Cafeïnepoeder niet zo onschuldig als het lijkt

Mensen die cafeïnepoeder gebruiken of voedingssupplementen, afslankproducten en energizers die cafeïne bevatten, kunnen te maken krijgen met gezondheidsrisico’s. Hiervoor waarschuwt het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum (NVIC). Het NVIC ontving enkele meldingen en Lareb één waarbij mensen per ongeluk teveel cafeïnepoeder innamen en op de intensive care belandden met ernstige hartproblemen.

De laatste jaren is het gebruik van cafeïne toegenomen. Veel mensen, waaronder medische professionals, onderschatten de gevaren van cafeïne omdat het vaak dagelijks wordt gebruikt. Echter, koffie, thee en energydranken bevatten relatief lage concentraties. Voedingssupplementen bevatten vaak een veel hogere concentratie, waardoor het risico op een overdosering aanzienlijk toeneemt.

Het gebruik van cafeïnepoeder
Cafeïnepoeder is extreem geconcentreerd. De gebruiker kan het zelf doseren waardoor een overdosering snel kan optreden. Eén gram puur cafeïnepoeder is qua dosis cafeïne vergelijkbaar met de inname van twee liter gewone filterkoffie.

Sporters zijn gewend maatschepjes van enkele grammen te gebruiken voor eiwitpoeders en pre-workoutpoeders. Bij geconcentreerde cafeïnepoeders kan zo’n hoeveelheid al snel genoeg zijn voor een ernstige cafeïnevergiftiging. Een cafeïnevergiftiging kan leiden tot levensbedreigende situaties, zoals hartritmestoornissen, stuipen en een gevaarlijk laag kaliumgehalte.

Melding Lareb
Bijwerkingencentrum Lareb ontving 1 melding van een onbedoelde overdosering bij het gebruik van cafeïnepoeder bij een jonge man. De klachten hierbij waren, overgeven, onrust, hyperventilatie, spiertrekkingen en hartkloppingen. Na een verblijf van 48 uur op de intensive care met behandeling, is hij hersteld van zijn klachten.

Waarschuwing
Het advies is om de doseringsinstructies op de verpakking zorgvuldig te lezen. Iemand die toch te veel cafeïne binnenkrijgt of klachten ervaart na het gebruik van een cafeïnebevattend product, kan het beste contact opnemen met een arts.

Lees hier het volledige nieuwsbericht van het NVIC.

Bron: Lareb.nl

Zenuwschade door gebruik van voedingssupplementen met vitamine B6

Bijwerkingencentrum Lareb heeft al eerder bericht over zenuwschade door gebruik van voedingssupplementen met vitamine B6, maar meldingen hierover blijven binnenkomen. Tot nu toe ontving Lareb 238 meldingen van zenuwpijnen bij mensen die producten gebruikten met vitamine B6. Door dit mogelijke risico is voorzichtigheid geboden bij vitamine B6 suppletie.

Vitamine B6 speelt een belangrijke rol in het lichaam bij de stofwisseling en bij de werking van bepaalde hormonen. Ook is vitamine B6 nodig voor een goede werking van het immuunsysteem en de zenuwen. Omdat ons lichaam vitamine B6 niet zelf kan maken, moeten we dit via ons voedsel binnenkrijgen. Vitamine B6 zit in voeding zoals, vlees, eieren, melkproducten, peulvruchten en graanproducten.

Teveel vitamine B6

De meeste mensen krijgen voldoende vitamine B6 binnen via hun voeding. Toch slikken veel mensen voedingssupplementen met vitamine B6 naast hun gewone voeding. Als je een lange tijd veel vitamine B6 binnenkrijgt, kan dit soms schade veroorzaken aan de zenuwen in armen en/of benen. De klachten zijn te herkennen aan tintelingen, een doof gevoel of pijn in handen en/of voeten.

Dagdosering vitamine B6

Producten met vitamine B6 zijn in verschillende sterktes te koop bij de drogist, apotheek, in de supermarkt en online. De aanbevolen dagelijkse hoeveelheid voor volwassenen is 1,5 milligram vitamine B6 per dag. Vanaf 1 oktober 2018 staat in de Warenwet dat in supplementen niet meer dan 21 milligram vitamine B6 per dag mag zitten. Kortgeleden heeft de Europese autoriteit voor Voedselveiligheid (EFSA) een veilig niveau geadviseerd van 12 milligram vitamine B6 per dag. Het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) is voornemens het maximumgehalte B6 dat aanwezig mag zijn in voedingssupplementen hierop aan te passen.

Meldingen bij Lareb

Van de 238 meldingen van zenuwschade bij mensen die producten gebruikten met vitamine B6, betrof het in 79 gevallen een product met een dagdosering van 12 milligram of minder. Een der

de van de mensen gaf aan dat zij herstellende waren nadat zij stopten met het gebruik van deze producten.

Waarschuwen

Voedingssupplementen worden door mensen over het algemeen als veilig gezien, maar ze kunnen ernstige bijwerkingen hebben. Het is belangrijk om op de hoogte te zijn van de mogelijke gevaren van een te hoge vitamine B6 inname via voedingssupplementen.

Lareb heeft de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) op de hoogte gesteld van deze meldingen.

Bekijk hier het overzicht van de meldingen van zenuwschade door gebruik van voedingssupplementen met vitamine B6 (in het Engels).

