Pim Tonino benoemd tot hoogleraar: ‘Verder met wereld veranderen’

Eindhoven | Mooi nieuws voor het Catharina Ziekenhuis en interventie-cardioloog Pim Tonino; de medisch specialist is benoemd tot hoogleraar aan de faculteit Biomedical Engineering van de Technische Universiteit Eindhoven (TU/e).

De leerstoel van de cardioloog heet Medical Engineering in Interventional Technology. Kort samengevat in het Nederlands: minimaal invasieve ingrepen aan het hart met catheters waarbij veel technologie komt kijken. Eenvoudiger gesteld: onderzoeken en operaties aan de kransslagaders of hartkleppen via kleine openingen, in de lies of pols, waardoor de diagnose beter gesteld kan worden en de impact van de ingreep minder groot is: minder pijn, minder hersteltijd en minder kans op complicaties. “Het is een heel brede leerstoel.”

In Eindhoven de wereld veranderd

Tonino neemt de belangrijkste ‘poten’ van het onderzoek graag door. “In 2009 is in het Hartcentrum van het Catharina Ziekenhuis een dottermethode ontwikkeld. De baanbrekende resultaten werden gepubliceerd in het vooraanstaande medische tijdschrift the New England Journal of Medicine. Dat gebeurde onder leiding van cardioloog Nico Pijls, onder wie ik een jaar later cum laude promoveerde aan de Technische Universiteit Eindhoven. De kern van deze toen nieuwe techniek: cardiologen kunnen dankzij drukmetingen in de kransslagader nauwkeurig in kaart brengen of een kransslagadervernauwing de bloedstroom naar de hartspier hindert. Ook wordt duidelijk of er door de vernauwing sprake is van zuurstofgebrek en – in geval van meerdere vernauwingen – welke de boosdoener is. Zo bepalen we of we bij het dotteren een stent (hol buisje van gaas) moeten plaatsen. In Eindhoven hebben we hiermee – dankzij dertig jaar onderzoek – de wereld veranderd. En daarmee gaan we verder, met nóg betere en geavanceerdere meetmethodes: niet alleen met druksensoren maar ook met miniatuur temperatuursensoren. Daarmee kunnen we ook weerstanden meten in het hart om bijvoorbeeld ziekten in de kleine bloedvaatjes te ontdekken die wij op het oog niet zien. Een prachtig voorbeeld van hoe de techniek van de TU/e en de hoogspecialistische hartzorg van het Catharina Ziekenhuis elkaar vinden.”

Kun je Tonino hierdoor zien als de opvolger van de gepensioneerde en gerenommeerde Pijls, die eenzelfde soort leerstoel had aan de TU/e? “Voor een deel is het voortzetten van werk dat we samen al deden, maar met de opgedane kennis hebben we nu bijvoorbeeld ook een nieuwe technologie ontwikkeld met drukmetingen en sensoren. Daarmee kunnen we bij mensen met een niet-ernstige aortaklepvernauwing bepalen of je wel of geen interventie – lees: eigen hartklep vervangen door een mechanische of biologische hartklep – moet doen. Het lijkt eigenlijk best veel op die techniek voor bij het dotteren, maar dan dus in de aortaklep in plaats van in de kransslagaderen. We zitten nu middenin dit proces: het is ontwikkeld en gevalideerd (juistheid bevestigd), mede met hulp van het lab van de TU/e. Momenteel zit er ook een promovendus in Houston, Texas, Hij deed samen met een collega van mij elf varkensexperimenten  en is nu bezig met een grote patiëntgerelateerde studie.”

En de interventie-cardioloog wil graag nog een belangrijke onderzoekslijn benoemen: kunstmatige intelligentie, oftewel AI. “Dat is nogal een containerbegrip, dat klopt. Wat ik concreet bedoel, is het verbeteren van processen met grote hoeveelheden data. Een mooie ontwikkeling is bijvoorbeeld een toepassing van het simpele ECG. Dat is een hartfilmpje dat de elektrische signalen van het hart in een grafiek weergeeft. Eenvoudig te doen bij een patiënt met plakkertjes op de borst. Daar maken we er jaarlijks, alleen al in het Catharina Ziekenhuis, meer dan 10.000 van. We kunnen straks, zo lijkt het, daarmee gaan voorspellen of iemand hartfalen heeft. We hebben het ECG namelijk op grote schaal gekoppeld aan een bloedtestje dat hartfalen ontdekt. Als we dat daadwerkelijk bereiken, dan zou een gedeelte van die zorg dus naar de huisarts kunnen. Die weet dan heel goed wanneer hij de patiënt bij kortademigheid door moet sturen of niet. Dat zou zorgen voor minder zorgkosten en minder mensen die onnodig naar het ziekenhuis komen.”

