Op zijn negenendertigste kreeg Ricardo Verkooijen (47) een auto-ongeluk. Hij bleef daarna last houden van zijn nek, waarvoor hij naar de huisarts ging. Maar in plaats van een doorverwijzing naar een fysiotherapeut, kreeg hij een doorverwijzing naar de cardioloog. “Ik bleek een lekkende hartklep te hebben.”
Je hebt een aangeboren hartafwijking, was de mededeling van de cardioloog. Daar heeft Ricardo nooit iets van gemerkt. Hij sportte veel en was, toen hij een auto-ongeluk kreeg, onderweg naar een hardloopwedstrijd. “Ik heb nooit klachten gehad”, vertelt hij. “Achteraf gezien had ik misschien wel iets minder uithoudingsvermogen, maar ik dacht dat ik aan de top van mijn kunnen was. Dat bleek dus ergens anders aan te liggen.”
Vervanging aorta
Er werd in eerste instantie gekeken of het met medicatie kon worden opgelost, maar vervolgens bleek dat ook de aorta van Ricardo was verwijd. “Er was geen andere optie dan opereren. Ik kon kiezen uit een dierlijke klep of een kunstklep. Ik heb toen gekozen voor een kunstklep, omdat die in principe zolang ik leef mee zou moeten gaan. Dat mijn aorta verwijd was en grotendeels moest worden vervangen, was schrikken. Het boekje dat ik destijds meekreeg, gaf aan dat één op de vier mensen zo’n operatie niet overleeft. Misschien is dat nu anders, maar dit was hoe het er toen stond. Ik schrok daarvan, maar had geen keus. Als ik me niet zou laten opereren, kwam ik te overlijden.”
Televisieopnames
In maart 2016 werd Ricardo geopereerd. Dit werd zelfs gefilmd en uitgezonden op televisie, voor een programma over ingewikkelde operaties. “Ik heb er nog beelden van, die ik zelf ook heb bekeken. Dat was heel apart. Alles lag stil en ik zag mijn hart niet bewegen. Je ziet dat de artsen bezig zijn met jouw eigen lichaam. Bij jezelf naar binnen kijken is heel surrealistisch.” De operatie ging gelukkig goed. Toch is hij, ondanks dat dat wel zijn verwachting was, nooit meer zo fit geworden als voor de operatie. “Ik ben niet meer wie ik voor de operatie was. Dat merk ik vooral aan mijn uithoudingsvermogen. Ook heb ik veel meer slaap nodig. Vroeger kon ik echt met vijf of zes uur per nacht klaar zijn, nu moet ik zeker acht uur slapen, anders ben ik niet fit genoeg om de dag door te komen. Daarnaast sport ik veel minder. Ik mag alleen nog maar duursporten doen. Voorheen sportte ik intensief en ik ging dan ook heel fit de operatie in, maar die fitheid heb ik nooit meer gehaald. Zeker niet nadat ik twee jaar na de operatie een terugval kreeg.”
Niet alles meer kunnen
Ricardo heeft moeite met het feit dat hij niet meer zo fit is als hij was. Daar is hij eerlijk in. Eens in de zes weken praat hij dan ook met een psycholoog. “Het is prettig om te praten over hoe het gaat en waar ik tegenaan loop. Soms lukt dat net iets beter met iemand die er wat verder vanaf staat. Wat ik bijvoorbeeld lastig vind, is dat mijn omgeving nog regelmatig denkt dat ik iets wel kan, maar sommige dingen gaan gewoon niet meer. We zijn nu bijvoorbeeld een deel van ons huis aan het renoveren en dat gaat heel langzaam. Waar ik voorheen acht of negen deuren op een avond schilderde, een uur of twee ’s nachts naar bed ging en de volgende ochtend gewoon weer om zes uur opstond, schilder ik er nu twee en ben ik daarna uitgeteld. Toch is het verwachtingspatroon van anderen vaak anders. Dat is weleens lastig. Ik kan nog steeds veel, maar niet meer wat ik eerder kon en ook niet aan één stuk door.”
Werken
Qua werk werd hij in eerste instantie afgekeurd, maar hij is zelf weer begonnen. “Ik miste mijn werk tijdens mijn herstel enorm. Het sociale aspect vooral. Je zit thuis en in je hoofd ben je goed, maar je lichaam kan het niet. Officieel stond er tweeënhalf jaar voor mijn revalidatie, maar na een jaar ben ik weer begonnen met twintig en twee weken later met veertig uur werken, ondanks dat de betreffende arts me voor tachtig procent afkeurde. Na twee jaar kreeg ik de vraag of het goed ging. Dat ging het. Daardoor heb ik die stempel nu niet meer. Ik werk nu eenmaal graag, ook als ik daardoor op andere vlakken een stapje terug moet doen. Ik heb altijd zestig uur in de week gewerkt en dat doe ik nu ook weer. Mensen zeggen weleens dat ik minder moet gaan werken, maar dat zit er bij mij niet in.”
Vertrouwen
Ricardo is open over wat hij heeft meegemaakt. Hij heeft zelf inmiddels ook veel meer rust en acceptatie gevonden. “In het begin moest ik wennen aan het tikken van mijn hartklep, maar nu geeft het me vertrouwen. Als ik ‘m hoor tikken, weet ik dat het goed is. Verder zou ik anderen graag willen meegeven dat je, ondanks dat je misschien minder fit bent dan voorheen, heel blij mag zijn dat je er nog bent en moet genieten zoveel je kunt. Dat doe ik ook. Ik ben er nog, heb plezier in mijn leven en kan heel veel wél. Ook heb ik genoeg mensen om me heen waarvoor ik mag leven.”
Tekst: Laura van Horik
Foto: Ricardo Verkooijen
Dit artikel verscheen eerder in het Hartbrug Magazine