Bron: Lareb.nl

Minder zorgeloos als vóór zijn hartoperaties

Tot tweemaal toe moest Luc van de Rijt (34) onder het mes, en sindsdien staat hij wat anders in het leven. “Telkens als mijn hart overslaat denk ik, oei, als ik maar niks krijg”, vertelt hij enkele maanden na zijn tweede operatie. “Ik praat er ook met iemand over. Na mijn eerste operatie wilde ik dat niet, maar daar kreeg ik spijt van. Nu, vijf jaar later, na mijn tweede operatie wil ik dat wel. Ik krijg nu psychische hulp in het kader van de revalidatie. Dat doet me goed.”

Luc heeft een aangeboren aortaklepinsufficiëntie, een lekkende hartklep. “Ik heb er tijdens mijn jeugd niks van gemerkt”, vertelt Luc. Ik voetbalde, sportte veel, nooit wat gemerkt! Ook bij een keuring die ik bij defensie kreeg, is er niets van gemerkt. Pas toen ik 28 jaar was, in 2019, was ik vanwege een hoestje bij de huisarts. Die hoorde een ruis in mijn hart en trok aan de bel. Hij was verbaasd dat dit nooit eerder was opgemerkt. Iedere eerstejaars geneeskunde had dit immers kunnen horen. Uiteindelijk ben ik op mijn 29ste verjaardag, op 25 september 2019, geopereerd. De klep werd toen gerepareerd, en daarna lag ik één week in het ziekenhuis.”

Carnaval

Hartchirurg Ehsan Natour voerde de operatie in 2019 uit. Luc probeerde daarna zijn oude leventje weer op te pakken, maar een zeldzame bacteriële infectie (endocarditis) gooide een kleine vijf jaar later roet in het eten. “Carnaval in februari heb ik nog goed gevierd. Daarna werd ik ziek, kreeg koorts. Ik dacht toen nog: ach, een carnavalsgriepje, daar hebben zoveel mensen last van. Niet dus. Ik had hoge koorts, bleef maar trillen, zoiets had ik nog nooit gehad. De huisarts die ik bezocht schreef antibiotica voor. Maar niet veel later was ik bij de huisartsenpost (HAP), die me opnieuw antibiotica voorschreef. De tweede keer dat ik de HAP bezocht werd ik doorgestuurd voor een slokdarmecho en een CT-scan. Dat was bij het VieCuri in Venlo. Van daaruit hebben ze me in de ambulance gezet voor een spoedopname in Maastricht. Een dag later, op 2 maart, werd ik geopereerd.

Klep

Dit keer kan de hartklep niet achterblijven, gezien de uitgebreide ontsteking, en werd deze vervangen door een varkensklep. “Geen metalen, want die maakt het risico op endocarditis een stuk groter”, legt Luc de keuze voor een varkensklep uit. De nieuwe klep gaat zeker vijftien of twintig jaar mee, verwacht hij. “Het vervangen kan via de lies. Maar wie weet zijn er tegen die tijd wel andere minder belastende mogelijkheden ontwikkeld.”

Na deze tweede operatie in vijf jaar tijd lag Luc maar liefst zes weken in het ziekenhuis. “Ze wilden weten welke bacterie er zat.” Hij herinnert zich deze tijd als saai en vol verveling. “Ik kon niks. Gelukkig kreeg ik wel altijd bezoek. Maar leuk was anders.”

Pilsje

Eenmaal terug thuis probeert Luc langzaam maar zeker zijn oude leven weer op te pakken. “Toch is het nu anders”, weet hij. “Ik hou rekening met wat er gebeurd is. Doe nou iets rustiger aan. Ik drink nog steeds op zijn tijd een pilsje, maar met mate. Ik ben meer op mijn hoede. Laatst had ik koorts, en prompt dacht ik: dat is toch niet weer die endocarditis.”

Werk

Na zijn eerste operatie had Luc een vervelende ervaring met de manager van het bedrijf in Kerkrade, waar hij op dat moment werkte. “Die vroeg hoe het met me ging. En hij zei: als het weer goed gaat, kun je weer fulltime komen werken.” Daar was Luc op dat moment nog niet aan toe. “Dat viel me koud op het dak”, herinnert hij zich.

Inmiddels heeft Luc nieuw werk gevonden, bij de douane. “Daar doe ik de exportcontrole. Nu nog 20 uur, maar na mijn vakantie wil ik dat gaan opbouwen, eerst naar 30, en uiteindelijk naar 36 uur. De teamleidster belt me wel eens in de zoveel weken. Ze is heel begripvol en belangstellend. Heel anders dan bij het bedrijf waar ik eerst werkte.”

Ehsan

Luc heeft ook een goed gesprek gehad met Ehsan Natour, naast hartchirurg in Maastricht ook schrijver van het boek Als het leven stilstaat , en oprichter van de stichting Stilgezet . Ehsan heeft talloze hartpatiënten gesproken voor en na hun operatie. Daaruit leidde hij af dat zo’n operatie het leven van deze mensen volledig op zijn kop kan zetten, zowel emotioneel als fysiek. Je bent nadien niet meer dezelfde als wie je voorheen was, weet hij.