Benoeming is eervol

Tonino gaat een dag in de week op de universiteit werken. Voor het grootste deel bestaat die dag uit onderzoek, maar ook deels uit het geven van colleges. “Het kan misschien voorkomen dat ik een keer extra tijd nodig heb op de TU/e, maar ik weet dat het voor mijn collega’s geen enkel probleem is om dan het extra werk op te vangen. Zij maken het verrichten van onderzoek op die manier mede mogelijk en daar ben ik ze zeer erkentelijk voor. Onderzoek zit echt in het DNA van het Catharina Ziekenhuis.”

De benoeming voelt als eervol. “Maar de eer is natuurlijk niet de belangrijkste drijfveer. Wat dan wel? De titel en functie zijn een belangrijk instrument om het onderzoek naar een hoger plan te trekken. Het zorgt voor een intensievere samenwerking met de TU/e, het opent deuren en het geeft de onderzoeker de tijd voor het bedenken van nieuw onderzoek en het aanvragen van subsidies, wat belangrijk is voor een niet-academisch ziekenhuis. Dat moet onderzoek grotendeels zelf bekostigen.”

Tonino is de negentiende hoogleraar van het Catharina Ziekenhuis. Met name de laatste jaren gaat het hard op dat vlak. Sinds 2017 is het aantal hoogleraren verbonden aan het ziekenhuis meer dan verdubbeld: van 9 naar 19. Volgens de cardioloog is dat geen toeval. “Daarvoor is hier het juiste klimaat geschapen. Je voelt dat wetenschappelijk onderzoek om de zorg te verbeteren echt belangrijk wordt gevonden. En dus ook gestimuleerd. Het is mooi dat we met samenwerkingsverbanden als met de TU/e en andere universiteiten hard aan de weg aan het timmeren zijn.”

Bron: Catharina Ziekenhuis

De nieuwste editie van Hartbrug Magazine is uit!

De nieuwe uitgave van het Hartbrug Magazine ligt op de deurmat bij onze donateurs. Hartbrug Magazine is hét magazine voor hartpatiënten en hun naasten. Hierin leest u patiëntverhalen, actuele informatie, interessante interviews en columns. Ook kunt u naar hartenlust reis- en kookinspiratie opdoen. En er is uitgebreid aandacht voor gezonde leefstijl.

U leest in de nieuwe uitgave onder meer een interview met Mirjam Kaijer, oud-verpleegkundige, journalist en oprichtster van Voices for Women, de stichting die pleit voor medische zorg met aandacht voor man- vrouwverschillen. “De onjuiste diagnoses, verkeerde behandelingen, soms met de dood tot gevolg, zijn schokken en er is ook veel onzichtbaar leed.”

Verder ontdekt u waar u vooral op moet letten bij phishing. Deze editie biedt wederom uitgebreide aandacht aan gezonde levensstijl en bevat diepgaande interviews met zowel patiënten als specialisten. Reiziger Ton Goddijn vertelt waarom hij met een gerust hart op reis kan met HartbrugReizen, en er is aandacht voor een extra reis in het najaar. Mis deze kans niet om uw hart te voeden met kennis en inspiratie!

Donateurs ontvangen Hartbrug Magazine elke 2 maanden. Geen donateur maar wel nieuwsgierig naar het magazine? Cadeautje: vraag hier gratis ons digitale Hartbrug Magazine aan.

Ontvangt u het magazine liever per post? Dat kost slechts (eenmalig) 5 euro, inclusief portokosten. Meer weten? Mail uw adresgegevens dan naar info@hartpatienten.nl

Donornieren langer in leven buiten lichaam door nieuwe perfusiemethode

Onderzoekers uit het Leids Universitair Medisch Centrum (LUMC) hebben een nieuwe methode ontwikkeld om donornieren langer buiten het lichaam in leven te houden. De nieuwe methode, gepubliceerd in Nature Communications, biedt mogelijkheden om in de toekomst afgekeurde donornieren buiten het lichaam op te knappen en ze daarmee geschikt te maken voor transplantatie. Het onderzoek kan daardoor bijdragen aan het vergroten van de donorpool en de behandeling van meer patiënten met ernstig nierfalen.

Ieder jaar ontwikkelen in Nederland ongeveer tweeduizend patiënten ernstig nierfalen. Vanaf dat moment zijn deze patiënten volledig afhankelijk van dialyse: een behandeling waarbij kunstmatig afvalstoffen uit het lichaam worden gefilterd. Hoewel dialyse tijdelijk een deel van de functie van de nier kan overnemen, is het een zware en tijdrovende behandeling die grote impact heeft op het leven van een patiënt.

