Start van Europees onderzoek naar bestraling bij hartritmestoornissen

Deze maand start het consortium STOPSTORM haar onderzoek naar bestraling bij hartritmestoornissen, onder coördinatie van het UMC Utrecht. Ook het Catharina Ziekenhuis zal hier een belangrijke bijdrage aan leveren.

Voor deze bestraling komen patiënten in aanmerking die lijden aan ventrikeltachycardie ofwel het trillen van de hartkamers. Zij worden nu meestal behandeld met medicatie of door implantatie van een ICD, een defibrillator die met stroomstootjes corrigerend optreedt wanneer de hartslag ontregeld is.

Bestralen van ritmestoornis

Bij aanhoudende ritmestoornissen die onvoldoende reageren op deze therapieën, ondergaan patiënten een invasieve katheterablatie, waarbij een cardioloog de elektrische prikkels in het hart  blokkeert die het ritme verstoren. Het doel van de studie door het STOPSTORM consortium is de optie van een bestralingsbehandeling te onderzoeken bij patiënten bij wie de klachten aanhouden na katheterablatie. Hiervoor komt 30 tot 50% van deze patiëntengroep in aanmerking.

Een consortium van 31 instellingen in 8 Europese landen, waaronder het Catharina Ziekenhuis, start met het behandelen van  deze patiënten in studieverband. De behandeling, die ook toegepast wordt in de longoncologie, bestaat uit een hoge dosis bestraling, toegediend in één sessie.

Kwaliteit van leven verhogen

Klinisch fysicus dr. Coen Hurkmans leidt het team van onderzoekers in  het Catharina Ziekenhuis: “Deze nieuwe therapie waarbij we niet hoeven te opereren kan een doorbraak zijn voor patiënten met ventrikeltachycardie. Het kan de kwaliteit van leven verhogen en de levensduur verlengen. Dit internationale onderzoek geeft ons hoogwaardige informatie over de juiste behandeling.”

Radiotherapeut-oncoloog Joost Verhoeff leidt het onderzoek vanuit het UMC Utrecht. Hij zegt: “Sinds 2014 wordt deze behandeling al aangeboden bij verschillende instellingen. Helaas zijn de effecten niet overal goed gevolgd. Met het consortium stellen we een grote dataset van enkele honderden patiënten samen om zo de resultaten goed in kaart te brengen.”

Bepalen werkzaamheid en veiligheid

Het belangrijkste doel van het STOPSTORM consortium is dan ook het creëren van een Europees validatiecohort om de werkzaamheid en veiligheid te bepalen in een grote populatie patiënten met ventrikeltachycardie. Ook helpt de informatie om inzage te krijgen in welke dosis moet worden toegediend en hoe. Expertisecentrum Harteraad verbindt, versterkt en vertegenwoordigt patiënten in het project.

STOPSTORM is Europees onderzoek dat gefinancierd is met EU Horizon 2020-subsidie van 7.1 miljoen euro.

Bron: Catharina Ziekenhuis

Een grote weerbaarheid vormt de beste garantie tegen corona

Een goed functionerende gezondheid is een van de beste wapens van ons lichaam tegen het coronavirus. Dat blijkt uit onderzoek door Daan de Wit. De bekende onderzoeksjournalist schreef onlangs een e-boek met de sprekende titel Prikken ja of nee? Daarin geeft hij een goed leesbaar overzicht van alle voors en tegens van coronavaccinatie. Eerder schreef De Wit onder meer boeken over de Mexicaanse griep, de cholesterolmythe en gezonde voeding.

Daan is met zijn werk altijd op zoek naar hoe het onderwerp waarvoor hij zich interesseert ten diepste in elkaar zit. “Ik ben eigenlijk altijd op zoek naar de kern. Dat is al zo vanaf mijn eerste boek, toen mijn interesse nog voornamelijk op geopolitiek was gericht. In het boek erna, in 2010, schreef ik over de Mexicaanse griep en nu, tien jaar later, werd mijn aandacht vanzelfsprekend gegrepen door de corona. Alles waartegen ik met Dossier Mexicaanse griep waarschuwde werd ineens werkelijkheid. Zelfs nog stukken erger.”

“Wat ik met mijn nieuwe boek beoog is lezers in staat te stellen zich goed te informeren. Het bijzondere aan de huidige situatie, net als toen tijdens de Mexicaanse griep, is de eenzijdige berichtgeving van de overheid en de reguliere media. Daaraan probeer ik iets te doen met Prikken ja of nee?, door beide kanten te belichten. Op die manier kan de lezer een goede afweging maken tussen de mogelijke risico’s op zowel corona als de vaccins.”

Eet gezond!

“Wat ik door het schrijven van boeken en artikelen ontdekte is het belang van onze weerbaarheid. Corona, zelfs nog iets meer dan griep, kan toeslaan in geval van zwakte. Mijn vader bijvoorbeeld is een tachtiger met onderliggend lijden, hart- en vaatziekten – een bekend beeld. Juist deze mensen, dus met een hoge leeftijd en/of onderliggende ziekten zijn de belangrijkste slachtoffers van corona. Wil je ontsnappen aan corona, dan zorg je beter dat je sterk bent. Aan ouderdom is niets te doen, maar aan je gezondheid wel. Doe bijvoorbeeld waar mogelijk iets aan je overgewicht, eet gezond, beweeg meer, stop met roken, denk aan zink en je vitamines C en D – dat kan al helpen.”

Je kunt grote invloed uitoefenen op je gezondheid, zegt De Wit. “In mijn boek Weet wat je eet en ook tijdens mijn coachings beschrijf ik de waarde van gezond eten en de invloed die dat heeft op het lichaam. Dat is in feite uitermate geavanceerd en heeft het beste met ons voor. Stimuleer dat, zit dat niet dwars. Wat mij opvalt is dat veel mensen die pro-vaccinatie zijn in deze coronacrisis met enig dedain over het lichaam spreken. Zij menen dat het faalt en dat er een hightech oplossing van buitenaf moet komen. Terwijl het volgens mij eerder andersom is: wij worden oud en daarmee kwetsbaarder, wat onderdeel is van het natuurlijke ontwerp. Maar dan kun je zelf ingrijpen. Overigens hoeven de meeste mensen niet in te grijpen.”