Identiteit

“Wat je ziet is dat mensen plotseling merken de regie over hun leven kwijt te zijn”, vertelt Ehsan. Dat niet alleen, ook hun identiteit zijn ze vaak kwijt. Ze voelen zich kwetsbaar na zo’n operatie. Niemand heeft hen daarop ooit voorbereid, ze staan er vaak alleen voor. Niet alleen tijdens, maar ook na de operatie. Je maakt een rouwproces door. Omdat anderen dat niet altijd begrijpen, groeien vaak gevoelens van eenzaamheid.”

Luc begrijpt dat wel. “Je leert wel wie je echte vrienden zijn. Van sommigen hoor je gewoon maandenlang niks meer.” Toch pakt hij zijn leven weer zoveel mogelijk op. “Vier keer per week ga ik padellen, maar ik ga minder dan vroeger fitnessen”, zegt de man, voor wie sport voor 2019 zijn lust en zijn leven was. “Maar ik mag weer alles!”, voegt hij daaraan toe.

Tekst: Henri Haenen

Foto: Luc de Rijt

Dit artikel verscheen eerder in het Hartbrug Magazine.

Start internationale Bijwerkingenweek 2024

Vandaag start de Bijwerkingenweek. De Bijwerkingenweek is een jaarlijkse campagne waar medicijnautoriteit CBG en Lareb aan meewerken. Tijdens de Bijwerkingenweek vragen wij extra aandacht voor het belang van het melden van bijwerkingen. Dit jaar is het thema: bijwerkingen voorkomen. 

Door bijwerkingen bij ons te melden, komen we meer te weten over (het beloop van) bijwerkingen. Bijvoorbeeld over of iets een bijwerking is, bij wie het voorkomt en hoelang het aanhoudt. Met deze kennis kunnen we bijwerkingen in het vervolg beter herkennen, behandelen en soms zelfs voorkomen. Ook als je niet zeker weet of iets een bijwerking is, is het belangrijk om dit te melden. Lees hier alles over het melden van een bijwerking.

Over de Bijwerkingenweek 
De internationale bijwerkingenweek is een jaarlijkse (social) mediacampagne, georganiseerd door de Wereldgezondheidsorganisatie. Dit jaar doen hier 91 landen aan mee. In Nederland werken we met medicijnautoriteit CBG en Lareb mee aan deze campagne.

Met de Nederlandse hashtag #Bijwerkingenweek vragen wij van 4 tot en met 8 november aandacht voor het melden van vermoedelijke bijwerkingen op onze sociale mediakanalen. Ook vertellen we meer over hoe je bijwerkingen mogelijk kunt voorkomen. Volg ons dus op: X, LinkedIn, Facebook en Instagram!

Bron: Lareb

Afbouwen bloeddrukverlagende middelen afgeraden bij ouderen met dementie

Ouderen met dementie in een verpleeghuis ondervinden meer nadelen dan voordelen van het afbouwen van bloeddrukverlagende middelen. Dat blijkt uit een nieuwe LUMC-studie, waarin de onderzoekers het afbouwen van deze medicatie bij deze groep ouderen dan ook afraden.

Veel ouderen gebruiken al lange tijd bloeddrukverlagende medicatie om de kans op het krijgen van hart- en vaatziekten te verlagen. Maar als de gezondheid van ouderen achteruit gaat, dan kan de balans tussen voor- en nadelen van deze middelen veranderen. Zo kan het zijn dat de medicijnen, die preventief bedoeld zijn, meer kwaad dan goed doen.

Onderzoekers van het LUMC Centrum voor Ouderengeneeskunde vroegen zich af: leidt het stapsgewijs afbouwen van bloeddrukverlagende middelen tot minder onbegrepen gedrag, zoals agressie en apathie en tot een betere kwaliteit van leven? Belangrijke vragen die ook leven bij zorgverleners, ouderen en hun familieleden.

Duizeligheid en valneigingen

Hoogleraar eerstelijns geneeskunde Jacobijn Gussekloo van de afdeling Public Health en Eerstelijns Geneeskunde is projectleider van de studie: “Uit observaties wisten we dat kwetsbare ouderen die bloeddrukverlagende middelen gebruiken, duizeligheid en valneigingen kunnen hebben, mogelijk doordat het lichaam door een te lage bloeddruk niet overal genoeg zuurstof krijgt. Ook vertonen ouderen met dementie zogenoemde neuropsychiatrische symptomen, zoals agressie en apathie, mogelijk doordat de hersenen anders gaan werken door een te lage bloeddruk.”

“De belangrijkste vraag was of er sprake is van een causaal verband: zijn deze klachten een direct gevolg van de bloeddrukverlagende middelen, of is er sprake van andere effecten? Dat was nog nooit goed onderzocht. Zo zou het bijvoorbeeld ook kunnen zijn dat de combinatie met andere medicijnen voor de bijwerkingen zorgen”, vult huisarts en mede-projectleider Rosalinde Poortvliet aan.

Nog niet eerder onderzocht

De studie bouwt voort op een eerdere LUMC-studie naar het stoppen met bloeddrukverlagende middelen bij thuiswonende 75-plussers met een milde cognitieve achteruitgang, zoals geheugenverlies en concentratieproblemen. Die groep bleek geen nadelen, maar ook geen voordelen van het afbouwen van de bloeddrukverlagende middelen te hebben.

