mee. Misschien maken vrouwen bij dezelfde klachten bijvoorbeeld eerder melding bij Lareb of bij hun zorgverlener dan mannen. En het zou ook kunnen dat de zorgverlener wordt beïnvloed door het geslacht van de patiënt. Misschien wekt een vrouw bijvoorbeeld eerder sympathie op, of wordt ze juist minder snel serieus genomen. Dat soort dingen moet je allemaal meewegen, voor je een conclusie kunt stellen.’

Antidepressiva

Behalve het feit dat vrouwen vaker bijwerkingen melden, zijn er ook verschillen in het type bijwerkingen dat zij melden. De Vries noemt het voorbeeld van antidepressiva. Mannelijke gebruikers melden bijvoorbeeld vooral agressie, oorsuizen en seksuele problemen als bijwerkingen. Vrouwen melden daarentegen vaker klachten als bijvoorbeeld misselijkheid, gewichtstoename, haaruitval, hartkloppingen en duizeligheid. En bij statines (cholesterolverlagers) is er ook een duidelijk verschil. Vrouwelijke gebruikers melden vaker haaruitval, misselijkheid, hartkloppingen en droge mond, terwijl mannen vaker last zeggen te hebben van peesscheuren, verminderd libido en ontsteking van de alvleesklier.

Maar ook daarin moet rekening gehouden worden met psychologische verschillen. Vrouwen zouden haaruitval bijvoorbeeld sneller alarmerend kunnen vinden dan mannen, terwijl mannen mogelijk juist een verminderd libido eerder als een probleem kunnen beschouwen. ‘En hoe reageert de zorgverlener op de klacht?’, zegt De Vries. ‘Misschien denkt hij of zij bij een man die haaruitval meldt: ‘Oh, dat zal wel meevallen’, en wordt de bijwerking niet genoteerd.’

Hormonen

Volgens De Vries is er onder andere in Amerika al eerder onderzoek gedaan naar dit onderwerp, maar werd in die onderzoeken geen rekening gehouden met het feit dat bepaalde medicijnen vaker aan vrouwen worden voorgeschreven dan aan mannen, en andersom. In het Nederlandse onderzoek is voor die verschillen wel gecorrigeerd. Bij de meeste medicijnen werden hierna geen verschillen gevonden in de gemelde bijwerkingen. Maar bij bepaalde groepen, zoals schildkliermedicijnen, cholesterolverlagers en antidepressiva, zijn echter wel duidelijk andere ervaringen gesignaleerd. Dat is een opvallend resultaat.

De Vries: ‘Nu we dit weten, komen er vervolgvragen. Kunnen de bijwerkingen bijvoorbeeld gerelateerd zijn aan hormonen? Zijn beide seksen wel even trouw met het innemen van hun medicatie? Heeft het medicijn een andere werking in het vrouwelijk lichaam? Of worden vrouwen bijvoorbeeld te hoog gedoseerd, waardoor zij sneller bijwerkingen krijgen?’

Om op dat soort vragen antwoord te krijgen, is nog veel meer onderzoek nodig. Of dit gefinancierd kan worden, is op dit moment nog niet bekend. De Vries vermoedt zelf dat de verschillen uiteindelijk verklaard zullen worden door een combinatie van biologische en psychologische factoren. Maar of met die kennis ook daadwerkelijk iets gedaan kan worden? ‘Dat kan zeker, maar de manier waarop is nog onduidelijk’, legt ze uit. ‘Mogelijk kunnen er andere richtlijnen komen voor de

dosering van een medicijn, of wordt de groep die de meeste bijwerkingen meldt van een bepaald medicijn, beter gemonitord. Ik kan me ook voorstellen dat er verschil komt in het advies dat de zorgverlener geeft aan een man of aan een vrouw, wanneer een bepaald medicijn wordt voorgeschreven’.

Hoe meer resultaten er komen, des te meer De Vries zin krijgt om zich verder in het onderwerp vast te bijten. ‘Er zijn zo veel verbanden te leggen. Welke rol speelt gewicht bijvoorbeeld? En hormoonschommelingen? Ook wat betreft leeftijd lijken patronen zichtbaar. Er is dus nog heel veel aanvullend onderzoek nodig. Ik hoop dat ik me daar de komende jaren verder in kan verdiepen, want ik vind het superinteressant!’

voor meer artikelen klik hier

Het verhaal achter junkfood

Even snel een vette hap opsmikkelen: we doen het allemaal. En niemand hoeft ons te vertellen dat junkfood slecht is. Als het bij één snack blijft van tijd tot tijd, kan junkfood geen kwaad. Maar het verslavende effect van junkfood maakt het er niet gemakkelijker op. Wat is junkfood en waarom is het slecht? HartbrugReizen zet het op een rij.

Junkfood of fastfood is kant-en-klaar voedsel met een lage voedingswaarde. De reden? Het bevat weinig tot geen voedingsstoffen, zoals vitaminen, die van belang zijn voor het functioneren van lichaam en geest. Daarentegen is junkfood ‘rijk’ aan calorieën onder andere vanwege het hoge gehalte aan zout en suiker, maar ook ongezonde vetten. Naast het verslavende effect van junkfood, is het een dikmaker en ziekteverwekker én van invloed op het brein.

Dikmaker

Een hoge consumptie junkfood zorgt ervoor dat u snel aankomt. Slechte calorieën zijn daaraan schuldig, maar ook het feit dat junkfood niet zorgt voor een verzadiging door de afwezigheid van voedingstoffen. Hierdoor houdt u trek en blijft u eten waardoor u te veel calorieën binnenkrijgt. Uiteindelijk slaat het lichaam het vet op. Daarnaast werkt de combinatie vet en suiker verslavend, dus reken maar uit.