“Jaap van Dissel van het RIVM zegt het zelf in zijn briefings aan de Tweede Kamer: ruim 98 procent van de mensen heeft niet of nauwelijks last van corona. De vaccinaties zijn gericht op die resterende bijna twee procent. Deze mensen kunnen in sommige gevallen veel doen aan hun eigen gezondheid en weerbaarheid door gezond te eten en meer te bewegen.”

Handvatten

De Wit geeft in zijn e-boek Prikken ja of nee? geen antwoord op de vraag in de titel. De afweging is ieders eigen verantwoording en keuze, vindt hij. In zijn boek geeft hij mensen handvatten waarmee ze die keuze kunnen maken. Net zoals hij eerder handvatten gaf in zijn boek de Cholesterolmythe. “Ik ben niet anti-statine”, zegt hij hierover. “Maar ik ben wel kritisch over de wetenschap rond statines. De experts die ik citeer vinden het niet per se verstandig om ons systeem zo intens te beïnvloeden als het gaat om een van de belangrijkste en zo nauwgezet gereguleerde stoffen in ons lichaam. Ja, cholesterol kan bijdragen aan het probleem van aderverkalking, maar kijk liever naar het achterliggende probleem. Bijvoorbeeld verzwakte vaatwanden. Het lichaam gebruikt cholesterol om die te versterken. Zorg dan zo veel mogelijk dat die vaten niet verzwakken – verzwakkingen die nota bene wordt bevorderd door het slikken van statines. Stop nooit zomaar met statines, maar onderzoek wel welke invloed een gezonde leefstijl kan hebben. Hoe je dit kunt doen beschrijf ik uitgebreid in de Cholesterolmythe.

Statines grijpen diep in. Ze zorgen er bijvoorbeeld voor dat stoffen als Q10 en K2 in ons lichaam worden verminderd. Wat jammer is, aangezien deze stoffen hartgezond zijn en we als onderdeel van het verouderingsproces en onze manier van voeden er al vanzelf minder van binnenkrijgen. Zorg liever dat je zo gezond mogelijk bent. Dan heb je de best mogelijke vaatwanden en de hoogst mogelijke weerbaarheid.”

Hoofdschuddend….

Even terug naar de vaccinaties tegen het coronavirus. “Ik zie duidelijke parallellen met de situatie rond de Mexicaanse griep, toentertijd uitgeroepen tot pandemie. In mijn boek beschrijf ik hoe kort ervoor de definitie van wat een pandemie werd versoepeld. Daar hebben we nu weer last van.”

We kijken hoofdschuddend terug op de Mexicaanse griep en de beslissingen die toen zijn gemaakt. Tegelijk zien we dezelfde hoofdrolspelers van toen nu weer op het toneel. Mensen als de Brit Neil Ferguson, maar ook Ab Osterhaus, volgens epidemioloog Dick Bijl een ‘dierenarts die wat bijgeleerd heeft over virussen en zich als deskundige presenteert’. Net als tijdens de Mexicaanse griep komen Ferguson, Osterhaus en anderen met paniekerige voorspellingen die iedere keer niet uitkomen, maar wel een grote impact hebben. De lessen van 2009 zijn duidelijk niet geleerd.”

“De cijfers rond corona laten duidelijk zien dat aanpak en probleem in geen enkele verhouding tot elkaar staan. De aanpak van het coronavirus gaat meer mensenlevens kosten dan het probleem zelf, zeggen experts, zoals hoogleraar Ira Helsloot. De aanpak leidt tot een extreme focus op één probleem, terwijl er heel veel problemen zijn. Alleen al aan hart- en vaatziekten overlijdt een veelvoud van de mensen die nu slachtoffer zouden zijn van corona!”

Webinar

Onlangs organiseerde Hartpatiënten Nederland een webinar met Daan de Wit over dit onderwerp. Daarin ging het met name om de vraag wel of niet vaccineren. Veel hartpatiënten reageerden tijdens de gestreamde uitzending en stelden belangrijke vragen. U kunt de webinar nog eens bekijken via YouTube.

Weet wat je eet. Daan de Wit, t.w.v. € 22,99

Je lichaam hunkert naar natuurlijke voeding. Naar voldoende vitaminen, mineralen, vetten en eiwitten. Gezond eten is eten zoals je lichaam zou willen dat je eet. Daan de Wit beschrijft in zijn boek Weet wat je eet op een treffende manier wat verstandig eten is. Hij doet dat door op eenvoudige wijze te laten zien dat de oudste kennis over voeding wordt bevestigd door de nieuwste wetenschappelijke inzichten.

 

De cholesterolmythe. Daan de Wit, t.w.v. € 23,50

De cholesterolmythe van Daan de Wit is niet het eerste boek over dit onderwerp, maar geeft wel een actueel overzicht. Het boek beschrijft het ontstaan, voorkomen en omkeren van hart- en vaatziekten, waarbij cholesterol nu eens niet als de grote ‘boeman’ wordt gezien. Integendeel. We kunnen niet zonder, en te laag cholesterol is schadelijk, vindt De Wit. Hij baseert zich op gesprekken met artsen en wetenschappers.

Wilt u een boek van Daan bestellen? Neem dan contact op via roermond@hartpatienten.nl of bel 085-081 10 00

Minder medicatie, meer leefstijl

Patiënten willen steeds vaker de baas zijn over hun eigen gezondheid en het liefst hun medicatie afbouwen. Die trend ziet ook cardioloog Leonard Hofstra. Toch is dat volgens hem oppassen geblazen: hartpatiënten kunnen lang niet altijd zonder medicatie.

Mensen worden zich bewuster van hun leefstijl. Ze zijn steeds vaker medicatie avers; willen het liefst zo weinig mogelijk of geen medicatie en hopen dit met leefstijl op te kunnen lossen. Patiënten willen zelf aan het roer staan als het aankomt op hun gezondheid, zelf de regie hebben. Maar, waarschuwt Hofstra, het minderen van medicatie moet wel realistisch zijn. “Als je risicofactoren als een hoge bloeddruk of een hoog cholesterol hebt en nog geen ziekte, dan is het aanpassen van de leefstijl een prima strategie: bewegen, veel groente eten en afvallen. Dit is dan een stukje primaire preventie, dus preventie zonder ziektelast. Binnen deze groep mensen kun je daarmee een groot deel van het probleem oplossen.”