In deze studie richtten de onderzoekers zich op ouderen met dementie die in een verpleeghuis wonen, een groep ouderen met een kwetsbare gezondheid. Deelnemers aan het onderzoek waren 205 ouderen met dementie, opgenomen in een verpleeghuis. De onderzoekers verdeelden hen in twee groepen: een afbouwgroep, waarvan de deelnemers bloeddrukverlagende middelen stapsgewijs afbouwden, en de controlegroep die de middelen gewoon bleef gebruiken. Aan de studie, die liep vanaf 2018, werkten 26 ouderenzorgorganisaties vanuit heel Nederland mee.*

Onverwachte bevindingen

177 deelnemers bereikten uiteindelijk het belangrijkste meetmoment na vier maanden. Zoals verwacht was de bloeddruk van de ouderen in de afbouwgroep duidelijk gestegen. Van een verschil op het gebied van onbegrepen gedrag of kwaliteit van leven tussen beide groepen was geen sprake. Wel bleek de afbouwgroep in de onderzochte periode een hoger risico te hebben op een ‘ernstig ongewenst effect’, zoals vallen of overlijden. Omdat er duidelijke nadelen zijn zonder voordelen is dit volgens de onderzoekers een duidelijke reden om het routinematig afbouwen van de bloeddrukverlagende middelen bij ouderen met dementie af te raden.

Vanwege het veiligheidsrisico en omdat de deelnemers geen voordeel ondervonden van het afbouwen van de middelen, adviseerde een onafhankelijke veiligheidscommissie in mei 2021 om geen nieuwe deelnemers meer te laten starten met de studie.

Precieze oorzaak niet te achterhalen

Wat de precieze oorzaak is van de negatieve effecten van het afbouwen, weten de onderzoekers niet. Gussekloo: “We denken dat het te maken heeft met het evenwicht in het lichaam, dat zo kwetsbaar is bij deze groep ouderen, dat het zich niet kan aanpassen aan de medicatieverandering. Het was in elk geval niet zo dat ze allemaal hart- en vaatziekten of covid kregen. Maar of het te maken heeft met het bijvoorbeeld het brein of het hart, dat weten we niet. Het liefst hadden we echo’s en MRI’s gemaakt, maar dat is onuitvoerbaar bij deze kwetsbare groep.”

Wat volgens de onderzoekers overeind staat, is dat er nu een goed onderzoek ligt, waarop zorgverleners, ouderen en familieleden zich op kunnen baseren als het gaat om het wel of niet routinematig stopzetten van bloeddrukverlagende medicatie. “Ons streven is om dit bewijs nu in de praktijk te gaan brengen”, aldus Gussekloo. “Daarin is de promotie van Jonathan Bogaerts**, de drijvende kracht binnen dit onderzoek, in 2025 een belangrijke stap.”

Passende zorg voor ouderen

De onderzoekers hopen met de resultaten van hun studie bij te dragen aan het ontwikkelen van passende medische zorg voor ouderen. Vaak wordt gedacht dat het goed is om te stoppen met preventieve medicatie als ouderen meer kwetsbaar worden. De uitkomsten van deze studie laten zien dat niet altijd zo is. Kortom, vragen genoeg voor verder onderzoek. Onderzoekers binnen het LUMC Centrum voor Ouderengeneeskunde zijn hier druk mee bezig.

* Een belangrijk deel (negen in totaal) van deze organisaties werkt samen op het gebied van kennisontwikkeling binnen het Universitair Netwerk voor de Care-sector Zuid-Holland (UNC-ZH), het samenwerkingsverband tussen het LUMC en elf zorginstellingen in Zuid-Holland.

** Bogaerts heeft binnen zijn promotietraject veel tijd gestopt in de werving van zorgorganisaties en deelnemers. Verder hield hij zich onder meer bezig met dataverzameling en -analyse en hielp hij bij het schrijven van de wetenschappelijke publicatie.

Hartinfarcten na de bevalling

Na de geboorte van haar derde kindje zat Iris Frederking (39) op een grote roze wolk, maar daar viel ze al snel vanaf. Vlak na de bevalling, twee jaar terug, kreeg ze twee hartinfarcten. Het zette haar leven compleet op z’n kop en een moeilijke periode volgde.

Iris: “De zwangerschap van ons derde en laatste kindje verliep heel goed. Mijn eerste twee bevallingen heb ik grote kinderen gebaard, dus mijn vriend en ik hebben wel even getwijfeld. Toch besloten we voor een derde kindje te gaan. We bespraken alles goed met de verloskundige, zodat we volledig voorbereid zouden zijn op wat komen ging. Met achtendertig weken werd ik in het ziekenhuis ingeleid. Daar heb ik wee-opwekkers gekregen, waardoor de bevalling heel snel op gang kwam. In een mum van tijd was ons kindje er, gezond en wel. Eenmaal thuis had ik tot aan de vijfde dag een fijne kraamweek, maar daarna merkte ik ineens dat ik prikkels niet meer kon verdragen. Alles om me heen voelde heel druk. Ik vond het raar dat ik zo heftig reageerde op geluid, want eerder had ik dat nooit gehad. Maar de kraamhulp zei dat ik net bevallen was, dat het logisch was dat ik me zo voelde. Ook mijn bloeddruk was gewoon in orde. Daarom liet ik dat voor wat het was.”