Ziekteverwekker

De gewichtstoename is het tipje van de sluier. Naast overgewicht, kunnen door een overmatige consumptie van junkfood, levensbedreigende gezondheidsproblemen ontstaan. Zout verhoogt het risico op een hoge bloeddruk, terwijl een overvloed aan suikers de insulineproductie van het lichaam overhoop haalt wat uiteindelijk tot diabetes kan leiden. En wat doet vet? De invloed van vet op bijvoorbeeld uw cholesterolgehalte is niet mis, want onder meer hart- en vaatziektes liggen op de loer.

Breinaantaster

Het verslavende effect van junkfood is bekend. Maar wist u dat de ontbrekende voedingsstoffen in junkfood van belang zijn voor uw hersenen? Voedingsstoffen ondersteunen de werking van het brein, maar door het consumeren van junkfood, is de inname van voedingsstoffen verminderd. Het gevolg?

Als eenmaal de opwekkende werking van suikers is verdwenen, volgt na de piek, onder andere suf- en loomheid. Hierdoor functioneren uw hersenen en u slechter. Daarnaast kunt u zich terneergeslagen voelen en op de lange duur ligt zelfs een depressie op de loer.

Feiten & weetjes over (ongezond) eten

  • Eet u twee keer per week junkfood? Dat is gemiddeld ongeveer acht kilogram per jaar erbij!
  • Junkfood kan verschijnselen van ondervoeding veroorzaken door een langdurig gebrek aan voedingsstoffen.
  • Vet is niet per definitie ongezond, mits het onverzadigd vet is wat u consumeert. Verzadigde vetten (jawel, junkfood) zijn de boosdoener.
  • Over vet gesproken… wist u dat een avocado ruim twee keer zo vet is als roomijs? Maar de avocado is een gezondere keuze vanwege de onverzadigde vetten, vitaminen en vezels.
  • En Omega 3-vetten verlagen de kans op hart- en vaatziekten!
  • Op zoek naar een vetvrij tussendoortje? In wortels zit geen vet, dus ga gerust aan het knagen!
  • ‘Light’ is allesbehalve ‘light’. In Nederland is de term ’light’ beschermd en mag gebruikt worden als een product óf 30% minder suiker, óf 30% minder vet, óf 30% minder calorieën bevat. En juist een ‘of’ doet de producten, en u, geen goed.
  • Zijn alle koolhydraten ongezond? Integendeel! Koolhydraten zijn een belangrijke bron van energie, maar kies voor koolhydraten uit bijvoorbeeld volkoren producten zoals volkorenbrood en zilvervliesrijst in plaats van koolhydraten die arm zijn aan voedingsstoffen zoals junkfood!
  • Eet u spelt, omdat het beter zou zijn dan tarwe? Neem dan gerust weer tarwe. Het verschil is nihil, maar sommigen verdragen spelt beter dan tarwe.
  • Eiwitten heeft u nodig en kunt u uit dierlijke producten halen én uit plantaardige producten. Dus varieer!
  • Ooit van Orthorexia Nervosa gehoord? Het is een eetstoornis waarbij de persoon in kwestie geobsedeerd is door gezond eten. Stelregel: zoek de gouden middenweg op.
  • Sommigen zweren bij detoxen om het lichaam te ontgiften van afvalstoffen, maar het wetenschappelijk bewijs ontbreekt. Detoxen heeft geen schadelijke effecten en als u zich er beter door voelt, dan is het prima. Let wel: een kuur langer dan dertig dagen kan zorgen voor een tekort aan essentiële voedingsstoffen.
  • Behoefte aan een groente- en of fruitboost? Maak een smoothie en kom zo aan uw vitamines.
  • Water drinken is goed, sterker nog: 1,5 tot 2 liter water per dag horen wij tot ons te nemen. Maar wist u dat te veel water drinken kan leiden tot een heuse water-intoxicatie? Ook hier geldt dus: overdrijf niet.
  • Dorst is een teken van uitdroging.
  • Onze stemming wordt onder andere bepaald door wat wij eten, des te meer reden dus om bewust te eten!

voor meer artikelen klik hier

junkfood

Erik liet een niet-reanimeren tatoeage op zijn borst plaatsen

‘Als mijn hart ermee stopt, is dat een teken dat mijn lichaam op is’

Naast een verklaring of een penning, is ook een tatoeage die aangeeft dat de drager ervan niet gereanimeerd wil worden in Nederland rechtsgeldig. Erik Vaasen (44) liet zo’n tattoo op zijn borst plaatsen.

Op het eerste gezicht lijkt Erik Vaasen een man die geniet van het leven. Hij doet fanatiek aan handbiken en fietst soms wel 80 kilometer door het prachtige Limburg. Daarnaast heeft hij een leuke baan als 3D-ontwerper in de metaalindustrie. Maar ondanks de lach op zijn gezicht, lijdt hij dagelijks helse pijnen. ‘Zelfs morfine is tegen die pijn niet bestand’, vertelt hij.

Waaraan Erik precies lijdt, is niet officieel vastgesteld. Zelf weet hij zeker dat hij meervoudig spierreuma en fibromyalgie heeft. Elf jaar geleden begonnen zijn benen uitvalsverschijnselen te vertonen en inmiddels beweegt hij zich voor 90 procent van de tijd voort in een rolstoel.