Donortekort

De enige echte behandeling voor ernstig nierfalen is een niertransplantatie van een levende of overleden donor, maar een groeiend donortekort zorgt ervoor dat slechts de helft van alle patiënten hiermee geholpen kan worden.

Er is dus behoefte aan nieuwe manieren om de kwaliteit en hoeveelheid beschikbare donororganen te vergroten. Een manier om de donorpool te vergroten is het verbeteren van de conditie van donornieren die anders afgekeurd zouden worden. Hiervoor is het belangrijk dat de donornier voor langere tijd in leven gehouden kan worden buiten het lichaam.

Orgaanperfusie

Vroeger werden donororganen op ijs bewaard tot het moment van transplantatie. Over de jaren is deze aanpak veranderd. Dr. Marten Engelse, groepsleider op de afdeling interne geneeskunde, vertelt: “Over de jaren heen is dit veranderd en donororganen worden nu buiten het lichaam aangesloten op een zogeheten perfusiemachine. Deze perfusiemachine pompt net als het hart een warme vloeistof door de donororganen heen, waardoor de organen actief en in goede conditie blijven. De methode is al heel succesvol voor bijvoorbeeld de lever, maar voor nieren blijft het uitdagend ze langer dan enkele uren efficiënt in leven te houden.”

Langer in leven houden

Om ook voor donornieren een verbeterde perfusiemethode te ontwikkelen, hebben onderzoekers uit de groep van Engelse een ‘intensive care’ voor donornieren gemaakt (zie animatie hieronder). Daar worden ze voorzien van voeding en zuurstof; en worden afvalstoffen uit de nier verwijderd. Bovendien kan de functie van de donornier er live gemonitord worden. Met behulp van deze ‘intensive care’ hebben de onderzoekers nu een nieuwe perfusiemethode ontwikkeld.

Marlon de Haan, eerste auteur van de studie, legt uit: “In onze methode voeren we orgaanperfusie uit op een lagere temperatuur (25 graden Celsius), waarbij de niercellen minder zuurstof nodig hebben, terwijl processen in de nier actief blijven.” De Haan vervolgt: “Ook voegen we een zelfgemaakte cocktail van voedingsstoffen toe aan de perfusievloeistof. Dankzij een recent ontwikkelde techniek in het LUMC, waarbij we inzoomen op veranderingen in de stofwisseling van specifieke cellen in ruimte en tijd, konden we deze cocktail heel precies samenstellen.” Met de nieuwe methode kunnen nieren 4 dagen succesvol in leven worden gehouden, waarbij zowel stofwisseling, structuur als functie behouden worden.

Nieren opknappen

De methode opent nieuwe mogelijkheden om donornieren die normaal afgekeurd zouden worden voor transplantatie op te knappen. Engelse: “De methode verschaft ons tijd om de donororganen voor transplantatie te ‘refurbishen’. Vervolgonderzoek zal uitwijzen hoe we dit het best kunnen doen en hoe de nieren na transplantatie functioneren.” Het onderzoek kan zo in de toekomst mogelijk bijdragen aan het vergroten van de donorpool voor patiënten met ernstig nierfalen.”

Bron: Leids Universitair Medisch Centrum | LUMC

Ik wil weer sporten zonder dichtgeknepen billen

Je hele leven wedstrijdsporten, supergezond eten en toch geraakt worden door een hartprobleem. Hoe kan dat? Daar is voor Paul (47) maar één antwoord op: erfelijk gezien heeft hij een slecht lot getrokken. Zie daar maar eens mee te dealen. Vooral als je na behandeling weer thuis bent en met zoveel vragen en angsten blijft zitten.

Waarom overkomt mij dit? Hoe zorg ik ervoor dat het geen tweede keer gebeurt? Betekent het dat je gezonde leefstijl dan helemaal geen zin heeft? Paul: “Door een gezonde leefstijl heb ik juist veel tijd gewonnen voordat ik getroffen werd. Ik blijf sporten want dat voelt gewoon goed. Maar mijn wens is om dat weer te kunnen doen zonder dichtgeknepen billen. Alles wat je voelt gooi je nu op de weegschaal van het hart. Dat zal niet weggaan, maar zodra ik dat accepteer zal het minder zwaar wegen.”

Altijd bezig met hartproblemen

Zijn vader werd op 32-jarige leeftijd getroffen door een ernstige hartziekte, iets wat veel impact had op het hele gezin. “Sinds ik een kind was, waren we altijd bezig met hartproblemen. We zaten te wachten op het Zwaard van Damocles, zeker toen ook mijn broer op jonge leeftijd een hartaandoening kreeg.”