Scherpe messteek

“Op dag elf na de bevalling besloot mijn vriend de volgende ochtend even te gaan sporten. Hij zou vroeg gaan, zodat hij er daarna weer voor mij en de kinderen kon zijn. Ik werd die morgen om half acht wakker en maakte een flesje voor de jongste. Toen ik rechtop ging zitten, had ik een raar gevoel op mijn borst. Een drukkend gevoel, steken. Ik voelde me niet lekker, dus besloot ik snel het flesje te geven en daarna nog wat te slapen. Op het moment dat ik mijn kindje weglegde, merkte ik dat ik benauwd werd. Ik had pijn onder mijn schouderbladen, iets dat voelde als een hele scherpe messteek. Mijn linkerarm begon te tintelen en mijn hand werd gevoelloos. Gek genoeg dacht ik direct: als je aan één kant verlamd raakt, is het je hart.

Met mijn andere hand pakte ik de telefoon en belde ik het alarmnummer. Er werd heel snel gehandeld: binnen een paar minuten stond er een ambulance voor de deur. Mijn vriend kwam op dat moment thuis en rende naar boven om mij te vertellen dat er iets in de straat aan de hand was. Vlak daarna bonsde er een ambulancebroeder op de deur, deed mijn vriend open en kwam hij erachter dat het voor ons was. Ik zag hem opnieuw boven komen en in het bedje van onze baby kijken. Pas toen de ambulancebroeders hem vertelden dat hij de kinderen moest meenemen omdat ze mij zouden gaan helpen, kwam hij erachter dat het om mij ging. Maar er was op dat moment geen tijd om met elkaar te praten.”

Scheur in kransslagader

“De ambulancebroeders kwamen er al snel achter dat het mijn hart was en dat ik mee moest naar het ziekenhuis. Ik weet nog dat ik zei dat ze het vast niet goed hadden gezien, maar voelde ook wel dat er iets mis was. Het ging allemaal heel snel. Ze wilden me het raam uit takelen om me zo snel mogelijk in de ambulance te krijgen, maar dat vond ik te traumatisch voor de kinderen. Ik besloot dus de trap af te lopen, aan allerlei snoeren. Mijn tweede kind stond ondertussen bij de deur te schreeuwen: nee, mama, niet weggaan! Dat vond ik echt vreselijk.

Met een noodgang reden we naar het ziekenhuis, waar ik werd gekatheteriseerd. Daarvoor was ik nog nooit geopereerd. Sterker nog: ik was bang voor operaties. Het feit dat ik tijdens de katheterisatie geen roesje kreeg, vond ik heel naar. Ik voelde me ontzettend eenzaam. Er was niemand die mijn hand vasthield of vertelde wat er gebeurde. Het enige dat ik kon horen, was dat er een scheur van zeven centimeter in mijn kransslagader zat. Het was te riskant om daar op dat moment iets aan te doen. Daarom wilden de artsen proberen de scheur door middel van medicatie dicht te krijgen.”

Tweede hartinfarct

“De vijf dagen daarna lag ik op de hartbewaking. Steeds had ik een gevoel dat er iets niet klopte. Ik voelde dat er een tweede keer aan zat te komen, maar volgens de artsen was dit angst, kwam het allemaal goed. Ik was nog geen twaalf uur thuis toen het opnieuw misging en ik een tweede hartinfarct kreeg. Het was niet zo pijnlijk als de eerste keer: ik voelde vooral water suizen op mijn borst, alsof het in rondjes gepompt werd. Iets in me zei dat ik niet moest gaan slapen, dat ik dan niet meer wakker zou worden. Daarom belde ik opnieuw het alarmnummer.

Eenmaal in het ziekenhuis bleek mijn kransslagader nog verder te zijn gescheurd, tot twaalf centimeter. Meteen werden er drie stents geplaatst. Later hoorde ik dat ik tijdens die ingreep zelfs nog een hartstilstand heb gehad. Daar heb ik zelf gelukkig niets van gemerkt en het plaatsen van de stents is gelukt. De periode daarna, in het ziekenhuis, was geen prettige ervaring. Niemand heeft zich bekommerd om het feit dat ik ook kraamvrouw was. Er werd eigenlijk alleen maar gefocust op mijn hart. Ik had bloedverdunners gekregen voor mijn hart, maar verloor daardoor ook heel veel bloed. Daar werd eigenlijk niet bij stilgestaan.”

Bloedverlies

“Zes dagen later kwam ik met een hele zak aan medicatie thuis. Ik was bang. Zou het me nog eens gebeuren? Kon ik mijn kindje wel oppakken, mocht ik wel tillen? Wist hij überhaupt wel wie ik was? Ik was voor de derde keer moeder geworden, maar wist niet eens hoe ik hem moest vasthouden. Het voelde heel surrealistisch. Bijna een week later verloor ik ineens heel veel bloed. Weer naar het ziekenhuis. Daar bleek dat ik te veel bloed had verloren in de eerste weken na mijn bevalling en dat de wond in mijn baarmoeder door de bloedverdunners niet had kunnen helen. Ik kreeg bloedtransfusies en daarnaast wee-opwekkers, om dat wat er nog zat, eruit te persen. Inmiddels was er al zoveel gebeurd, dat ik op dat moment bijna gevoelloos werd. Alles ging langs me heen. Ik wilde alleen maar naar huis. Ik nam me voor dat dat de allerlaatste keer was en ik daar nooit meer terug zou komen.”