Cholesterolverlaging

Dit is echter anders voor mensen die bijvoorbeeld een hartinfarct, stents of een omleiding hebben gehad. “Mensen die een bewezen hartziekte hebben, zitten eigenlijk altijd op z’n minst vast aan bloedverdunners en cholesterolverlagers. Dit zijn ziekten waarbij je medicatie nooit volledig zal kunnen afbouwen. Een hartinfarct, de plaatsing van een stent of de plaatsing van een omleiding zijn allemaal terug te leiden naar hetzelfde: het dichtslibben van kransslagaderen. Als het al zo ver is dat je daar dan voor geopereerd moet worden, dan zit er niets anders op en heb je toch ook echt cholesterolverlaging nodig.”

Gevaar

Wat Hofstra tegenwoordig merkt, is dat sommige mensen heel radicaal met alle medicatie willen stoppen. Daarmee kunnen mensen met een hartziekte zichzelf dus in gevaar brengen, stelt hij. “De keuze voor leefstijl of medicijnen is een prima discussie, maar het is belangrijk om te beseffen dat het ook slecht kan aflopen wanneer je te weinig medicatie inneemt. Bij ernstig hartfalen breng je jezelf zonder medicatie bijvoorbeeld echt in gevaar, dus moet je je bedenken of dit dan wel zo verstandig is. Uiteindelijk gaat het om jouw veiligheid; dat is wat telt.”

Minder bijwerkingen

Hofstra is zelf een groot voorstander van leefstijl en zet als cardioloog dan ook in op de combinatie gezonde leefstijl en medicatie. Door leefstijl aan te pakken, kun je een lagere dosis medicatie geven  en worden de bijwerkingen ervan minder. “Mensen ervaren vaak bijwerkingen van bijvoorbeeld statines: cholesterolverlagers. Die medicijnen hebben inderdaad bijwerkingen, maar dat is sterk dosisafhankelijk. Als jij dus heel gezond leeft en daardoor maar een beetje statine nodig hebt, is de kans op bijwerkingen bijzonder laag. Je kunt met weinig medicatie vaak ook een heel mooi LDL-cholesterolgehalte creëren. Ik zeg dan ook vaak tegen mensen die medicatie avers zijn: als je zo min mogelijk medicatie wilt, dan is de enige keuze zo gezond mogelijk leven. Je medicijnen kun je afbouwen, mits je met je leefstijl naar perfectie streeft. Die keuze moeten mensen uiteindelijk toch zelf maken.”

Aandacht voor leefstijl

Volgens Hofstra zijn ook steeds meer artsen zich bewust van leefstijl. Er is meer aandacht voor, maar het kan nog wel een stuk beter, zegt hij. “Tegenwoordig komt leefstijl ook in hartrevalidatieprogramma’s aan bod. De beweging zit er goed in. Toen ik zo’n tien tot vijftien jaar geleden als cardioloog met preventie aan de slag ging, vond men dat een hele gekke move. Dat is nu allang niet meer zo. Vooral bij huisartsen is er veel belangstelling voor leefstijl en dat komt ook bij specialisten, maar wij lopen daarin wel achter. Dat heeft ook te maken met de context van ons werk: het doen van ingrepen, diagnostiek en het voorschrijven van medicatie. Wij willen zo snel mogelijk een diagnose stellen en mensen zo snel en goed mogelijk helpen. Dat is het wezen van de cardioloog.”

Samen

Op het gebied van leefstijl kunnen patiënten zelf in ieder geval al een hoop verbeteren. Dat kan volgens Hofstra door drie simpele dingen toe te passen: 4 stuks fruit, 400 gram groente en 10.000 stappen per dag. “Als ik dit zeg, schrikken mensen vaak van de hoeveelheid. Maar groenten en fruit bestaan uit vezels en water, waar je snel vol van raakt terwijl je maar weinig calorieën binnenkrijgt. Daarmee verdring je de trek in slechte dingen, wat misschien wel een van de belangrijkste effecten is. Zorg daarnaast dat thuis alleen maar gezonde spullen staan. De sleutel ligt dan al bij de supermarkt. Wat je daar haalt, bepaalt in grote mate wat jij op een dag gaat eten. Verder zijn wij Nederlanders wereldkampioen zitten. We leven in een samenleving waarbij alles gericht is op comfort en minder bewegen. Let ook daarop. En: doe het samen. Pak het aan met de huisarts of cardioloog, samen met je behandelaar. Dat is belangrijk.”

Waarom dit interview met cardioloog Leonard Hofstra?

Wij willen onze lezers zo breed mogelijk van nuttig informatie voorzien en op die manier de samenleving transparanter maken. Dat behoort tot onze doelstelling. Uiteindelijk willen alle patiënten hetzelfde: de beste zorg! Wij helpen daarbij. Onafhankelijk en objectief. Helpt u ons? Wij helpen u.

Onlangs schreef Leonard Hofstra samen met Erik Scherder het boek ‘Hart voor je Brein’. Interesse? Bestel het hier!

Nederlandse Sportraad pleit voor iconische maatregelen tegen bewegingsarmoede

In een brief aan informateur Mariëtte Hamer roept de Nederlandse Sportraad (NLsportraad) de volgende regering op om de noodzakelijke, iconische maatregelen te treffen die de toenemende bewegingsarmoede tegengaan. Door de coronacrisis was de urgentie nog nooit zo groot, want een inactieve leefstijl en overgewicht blijken niet alleen een hogere kans te geven op hart- en vaatziekten, diabetes en depressie, maar ook op ondermijning van het immuunsysteem.

De raad pleit voor verdergaande maatregelen dan de zes ministeries onlangs hebben gedaan in de brief Nederland vitaal en in beweging. Zonder iconische maatregelen verwacht de NLsportraad dat de pandemie van de bewegingsarmoede, overgewicht en gerelateerde ziekten nog decennia zal voortduren.