‘Ik denk dat er meer aan de hand is’, zegt Erik. ‘Want de pijn is zo extreem dat het bijna niet mogelijk is dat ik alleen fibromyalgie en reuma heb. Toch willen de artsen mij niet verder onderzoeken en wil de gemeente mij eerst een langere tijd laten behandelen in een revalidatiekliniek. Voor mij is dat geen optie, omdat ik dan weer vanaf een nulpunt moet beginnen, terwijl ik nu juist heel goed functioneer. In zo’n kliniek zouden de muren op me afkomen. Ik heb vroeger aan extreme sporten gedaan, zoals klimmen, raften en martial arts. Daarnaast was ik militair reservist. Ik weet dus heel goed hoe ik met pijn moet omgaan. Het is voor mij belangrijk dat ik daarnaast dingen blijf doen waar ik mijn energie en creativiteit in kwijt kan, zoals mijn sport en mijn werk. Dat begrijpt de gemeente niet, er loopt nu een rechtszaak. Want zonder een diagnose van een aantoonbare ziekte, kom ik niet in aanmerking voor een vergoeding voor de aanpassing van mijn huis, een nieuwe rolstoel of een gehandicaptenparkeerkaart. Een vicieuze cirkel, waar ik niet uitkom.’

Penning

Inmiddels heeft Erik een wilsverklaring op laten stellen waarin staat vastgelegd dat hij niet meer behandeld wil worden als hij niet meer bij machte is om daar zelf over te beslissen. Ook heeft hij bij de Nederlandse Vereniging voor Vrijwillig Levenseinde (NVVE) een niet-reanimeren penning aangevraagd. Maar omdat hij die tijdens zijn werk niet altijd kan dragen, heeft hij ook een tatoeage laten zetten met de woorden ‘niet reanimeren/no cpr–penning aanwezig’.

‘Dat roept bij veel mensen vragen op’, zegt hij zelf. ‘Maar het is heel simpel: ik vertrouw erop dat mijn lichaam zelf aangeeft als er iets fout is. Als mijn hart ermee stopt, zie ik dat als een teken dat mijn lichaam op is.’

Dat mensen ook na een hartaanval weer helemaal de oude kunnen worden, weet hij zelf als geen ander. ‘Mijn vader heeft ruim tien jaar geleden een infarct gehad en hij heeft er niets aan overgehouden’, zegt hij. ‘Toch begrijpen zelfs mijn ouders waarom ik dit wil, hoe heftig die beslissing ook is. Zij zien met eigen ogen hoe extreem mijn pijn is, en dat er weinig kans is dat het in de toekomst nog zal verbeteren. Het gaat juist alleen maar verder achteruit. En ik wil niet nóg verder aftakelen, wat waarschijnlijk wel zou gebeuren als ik gereanimeerd zou moeten worden.’

Wens

De tattoo zit precies op de plek waar druk wordt gelegd tijdens een reanimatie. ‘Ik wilde dat het zo duidelijk mogelijk was’, legt Erik uit. ‘Professionele hulpverleners zullen, als ze mijn tattoo zien, meteen stoppen met behandelen. Zij zijn verplicht zich aan de penning én ook aan de tattoo te houden. Bhv’ers en andere niet-professionals moeten zelf de keuze maken en kunnen daardoor misschien voor een dilemma staan, maar ik hoop dat ze mijn wens zullen respecteren. Daarom ben ik ook heel open naar iedereen in mijn omgeving. Iedereen weet dat ik een penning heb, en voor zover ik weet heeft iedereen daar ook begrip voor.’

Toch hoopt Erik dat hij nog lange tijd kan genieten van het leven op de manier zoals hij dat nu doet. ‘De tattoo is zeker geen teken dat ik het heb opgegeven, het is puur een voorzorgsmaatregel. Nu kan ik alleen nog maar hopen op hulp vanuit de gemeente, zodat mijn leven ook wat makkelijker wordt…’

Voor meer artikelen klik hier

Agnes Kant: Meld bijwerking medicijnen!

Iedereen die medicijnen gebruikt, kan ook bijwerkingen krijgen. Soms vallen ze mee, maar er zijn ook ernstige bijwerkingen. Nog niet alle aspecten over mogelijke bijwerkingen zijn bekend. Daarom is het belangrijk vermoedens van bijwerkingen te melden bij Bijwerkingencentrum Lareb. Lareb is het Nederlandse meld- en kenniscentrum voor bijwerkingen van geneesmiddelen, waaronder vaccins, én geneesmiddelengebruik tijdens zwangerschap en borstvoeding. Het is een onafhankelijke stichting met een kleine vijftig werknemers, gefinancierd door het College ter Beoordeling van Geneesmiddelen (CBG) en het Ministerie van Volksgezondheid. Lareb signaleert risico’s van het gebruik van geneesmiddelen in de dagelijkse praktijk en verspreidt kennis hierover.

Antistollingsmiddel

Heel actueel zijn meldingen over het gebruik van antistollingsmiddel acenocoumarol, vertelt Agnes Kant, directeur van Lareb. ‘We kregen de eerste helft van 2017 tien meldingen van mensen die dit middel gebruikten en van merk moesten wisselen’, zegt Kant. ‘Ze kregen eerst het antistollingsmiddel van Sandoz en moesten overstappen naar het merk Centrafarm. Bij veel gebruikers is dit uiteraard zonder problemen verlopen.  Maar uit de meldingen bleek dat er na de wisseling bij deze mensen sprake was van een kortere stollingstijd. Dat kan worden vastgesteld door het meten van INR waarden door de trombosedienst. De patiënt voelt dat zelf niet. Wij adviseren mensen die recent gewisseld zijn van acenocoumarol Sandoz naar acenocoumarol CF en zich zorgen maken, contact op te nemen met de trombosedienst .’

‘Van merk veranderen kan soms tot bijwerkingen leiden ‘, legt Kant uit. ‘Bijvoorbeeld doordat de werkzaamheid toch anders uit pakt. Sommige geneesmiddelen vragen een goede instelling. Vaak gaat het goed. Maar als er wel klachten zijn, willen wij dat bij Lareb graag weten. Meld die dus!’