Wee-opwekkers

“Later is duidelijk geworden waardoor mijn kransslagader heeft kunnen scheuren. Ik bleek een SCAD te hebben gehad: een spontane scheur in de wand van een kransslagader. De wee-opwekkers die ik in eerste instantie heb gehad, oxytocine, kon mijn lichaam achteraf gezien niet aan. Dit hormoon zorgt ervoor dat er een stofje in je lichaam wordt aangemaakt waardoor je hersenen snappen dat je lichaam de bevalling inzet, maar geeft ook druk op de vaten. Mijn lichaam accepteerde dat hormoon waarschijnlijk niet.”

Grenzen bewaken

“Na dit alles merkte ik dat ik de behoefte had om mijn verhaal te delen. Om andere vrouwen hiervan bewust te maken. Als je de keuze hebt, als je er zelf over na mag denken of je wee-opwekkers neemt of niet, neem dit dan mee in je overweging. Weet dat het bijwerkingen kan hebben. Bij mij is zeventien procent van mijn hart afgestorven. Ook is mijn pompfunctie van honderd naar tachtig gegaan. Ik denk dat ik nog ongeveer tachtig procent kan van wat ik normaal kon. Wel lig ik er vaak af. Normaal kon ik mijn werk de hele dag volhouden en was ik ’s avonds moe, nu stort ik ergens halverwege de week in en kan ik niet goed meer uit mijn woorden komen. Dan ga ik stotteren, trekt mijn oog en kan ik niet meer tegen prikkels. Mijn grenzen bewaken, is ontzettend moeilijk.”

Een lange weg

“Met ons derde kindje gaat gelukkig alles goed. De band tussen mij en hem is gelukkig net als met de andere twee, ondanks dat ik bang was dat dat niet zo zou zijn. Net als dat ik lang bang ben geweest dat het me opnieuw zou overkomen. Ik had allerlei doemscenario’s in mijn hoofd. Wat als ik alleen ben met mijn kinderen en het nog eens gebeurt of ik te laat ben? Of als mijn vriend één van de kinderen wegbrengt en ik alleen thuis ben, wie helpt me dan? De eerste tijd durfde ik nog geen rondje buiten te lopen, uit angst dat ik in elkaar zou storten. Gelukkig doe ik in inmiddels weer steeds meer en is de angst wat minder.

Ook mijn relatie heeft echt een klap gehad, doordat we allebei volledig in de overlevingsstand zijn gegaan. Voor mijn vriend is het ook heel moeilijk geweest: hij bleef verdoofd bij de voordeur achter met onze pasgeboren baby op zijn arm en de andere twee kinderen naast zich, niet wetend of ik het zou redden. Soms is het lastig te accepteren dat ons leven ineens zo overhoop werd gegooid en mijn kraamperiode me als het ware is afgepakt. Die tijd krijg ik nooit meer terug. Mijn gezin heeft allerlei herinneringen met elkaar gemaakt en ik was daar niet bij. Dat blijft heftig. Toch voel ik me sinds een aantal maanden beter. Ik ben er nog, heb nog een kans gekregen. Ik besef dat ik veel geluk heb gehad en ben daar dan ook heel dankbaar voor.”

Waarom dit interview met Iris?

Wij bieden de ruimte om bijzondere verhalen te delen. Ieder van ons kent de angst die je misschien hebt doorgemaakt. De moeite die het soms kost om het te accepteren. Stuur je eigen verhaal in en wij publiceren het op onze website of nodigen je uit voor een interview.

Tekst: Laura van Horik
Beeld: Cherise Jeane

Opzoek naar lotgenotencontact? Check ons forum of onze besloten FB-groep.

Dit artikel verscheen eerder in het HPNLmagazine.

Risico’s bij bloedsuikerverlagende geneesmiddelen voor afvallen

Artsen kunnen bij obesitas geneesmiddelen voorschrijven wanneer dat nodig is, zoals liraglutide of semaglutide. Deze middelen werden eerst alleen gebruikt voor behandeling van diabetes, maar nu ook steeds meer voor overgewicht. Goed gebruik van deze geneesmiddelen in overleg met een arts is belangrijk, omdat ze ook risico’s hebben.

Liraglutide en semaglutide zijn geneesmiddelen die de bloedsuikerspiegel verlagen en het hongergevoel remmen. Eerder waren beide middelen alleen goedgekeurd voor behandeling van diabetes (al dan niet in combinatie met overgewicht) onder de merknamen Ozempic (semaglutide), Rybelsus (semaglutide) en Victoza (liraglutide). Liraglutide is sinds enkele jaren ook goedgekeurd voor behandeling van ernstig overgewicht onder de merknaam Saxenda, als aanvulling op een dieet en lichaamsbeweging.

Geneesmiddelen kunnen ook bijwerkingen geven

Voorbeelden van veelvoorkomende bijwerkingen bij liraglutide en semaglutide zijn misselijkheid, braken, diarree, verstopping, vermoeidheid, en duizeligheid. Daarnaast kan de bloedsuikerspiegel te laag worden of kunnen er reacties op de prikplaats ontstaan. Ook zeldzame maar ernstige bijwerkingen kunnen optreden, zoals het ontstaan van galstenen, nierfalen, acute ontsteking van de alvleesklier, of een ernstige allergische reactie.