De raad adviseert de regering de aanpak van bewegingsarmoede niet te zien als gezondheidsbevordering gericht op individuele gedragsverandering, maar als gezondheidsbescherming. Bij gezondheidsbescherming worden de risico’s op bewegingsarmoede zoveel mogelijk uitgebannen: op school, op het werk, in de wijk, in de zorg. In lijn met eerdere adviezen beveelt de NLsportraad aan om sport en bewegen structureel in te bedden in het dagelijks leven van kinderen, volwassenen en ouderen. Daarvoor is ook aanpassing van wetgeving nodig.

Sport en bewegen in de vrije tijd wordt belangrijker dan ooit, zeker nu we veel meer thuis zitten. De NLsportraad heeft in het advies De opstelling op het speelveld geadviseerd van sport een publieke voorziening te maken en de verantwoordelijkheid van de rijksoverheid, provincies en gemeenten vast te leggen in een sportwet. In de brief aan de informateur vraagt de raad de sportwet met spoed tot stand te brengen en de doelstelling om 75% van de bevolking voldoende te laten sporten bewegen in 2030 te realiseren (in plaats van 2040). Ook geeft de raad aan dat er investeringen nodig zijn in voldoende sportvoorzieningen, professionalisering van de sport en de toegankelijkheid van sport voor kwetsbare groepen.

De volledige brief aan de informateur kunt u hier lezen.

Bron: Nederlandse Sportraad

Hartfalenpatiënten met een PM/ICD sneller behandeld en minder lang opgenomen

Door de zorg voor hartfalenpatiënten die een pacemaker of ICD krijgen anders te organiseren, halveert het aantal dagen dat deze patiënten in het ziekenhuis liggen en worden zij na hun verwijzing sneller behandeld. Dat schrijven onderzoekers van het Hart+Vaat Centrum van het Maastricht UMC+ en Medtronic in het wetenschappelijk tijdschrift BMJ Open Quality. Door een gespecialiseerd verpleegkundige en medisch technicus als centralere spil te laten fungeren (i.p.v. de cardioloog) kunnen bovendien de uitkomsten van de behandeling verbeteren.

Cardiale resynchronisatie therapie (CRT) is een behandeling voor patiënten met hartfalen, waarbij een speciale pacemaker of een ICD wordt geplaatst. De therapie wordt toegepast als de beide hartkamers niet meer gelijktijdig samentrekken. De behandeling vergt intensieve zorg van een multidisciplinair team. Ondanks opgestelde richtlijnen bestaan er tussen centra toch veel verschillen in behandelresultaten. Om die resultaten te verbeteren is in het Maastricht UMC+ het zorgproces opnieuw ingericht en gestandaardiseerd.

Hartfalenpatiënten gebaat bij herinrichting zorgproces

Een gespecialiseerd verpleegkundige en een technicus met kennis van het medisch implantaat hebben in het hernieuwde zorgproces de coördinerende rol, in plaats van de cardioloog. Dankzij het ‘one-stop-shop’ principe hebben patiënten verschillende afspraken en controles op één dag. In het eerste jaar na introductie van het nieuwe zorgproces werden in totaal 115 hartfalenpatiënten op die manier behandeld. Zij werden vergeleken met 122 patiënten die werden behandeld op de oorspronkelijke manier. Daaruit bleek onder meer dat de tijd van verwijzing tot behandeling werd verkort (van 37 dagen naar 24 dagen) en de totale ligduur in het ziekenhuis tijdens gehalveerd (van gemiddeld ongeveer 5 dagen tot 2,5 dag). Patiënten consulteerden de verpleegkundige en technicus vaker dan in de controlegroep en kwamen minder vaak bij de cardioloog. Hoewel het totaal aantal contacten toenam, bleef het aantal ziekenhuisbezoeken gelijk.

Impact

De herverdeling van taken in dit complexe zorgproces leidt dus tot verschillende positieve resultaten en kan leiden tot betere klinische uitkomsten. Cardioloog Twan van Stipdonk van het Hart+Vaat Centrum/ MUMC+ ziet de voordelen ook in de medische praktijk: “Op de eerste plaats is het natuurlijk prettig dat we patiënten sneller kunnen helpen en dat ze na behandeling eerder naar huis kunnen. Door de  contacten met verpleegkundigen en technici te structureren, komen patiënten op de juiste plek en worden ze beter geïnformeerd over hun eigen behandeling en aandoening. De verwachting is dat complicaties van hartfalen op de langere termijn ook beperkt kunnen worden.” Stijn Schretlen, managing consultant van Medtronic, vult aan: “In vervolgonderzoek kijken we momenteel naar de impact op de behandeluitkomsten in een grotere groep patiënten. Naast de verwachting dat ook het aantal heropnames en overlijdens zal dalen, verwachten we ook gunstige uitkomsten ten aanzien van kosteneffectiviteit. We hopen snel het bewijs te publiceren dat slimmere organisatie van zorgprocessen kan leiden tot betere uitkomsten voor de patiënt en lagere kosten.”

Het Maastricht UMC+ en Medtronic werken nauw samen op het gebied van value based healthcare en procesoptimalisatie in de zorg.

Bron: Maastricht UMC+

Toename hart- en vaatziekten bij vrouwen terugdringen

Hart- en vaatziekten (HVZ) vormen de belangrijkste doodsoorzaak bij vrouwen. De verwachting is dat HVZ in 2030 de oorzaak is van ruim een derde van de vrouwelijke sterfgevallen per jaar. HVZ bij vrouwen wordt nog steeds te weinig onderzocht, herkend, gediagnosticeerd én behandeld in vergelijking met mannen. Het is dringend nodig om deze ongelijkheid aan te pakken, is de conclusie van de internationale Lancet-commissie ‘vrouwen en hart- en vaatziekten’, met onder meer hoogleraar Angela Maas, cardioloog van het Radboudumc.

In dit uitgebreide internationale rapport over hart- en vaatziekten (HVZ) bij vrouwen roepen onderzoekers op tot dringende actie om de zorg en preventie te verbeteren, meer onderzoek te doen en het bewustzijn te vergroten om de belangrijkste doodsoorzaak bij vrouwen wereldwijd aan te pakken. De oproepen van de Commissie om HVZ bij vrouwen beter aan te pakken sluiten aan bij de duurzame ontwikkelingsdoelstellingen van de Verenigde Naties, die gericht zijn op het belang van de rol van gender in gezondheid, waaronder HVZ.