Opeens ging mijn conditie achteruit

Zelf is Paul van jongs af aan erg sport-minded. “Ik werk als sportinstructeur, heb zelf ook altijd topsport bedreven en eigenlijk ging altijd alles goed.” En juist door zijn gezonde leefstijl ging Paul ervan uit dat hij niet belast zou worden. Totdat hij merkte dat zijn prestaties in de sport achteruitgingen. “Waar ik als 40-plusser altijd goed kon meekomen, ging opeens mijn conditie achteruit.”

Schokmoment

Met extreme rugpijn en pijn in de borstkas meldde hij zich bij de huisarts. Een MRI van zijn rug wees niets uit, maar een echo bij cardioloog toonde verkalking (plaque) in de halsslagaders. ‘Met uw sportverleden ga ik u geen fietstest laten doen, u hebt een heel sterk hart. Maar vanwege uw familiair verleden wil ik een ct-scan doen’, dat was wat de cardioloog tegen Paul zei. Die ct-scan toonde drie verstoppingen aan in de voorste kransslagader. “Het was een compleet schokmoment. Ik ben 47, sport al mijn hele leven en eet vegan. Hoe kan dat nou?” Paul werd direct doorverwezen naar het ziekenhuis, waar een hartkatheterisatie volgde.

Meneer, u bent klaar en mag alles weer doen

“Meneer, u bent klaar en mag alles weer doen. Met uw hart kunt u nu wel tien marathons lopen”, grapte de cardioloog nog, nadat Paul een stent in zijn kransslagader had gekregen en met medicijnen weer naar huis gestuurd werd. Maar het liep toch heel anders. Toen Paul thuis weer ging sporten, zakte hij in elkaar.

Ik durfde niet meer te sporten

In de ambulance bleek het medicijn om zijn hartslag te verlagen, een bètablokker, de boosdoener. Pauls hartslag werd daardoor zo laag, dat hij bijna bewusteloos raakte. “Ik durfde niet meer te sporten, vertrouwde mijn hartslag niet meer. Dat gaf een enorme knauw in mijn vertrouwen.”

Hij was de eerste die mij hoorde en iets deed

Al die vragen en angsten leidden ook tot slaapproblemen. “Ik kon er niet mee overweg, het ging echt de verkeerde kant op. De huisarts om hulp gevraagd, maar die zag het niet als een trauma. De psycholoog had een wachtlijst van een jaar, dus ik kreeg geen hulp.” Uiteindelijk werd een controle-afspraak bij de cardioloog Pauls redding. “Ik leef met zoveel angsten, zei ik tegen hem. Hij was de eerste die mij hoorde en iets deed.”

Lp(a) cholesterol heel hoog

De cardioloog stemde in met een bloedtest. Daaruit bleek dat het lipoproteïne A-gehalte in Pauls bloed heel hoog was. Dit Lp(a) is een vorm van cholesterol die het risico op hart- en vaatziekten vergroot en het proces van slagaderverkalking kan versnellen. “Het ligt dus niet aan voeding of leefstijl, dacht ik meteen.” De cardioloog verwees Paul door naar het UMC Utrecht, waar Lp(a) cholesterol metingen onderdeel zijn van het UCC-SMART-onderzoek naar risicofactoren die het ontstaan van hart- en vaatziekten op jonge leeftijd kunnen verklaren.

Allemaal in hetzelfde schuitje

Op de polikliniek Vasculaire Geneeskunde in het UMC Utrecht kwam er meer hulp voor Paul. Tijdens een intake met de verpleegkundig specialist deelde hij zijn angsten. “Ik ben soms zo bang, dat ik ‘locatie delen’ inschakel op mijn telefoon als ik de vuilnis buiten zet. Als ik dan plat ga, weet mijn familie tenminste waar ik ben.” De internist meldde Paul aan voor een revalidatieprogramma. “De revalidatie heeft me veel gebracht, omdat ik sport in een groep met mensen die allemaal in hetzelfde schuitje zitten. Iedereen zit met zoveel vragen, dat deel je met elkaar.”

Via de afdeling Maatschappelijk Werk kon Paul ook terecht in een praatgroep met mensen jonger dan 55 jaar met hartproblemen. “Je kunt daar echt eerlijk zijn en merkt dat je niet de enige bent met angsten. We leren ermee om te gaan met copingsmechanismen.”