Meldingen bij Lareb

Liraglutide en semaglutide worden veel gebruikt. Bijwerkingencentrum Lareb ontving in totaal meer dan 1000 meldingen over deze geneesmiddelen. De gemelde bijwerkingen komen overeen met de veelvoorkomende bijwerkingen. De meeste meldingen gaan over semaglutide. Lareb ontving ook meer dan 100 meldingen over ernstige bijwerkingen. Voorbeelden van ernstige gemelde bijwerkingen zijn hartritmestoornissen en ontsteking van de galblaas.

Bekijk hier het overzicht van de meldingen.

Het College ter Beoordeling van Geneesmiddelen (CBG) waarschuwt ook om deze medicijnen niet zonder toezicht van een arts te gebruiken. Lees hier het bericht van het CBG.

Bron: Lareb

Start internationale bijwerkingenweek 2022

Vandaag start de internationale bijwerkingenweek. Dit is een jaarlijkse campagne waar medicijnautoriteit CBG en Bijwerkingencentrum Lareb aan meewerken. Het doel van deze week is aandacht geven aan het belang van het melden van bijwerkingen. Dit jaar is er extra aandacht voor hoe patiënten en zorgverleners zelf kunnen bijdragen aan veilig medicijngebruik.

Veel mensen ervaren vooral de positieve effecten van hun medicijnen, maar elk medicijn heeft een risico op bijwerkingen. Daarom is het belangrijk om vermoedelijke bijwerkingen te melden bij Bijwerkingencentrum Lareb via bovenstaande button of via www.mijnbijwerking.nl. Hoe meer we weten over bijwerkingen, hoe veiliger medicijnen gebruikt kunnen worden.

De internationale bijwerkingenweek is een jaarlijkse (social) mediacampagne, georganiseerd door de Wereldgezondheidsorganisatie WHO. Dit jaar doen hier 82 landen aan mee. In Nederland zijn dit medicijnautoriteit CBG en Bijwerkingencentrum Lareb.

Met de Nederlandse hashtag #Bijwerkingenweek vragen wij van 7 tot en met 11 november aandacht voor het melden van vermoedelijke bijwerkingen. Ook geven we dit jaar meer uitleg over de registratie en analyse van meldingen, en het proces van geneesmiddelenbewaking. Lees meer over de campagne van dit jaar in het nieuwsbericht van CBG.

Bron: www.lareb.nl

Ook gezondheidsproducten onder de Warenwet hebben risico’s

Niet alleen geneesmiddelen en vaccins kunnen bijwerkingen geven. Ook producten die onder de Warenwet vallen, hebben risico’s. Het is erg belangrijk ook deze bijwerkingen bij Bijwerkingencentrum Lareb te melden.

Naast meldingen over mogelijke bijwerkingen van geneesmiddelen en vaccins, ontvangt Bijwerkingencentrum Lareb ook meldingen over Warenwetmiddelen. Warenwetmiddelen zijn niet-geregistreerde geneesmiddelen, zoals vitaminen, kruidenpreparaten, en andere gezondheidsproducten. Warenwetmiddelen zijn te koop bij de drogist, supermarkt, apotheek of via internet. Mensen denken vaak ten onrechte dat deze producten veilig gebruikt kunnen worden. Ook Warenwetmiddelen kunnen namelijk bijwerkingen geven.

Meldingen leiden tot maatregelen
Lareb ontving meldingen over snelle pijnvermindering bij gebruik van het kruidensupplement Montalin. Het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) heeft de pillen onderzocht. Naast kruiden trof het RIVM ontstekingsremmende pijnstillers aan. Deze stonden niet vermeld op de verpakking.

Daarnaast ontving Lareb meldingen over het afslankmiddel Sulami (Susut alami). Het RIVM onderzocht ook deze pillen. In het product troffen zij naast kruiden twee verboden geneesmiddelen sibutramine en canrenone aan. Sibutramine is in Nederland al sinds 2010 een verboden afslankmiddel en canrenone is een plasmiddel dat in Nederland niet is toegestaan. De Nederlandse Voedsel en Warenautoriteit (NVWA) heeft verkopers opdracht gegeven meteen te stoppen met de verkoop van Montalin en Sulami.

Naast deze opvallende meldingen ontving Lareb ook weer meldingen van Sint Janskruid, Midalgan, rode gist rijst, fyto-oestrogenen en producten met Vitamine B6.

Kijk voor meer informatie over bijwerkingen van Warenwetmiddelen in het jaarrapport van 2021 op onze website.

Direct melden

Denk eens na over vitamine K

Binnen de cardiologie wordt veel gebruikgemaakt van vitamine K antagonisten als geneesmiddel. Inmiddels maakt dit steeds meer plaats voor nieuwe medicijnen die op een andere plek in de bloedstolling werken. Cardioloog Remko Kuipers pleit hiervoor. Dit is waarom.  

Kuipers heeft het altijd frappant gevonden. Een vitamine is volgens hem niet voor niets een vitamine: iets dat je moet binnenkrijgen omdat je het zelf niet kunt aanmaken. Vitamines zijn essentieel om te overleven. Toch is er ooit een vitamine K antagonist ontwikkeld. “Dit geneesmiddel is al jaren op de markt. Misschien is dat ook wel de verklaring voor het feit dat bijna niemand zich erover verwondert. Is het niet heel gek dat je een vitamine in het lichaam met zo’n middel blokkeert?”