De zeventien vrouwelijke auteurs komen met tien ambitieuze aanbevelingen, waaronder het beter voorlichten van zorgverleners en patiënten over vroegtijdige opsporing van HVZ en het opschalen van hartgezondheidsprogramma’s in dichtbevolkte regio’s. Ook roepen zij op prioriteit te geven aan genderspecifiek onderzoek naar hartziekten bij vrouwen. Ook moeten er interventies worden ontwikkeld waardoor vrouwen sneller gaan deelnemen aan wetenschappelijk onderzoek. In deze studies zijn vrouwen vaak ondervertegenwoordigd.

Angela Maas, hoogleraar Cardiologie voor vrouwen van het Radboudumc: “Als we de belangrijke doelstelling van de Verenigde Naties willen halen, zijn gedurfde strategieën nodig. Hierbij gaat het niet alleen om het aanpakken van risicofactoren die bijdragen aan HVZ, er moet ook meer onderzoek komen naar genderspecifieke biologische mechanismen bij vrouwen. Wereldwijde en multidisciplinaire samenwerking voor betere zorg voor vrouwen met HVZ is van ongekend belang.”

Interesse in het boek ‘Hart voor Vrouwen’ van Angela Maas? Bestel het hier!

Grote regionale verschillen

In 2019 waren er wereldwijd ongeveer 275 miljoen vrouwen met cardiovasculaire aandoeningen. Bijna de helft van de sterfgevallen onder vrouwen wordt veroorzaakt doordat de bloedtoevoer naar het hart onvoldoende is (ischemische hartziekten), en ruim een derde door een beroerte, waarbij één of meerdere bloedvaten in de hersenen beschadigd of verstopt raken. De geografische verschillen zijn groot, met de hoogste sterftecijfers in Centraal-Azië en het Midden-Oosten, Noord- en Midden-Afrika, Oceanië en Oost-Europa (300 sterfgevallen per 100.000 vrouwen). Regio’s met een hoger inkomen, zoals West-Europa, Noord-Amerika, Australië en Oost-Azië laten de laagste sterftecijfers zien (130 per 100.000 vrouwen).

Risicofactoren voor cardiovasculaire aandoeningen bij vrouwen

Net als bij mannen is een hoge bloeddruk de grootste risicofactor voor HVZ, gevolgd door overgewicht en een hoog cholesterol. Daarnaast zijn er specifieke risicofactoren die alleen bij vrouwen voorkomen: hart- en vaatziekten als gevolg van probleem-zwangerschappen en een vervroegde menopauze. Opvallend is dat jonge vrouwen tot nu toe niet als risicogroep werden gezien, maar dat juist bij hen het aantal rokers – een bekende risicofactor – en het aantal hartaanvallen toeneemt. Ook kunnen sommige sociale of religieuze normen – zoals beperkingen op de deelname aan sport en lichamelijke activiteiten – bijdragen aan HVZ bij vrouwen. Ook sociaaleconomische factoren, zoals armoede, alleenstaande moeders, werkloosheid en ongelijkheid op grond van sociaal-culturele status zijn minstens zo belangrijk.

De grootste toename in HVZ is te zien in dichtbevolkte en industrialiserende landen als China (toename van 10%), Indonesië (7%) en India (3%). “De oorzaken van hart- en vaatziekten verschillen per regio. In dichtbevolkte regio’s waar de industrialisering nu gaande is neemt het aantal vrouwen met HVZ relatief het meest toe. Hier zijn andere interventies nodig dan in landen waar de zorg toegankelijker en beter georganiseerd is”, legt Angela Maas uit. De vergelijking met de COVID pandemie dringt zich duidelijk op, Angela Maas benadrukt de noodzaak van op maat gesneden interventies.

Bron: Radboudumc

Interesse in het boek Hart voor vrouwen van Angela Maas? 

Vrouwen zijn lang vergeten in de medische wetenschap. Hun hartklachten werden afgeleid van die van mannen, en als de dokter die klachten dan niet kon thuisbrengen, werden ze afgedaan als gezeur. Met alle gevolgen van dien. Cardioloog Angela Maas is expert op het gebied van het vrouwenhart, dat in heel veel opzichten anders is dan het mannenhart. Datzelfde geldt voor hartziekten. Een boek dat iedere vrouw ter harte gaat! Prijs € 20,99 incl. verzendkosten.

Een boek bestellen kan via roermond@hartpatienten.nl of via het contactformulier.

 

Meer lezen over vrouwen en hart- en vaatziekten? Lees het hier!

Goede voeding als brandstof voor het lichaam

Het is voor huisarts Jacqui van Kemenade, die gespecialiseerd is in voeding en leefstijl, makkelijker om haar patiënten een pilletje voor te schrijven dan dat ze hun voeding en leefstijl aanpakt. Toch kiest ze voor dat laatste, want juist dát zorgt voor voldoening en resultaat.

Leefstijl is hot en happening. Steeds meer mensen zijn ermee bezig, merkt ook Jacqui. Als kaderarts diabetes ziet zij veel patiënten waarbij snel resultaat geboekt wordt zodra zij hun voeding en leefstijl aanpassen. “Het komt regelmatig voor dat ik mensen zie die nog maar net aanpassingen op het gebied van voeding en leefstijl hebben doorgevoerd, maar waarbij ik het dan toch al kan meten. Het aanpakken van voeding en leefstijl kan zelfs zo’n sterk effect hebben, dat je bloedsuikers enorm dalen en je een hypo kan krijgen. Sommige artsen zeggen dan: ‘zie je wel, het is niet gezond’. Dat is niet waar. Het gaat erom dat je bij een verandering in voeding en leefstijl samen met je arts op tijd de medicatie afbouwt.”

(meer…)

Vet: is het nu goed of slecht?

Verzadigde vetten zijn slecht. Althans, dat denken we al vele jaren. Maar klopt dit eigenlijk wel? Is vet wel echt slecht voor je? Internist Yvo Sijpkens geeft opheldering.