Genetisch slecht lot getrokken

Inmiddels gaat het een stuk beter met Paul. “Ik ben er nog niet, maar voel me mentaal zo veel beter. Een wereld van verschil. Het enige wat ik wil is niet meer continu met m’n hart bezig te zijn. Het komt erop neer dat ik kan sporten wat ik wil, maar mijn aderen slippen uiteindelijk toch dicht. Dat is genetisch het slechte lot wat ik getrokken heb, daar moet je het mee doen.”

Weer sporten zonder dichtgeknepen billen

Medicijnen gaan het dichtslippen tegen en Paul wordt in de gaten gehouden. Met zijn verhaal wil hij anderen bewust maken. “Ik hoop dat andere jonge mensen met hartziekten in de familie ook aan de bel gaan trekken bij de huisarts voor zo’n bloedtest. Dan ben je tenminste voorbereid en dan kun je stappen zetten. Ik ben heel blij met de poli Vasculaire Geneeskunde, waar ik nu echt alle hulp krijg, en met het UCC SMART-onderzoek.”

Bron: www.umcutrecht.nl

Vooruitzicht na acuut hartinfarct voortaan nauwkeurig te zeggen

 

Frederik Zimmermann, Rob Eerdekens en Mohamed El Farissi (v.l.n.r) tijdens het congres in Parijs.

Wie krijgt na een acuut hartinfact op termijn complicaties zoals hartfalen of heeft een grotere kans om te overlijden en wie juist niet? Dankzij een nieuwe meetmethode van de kleine bloedvaten, bedacht en onderzocht in het Catharina Ziekenhuis, is dit voortaan nauwkeurig te zeggen.

Het onderzoek van Rob Eerdekens, Mohamed El Farissi en Frederik Zimmermann werd gistermiddag (dinsdag 14 mei) gepubliceerd in het gerenommeerde Amerikaanse tijdschrift Journal of the American College of Cardiology (JACC). Dat gebeurde tegelijkertijd met de onderzoekspresentatie op een groot congres in Parijs.

Hun bevindingen in het kort: hoewel de zorg van het hartinfarct de laatste decennia sterk verbeterd is, ontwikkelt een deel van de patiënten hartfalen of overlijdt binnen enkele jaren. Voorspellen welke patiënten dit soort gevaarlijke complicaties op termijn ontwikkelen, is erg moeilijk. De nieuw toegepaste meetmethode, een zogeheten MRR-meting (afgekort van Microvascular Resistance Reserve), waarbij de functie van de kleine bloedvaten van het hart specifiek te onderzoeken is, maakt dat anders.

 

“Daarmee is dit een essentiële stap om deze gevaarlijke complicaties voor te blijven”

 

Kleine bloedvaten spelen cruciale rol

“De MRR-meting bleek nauwkeurig te kunnen voorspellen welke patiënten complicaties ontwikkelen en daardoor ook welke patiënten juist een goede uitkomst hebben. Daarmee is dit een essentiële stap om deze gevaarlijke complicaties voor te blijven”, zegt cardioloog in opleiding en onderzoeker Eerdekens. De MRR-meting werd in 2020 ontwikkeld door cardioloog Nico Pijls, ook verbonden aan het Catharina Ziekenhuis.

El Farissi, cardioloog en onderzoeker, vervolgt: “De kleine bloedvaten van het hart raken aangetast tijdens een hartinfarct en spelen een cruciale rol in het ontwikkelen van latere complicaties. Bestaande meetmethoden van de kleine bloedvaten worden beïnvloed door afwijkingen in de grote bloedvaten en kunnen zo een vertroebeld beeld geven. Een MRR-meting wordt met een druk- en temperatuursensor in de kransslagader uitgevoerd en onderzoekt specifiek de functie van de kleine bloedvaten. Het mooie is dat het een relatief eenvoudige meting is die wereldwijd te gebruiken is.”

 

“Een belangrijke vervolgstap is nu om te onderzoeken of patiënten met een afwijkende MRR-meting baat hebben bij aanvullende behandelingen om de prognose te verbeteren”

 

Stanford en Oxford

De onderzoekers leidden het onderzoek met zes internationale onderzoeksgroepen – onder meer het gerenommeerde Stanford en Oxford deden mee, alsook het Radboudumc – en volgden 446 patiënten na een hartinfarct meerdere jaren. “We hebben absoluut de hoop dat we door deze studie op termijn mensenlevens kunnen redden”, zegt Zimmermann, cardioloog, sinds februari ook verbonden aan het St. Antonius Ziekenhuis in Nieuwegein. “We weten nu beter welke patiënt vanaf het begin extra aandacht nodig heeft. Een belangrijke vervolgstap is nu om te onderzoeken of patiënten met een afwijkende MRR-meting baat hebben bij aanvullende behandelingen om de prognose te verbeteren.”