Rode gist

Onlangs signaleerde Lareb vervelende en voor veel mensen onverwachte bijwerkingen van rode gist.  Rode gist rijst bevat een natuurlijke statine en is bij de drogist of in de supermarkt verkrijgbaar. ‘Rode gist kan dezelfde bijwerkingen geven als statines’, zegt Kant. ‘Het is belangrijk dat mensen dat weten. Het kan in sommige gevallen leiden tot spierafbraak of alvleesklierontsteking. Mensen zijn zich daarvan niet altijd bewust. Ze denken: dit is een natuurproduct, dus het zal vast geen bijwerkingen geven. Dat is een misverstand. Als je verwacht dat een middel iets doet, kun je ook verwachten dat het middel iets doet wat je niet wilt, een bijwerking dus.’ Dit voorbeeld geeft aan dat mensen ook bijwerkingen kunnen melden van producten die gekocht zijn bij drogist of supermarkt.

Meldingen

Kant, bij veel mensen nog bekend als prominent Tweede Kamerlid en later partijleider voor de SP, is van haar vak epidemioloog en dus wetenschapper. Als directeur van Lareb is ze erg begaan met de veiligheid van geneesmiddelen. Jaarlijks krijgt Lareb tussen de 20.000 en 25.000 meldingen binnen. ‘Je weet nooit vooraf of een melding leidt tot nieuwe kennis’, zegt Kant. ‘Elke melding wordt afzonderlijk bekeken door een arts, apotheker of andere deskundige. Die beoordeelt of we hier direct iets mee moeten. Wellicht is er nog aanvullende informatie nodig, of komt er direct een nadere analyse, soms ook op een later tijdstip als er meer meldingen zijn. De melding wordt anoniem geregistreerd. Analyses van meldingen kunnen leiden tot waarschuwingen of aanpassingen in de bijsluitertekst. Dat betekent dat de melding ook op een later tijdstip een rol kan spelen bij de signalering. Elke melding afzonderlijk kan ooit van belang zijn, vooraf weet je dat echter niet.’

Statines

‘Het hoeven niet altijd veel meldingen over hetzelfde medicijn te zijn voordat ze de aandacht trekken’, weet Kant. ‘We weten bijvoorbeeld al langer dat statines kunnen leiden tot spierklachten. Deze klachten variëren van kramp en spierpijn (10-15%), tot ernstigere klachten zoals spierafbraak. In 2016 signaleerden we echter op basis van vijftien meldingen dat statines ook spierscheuringen als nare bijwerking kunnen hebben. Dat lijkt niet veel, maar we wisten al dat statines allerlei andere spierproblemen konden veroorzaken, dus het lag wel voor de hand. En in de meldingen zat belangrijke aanvullende informatie. Het bleek namelijk dat de spierscheuring ook bij heel gewone dagelijkse bezigheden kon optreden, dus zonder iets geks te doen.’

Rolverdeling

Bijwerkingencentrum Lareb signaleert en rapporteert nieuwe kennis over bijwerkingen aan het College ter Beoordeling van Geneesmiddelen (CBG) en waar nodig ook aan de Voedsel- en Warenautoriteit, de Inspectie voor de Gezondheidszorg of in geval van vaccins aan het RIVM. ‘Wij signaleren, wij zijn niet de instantie die maatregelen neemt’, benadrukt Kant. ‘Het is aan deze instanties om te bekijken welke maatregelen gewenst zijn, vaak ook op Europees niveau. Het is goed dat de rollen gescheiden zijn, anders gaan zaken door elkaar lopen. Wij wegen ook niet af wat de voor- en nadelen zijn om een bepaald middel op de markt te houden.

Wij doen ons best om de nieuwe kennis zoveel mogelijk te verspreiden. We brengen het daarom ook onder aandacht van zorgverleners en patiëntenorganisaties, zoals Hartpatiënten Nederland. Maar we geven geen advies over geneesmiddelengebruik. Dat is een afweging tussen de arts en de patiënt. Wij kennen de patiënten niet en gaan niet op de stoel van de arts zitten.’

Voor meer artikelen klik hier

Agnes Kant

Voedingshypes

 

Na de feestdagen gaan veel mensen op dieet. Maar wat is verstandig? Veganistisch eten, het Paleodieet, glutenvrij eten, klei in de ochtend, wel granen, of nee, toch geen granen. De diëten en voedingsvoorschriften vliegen je de laatste jaren om de oren. Adviezen die elkaar soms ook nog eens tegenspreken. Wat kun je hier als hartpatiënt mee? Is het verstandig om zo’n dieet te volgen of juist niet? ‘Drastisch het roer omgooien, is hoe dan ook niet goed.’

 

Diëten komen en gaan..

Om maar meteen met de deur in huis te vallen: ‘Vroeger had je het Dokter Frank dieet of het Montignac dieet. Die diëten zijn weer vervlogen, je hoort er niemand meer over. De diëten die nu hip zijn, zullen net als andere diëten weer gaan. ‘Aan het woord is Inge de Kok. Ze is diëtiste in het Bravis Ziekenhuis en adviseert patiënten met een hartprobleem. Behalve op het gebied van hart- en vaatziekten heeft zij als aandachtsgebied voeding bij hartfalen (verminderde pompkracht van het hart). Ze begrijpt wel waar de hypes vandaan komen. In de laatste decennia zijn we steeds ongezonder gaan eten en minder gaan bewegen. ‘Vijftig jaar geleden werd er nog veel puurder gegeten. Men stond bijna twee uur per dag in de keuken. Nu is dat gemiddeld 15 minuten. Red jij dat? Ik niet, als ik een volwaardige maaltijd op tafel wil zetten. Daar zitten dus behoorlijk wat magnetronmaaltijden bij.’ En die kant- en klaar maaltijden bevatten vaak veel zout, suiker, verzadigde vetten en calorieën. Daarbij zijn we een stuk minder gaan bewegen. Niet voor niets worden onze leefgewoonten in verband gebracht met hart- en vaatziekten.