Wat er door de jaren heen behoorlijk ingeslopen is, is dat verzadigd vet slecht is en onverzadigd vet goed. Maar: die tweedeling klopt niet. Het begon allemaal in de 19de eeuw, toen industrieel bewerkte oliën in gebruik zijn geraakt, zegt Sijpkens. “Dit was het startpunt, maar midden vorige eeuw ging het pas écht goed mis. In die tijd was er een opkomst in hart- en vaatziekten in verband met roken, stress en depressie. Op basis van epidemiologisch onderzoek werd toen een relatie gevonden tussen de hoeveelheid vet in voeding en het optreden van hart- en vaatziekten. Verzadigd vet werd de zondebok. Dit idee is vervolgens in grote studies niet goed bevestigd, maar wél in de richtlijnen terechtgekomen. Sindsdien is een voedingspatroon met weinig verzadigd vet en relatief meer plantaardige oliën en koolhydraten de norm geworden. Dit houdt verband met de opkomst van chronische aandoeningen als obesitas en overgewicht.”

Verzadigde vetten

Vet heeft in het lichaam een belangrijke functie. Het is een bouwstof voor zowel de celwand als de zenuwen. Ook is het een belangrijk transportmiddel voor de vitamines A, D, E en K en daarnaast een brandstof. Eén die meer benut mag worden, zegt Sijpkens. “Vet bedraagt negen kilocalorieën per gram. Daardoor denken veel mensen dat ze er dik van worden. Maar: vet afkomstig uit onbewerkte voeding draagt net als eiwit bij aan verzadiging, waardoor je sneller stopt met eten.” Vet kan worden onderverdeeld in verzadigde en onverzadigde vetten. “Verzadigd vet bestaat uit een skelet van koolstofatomen. Dat skelet is helemaal verzadigd met waterstofatomen en wordt daardoor verzadigd vet genoemd. Dat maakt dat het bij kamertemperatuur stabiel en vast is. Verzadigde vetten vind je in dierlijke producten, zoals vlees en zuivel, maar ook in plantaardige producten als kokosolie en cacao.”

Onverzadigde vetten

Anderzijds heb je de onverzadigde vetten, waarbij de koolstofatomen niet gekoppeld zijn aan waterstofatomen omdat de koolstofatomen extra met elkaar binden. Als die binding op één plaats gebeurt, zijn het enkelvoudig onverzadigde vetten. Gebeurt dit op meerdere plaatsen, dan zijn het meervoudig onverzadigde vetten. “Enkelvoudig onverzadigde vetten kennen we in de vorm van olijfolie, avocado en noten: natuurlijke producten. Meervoudig onverzadigde vetten vind je bijvoorbeeld in vlees en vis, maar ook in vloeibare vorm. Ze zijn in grote mate aanwezig in industrieel bewerkte zaadoliën: plantaardige oliën als zonnebloemolie, sojaolie en raapzaadolie.”

Omega 3- en omega 6-vetzuren

Meervoudig onverzadigde vetzuren kunnen worden opgesplitst in omega 3- en omega 6-vetzuren. Dit is een heel belangrijk onderscheid. “Omega 6-vetzuren zitten vooral in bewerkte voeding. Plantaardige oliën zijn de belangrijkste bron, maar je vindt deze vetzuren ook in vlees van kip en varkens die vooral gevoerd zijn door mais en soja. Omega 3 zit in rundvlees, vis, zuivel en bladgroente: de niet bewerkte voeding.” Om het nog iets ingewikkelder te maken, bestaan er ook nog transvetten. “Transvetten zijn schadelijk voor het lichaam: ze veroorzaken ontstekingen en zijn belastend voor het hart en bloedvaten. Inmiddels zijn transvetten verboden, maar ondertussen zijn plantaardige oliën wel in veel kant-en-klaar producten en bewerkte voeding terechtgekomen. In de loop der tijd is hierdoor de consumptie van die omega 6-houdende plantaardige oliën enorm toegenomen, waardoor de balans tussen omega 3 en omega 6 in ons lichaam verstoord is geraakt.”

Disbalans

Ons voedingspatroon heeft ertoe geleid dat we te maken hebben met een tekort aan omega 3-vetzuren en een overschot aan omega 6-vetzuren. Dat zou weer in balans moeten komen. Een disbalans heeft namelijk grote gevolgen. “Je krijgt inflammatie in het lichaam, hetgeen een belangrijke factor is in het ontstaan van hart- en vaatziekten.” Door de grote hoeveelheid omega 6-vetzuren in onze voeding worden allerlei enzymen in ons lichaam opgebruikt voor het verwerken ervan. “Door die verwerking zijn er onvoldoende enzymen aanwezig voor het aanmaken van goede vetten, terwijl deze juist zo belangrijk zijn voor onze hersenen. Een overmaat aan omega 6 is op meerdere fronten schadelijk. En omdat omega 6 vooral in bewerkte voeding zit, krijg je de perfecte storm als je lichaam een overmaat aan suiker, geraffineerd zetmeel en bewerkte oliën binnenkrijgt. De koolhydraten op zich zijn niet slecht, maar wél in een lichaam waarin zich een overmaat aan verkeerde vetten bevindt.”

Bakken

Wat we zelf kunnen doen? Kiezen voor echte, onbewerkte voeding. Voeding met voldoende essentiële vetzuren (vooral omega 3), aminozuren en vitamines en mineralen. “Wanneer je op die manier je voeding samenstelt, heb je nauwelijks supplementen nodig. Bak in roomboter of ghee: geklaarde boter. Daarmee wordt de opname van vitamine A, D, E en K bevorderd. Wil je toch in olie bakken, dan is kokosolie de beste optie. Hier zitten veel goede vetten in en je kunt er veilig in bakken, mits je de rest van je voeding gezond houdt. Veel mensen eten namelijk al te bewerkt, wat leververvetting en overgewicht veroorzaakt. Komen daar ook nog te veel verzadigde bakvetten bij, dan is het een ongunstige optelsom. Het grootste probleem? Dagelijks gebruik van kant-en-klaar producten als zonnebloemolie, margarine, halvarine en bak- en braadproducten uit knijpflessen. De kans is groot dat daar omega 6-vetzuren in zitten. Dit heeft een sterke associatie met chronische ziekten als obesitas, diabetes, hart- en vaatziekten en ook kanker. Daar zit mogelijk de hoofdoorzaak. Vervang omega 6-vetzuren door goede vetten. In plaats van angst voor vet, zouden we vet uit echte voeding weer moeten gaan zien als goede bouwstof en brandstof.”