Nieuwe studies zullen zich voortaan waarschijnlijk meer gaan richten op de kleine bloedvaten, zo denkt Eerdekens. “De dotterbehandeling vindt plaats in een groter bloedvat, de kransslagader. Het afgesloten bloedvat wordt opengemaakt en het probleem is vaak relatief simpel te verhelpen. Daar zijn we heel goed en snel in, het hele systeem van onze gezondheidszorg is daar op ingesteld. Maar nu zien we dus een tweede probleem, mede dankzij de MRR-meting: de kleine bloedvaten en de staat ervan.”

El Farissi besluit: “Daar bestaan nog geen effectieve therapieën voor als die er slecht aan toe zijn na een hartinfarct. Als het lukt om dat te verhelpen, dan is het écht baanbrekend.”

Bron: www.catharinaziekenhuis.nl

Voetballer krijgt hartstilstand, club reageert adequaat

De 26-jarige aanvoerder van amateurvoetbalclub Achilles Veen kreeg met Hemelvaart in Oisterwijk een hartstilstand tijdens de finale om de districtsbeker tegen Goes. De club reageerde direct adequaat. Er werden een ambulance en een traumahelikopter ingeschakeld. Het duel werd gestaakt.

Het gebeurde rond de 32ste minuut van de wedstrijd. De voetbalclub was naar eigen zeggen goed voorbereid. Het was volgens Omroep Brabant niet voor het eerst dat de club met zo’n noodsituatie te maken kreeg. Twee jaar geleden werd de assistent-trainer door een hartstilstand getroffen. Daardoor was de club scherper op incidenten zoals deze. De medewerkers van de club gaan jaarlijks op cursus om met hartproblemen om te gaan.

Dat bleek levensreddend, laat de club aan de omroep weten. “Er was een AED op het sportpark, er waren snel kundige mensen bij. Dat heeft zijn leven gered. Honderd procent”, aldus een woordvoerder van de club tegen Omroep Brabant. Niet veel later landde een traumaheli op het veld van Trinitas in Oisterwijk.

Besloten werd de wedstrijd stil te leggen en op een later tijdstip uit te spelen. Met de speler die door een hartstilstand werd getroffen, gaat het volgens de omroep naar omstandigheden weer goed.

Reactie NTS op evaluatie donorwet: blij dat donorwens van Nederlanders veel beter bekend is

Door de wijziging van de donorwet in 2020 weten familie en artsen veel beter of iemand donor wil zijn: driekwart van alle Nederlanders heeft actief de eigen wens geregistreerd, een stijging van vijftig procent. Daarnaast weet een meerderheid van de bevolking dat het niet doorgeven van een keuze in het Donorregister betekent dat je automatisch donor bent (‘geen bezwaar’), zo blijkt uit de evaluatie van de gewijzigde Wet op orgaandonatie.

Directeur Naomi Nathan van de Nederlandse Transplantatie Stichting (NTS) is blij met deze uitkomsten: ‘Dat is belangrijke winst. Deze evaluatie laat zien dat je erop mag vertrouwen dat mensen donor willen zijn als zij gekozen hebben voor ‘ja’ of ‘geen bezwaar”.

Vandaag presenteerde minister Pia Dijkstra van Volksgezondheid het evaluatierapport over de gewijzigde donorwet aan de Tweede Kamer.

Publiek informeren blijft essentieel

De NTS herkent zich in de uitkomsten van de evaluatie en constateert met de minister dat publieksvoorlichting de komende jaren hard nodig blijft. Naomi Nathan: ‘Aan de ene kant is het goed dat een meerderheid van de bevolking goed op de hoogte is van de donorwet. Maar wij willen toe naar een situatie waarin iedereen een keuze doorgeeft die bij hem of haar past én iedereen weet dat ‘geen bezwaar’ betekent dat je automatisch donor bent. Dat is een voorwaarde voor het behouden van maatschappelijk vertrouwen in de wet. En dát geeft de beste kans op meer orgaan- en weefseltransplantaties, waarmee we mensen op de wachtlijst kunnen helpen.’

Delen keuze met familie

Maar misschien nog wel belangrijker is dat mensen van hun dierbare(n) weten wat zij hebben gekozen. Nathan: ‘Artsen merken in de praktijk dat families soms worden verrast door de mededeling dat hun familielid als donor geregistreerd staat. Als je er nooit met elkaar over hebt gesproken, kan de twijfel toeslaan. Zeker bij een toestemming op basis van een ‘geen bezwaar’-registratie: was dit wel een bewuste keuze van mijn dierbare? Daarom roepen wij iedereen in Nederland op: deel je keuze met je familie! Zo voorkom je onverwacht nieuws op een toch al verdrietig moment.’