Blokkade

Allereerst is het belangrijk om te begrijpen wat vitamine K precies in het lichaam doet. De reden dat cardiologen graag vitamine K antagonisten als acenocoumarol en fenprocoumon voorschrijven, is dat vitamine K een rol speelt bij de bloedstolling. Vitamine K zorgt ervoor dat bloed kan stollen. Als je deze vitamine blokkeert, kan het bloed dus minder goed stollen. Vitamine K antagonisten zijn dan ook beter bekend als bloedverdunners. Vitamine K is daarnaast betrokken bij je calcium metabolisme en dirigeert calcium als het ware naar de juiste plek: naar je botten, maar ook naar je bloedvaten. “In 1997 is er een hele belangrijke studie geweest. Daarin werd onderzocht wat er bij proefdieren gebeurde als vitamine K in het lichaam werd geblokkeerd. Daar zag men dat sommige dieren niet eens levend werden geboren en andere dieren al op jonge leeftijd kwamen te overlijden door enorme bloedvatverkalking. De belangrijkste conclusie van die studie: als je vitamine K blokkeert, krijg je verkalking op de verkeerde plekken. Calcium komt dan onder andere in je bloedvaten terecht.”

Aderverkalking

Naar aanleiding van onder andere deze studie zijn er volgens Kuipers ook patiënten begonnen met het slikken van vitamine K. Zo zou je aderverkalking tegengaan. Kuipers ziet soms zelfs patiënten die een hartinfarct hebben gehad en geen cholesterolverlagers, maar wél vitamine K slikken met het idee dat ze dan geen aderverkalking meer kunnen krijgen. “Voor veel mensen is een bloedvat één buis waar bloed doorheen stroomt, maar zo simpel is het niet. Een bloedvat bestaat uit minstens drie lagen. Bij aderverkalking wordt een bloedvat stijf of hard en is het niet meer zo elastisch als het zou moeten zijn. Heb je een bloedprop, kan het dus niet meer uitrekken zodat het bloed verder kan stromen. Cholesterol speelt een rol bij de meest voorkomende vorm van aderverkalking: die aan de binnenste laag van het bloedvat. Bij een tekort aan vitamine K verkalkt de middelste laag van het bloedvat. Bij de meeste mensen voorkom je aderverkalking dus niet door extra vitamine K te slikken, maar bij gebruik van vitamine K antagonisten kan de mate van aderverkalking dus wél toenemen.”

Hogere calciumscore

Verscheidene studies tonen aan dat mensen die een vitamine K antagonist gebruikten, een hogere calciumscore hebben. Hoe langer dit medicijn wordt gebruikt, hoe hoger de calciumscore. Dat betekent dat de bloedvaten van deze groep mensen meer verkalkt zijn. “Enerzijds beschermen vitamine K antagonisten tegen een beroerte, anderzijds stimuleren ze aderverkalking. Bovendien blijken mensen met een vitamine K antagonist behalve snellere verkalking van de bloedvaten, ook een snellere verkalking van de hartkleppen te hebben. Daardoor kan bijvoorbeeld een aortaklepstenose ontstaan.”

Negatieve effecten

Eén ding staat voorop: vitamine K en alles daaromheen is ontzettend complex. Ook voor Kuipers zelf. De negatieve effecten van het blokkeren van vitamine K zijn bij veel artsen ook nauwelijks bekend. “Denk eraan dat vitamines niet voor niks vitamines zijn. Er zijn patiënten die dat heel goed begrijpen, maar die vervolgens geen gehoor krijgen bij de cardioloog. Die te horen krijgen dat het onzin is om vitamine K bij te slikken. Dat is te begrijpen. Bijscholing over de functies van vitamine K krijgen cardiologen namelijk niet, maar wél over de zoveelste cholesterolverlager. Aan de andere kant: als je vitamine K antagonisten gebruikt, is het ook levensgevaarlijk om tegelijkertijd vitamine K te gaan slikken. Eigenlijk is het zonde dat in de reguliere cardiologie weinig kennis bestaat over het ontstaan van aderverkalking in verschillende bloedvatlagen. En dat terwijl cardiologen notabene over bloedvaten gáán.”

Nieuwe antistollingsmiddelen

Nu er nieuwere bloedverdunners op de markt zijn die vitamine K niet blokkeren, zou Kuipers patiënten willen adviseren om van vitamine K antagonisten te switchen naar deze nieuwe antistollingsmiddelen. “Ook artsen moeten hierin hun verantwoordelijkheid nemen en medicijnen voor deze groep mensen – ook voor ouderen – omzetten naar pillen die vitamine K níet meer remmen. Als patiënt mag je ook best aangeven dat je hebt gehoord dat er nieuwe bloedverdunners zijn die je graag zou willen hebben. Elke arts hoort daar gehoor aan te geven.”

Waarom brengt HPNL dit onder de aandacht?

Wij willen onze lezers zo breed mogelijk van nuttig informatie voorzien en op die manier de samenleving transparanter maken. Dat behoort tot onze doelstelling. Wij helpen daarbij. Onafhankelijk en objectief. Helpt u ons? Wij helpen u.

Tekst: Laura van Horik
Beeld: Remko Kuipers

Dit artikel verscheen in het HPNL magazine. Interesse? Vraag hier het HPNLmagazine aan.