 

Mensen zijn op zoek naar hoe het dan wel moet. Vandaar dat de voedingsadviezen variërend van elke ochtend klei eten tot eten zoals de mensen uit het Paleoliticum deden of het schrappen van alle dierlijke producten je om de oren vliegen. Toch is het voor hartpatiënten nog meer dan voor anderen niet slim om zomaar zo’n dieet te gaan volgen. ‘Je kunt vaak niet ongestraft het roer omgooien,’ vertelt De Kok. Zo worden er door hartpatiënten bij het veranderen van eetgewoonten vaak vermoeidheid, lusteloosheid gemeld. Ook misselijkheid, darmproblemen of veranderingen van smaak kan voorkomen door interactie van voeding met medicijnen.’ Maar de meeste hartpatiënten willen wel graag weten hoe ze met hun voeding hun gezondheid kunnen verbeteren. Ze vragen vaak: ‘wat moet ik doen?’ vertelt De Kok.

 

Noten

Bij elk risicofactor op hart- en vaatziekten komt weer een ander voedingsadvies om de hoek kijken, legt ze uit. Maar er zijn voedingsmiddelen die helpen om hart- en vaatziekten te voorkomen.

 

Zo blijken vette vis, groente, fruit, noten (met name hazelnoten, walnoten en amandelen) en (ongezouten) pinda’s het risico op hart- vaatziekten (hartinfarct of angina pectoris) aantoonbaar te verminderen. De manier waarop de voeding werkt, is wisselend. De voedingsmiddelen hebben allen een ander effect, ze kunnen positief effect hebben op de bloeddruk, het cholesterol of op de mate van hartritmestoornissen. Ook kunnen ze beschermend werken op een beroerte. Specifiek gaat het dan over groente, fruit, (beperkte hoeveelheid) koffie, zwarte en groene thee, vis en voedingsvezel. Het is niet reëel alles direct aan te passen, maar ergens beginnen is een goede start.

 

Angst

Het helpt dus om te kijken naar de risicofactoren en daarop het advies over de voeding aan te passen. Wat De Kok behalve de persoonlijke adviezen in ieder geval belangrijk vindt is dat patiënten weer vertrouwen in hun lichaam krijgen. ‘De eerste maanden zijn mensen vaak angstig. Dan willen ze alles doen wat er mogelijk is om herhaling te voorkomen.’ Gelukkig zakt de angst erna vaak af en krijgen mensen weer vertrouwen en controle over hun lichaam. Bij hun partners en familie blijft de angst vaak wat langer hangen en zij proberen hun partner daarom op het rechte voedingspad te houden. ‘Maar angst is geen goede motivator,’ zegt De Kok.

 

Wat dan wel? De Kok: ‘Daarvoor moet je goed naar jezelf kijken en je afvragen wat voor jou een goede reden is om een voedingspatroon vol te houden. Over het algemeen zijn alle diëten die afwijken van het gemiddelde moeilijk vol te houden. Als je echt een zeer uitzonderlijk dieet volgt, is het moeilijker om uit te gaan eten of op een andere manier mee te doen. Het beste kan je dus een gezond voedingspatroon ontwikkelen. En zo de dingen te eten die anderen ook eten, maar dan op een gezondere manier. En om resultaat te bereiken moet je weten wat je wil en haalbare doelen stellen. En daarbij is een klik met de diëtiste heel belangrijk. Wees ook vooral open tegen hem of meestal haar als het niet goed gaat. Veel mensen zeggen dan de afspraak af, maar juist dan kunnen wij iets betekenen. Iedereen weet eigenlijk diep van binnen altijd wel wat hij of zij zou moeten doen om gezonder te worden, maar soms heb je iemand nodig die jou helpt om het vol te houden. Daar zijn wij voor.’

 

Talloze hartdoden in 2016 door medicijngebruik

 

‘Wees alert op bijwerkingen!

 

ROERMOND – Een jonge vrouw die na het drinken van een veelbelovende afslankthee sterft aan acute hartproblemen. Zeker drie hartdoden door gebruik van een middel tegen misselijkheid en braken. En, een bloeddrukpatiënt van middelbare leeftijd, die door het gebruik van een ACE-remmer werd getroffen door een acute zwelling van het strottenhoofd. Twee dagen later stierf hij.

 

Een kleine opsomming van onvoorziene maar fataal verlopen bijwerkingen van uiteenlopende geneesmiddelen en afslankproducten. Ook in het afgelopen jaar deden zich in Nederland deze dramatische neveneffecten na medicijngebruik voor. De meldingen werden geregistreerd door het Bijwerkingencentrum Lareb, de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) en het Vergiftigingen Informatiecentrum (NVIC).

 

Vanaf eind 2015 tot heden was er evenwel meer aan de hand, zoals: hartkloppingen door een warmtesmeermiddel; hevige benauwdheid en kortademigheid (bij oudere dames) door een gecombineerd gebruik van paracetamol en een smalspectrum-antibioticum; en de kans op hartfalen door een middel dat wordt voorgeschreven bij de behandeling van volwassenen met niet-kleincellige longkanker.

 

Bijwerkingencentrum Lareb, in ’s-Hertogenbosch, hoopt over enige maanden de eindbalans te kunnen opmaken van het aantal meldingen van neveneffecten door geneesmiddelen in 2016 en de eventuele gezondheidsschade die daarbij is aangericht. In 2015 ontving Lareb ruim 24.000 meldingen.