Misverstand over rol familie

De NTS constateert dat het een nog relatief nieuwe wet is, die echt nog ingeburgerd moet raken, en zal zich naast de overheid de komende jaren actief blijven inspannen om iedereen te informeren over wat orgaan- en weefseldonatie inhoudt. Nathan: ‘Informeren is ook belangrijk om misverstanden aan te pakken. Zo wordt nogal eens gedacht dat de familie altijd het laatste woord heeft. Deze verwarring komt waarschijnlijk voort uit de oude wet. In de huidige donorwet heeft iedereen een keuze gemaakt, en als je niets doorgeeft ben je automatisch donor. De familie kan alleen in uitzonderlijke omstandigheden tegen deze registratie in gaan.’

Gespreksondersteuning

Ook gaat de NTS onderzoeken hoe donatieprofessionals en familie communicatief nog beter ondersteund kunnen worden tijdens het donatieproces in het ziekenhuis. Nathan: ‘We geven jaarlijks al veel trainingen aan professionals in gespreksvoering met familie over donatie. Maar zij kunnen door het lage aantal gesprekken hier vervolgens weinig mee oefenen. Wij zijn blij dat de minister heeft aangegeven dat zij op korte termijn wil bezien of ze een vervolg wil geven aan een eerdere pilot van de NTS met orgaandonatiecoördinatoren die dit soort gesprekken kunnen ondersteunen en mogelijk samen voeren. En we denken dat we het gesprek met de familie nog beter in beeld en taal kunnen gaan ondersteunen.’

Effect Donorwet op transplantaties

Er is de laatste jaren sprake van een lichte toename aan donoren en transplantaties. Terecht wordt in het rapport geconcludeerd dat het mede door de coronapandemie te vroeg is om echt de effecten te kunnen vaststellen van de nieuwe Donorwet op het aantal orgaan- en weefseldonoren. De NTS zal graag meewerken aan een nieuwe evaluatie in 2029. Nathan: ‘En het is mooi nieuws dat de minister wil blijven stimuleren dat meer organen en weefsels beschikbaar komen, bijvoorbeeld door financiering van innovatieve perfusietechnieken’.

 

 

Ziekenhuizen bundelen krachten voor beste zorg voor vaatpatiënten

Om de kwaliteit van zorg voor vaatpatiënten in de regio verder te verbeteren, gaan het Leids Universitair Medisch Centrum (LUMC) en het Haaglanden Medisch Centrum (HMC) nu ook samenwerken met het Reinier de Graaf Gasthuis (RdGG). Door de samenwerking in het Universitair Vaatcentrum (UVC) West wordt de kennis en kunde van de drie ziekenhuizen op het gebied van vaatchirurgie beter benut.

In HMC Antoniushove tekenden Martin Schalij (LUMC), Ingrid Wolf (HMC) en Carina Hilders (RdGG) woensdag een intentieverklaring over de voorgenomen samenwerking. Het streven is om dit jaar een definitieve samenwerkingsovereenkomst te sluiten.

Integraal Zorgakkoord

LUMC en HMC werken sinds 2020 al samen in het Universitair Vaatcentrum (UVC) Leiden | Den Haag. Zij behandelen op beide locaties hoogcomplexe zorg, zoals een behandeling of operatie aan de halsslagader of aorta. Ook de onderwijstaken en wetenschappelijke onderzoeken worden gezamenlijk opgepakt.

Reinier de Graaf Gasthuis uit Delft sluit zich nu bij het UVC aan onder de noemer van UVC West. De regionale samenwerking in het vaatchirurgische netwerk past goed bij de doelstellingen van het Integraal Zorgakkoord (IZA), waarbij ziekenhuizen hebben afgesproken om de krachten te bundelen om de kwaliteit van zorg te verbeteren en in de toekomst betaalbaar en toegankelijk te houden. Vaatchirurg Abbey Schepers van het LUMC: “Door de samenwerking binnen het UVC zijn wij in staat om aan de groeiende zorgvraag te voldoen en tegemoet te komen aan de verwachtingen die het IZA met zich meebrengt. Door de solide basis berustend op vertrouwen, is het ook een goede basis voor verdere samenwerking met de andere ziekenhuizen in de regio op het gebied van vaatzorg.”