Tekst: Laura van Horik
Beeld: HPNL

Opzoek naar lotgenotencontact? Check ons forum of onze besloten FB-groep.

Dit artikel verscheen eerder in het HPNLmagazine.

Riet Segers is al 42 jaar trouw donateur! Uit dankbaarheid.

Ze is Hartpatiënten Nederland nog steeds dankbaar. Ergens in 1979 viel bij Riet Segers uit Heerlen een krantje in de bus van de toenmalige Nederlandse Hartpatiënten Vereniging. Toeval of niet, Riet stond toen op een lange wachtlijst voor een hartoperatie in Nijmegen. In het krantje las ze dat ze, indien de wachttijd langer was dan 3 maanden, terecht kon in Londen, via een luchtbrug, georganiseerd door de Hartpatiënten Vereniging. Een kans die ze met beide handen aangreep.

Riet was toen 27 jaar, en had al enige tijd hartklachten. “Al sinds mijn 20e had ik een hartaandoening, bij toeval ontdekt door de keuringsarts van het ziekenhuis in Heerlen waar ik stage ging lopen voor mijn opleiding tot medisch analiste. Het mitralisklepje in mijn hart was vernauwd. In overleg met mijn cardioloog werd in 1979 besloten tot een operatie. Maar de wachttijden waren lang, voor een operatie in Nijmegen moest ik nog zeker een half jaar wachten. Ik zag heel erg tegen die lange tijd op. Een half jaar eerder was ik bevallen van onze jongste dochter, en de oudste, een zoon, was toen 2,5 jaar. Met twee jonge kinderen is wachten op een operatie geen leuke tijd. Tot we ergens in de zomer een krantje van de vereniging in de bus kregen. Daarin stond veel over operaties en luchtbruggen. Ik las dat als je dat wilde, je snel geopereerd kon worden. Binnen zes weken aan de beurt! De verzekering vergoedde alles. Ik heb diezelfde avond nog gebeld en werd goed te woord gestaan door een medewerker van de vereniging. Wat was ik blij! Deze vereniging deed daadwerkelijk iets, voerde actie. Dat vond ik heel bijzonder!”

Cardioloog vond het maar niks

“Toenmalig voorzitter Piet van Overveld regelde de operatie in Londen, in het Anthony’s Hospital. De vereniging liet me weten dat ik naar mijn eigen cardioloog moest gaan en hem moest vertellen dat ik me in Londen liet opereren en daarvoor allerlei gegevens nodig had van hem. Ik had net een echo gehad. Ik herinner me dat Jan, de zoon van Piet van Overveld, het hartfilmpje bij mijn moeder is komen ophalen, want ik was niet thuis. Mijn cardioloog in Heerlen werkte mee, maar niet van harte. Hij vond dat maar niks, dat ik naar Londen ging. Maar van de vereniging wist ik inmiddels dat het ziekenhuis goed en te vertrouwen was. Ik kreeg geregeld dat ik alle papieren kreeg.”

Hartelijk ontvangen in Londen

“De verzekering dekte alle kosten, ook mijn man kon meereizen. Zijn reis was inbegrepen. Sterker nog, de operatie en alles eromheen was goedkoper dan in Nederland! In september kreeg ik bericht dat ik binnen twee weken naar Londen kon gaan. We vertrokken vanaf vliegveld Beek en maakten een tussenlanding in Eindhoven, waar andere patiënten voor Londen instapten. De groep bestond uit zo’n acht tot tien hartpatiënten en hun partners. Ik was de jongste. Ik vond het fijn om met zo’n groep te gaan. Alles was goed geregeld. Met de bus werden we vanaf vliegveld Heathrow naar het ziekenhuis gebracht, de ontvangst was heel hartelijk. We zaten met de groep in kamers op één gang, onze partners konden overnachten in een gebouw op het ziekenhuisterrein. Mijn man kon dus de hele dag bij me zijn. De verpleging was goed, zo goed had ik het nog nooit meegemaakt in een ziekenhuis. Je hoefde maar even op het belletje te drukken en ze stonden al bij je.”

Bloeddonors

“Ik was als laatste aan de beurt. Eigenlijk zou ik de tweede dag al geholpen worden. Maar toen bleek ik een zeldzame bloedgroep te hebben. Zo gauw kon het ziekenhuis niet voldoende donoren vinden, die moesten eerst worden opgeroepen. Als gevolg daarvan werd ik uiteindelijk als laatste geholpen. Al die twee weken moest ik in het ziekenhuis blijven. Dat vond ik stressvol, dat wachten op het verlossende bericht dat er genoeg bloed was, zodat ik kon worden geopereerd. Anderen waren al klaar en begonnen aan hun herstel. Toen ik eindelijk kon worden geopereerd, was er gelukkig geen openhartoperatie nodig. Chirurg dokter Yates hoefde de klep alleen maar op te rekken (commissurotomie). Na drie dagen was ik weer redelijk hersteld en kon ik met de hele groep naar huis. We werden met de bus naar Heathrow gebracht, maar daar wachtte ons een teleurstelling. De mist maakte dat het vliegtuig niet kon landen in Nederland. We zijn toen terug naar het ziekenhuis gebracht, waar we nog een nacht moesten blijven. De volgende dag waren de weersomstandigheden beter en vertrokken we naar huis.”

Herstel

“Ik was blij dat ik de kinderen weer zag. Die waren al die tijd opgevangen door mijn zus. Het herstel duurde lang. Niet alleen door de zorg voor mijn kinderen, ook omdat ik al enige tijd aan een andere ziekte leed, het chronisch vermoeidheidssyndroom ME. Daardoor ben ik veel ziek geweest. Ik moest veel rusten. Werken ging niet meer. Ik was blij dat ik weer lucht kreeg en weer gewoon kon ademhalen.”