 

Volgens Lareb-directeur Agnes Kant wordt in elk Nederlands ziekenhuis elke dag gemiddeld één patiënt gezien (of opgenomen) vanwege meer of minder ernstige problemen door het gebruik van een geneesmiddel. ‘Want, naast wat je wilt dat het doet, doet een geneesmiddel vaak ook iets dat je nadrukkelijk níet wilt’, zei zij tijdens de viering van het 25-jarig bestaan van Lareb, in mei van dit jaar in de Jaarbeurs te Utrecht.

 

Geneesmiddelen, we kunnen helaas niet zonder. Vrijwel geen mensenleven voltrekt zich zónder fysieke of mentale misère; dergelijke ellende spant een rode draad door de levens van velen. Ongemak en kwalen, euvels en stoornissen, serieuze aandoeningen en soms levensbedreigend onheil. We slikken, spuiten of smeren een als genezend of verzachtend aanbevolen middel zónder precies te weten waaraan we onszelf blootstellen. We vertrouwen erop dat de dokter het wel weet en dat die het met de beste geneeskundige bedoelingen aan ons heeft voorgeschreven.

 

Meestal is dat ook zo. Alhoewel veel kleine ongemakken dikwijls uit zichzelf verdwijnen en medicijnen daartoe niet altijd echt nodig zijn, worden ze dikwijls toch voorgeschreven. Omdat we daar soms zelf bij de dokter op hebben aangedrongen, maar ook omdat deze wellicht beseft dat elke pil of ieder smeerseltje uiteindelijk farmaceutische omzet betekent…

 

Veruit de meeste bijwerkingen treden op bij medicijnen die gewoon op doktersrecept verkrijgbaar zijn. Ook gaat het regelmatig mis bij ‘gezondheidsproducten’ die door gebruikers eigenhandig zijn aangeschaft bij webshops, via sociale media als Facebook, of verkregen via allerhande verkoopsites als Marktplaats. Het gaat daarbij dikwijls om afslankmiddelen en detox-preparaten. Bovendien worden veel van dergelijke producten aan de deur of bij sportscholen verkocht.

 

Na het gebruik van afslank- en detox-producten van diverse merken werden bij de drie eerder genoemde instanties (Lareb, NVWA en NVIC), gezondheidsklachten gemeld zoals angst, hoge hartslag, hoge bloeddruk, misselijkheid en duizeligheid.

‘Het melden van bijwerkingen draagt bij aan het veiliger gebruik van geneesmiddelen’, stelt Lareb-directeur Agnes Kant, jarenlang fractievoorzitter van de SP in de Tweede Kamer. ‘Daarom is het van belang dat dit bij ons gemeld wordt. Door het analyseren van meldingen krijgen we meer inzicht in bijwerkingen. Inzichten die zorgverleners en patiënten helpen bij de keuze voor een geneesmiddel, het mogelijk voorkomen en tijdig herkennen van bijwerkingen.’

 

Voorzitter Jan van Overveld van de Stichting Hartpatiënten Nederland is het daarmee volkomen eens. Hij zegt: ‘Mede gelet op het feit dat de farmaceutische industrie steeds vaker nieuwe geneesmiddelen door onder meer agressieve marketingcampagnes in de voorschrijfpen van artsen probeert te krijgen, vinden wij het belangrijk om mensen op mogelijke bijwerkingen te blíjven wijzen. En, in geval van een vermoeden hiervan, aan te raden om hiervan melding te doen bij zowel de huisarts als ook bij Lareb.’

 

Volgens Van Overveld blijkt ook in de veelvuldige contacten met donateurs van onze belangenorganisatie voor hartpatiënten dat ook zij vaak niet voldoende scherp zijn op bijwerkingen. ‘Mensen stappen te gemakkelijk heen over een onverwacht vervelend effect van een geneesmiddel. ‘Het zal er wel bijhoren’, redeneren ze, vaak zonder de bijsluiter van het middel te hebben gelezen. Maar, wees alert! Ook artsen wuiven meldingen vaak onterecht weg, in de overtuiging dat het immers bij de patiënt ‘wel tussen de oren zal zitten’.

 

Onlangs werden hartpatiënten geconfronteerd met berichten in de media over gevaarlijke bijwerkingen van statines, die veel worden voorgeschreven voor de behandeling van verhoogd cholesterol. Er werd ernstige spierafbraak gemeld. Lareb stelt: ‘Zo’n 10-15 procent van de gebruikers heeft last van spierklachten. Deze klachten variëren van kramp en spierpijn tot ernstigere spierklachten, zoals spierafbraak. Spierscheuring wordt (nog) niet beschreven in de bijsluiter of in de medische literatuur. Het is belangrijk dat artsen én patiënten zich realiseren dat naast de bekende spierklachten ook spierscheuring kan optreden bij het gebruik van statines.’

 

‘Melden draagt bij aan meer veiligheid’

Sneller toelaten nieuwe medicijnen gevaarlijk

Van minister Edith Schippers (VVD, Volksgezondheid) mogen nieuwe pillen sneller op de markt. Ze komt daarmee tegemoet aan een vurige wens van de farmaceutische industrie en lobby. Maar haar besluit om gas te geven bij de toelating van nieuwe medicijnen is gevaarlijk. De aldus toegelaten medicijnen zijn namelijk niet bewezen veilig en niet bewezen effectief, zegt huisarts Hans van der Linde uit Capelle aan den IJssel.