De samenwerking betekent dat de specialisten van de drie ziekenhuizen werken volgens een gezamenlijke visie op vaatchirurgie. In de praktijk kunnen medisch specialisten daardoor makkelijker overleggen, of dat patiënten die gespecialiseerde zorg nodig hebben en indien nodig, makkelijker naar elkaar worden doorverwezen. De vaatchirurgen van het UVC werken vanaf drie locaties in Den Haag, Leiden en Delft. Om de beste zorg te bieden en de meeste patiënten te kunnen helpen, kan het voorkomen dat patiënten op de ene locatie hun zorg starten en op een andere locatie worden geopereerd. In dat geval gaat de behandelend arts als vertrouwd gezicht met de patiënt mee. RdGG–vaatchirurg Wolter Hoffmann: “We stemmen de zorg goed af op de wensen en behoeften van de patiënt. De patiënt staat centraal en de patiënt houdt dus altijd de regie”.

Vaatchirurgisch netwerk

“Al voor het IZA werken HMC en LUMC goed samen om vaatpatiënten samen de beste zorg te bieden,” vertelt vaatchirurg Daniël Eefting van HMC. “Door het delen van kennis en ervaring kunnen we meer patiënten behandelen en de zorg voor vaatpatiënten verbeteren. We zien de uitbreiding van deze samenwerking niet als een einddoel, maar als een mooie start om ook andere zorginstellingen in de regio bij ons aan te sluiten zodat een vaatchirurgisch netwerk in de regio ontstaat waar we onze patiënten het beste kunnen helpen.”

Bron: www.lumc.nl

Onnodige sterfte onder vrouwen door achterlopen onderzoek hartproblemen

Vrouwen overlijden geregeld onnodig doordat onderzoek naar hartproblemen bij vrouwen achterloopt. Daardoor worden diagnoses soms zelfs volledig gemist, of lopen achter. Cardiologen waarschuwen hiervoor. Huisartsen denken te vaak aan een griepje, of verkoudheid, of oververmoeidheid. Stress zelfs, als vrouwen zich met hartklachten melden. En zo worden veel vrouwen met hartklachten ten onrechte naar huis gestuurd. Wat soms fatale gevolgen kan hebben.

Volgens Steven Chamuleau, hoogleraar cardiologie en lid van de wetenschappelijke adviesraad van de Hartstichting, lopen in ons land maar liefst 200.000 (!) vrouwen rond met hartproblemen, zonder dat de diagnose hiervoor is gesteld. Dat kan komen omdat nogal wat huisartsen de klachten niet serieus nemen.

Angela Maas, emeritus hoogleraar cardiologie voor vrouwen, heeft in ons magazine vaker gepleit voor meer onderzoek naar het vrouwenhart. Zij adviseert vrouwen die zich slecht voelen bij twijfel altijd te vragen om een doorverwijzing naar een cardioloog.

Symptomen die vaak voor komen bij vrouwen met hartfalen zijn vermoeidheid, snel verlies van conditie, hartkloppingen, benauwdheid en / of vocht vasthouden in de enkels. In zulke gevallen altijd vragen naar een doorverwijzing!

Dagelijks sterven 22 mensen aan hartfalen – maar wat is dat eigenlijk?

Dagelijks overlijden maar liefst 22 mensen in ons land aan hartfalen. Toch weet slechts een op vijf Nederlanders wat hartfalen eigenlijk is. Voor het academisch ziekenhuis in Maastricht was dat een reden om een minisymposium te geven voor professionals in de zorg.

Per minuut klopt het hart in rust zo’n 70 keer en pompt zo’n vijf liter bloed door ons lichaam. Als dat pompen niet meer zo goed gaat, is er sprake van hartfalen. Daardoor krijgen onze organen, spieren en weefsels minder bloed en dus zuurstof.

Dat leidt tot kortademigheid en ophoping van vocht in bijvoorbeeld voeten, benen, armen en handen, maar ook in de longen. Zo’n kwart miljoen Nederlanders hebben hartfalen, iets meer vrouwen dan mannen.

Oorzaak van hartfalen kunnen afwijkingen zijn aan de kransslagaders, of een gevolg van een hartinfarct. Op die plek ontstaat een litteken, wat de pompkracht vermindert.

Ook kan hartfalen een gevolg zijn van langdurige hoge bloeddruk. Dat maakt de hartspier slapper en de pompkracht minder.

Een onregelmatig hartritme kan de pompkracht verminderen. Dat kan komen door je leeftijd, kan erfelijk zijn of een gevolg van medicijngebruik.

Wat kun je doen? Blijf actief, blijf in beweging, dat is het voornaamste! Hoe staat het met je gewicht? Je kunt geen vrachtwagen aan de gang houden met een fiat-500-motortje, om een vergelijking van onze huiscardioloog Remko Kuipers te gebruiken. Val af als je te dik bent.

Een erg snelle gewichtstoename kan erop wijzen dat je vocht vasthoudt, en dat kan op hartfalen wijzen. Ga dan naar je huisarts.