Nieuwe operatie, weer in Londen

“Maar na vier jaar kwamen de klachten terug. Met hulp van de vereniging ben ik toen opnieuw geopereerd in Londen. Ik had intussen een andere cardioloog, maar ook dat ging moeizaam, de medewerking was weer niet van harte. Ik was te jong voor een kunstklep. Nu kreeg ik een open commissurotomie. Hierdoor was zichtbaar dat met de klep veel meer aan de hand was. Met succes kon de chirurg hem nu repareren. Het herstel duurde nu langer dan de eerste keer, ik kreeg ook last van een flinke griep en een slokdarmontsteking. Uiteindelijk kon ik terecht in de revalidatiekliniek in Hoensbroek, iets waarover de cardioloog me niets verteld had. Ik heb intussen geleerd dat als je iets nodig hebt, je dat zelf moet regelen. In Hoensbroek ben ik binnen zes weken goed opgeknapt. Ook daar was ik de jongste van de revalidatiegroep, dat was niet zo leuk. Ik vond geen leeftijdsgenoten. Uiteindelijk hielp de revalidatie me er bovenop, hoewel de ME tot op de dag van vandaag parten blijft spelen.”

Derde operatie, nu in Maastricht

Na die tweede operatie in Londen ging alles zo’n 20 jaar goed, vertelt Riet. Tot 2003. Al langere tijd had ze veel last van boezemfibrilleren en moest ze opnieuw worden geopereerd. Ze heeft toen een kunstklep gekregen in het academisch ziekenhuis in Maastricht. “Ik ben nu 69, en draag intussen een pacemaker. Als ik terugkijk op mijn operaties, weet ik: toen ik 27 was kwamen hartoperaties niet zoveel voor. Nu zijn het routineoperaties. Dat is toch wel anders.”

Pacemaker

Riet heeft nu last van hartfalen, mede door alles wat ze heeft meegemaakt. Ze is onder behandeling op de hartfalenpoli. En ze heeft een nieuwe cardioloog. “Een aantal medicijnen verdraag ik niet. Mede door ME. Ik heb nu gelukkig een nieuw soort pacemaker, die op twee punten op het hart wordt aangesloten, zodat het hart aan twee kanten gestimuleerd wordt. Daardoor is de pompfunctie iets toegenomen. Sindsdien gaat het redelijk.”

Dankbaar

Omdat ME niet wordt erkend door de reguliere medische wetenschap, heeft Riet een natuurarts in de arm genomen. “Die helpt me wel, maar genezen kan ik daarvan niet”, zegt ze. “Door alles wat er gebeurd is, verergerde ook de ME. Ook mijn hart heeft heel wat te verduren gehad. En met het ouder worden, wordt het er niet beter op.”

“Ik ben de vereniging nog steeds dankbaar. Als ik nog een half jaar op een operatie had moeten wachten in 1979, dan was mijn situatie er op achteruit gegaan. Net op het goeie moment viel het krantje in de bus. Sinds 1979 ben ik donateur. Al 42 jaar!”

Dit artikel verscheen in het HPNL magazine. Interesse? Vraag hier het HPNLmagazine aan.

Onderzoek: Apple Watch voorkomt mogelijk ritmestoornissen

De Apple Watch als instrument om boezemfibrilleren op te sporen: onder anderen Leonard Hofstra, cardioloog en hoogleraar Cardiologie, doet er inmiddels al een tijdje onderzoek naar. Als dit onderzoek goed uitpakt, kunnen in de toekomst waarschijnlijk veel beroertes worden voorkomen.

In Nederland vinden jaarlijks 45.000 beroertes plaats, waarvan er ongeveer 9.000 komen door boezemfibrilleren. Vanuit Hofstra’s cardiologiecentra wordt al een tijd gewerkt met het systeem Hartwacht: een kleine sensor die je tussen je vingers moet houden en praat met jouw smartphone. Nu wordt dat onderzoek verder uitgebreid, vertelt Hofstra. “Met deze sensor kan worden gekeken of iemand boezemfibrilleren heeft. Wél moet je die sensor dan zelf uit je zak halen en er dus actief mee omgaan. De Apple Watch daarentegen heeft dezelfde technologie en kan zelf de hartslag in de gaten houden. Hij kan zien of de hartslag onregelmatig wordt en geeft dan aan wanneer het een goed idee is om een ECG te maken. De Apple Watch kan dus constant met de patiënt meekijken en waarschuwt als er een mogelijke ritmestoornis is. Op die manier kan boezemfibrilleren veel eerder worden opgespoord.”

Eerste fase

De eerste fase van het binnenkort startende onderzoek wordt met behulp van een Apple Watch uitgevoerd onder een groep mensen die een hoog risico op een ritmestoornis heeft, maar de ziekte nog niet heeft. Binnen deze groep mensen wordt gekeken bij welk percentage uiteindelijk boezemfibrilleren kan worden ontdekt. “In de eerste fase, die ongeveer een jaar duurt, wordt begonnen met een groep van tweehonderd mensen. Deze mensen volgen we een hele tijd. Als we dan uiteindelijk weten bij hoeveel mensen boezemfibrilleren kan worden opgespoord, gaan we naar de volgende fase: het analyseren. Deze fase duurt twee jaar.”

Impact

Een beroerte heeft volgens Hofstra veel impact, zowel op de persoon zelf als op de omgeving. Juist daarom is dit onderzoek zo belangrijk en is het prettig dat Apple dit zélf ook ondersteunt en er vertrouwen in heeft, vertelt hij. “Stel dat we door dit onderzoek duizenden beroertes zouden kunnen voorkomen, dan kun je veel leed en ook zorgkosten voor zijn. Iemand die een beroerte heeft gehad, moet vaak lang revalideren en krijgt te maken met levenslange zorg. Het is een dramatische achteruitgang van de kwaliteit van leven. Dat gaat dan hopelijk veranderen.”

Medicatie

Buiten het eerder opsporen van beroertes, is een ander bijkomend voordeel dat medicatie op die manier eerder kan worden ingezet. Als je namelijk eenmaal met medicatie tegen een beroerte, NOAC, start, ben je veilig. “Vanaf de dag dat mensen daarmee beginnen, is de kans op het krijgen van een beroerte heel veel minder. Zodra zo’n beroerte dan ook met de Apple Watch is opgespoord, kun je die medicatie geven en is die persoon safe. In mijn eigen groep patiënten heb ik honderden mensen op die medicatie zitten, en niemand heeft nog een beroerte gekregen. Dit zijn dan ook prachtige ontwikkelingen, en ik heb er goede hoop op dat deze technologie beroertes daadwerkelijk kan voorkomen.”