 

Erger nog: nieuwe pillen erdoor jagen kan levensgevaarlijk zijn. Dat bewijzen massale ongelukken met medicijnen die voor vreselijke bijwerkingen zorgden.  Wereldwijd jaarlijks tienduizenden doden omdat  nieuwe medicijnen onvoldoende getest worden  en vreselijke  bijwerkingen blijken  te hebben. Van der Linde verwijst in dit verband onder meer naar de cholesterolverlager Lipobay, het antidiabeticum Avandia (47.000 doden) en het antihypertensivum Eraldin, dat als bijwerking een akelige dood heeft omdat mensen  niet meer kunnen ademen. ‘Alleen al Lipobay, Vioxx en Avandia waren gedurende deze nog jonge eeuw debet aan meer dan 50.000 doden’, stelt Van der Linde. ‘Niet voor niets introduceerde de Europese unie vorig jaar de omgekeerde rode driehoek op nieuwe geneesmiddelen om aan te geven dat die nooit bewezen veilig en nooit bewezen effectief zijn.’

 

’Geneesmiddelen moeten pas toegelaten worden als ze voldoende zijn getest, dat wil zeggen als de fase-4-onderzoeken zijn voltooid. Dat houdt in dat na toelating op de markt langdurig worden getest op harde eindpunten. Eerder zijn ze bijvoorbeeld getest op surrogaateindpunten, bijvoorbeeld daling van het suikergehalte. Dan volgt het fase-4-onderzoek: daarbij gaat het er niet om of je suiker omlaag gaat, maar of je door dat medicijn beter en langer leeft.’

 

Als al deze onderzoeken zijn afgerond kunnen de resultaten vergeleken worden met de beloftes van de producent aan het begin. Onjuiste claims vallen dan pas door de mand. ’Met die onjuiste claims van farmaceuten komen onvoldoende geteste geneesmiddelen met behulp van miljardenbudgetten in de voorschrijfpen van de arts terecht’, aldus van der Linde. ’De DPP-4-remmers die na 4 jaar snorkende reclame nu een sterk verhoogde kans op hartfalen blijken te geven, zijn daarvan het sprekende voorbeeld.’

 

Medicijnen die niet langer gepatenteerd zijn, blijken  niet meer interessant te zijn voor de farmaceutische industrie. Medicijnen zijn er voor deze industrietak niet om mensen te dienen, maar ’slechts’ een middel om zoveel mogelijk winst te maken. Dat kan, zolang een middel gepatenteerd is en de farmaceutische producent erin slaagt zoveel mogelijk specialisten – en in hún kielzog huisartsen – ertoe te verleiden  alleen hún middel voor te schrijven. Dat is een goudmijn. Op den duur loopt het patent echter af, en dan zakt de prijs drastisch. Geen droog brood meer aan te verdienen, zo lijken de bedrijven te denken. En dus worden er op tijd nieuwe medicijnen op de markt gezet, en specialisten en huisartsen wederom ertoe bewogen om alleen deze nieuwe medicijnen voor te schrijven. Het ellendige is alleen, dat de patiënt en de belastingbetaler aan het kortste eind trekken. Want het nieuwe medicijn is niet bewezen veilig en niet bewezen effectief – maar wel peperduur. Daarvoor mogen uiteindelijk de gewone mensen de beurs trekken via hun ziektekostenverzekering en de belastingen. Je moet als patiënt mondig genoeg zijn om naar het oude, vertrouwde middel te vragen, en daarbij de weerstand van dokter en apotheek breken. Geen eenvoudige opgave!

 

Hans van der Linde waarschuwt al jaren tegen deze praktijken. Als huisarts begrijpt hij patiënten die vragen naar het allernieuwste middel als laatste strohalm. Dat geldt vooral voor de medicijnen tegen kanker die onbetaalbaar zijn en voor het overgrote deel niet beter zijn dan de bestaande middelen. Geen enkele reden voor versnelde toelating tot de markt. Volgens van der Linde maken de farmaceutische bedrijven schromelijk misbruik van juist deze patiënten op zoek naar een laatste strohalm om  nieuwe medicijnen erdoor te jagen, terwijl de bijwerkingen ervan onvoldoende bekend zijn. Soms zelfs levensgevaarlijk, zoals ook blijkt uit een vorige maand verschenen boek van professor Peter Gøtzsche: Dodelijke medicijnen en georganiseerde misdaad. Inderdaad, volgens Gøtzsche gedragen farmaceutische bedrijven zich als een soort maffia, met talloze onnodige doden tot gevolg. In zijn boek onderbouwt de schrijver dit met duidelijke voorbeelden. De British Medical Association prijst het boek onomwonden aan als ’verplichte literatuur voor studenten geneeskunde en aankomende artsen’. Volgens deze Britse artsenkoepel hoort ’de veiligheid van de patiënten belangrijker te zijn dan winst’. Ook daar wordt weer de spijker op de kop geslagen. Het is de farmaceutische industrie louter om de winst te doen. Het medicijn is slechts koopwaar om zoveel mogelijk geld in het laatje te brengen. Over onze ruggen. Desnoods ten koste van ons leven.

 

’Een goed geneesmiddel heeft geen reclame nodig’, weet huisarts van der Linde. ’Artsen prijzen zo’n middel uit zichzelf wel aan.’ Maar waarom wordt in medische bladen dan zoveel reclame gemaakt voor bijvoorbeeld antidiabetica en inhalatoren? ’De reclame kan aanvankelijk niet worden   tegengesproken omdat er nog geen vervolgonderzoek naar de (bij)werking van een geneesmiddel is gedaan’, legt van der Linde uit. ’Je weet niet of je er langer door leeft of juist korter. Het is Russische roulette. Maar omdat al die reclame nog niet weersproken kan worden, hebben de bedrijven ruim baan.’

 

Dat wordt alleen maar erger, nu Schippers besliste dat medicijnen nóg sneller toegelaten mogen worden. Een ontwikkeling die van der Linde, maar ook wij als belangenorganisatie van hartpatiënten, met lede ogen aanzien.

Opmerkelijke bijwerking medicijn? Melden!

 

Slikt u een medicijn en merkt u een vreemde bijwerking die u niet terugvindt op de bijsluiter, meld dat dan! Het kan namelijk wel eens voorkomen dat bepaalde bijwerkingen niet in de bijsluiter staan. Bij het Nederlands Bijwerkingen Centrum Lareb kwamen alleen al vorig jaar 22.000 meldingen binnen, onder meer van bijwerkingen die nog niet in de bijsluiter stonden. Lareb onderzoekt dan wat er aan de hand is, en de nieuwe melding kan zodoende alsnog op de bijsluiter terecht komen.

 

Iedereen reageert anders op een medicijn, zegt Prof. Dr. Eugène van Puijenbroek. Hij is bijzonder hoogleraar Geneesmiddelenbewaking en Geneesmiddelenveiligheid aan de Universiteit van Groningen en onderzoeker bij Lareb. ‘Op de door de fabrikant verstrekte bijsluiter staat een lange lijst van bijwerkingen, waarvan sommige vaker, en andere zelden voorkomen. Maar je moet er altijd op bedacht zijn dat een bepaalde bijwerking er nog niet in staat. Als je als patiënt merkt dat je ergens last van krijgt sinds het slikken van een medicijn en je vindt die bijwerking niet op de bijsluiter terug, dan kan deze patiënt of diens huisarts of specialist dat bij Lareb melden.’

 

Prof. Dr. Eugene van Puijenbroek

De lange lijst die op de bijsluiter staat is niet zoiets als schieten met hagel, vindt Van Puijenbroek. ‘De bijwerkingen worden goed onderzocht en goed genoteerd, en kunnen heel divers zijn.’ Werking en bijwerking zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Hij geeft een simpel voorbeeld. ‘Aspirine (acetylsalicylzuur) wordt in hogere dosering gebruikt als pijnstiller. Maar een bijwerking was dat je bloed er dunner door wordt.’ In een lage dosering wordt deze stof nu ook gebruikt als bloedverdunner.

 

Veel ziekenhuisopnames hadden voorkomen kunnen worden door een beter begrip van de bijwerkingen. Een op twintig ziekenhuisopnames in ons land heeft met geneesmiddelengebruik te maken. Dat bleek in 2006 al uit onderzoek. Ongeveer de helft van die opnames had mogelijk voorkomen  kunnen worden. Niet al die opnames komen door bijwerkingen, ze konden ook andere oorzaken hebben, aldus Van Puijenbroek. Maar je zou zeker een aantal ziekenhuisopnames kunnen voorkomen als bijwerkingen niet alleen goed bewaakt worden, maar mensen weten wat ze aan bijwerkingen kunnen verwachten zodat je tijdig in kunt grijpen’, aldus de hoogleraar. ‘Stel je vooraf goed op de hoogte van de bijwerkingen.’

 

Sommige bijwerkingen doen zich in het begin van de behandeling voor, maar later niet meer, zoals bijvoorbeeld pijn in de spieren bij het slikken van statines. ‘Doen deze klachten zich voor, praat dan met je huisarts of specialist. Er zijn vaak alternatieven’, zegt Van Puijenbroek.

 

Soms kan het middel erger zijn dan de kwaal, maar ook dat kan individueel bepaald zijn. Ieder individu reageert immers anders op een medicijn, en dan wordt ‘fine tuning’ met arts of specialist belangrijk. Wat is acceptabel en wat niet. ‘Geen medicijn is vrij van bijwerkingen’, benadrukt Van Puijenbroek. Denk maar eens aan het aspirientje, dat ook bloedingen kan veroorzaken. Je moet zelf een afweging maken. Als je teveel last hebt, neem dan contact op met je behandelaar. Stoppen is niet altijd de beste keuze: vaak is behandeling wel nodig! Leg een eventuele wens om te stoppen altijd voor aan de arts of specialist, om te bezien wat de alternatieven zijn.’

 

Voordat een geneesmiddel wordt toegelaten wordt er eerst onderzoek naar gedaan. Dat gebeurt bij een groep relatief gezonde mensen. Komt het middel daarna op de markt, dan wordt het onder een veel grotere groep mensen verspreid. En deze mensen zijn niet gezond, maar hebben het medicijn vanwege een kwaal nodig. ‘Dat levert vaak een ander type bijwerking op dan bij de (gezonde) groep bij wie de fabrikant zijn onderzoek deed. Wat je ziet is dat er dan meldingen komen van eerder onbekende bijwerkingen.’

 

De plannen die er bestaan om in Europees verband medicijnen sneller op de markt te brengen, hoeven niet verkeerd uit te pakken, aldus Van Puijenbroek. Tenminste onder voorwaarde dat er nog preciezer gekeken wordt naar het optreden van onbekende bijwerkingen. ‘Het beeld van bijwerkingen kan onvolledig zijn, in dat geval. Dan moeten we nóg nauwkeuriger kijken naar wat er in de praktijk gebeurt en nóg intensiever naar de nieuwe middelen kijken. Dat is belangrijk om eerder onbekende bijwerkingen goed in kaart te kunnen brengen.’

 

Van Puijenbroek benadrukt dat het beeld dat we hebben van de veiligheid van een medicijn niet alleen een verantwoording is van de farmaceutische industrie en voorschrijvers. ‘Ook als patiënt kun je hier een belangrijke bijdrage leveren’, vindt de onderzoeker. ‘Wanneer je als patiënt een klacht hebt die niet als bijwerking vermeld staat in de bijsluiter, meld die dan en bespreek het met je arts. De veiligheid van geneesmiddelen is een gezamenlijke verantwoording van de industrie, de voorschrijver en de patiënt. We kunnen er met elkaar voor zorgen dat geneesmiddelen veilig hun werk doen!’